• No results found

Gemeente Woerden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeente Woerden"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESTEMMINGSPLAN

Ontwerp 11 maart 2020

Raadhuislaan 1

*

W

24 10 13

WA

.

WERKNR. N

SCHAAL DATUM GETEKEND

FORMAAT

BESTAND

RO-BP-61910820-VB-VO2.dwg

BLAD

OVERLEG

TERINZAGELEGGING ONTWERP

VASTGESTELD

GEWIJZIGD

City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV

KuiperCompagnons

Telefoon: 010 433 00 99 Postadres: Postbus 13042 3004 HA Rotterdam Bezoekadres: Van Nelleweg 3042 3044 BC Rotterdam

J:\619\108\20\3 Projectresultaat\verbeelding\dwg

PROJECTMAP

IDN

Gemeente Woerden

Bestemmingsplan Raadhuislaan 1

Harmelen

619.108.20 1:1000 19 december 2019 gj

Ontwerp

NL.IMRO.0632.BP29104-0001

VERKLARINGEN

topografische gegevens

bestaande bebouwing, kadastrale- en BGT / BRK 24 april 2019

Plangebied

Plangrens

Enkelbestemmingen

WA Water

W Wonen

Bouwvlakken

bouwvlak

Maatvoeringen

24 maximum aantal wooneenheden

13 maximum bouwhoogte (m)

(2)
(3)

1

Gemeente Woerden

Bestemmingsplan ‘Raadhuislaan 1’

Ontwerp

INHOUD:

- REGELS

Werknummer: 619.108.20 Datum: 11 maart 2020

KuiperCompagnons B.V.

Rotterdam

(4)

2

(5)

Inhoudsopgave bij de regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 2

Artikel 1 Begrippen 2

Artikel 2 Wijze van meten 5

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 7

Artikel 3 Water 7

Artikel 4 Wonen 8

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 11

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 11

Artikel 6 Algemene bouwregels 12

Artikel 7 Algemene gebruiksregels 14

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 15

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels 16

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 17

Artikel 10 Overgangsrecht 17

Artikel 11 Slotregel 18

Bijlagen bij regels

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

(6)

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Raadhuislaan 1' met identificatienummer NL.IMRO.0632.bpraadhuislaan-ow01 van de gemeente Woerden.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

1.3 aanbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw, bijvoorbeeld via een toegangsdeur;

1.4 aan huis verbonden beroep

de uitoefening aan huis van een aan huis verbonden beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede

niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten;

1.5 aan huis verbonden bedrijf

het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandelbedrijf zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua

milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend alsmede niet publieksgerichte functies en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;

1.6 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 achtererf

het bij het hoofdgebouw (bijvoorbeeld woning) behorende erf, dat is gelegen achter de achtergevellijn of in ieder geval achter het bouwvlak;

1.8 achtergevel

de gevel achter de voorgevel, meestal evenwijdig daaraan, zoals deze oorspronkelijk bij de bouw is gerealiseerd;

1.9 ambachtelijke bedrijfsactiviteiten

bedrijfsactiviteiten waarbij bedrijfsmatig geheel of overwegend door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd;

1.10 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.11 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

(7)

1.12 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;

1.13 bestaand gebruik

het gebruik van gronden of gebouwen dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaat;

1.14 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak;

1.15 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 bijgebouw

een op zich zelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw;

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een

standplaats;

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.19 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct steun vindt in of op de grond;

1.22 dakkapel

een beperkte doorbreking van het dakvlak door een uit de helling van het dakvlak stekend dakvenster;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik, verhuur of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.24 erf

het al dan niet bebouwde perceelsgedeelte, direct gelegen bij een woning, ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning en indien er een bouwvlak voor hoofdgebouwen aanwezig is, gelegen buiten het bouwvlak;

1.25 erfbebouwing

verzamelnaam voor bouwwerken, op het erf behorende bij een (woon-) bestemming, die ten dienste staan van het hoofdgebouw en die door de ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, waarbij onderscheid te maken valt tussen: een aanbouw, een uitbouw, een bijgebouw en een overkapping;

1.26 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

(8)

1.27 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwvlak door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, exclusief aan- en uitbouwen. Aan- en uitbouwen die tot de hoofdfunctie behoren, worden niet meegerekend tot het hoofdgebouw;

1.28 overkapping

een overdekte ruimte, al dan niet omsloten door maximaal twee wanden. Onder een overkapping wordt ook een carport verstaan;

1.29 peil

1. de gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval dit bouwwerk aan een weg gelegen is;

2. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld;

1.30 prostitutie

het aanbieden van seksuele diensten tegen materiële vergoeding;

1.31 prostitutiebedrijf

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt;

1.32 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een mate alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf al dan niet in combinatie met elkaar;

1.33 straatmeubilair

de op of bij een weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen,

bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's;

1.34 uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat;

1.35 voorerf

het bij een gebouw (bijvoorbeeld een woning) behorende erf, dat is gelegen voor de voorgevellijn of in ieder geval voor het bouwvlak;

1.36 voorgevel

de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd.

1.37 voorgevellijn

een lijn, welke zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de oorspronkelijke voorgevels van de hoofdgebouwen;

1.38 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de permanente huisvesting van één huishouden;

1.39 zijerf

het bij een gebouw (bijvoorbeeld de woning) behorende erf, dat is gelegen naast de zijgevellijn van het gebouw of in ieder geval naast het bouwvlak;

1.40 zijgevel

de zijgevel links of rechts, meestal haaks op de voorgevel, zoals deze bij de bouw is gerealiseerd en grenzend aan het zijerf;

(9)

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 nokhoogte

van het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk tot aan het peil van de woning; uitstekende bouwdelen van ondergeschikte betekenis, zoals liftschachten, trappenhuizen, antennes, schoorstenen, borstweringen en geringe verhogingen worden daarbij niet meegerekend;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de grondoppervlakte

van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven peil;

(10)
(11)

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Water

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. watergangen;

b. waterberging en waterhuishouding;

c. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals erven, groen en nutsvoorzieningen;

d. kruisingen ten behoeve van wegverkeer.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter.

(12)

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. tuinen en erven;

c. aan huis verbonden beroepen;

d. ontsluitingsverharding;

e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeren.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

a. het hoofdgebouw (de appartementen) mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;

b. het maximum aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';

c. de maximum bouwhoogte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven;

d. dakterrassen niet zijn toegestaan;

e. ten aanzien van erfbebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, het bepaalde in Artikel 6 van toepassing is.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

a. de activiteiten aan de woonfunctie mogen geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m²;

b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat, in geval van bedrijfsactiviteiten, slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten in categorie 1 zoals genoemd in Bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) bij woningen medewerking wordt verleend;

c. de activiteiten mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;

d. de activiteiten mogen geen detailhandel betreffen;

e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:

a. lid 4.3 lid b voor het toelaten van bedrijfsactiviteiten die niet Bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren toe de toegelaten categorieën van Bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten);

b. lid 4.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

1. de activiteiten aan de woonfunctie geen afbreuk mogen doen en dienen daaraan

ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden beroep niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m²;

(13)

4. de activiteiten geen detailhandel mogen betreffen;

5. in afwijking van het bepaalde onder 4 is detailhandel door middel van internet toegestaan, met uitzondering van het afhalen van goederen door personen die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik, verhuur of aanwending;

6. de activiteiten geen nadelige invloed mogen hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

(14)
(15)

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

(16)

Artikel 6 Algemene bouwregels

6.1 Luifels

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen luifels worden gebouwd, met dien verstande dat:

a. de luifel boven de voordeur wordt aangebracht;

b. de breedte van de luifel niet meer bedraagt dan 2 m;

c. de diepte van de luifel niet meer bedraagt dan 1 m;

d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat bij aanwezigheid van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.3 de diepte van de luifel niet meer bedraagt dan de diepte van dat bouwwerk;

e. de bovenkant van de luifel niet meer dan 0,5 m boven de voordeur uitkomt.

6.2 Erfafscheiding

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen erfafscheidingen worden geplaatst, met dien verstande dat de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m.

6.3 Zwembaden, jacuzzi's en vijvers

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen zwembaden, jacuzzi's en vijvers worden geplaatst, met dien verstande dat:

a. in het voorerfgebied geen zwembaden en jacuzzi's zijn toegestaan;

b. in het achtererfgebied zwembaden, jacuzzi's en vijvers zijn toegestaan, mits:

1. geen overkapping wordt aangebracht 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m;

c. zwembaden, jacuzzi's en vijvers niet meegeteld worden bij het maximale bebouwingspercentage.

6.4 Vlaggenmasten en palen

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen vlaggenmasten en palen worden gebouwd, met dien verstande dat:

a. de hoogte niet meer bedraagt dan 6 m;

b. per woning maximaal 1 paal of vlaggenmast wordt geplaatst.

6.5 Overige bouwwerken

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen overige bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

a. voor de voorgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m;

b. achter de voorgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 2 m.

6.6 Ondergronds bouwen 6.6.1 Algemeen

De regels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:

a. gebouwd mag worden tussen peil en 3,5 m onder peil;

b. ondergrondse bouw is uitsluitend toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen vergunde of vergunningsvrije gebouwen (bij een verticale projectie);

c. de afstand tot perceelsgrenzen tenminste 3 m bedraagt, met dien verstande, dat in geval van kelderbouw in belendende percelen in de zijperceelsgrens mag worden gebouwd;

d. het zij- en achtererf van de woning voor niet meer dan 50% bebouwd wordt;

e. kelders mogen niet worden voorzien van een dakraam of lichtkoepel;

f. het gebouwde deel van de toegang tot de kelder (trap of hellingbaan) niet op het voorerf mag worden gebouwd;

g. de oppervlakte van het ondergrondse deel van de kelder wordt niet meegeteld bij het maximale bebouwingspercentage.

(17)

6.6.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 6.6.1 afwijken ten behoeve van ondergrondse bouw (kelder) buiten de oppervlakte van de bovengronds gelegen vergunde of vergunningsvrije gebouwen, mits:

a. de oppervlakte van de kelder totaal niet meer dan 100 m² bedraagt;

b. de kelder rechtstreeks bereikbaar is vanuit de woning of een bijgebouw.

6.7 Voorwaardelijke verplichting

Het bouwen van woningen ter plaatse van de aanduiding 'gecumuleerde geluidsbelasting 53 dB of meer' is slechts toegestaan indien:

a. de karakteristieke geluidwering van gevels van woningen, als bedoeld in NEN 5077, ten minste gelijk is aan het verschil tussen de gecumuleerde geluidsbelasting van omliggende wegen en 33 dB (binnenniveau), hetgeen dient te blijken uit een bij de aanvraag omgevingsvergunning voor de woning te overleggen bouwkundig akoestisch onderzoek.

Daarnaast dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

a. geluidsluwe gevel (eis): de woning heeft ten minste één gevel met een lager (luw) geluidsniveau.

Het geluidsniveau op deze gevel is niet hoger dan de voorkeurswaarde voor elk van te onderscheiden geluidsbronnen.

b. indeling woning (inspanningsverplichting): de woning heeft per etage minimaal één verblijfsruimte aan de zijde van de geluidsluwe gevel;

c. buitenruimte (inspanningsverplichting): indien de woning beschikt over één of meer buitenruimten, dan is er minimaal één gelegen aan de geluidsluwe zijde. Indien dit niet mogelijk is dan dient het geluidsniveau op de gevel niet meer dan 5 dB hoger te zijn dan bij de geluidsluwe gevel;

d. geluidsabsorberende plafonds bij balkons/loggia's (eis): bij de aanwezigheid van balkons / loggia's etc. dient onder de balkons weerbestendige geluidsabsorptie te worden geplaatst ter voorkoming van ongewenste reflecties op de gevels.

(18)

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Strijdig gebruik

a. Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met het in dit plan bepaalde.

b. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:

1. seksinrichting en raam- en straatprostitutie;

2. opslagplaats voor vaten en kisten en containers, als dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen, grond- en baggerspecie, anders dan voor normaal gebruik van de gronden;

3. uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;

4. buitenopslag met uitzondering van terrassen en bijbehorende voorzieningen.

7.2 Toegestaan gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 7.1, is niet begrepen vormen van gebruik als bedoeld in lid 7.1 onder b, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de

doeleindenomschrijving en de overige regels mag worden gebruikt;

(19)

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:

a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m³ en de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;

b. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of

noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, m;

hoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten en dit bouwtechnisch noodzakelijk wordt geacht in verband met de uitoefening van het in het plan toegestane gebruik;

d. de bouw van andere bouwwerken zoals een vlaggenmast, een kunstwerk, antennes en dergelijke tot een hoogte van 15 m.

(20)

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

9.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:

a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van het artikel 8 niet kunnen worden gebouwd;

b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel

bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.

(21)

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken 10.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het

bouwwerk is teniet gegaan.

10.1.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 10.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 10.1.1 met maximaal 10 %.

10.1.3 Uitzondering

Lid 10.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan o het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik 10.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

10.2.2 Veranderen strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de

afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

10.2.3 Onderbreken strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 10.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

10.2.4 Uitzondering

Lid 10.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

(22)

Artikel 11 Slotregel

Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel bestemmingsplan "Raadhuislaan 1" van de gemeente Woerden.

(23)

Bijlagen bij regels

(24)

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

(25)

SBI-CODE

OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

CATEGORIE

INDICES

- nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND VERKEER VISUEEL BODEM LUCHT

22 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

221 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1

2223 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 1 G 1

223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 1 G 1

36 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1 1 P 1

52 - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 10 1 1 P 1

61, 62 - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT

61, 62 A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) 0 0 10 0 10 1 2 P 1

63 - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER

6322, 6323

Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 0 0 10 0 10 1 2 P 1

633 Reisorganisaties 0 0 10 0 10 1 1 P 1

634 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 0 0 10 0 10 D 1 1 P 1

64 - POST EN TELECOMMUNICATIE

642 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1

65, 66, 67 - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN

65, 66, 67 A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1

70 - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED

70 A Verhuur van en handel in onroerend goed 0 0 10 0 10 1 1 P 1

72 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

72 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 10 1 1 P 1

73 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 10 1 1 P 1

74 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

74 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 0 0 10 0 10 D 1 2 P 1

75 - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN

75 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 0 0 10 0 10 1 2 P 1

(26)

SBI-CODE

OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS

CATEGORIE

INDICES

- nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND VERKEER VISUEEL BODEM LUCHT

93 - OVERIGE DIENSTVERLENING

9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 10 1 1 P 1

9305 B Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 C 0 10 D 1 1 P 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming, met dien verstande

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 3

Op of in deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragenf. 19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren

Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan

Op de in artikel 4 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande, dat de

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder straatmeubilair, worden gebouwd, waarvan de hoogte niet