_ Correctievoorschrift VWO G)

_ Correctievoorschrift VWO

G) Voorbereidend

-g

Wetenschappelijk

:::s

^Onderwijs

~

...

:::s

:::s

Tijdvak 1

Z 1ii

Inhoud

1 Algemene regels 2 Sconngsvoorschrift 2.1 Scoringsregels 2.2 Antwoordmodel

-

1 Aigemene regels

In het Eindexamenbesluit VWOIHAVOIMAVONBO zijn twee artikelen opgenomen die betrekking hebben op de scoring van het schriftelijk werk, namelijk artikel41 en artikel 42. Deze artikelen moeten als voIgt worden ge'interpreteerd:

1 De examinator en de gecommitteerde zijn verplicht het scoringsvoorschrift voor de scoring van het schriftelijk werk toe te passen.

2 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het schriftelijk werk vast. Komen ze daarbij na mondeling overleg op basis van het scoringsvoorschrift met tot overeenstemming, dan wordt de score vastgelegd op het rekenkundig gemiddelde van beide voorgesteide scores, (indien nodig) naar boven afgerond op een geheel getaL

2 Scorlngsvoorschrift

-

Voor de beoordeling van het schriftelijk werk heeft de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) het volgende scoringsvoorschrift opgesteld.

2.1 Scoringsregels

1 De examinator vermeldt de scores per vraag en de totaalscores op een aparte Hjst.

2 Bij de scoring van een onderdeel van het schriftelijk werk zijn alleen gehele punten geoorloofd. Een toegekende score kan nooit lager zijn dan O.

3 Een volledig juiste beantwoording van een vraag levert het aantal punten op dat in het antwoordmodel als maximumscore staat aangegeven.

4 Voor het schriftelijk werk kunnen maximaal100 scorepunten toegekend worden. De kandidaat krijgt 10 scorepunten vooraf. De score voor het schrifteHjk werk wordt dus uitgedrukt op een schaal van 10 tot en met 100 punten.

5 Indien een gegeven antwoord niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist

gekwalificeerd kan worden, moet het aantal beschikbare punten geheel of gedeelteHjk aan het gegeven antwoord worden toegekend naar analogie of in de geest van het

antwoordmodeL

6 Indien in een gegeven antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt, dan weI foutief is, kunnen geen punten worden toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven.

7Indien een kandidaat meer antwoorden (in de vorm van voorbeelden, redenen e.d.) geeft dan er expliciet gevraagd worden, dan komen alleen de eerstgegeven antwoorden voor beoordeling in aanmerking.

Indien er slechts een antwoord expliciet gevraagd wordt, wordt dus alleen het eerstgegeven antwoord in de beoordeling betrokken.

8 Een fout mag in de uitwerking van een opgave maar een keer in rekening gebracht worden, ook al werkt ze verder in de uitwerking door, tenzij daardoor de opgave aanzienlijk vereenvoudigd wordt, of tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld.

9 Is bij een antwoord geen eenheid vermeld of is de vermelde eenheid fout dan wordt een punt afgetrokken.

Een antwoord mag verder een cijfer meer of minder bevatten dan op grond van de nauwkeurigheid van de verstrekte gegevens verantwoord is. Bij grotere

(on)nauwkeurigheid moet een punt worden afgetrokken. Voor een rekenfout in een berekening wordt ook een punt afgetrokken.

lndien meer van de bovenstaande fouten in een antwoord voorkomen, wordt hiervoor bij die vraag slechts een punt afgetrokken.

Het verdient aanbeveling de scoring van het examenwerk per opgave uit te voeren en tijdens de scoringsprocedure de volgorde van de examenwerken enkele keren te wijzigen. Dit om ongewenste beoordelingseffecten tegen te gaan.

2.2 Antwoordmodel

Antwoorden Deel­

scores _ Opgave 1 Vmger op de mop

Maximumscore 3

1 0 antwoord: blokI

.---"'1

van

B:

^I

:

^I _I

I

• alleen een OF-poort Opmerking

Werkende schakeling met meer dan 2 verwerkers: maximaal2 punten.

Maximumscore 2

2 0 antwoord: blokII

Opmerking

Werkende schakeling met meer dan een verwerker: maximaall punt.

Maximumscore 3

3 0 antwoord: blokIII

Opmerking

Werkende schakeling met meer dan een verwerker: maximaal2 punten.

1

Antwoorden Deel­

scores _ Opgave 2 Tennisbal

Muimumscore 3 4 0 antwoord: 15 m-s·¹

• F·At

=

^m-.;1v

Maximumscore 3 5 0 antwoord: 15 m

• berekening ^{t 2}

Maximumscore 4 6 0 antwoord: 0,62 kg

· berekening Fv

· verticale component Fv Of arm van Fv ten opzichte van K

• gebruik momentenwet 1

Maximumscore 3 7 0 antwoord:

7 _/

vIm) _/ ^/

f

- x ( m )

· richting

Ft

• richting

it.

en ~ ¹

• de drie namen of hun symbolen 1

Maximumscore 4

8 0 antwoord: 7,7 J (met een marge van 0,1 J)

· bepaling lengte elastiek

• berekening U_v 1

• bepaling U_z Maximumscore 5 9 0 antwoord: 58%

• berekening U_z in P 2

• Uk afgelezen in begin- en eindpunt

• berekening omgezette hoeveelheid energie 1

t

⁶

5

4 3

2 1

1 2 3 4 5 6 7

Antwoorden Deel­

scores _ Opgave 3 Bailon

10 0

Maximumscore 3

antwoord: 3,3·1()2 eilinders

• gebruik algemene gaswet

• berekening beginvolume van het helium in de cilinders

1 1

11 0

Maximumscore 3 antwoord: 9,687 m·s-²

C·M

• g

=---;2

• berekening r 1

Opmerking

9,7 m·s-² ook goed rekenen.

12 0

Maximumscore 4 antwoord: 0,080 mm

• F z (polyetheen) Fopw ­ F z (gondel+instr.+belium)

· berekening mpolyetheen

· berekening Vpolyetbeen

1 1 1 Opmerking

g

=

9,8 m·s-² gebruikt: geen aftrek.

13 0

Maximumscore 3

antwoord: Ja, want geziehtshoek groter dan 0,01⁰

• berekening geziehtshoek 2

14 0

Maximumscore 3 antwoord: 0,58 mm

• b

=/

b BB' . - : - ­ v W'

1 1

15 0

Maximumscore 4 antwoord: 24 em . / =-20em

. b=-l1 em 2

16 0

Maximumscore 4

antwoord: 2,8 (met een marge van 0,1 em)

• evenwijdig uittredende liehtstraal uit Flaten komen

• construetie van een beeldpunt, of andere liehtstraal uit bijbrandpunt laten komen

• eonstruetie plaats van het negatief

1 1

Antwoorden Deel­

scores _ Opgave 4 Veldsterktemeter

Muimumscore :2

17 0 antwoord: Negatief, omdat de elektrische veldlijnen erop eindigen,

• negatieve lading 1

Maximumscore 3 18 0 antwoord: 8,9 V

• Vb - V_k = ['Rj

Maximumscore 4 19 0 antwoord: 0,73 W

methode 1:

• Pbron = _Vb'[

• warmteontwikkeling per seconde = [2 'R

• Pmech is het verschil tussen P_bron en de warmteontwikkeling per seconde methode 2:

• Vbron - Vind

=

^[,Rtot

• berekening Vind

• P^mech

=

^Vind'[

Muimumscore 3

20 0 antwoord: De opening zit dan precies boven het segment

• op t

=

0 begint een elektrische stroom naar het segment toe

• dus op t 0 begint de negatieve lading er weg te vloeien

1 Muimumscore 3

21 0 antwoord: 79 rad's·l 21t

• < 0 = ­

T

• Tis 4x de periode van de stroomverandering Muimumscore 4

22 0 antwoord:

2

°llllllllll

Antwoorden Deel­

scores Maximumscore 3

23 0 antwoord:

I (nA)

t

• peri ode 2x zo klein

• 12x zo groot

1

Opmerking

De beginfase mag ook negatiefgekozen worden_

Maximumscore 2 24 0 antwoord: 2,6-1()4 Ym-¹

• f opgezocht

-

Opgave 5 Radon

1

25 0

Maximumscore 2

antwoord-_-88 226 Ra ~ 222 ₈₆ Rn + 4 ₂ He Opmerking

Vervalreactie van 2~~ Rn opgeschreven: 0 punten_

26 0

Maximumscore 3 antwoord: 1,4-1()6 m-³

• t~ opzoeken

• A berekend

1 1

27 0

Maximumscore 4 antwoord: 24 Bq

• energie ex opzoeken

• activiteit omrekenen in J

· activiteit in longen

1 1 1

28 0

Maximumscore 3 antwoord: 0,22 mSv

• stralingsenergie in 1 jaar

I::um.