• No results found

(1)» k m De burgemeester, hetcollege van burgemeesteren wethouders, deraadsleden, de commissieleden, de griffie, de gemeentesecretaris, het hoofd van de personeelsafdeling en het hoofd van de salarisadministratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(1)» k m De burgemeester, hetcollege van burgemeesteren wethouders, deraadsleden, de commissieleden, de griffie, de gemeentesecretaris, het hoofd van de personeelsafdeling en het hoofd van de salarisadministratie"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

»

k

m

De burgemeester, hetcollege van burgemeesteren wethouders, deraadsleden, de commissieleden, de griffie, de gemeentesecretaris, het hoofd van de personeelsafdeling en het hoofd van de

salarisadministratie

; , , ;

! f'fHl

Ministeriev

Koninkrijks][elaties

1 0 DEC 2018

Team

Cl reu ai re

DGBestuur,Ruimteen

Onderwerp Introductic Rechtspositiebesluitdecentrale politieke ambtsdragers

Doelstelling Informatie

Juridischegrondslag Gemeentewet Relatiesmetanderecirculaires Gèen

Ingangsdatum 1 januari 2019

Geldigtot Naderbericht

Wonen

DirectieDemocratieen Bestuur

Turfmarkt147 DenHaag Postbus20011 2500EA DenHaag www.politiekeambtsdragers.n I

Contactpersoon

Postbus.helpdeskpa@iminbzk, nl

Datum

28november2018 Kenmerk 2018-0000918502

Vanverzending circulaires naarpublicatieopinternet

Metingang van 1januari 2019zullen circulairesmetbetrekking totde rechts­

positie vanpolitiekeambtsdragers uitsluitendnog bekendworden gemaaktopde site van deofficiëlebekendmakingen(Staatscourant)enop de website

WWW.politiekeambtsdraaers,nl. Ukuntzich meteen RSS-feedabonnerenop deze site. Alsereencirculaire opdezesite wordtgepubliceerd, ontvangtueen

attendering. Gedurende hetjaar2018 worden bijwijze vanovergangsmaatregel decirculairesooknogperpostverzonden.

1. Inleiding

Hierbij informeerik u overdetotstandkoming van hetRechtspositiebesluit decen­

trale politieke ambtsdragers(Stb. 2018, 386),en de daarbij behorendeRegeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers(Stert2018, 66006).

In deze regelgeving zijn de rechtspositieregelsvan allevoorzitters, dagelijks bestuurders envolksvertegenwoordigers van degemeenten, provincies en waterschappen, inéén besluiten één regeling samengevoegd. Ditis het sluitstuk van een meerjarig traject*, waarbij de vroegerezeven rechtspositiebesluiten en onderliggende regelingen met betrekkingtot dezeambtsdragers, zijn

gemoderniseerd, en waar mogelijkgeharmoniseerd.

Harmonisatie is bereiktdoorvoorvergelijkbare decentrale politieke ambtsdragers vergelijkbare artikelen optenemen. Verschillendie enkel historisch warente ver­

klaren ofdie intussenachterhaald bleken tezijn, zijn weggenomen. Vervolgens is in het kadervan hetstreven naarmodernisering bezienofdevoorzieningen nog adequaatwaren met hetoog op het functioneren van depolitieke ambtsdrager.

1 Eerdereonderdelenvandittrajectzijn injuni 2013 (Stb. 2013, 222) en injuni 2014 (Stb. 2014, 230)totStand gekomen.

(2)

Datum

28november2018 Kenmerk 2018-0000918502 Ditbesluit is totstand gebracht in nauwesamenwerking metvertegenwoordigers

van de koepels (IPO,VNG en Unie van Waterschappen) envan de negen beroeps­

groepen van dedecentrale politiekeambtsdragers. In gezamenlijkheid is gekomentoteen afgewogen pakketaan arbeidsvoorwaardendatvoor de verschillendegroepen ambtsdragerseenvormig, transparant, uitlegbaaren zo eenvoudig mogelijk in de uitvoering is. Verschillen in hoogtevan vergoedingen en systematiekzijnvervangen dooreigentijdse en adequate voorzieningen diehet functioneren vande ambtsdragers versterken.

In §2 wordteen opsomming gegeven van de aanspraken die zijn geïntroduceerd ofaangepast. Deze wordentoegelicht inde biHaoe.

Omdatervoorde gemeenten per 1 januari 2019een nieuw besluiten een nieuwe (uitvoerings)regeling gaan gelden, meteen nieuwe structuur, iservoorgekozen om nu nietalleen aan te geven wat ditsluitstuk betekentvoor de aanspraken van burgemeesters,wethouders en raadsleden, maarjuist alle aanspraken te

beschrijven, ook dieniet inhoudelijk zijn gewijzigd. Opdeze manierwordt in de bijlage inzicht gegeven in het gehelearbeidsvoorwaardenpakketvan actieve ambtsdragersin de gemeentelijke sector.

2. Overzichtnieuwe aanspraken

Inhoudelijkzijnde volgende onderwerpen aangepastofvoor het eerstgeregeld voorde gemeentelijke politiekeambtsdragers:

Voor burgemeesters, wethouders en raadsleden

1. Introductievan een uniforme regeling van reiskostenvergoeding woon­

werkverkeeren dienstreizen.

2. In plaatsvan een financiële vergoedingvooreenWIA-voorziening vooreen structurelefunctionele beperking, kan ook eenvoorziening worden verstrekt.

3. De ICT-bepalingen zijn aangepast aan het huidigefiscale regime: informatie- en communicatievoorzieningenwordenvoorde duurvan hetambtverstrekt, daarbij inbegrepen de abonnementen, die noodzakelijkzijn voorde

uitoefeningvan datambt.

4. Introductievan een grondslagvoordeinkoop van bedrijfsgeneeskundige zorg.

5. Nadereomschrijving van het begrip beroepsvereniging.

Specifiekvoorburgemeesteren wethouders

1. Uniformegrondslagen van de vergoeding vande verhuiskosten, in lijn met de fiscale regelgeving

2. De aanspraakop een vergoeding voordubbele woonlasten is nu in het besluit opgenomen (deze wasvoorheen geregeld op het niveau van ministeriële regeling).

3. Introductievan de mogelijkheid een auto ter beschikking te stellen (dienstauto's/leaseauto's).

4. Een ambtswoning en een terbeschikking gestelde woning zijn gelijkgesteld.

5. Introductie van devergoeding van kosten van loopbaanoriëntatie en mobiliteit bevorderende activiteitentijdens het ambt.

(3)

Datum

28november2018 Kenmerk 2018-0000918502

6. Introductievan een grondslag voorschadeloosstelling van wethoudersbij terugroepen uit hetbuitenlandvanwege een calamiteit, en de aanpassing van de grondslag die hiervooral bestond voor burgemeesters.

Specifiekvoor burgemeesters

1. Omvorming van de langjarige toelage burgemeesters bij overstap naareen gemeente in een gelijke inwonersklasse, naareen eenmalige mobiliteits- toeslag.

2. De toelagevoor burgemeesters bij overstap naareen gemeentein een lagere inwonersklasse isvervallen, omdat de Algemene pensioenwetpolitieke ambtsdragers (Appa) al eenvoorziening kent met een vergelijkbaareffect.

3. Vervallen vande plichtvoorde Ministervan BZKom, voordat hij de burge­

meesterontslag verleentop grond van ziekte, te onderzoekenofhet moge­

lijkis betrokkene na zijn ontslag binnen zijn gezagsbereikanderearbeid aan te bieden, omdateradequateanderevoorzieningen zijn.

4. Vervallen van deaanspraak van een burgemeesterop een bedrag ter hoogte van een halve ambtstoelage voor een periode vandrie maanden na ontslag.

Specifiekvoorwethouders

1. Aanpassing vande tegemoetkoming voordeverzekering van de tijdelijk vervanger van een zwangereofziekewethouder. Detegemoetkoming is gekoppeld aan de aanstellingsomvang en wordt geïndexeerd.

2. Devergoeding bij een tijdelijkewaarneming van de burgemeestervan langer dan 30 dagen dooreen wethouderis omgevormd toteen aanvullingop de bezoldiging tot hetniveau van de bezoldiging van de burgemeester.

Specifiekvoorraadsleden

1. Introductievan een uniforme regeling van reiskostenvergoeding woon­

werkverkeeren dienstreizen voor raadsledenen commissieleden.

Omvormingvan dedelegatiegrondslag vooreen pensioenregeling raadsleden toteen bepaling opgrond waarvan bijverordening kan wordengeregeld dat raadsleden aanspraakhebbenop een bedrag perjaartergrootte vandever­

goedingvoorde werkzaamhedenvooréén maand, waarmee zij voorzienin­

gen kunnen treffenterzake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en over­

lijden.

Aanpassing vantoelagen voordeelname aan"zwarecommissies"en introductie van detoelage voordeelname aan een bijzondere commissie.

Aanpassing toelagefractievoorzitters.

Devergoeding bijeen tijdelijkewaarneming van de burgemeestervan langer dan 30 dagen dooreen raadslid is omgevormdtot een aanvullingop de vergoeding voorde werkzaamhedentot het niveau van de bezoldiging van de burgemeester.

Introductievan een delegatiegrondslag voorgemeenten metmeerdan 100.000 inwonersop grond waarvan bij verordeningvoorraadsleden een vergoedingsregeling kan worden vastgesteldvoorde kostenvan loopbaan- oriëntatie en mobiliteitbevorderende activiteitentijdenshet raadslidmaat­

schap.

2.

3.

4.

5.

6.

(4)

Datum

28november2018 Kenmerk 2018-0000918502

3. Vragen eninformatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.DQlitiekeambtsdraQers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

Voor eventuele nadere vragen kunt u ook contact opnemen met het ministerie van BZK via postbus.helDdeskpa(3)minbzk.nl.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze.

R. Bagchus

Directeur Democratie en Bestuur

(5)

BIJLAGEBIJ DECIRCULAIREVAN 28 NOVEMBER 2018 (KENMERK 2018-0000918502) BETREFFENDEDE INTRODUCTIE BIJ GEMEENTEN VAN HET NIEUWE RECHTSPOSITIE­

BESLUITDECENTRALEPOLITIEKEAMBTSDRAGERS

1. Inleiding

Van alledecentrale politieke ambtsdragersiszijn dearbeidsvoorwaarden nu ondergebracht in één rechtspositiebesluitenop een aantal onderwerpen naderuitgewerkt inéén ministeriële regeling.

In §2 van deze bjjlage wordtde opzetvan het nieuwe besluittoegelichten in §3 een beschrijving gegeven van defiscalecontext. In §4 wordtvervolgenseen aantalwijzigingen in algemenezin besproken, waarna in §5 perartikel eentoelichtinggegeven, zo nodig metvoorbeelden.

2. Nieuweopzet

Methetbesluiten deregeling isbeoogd de rechtspositievande decentrale politiekeambtsdragers in de verschillendebestuurslagen zoveel mogeijjkte harmoniseren. Ookbij toekomstigewijzigingenzal een zoveel mogelijkgeharmoniseerde rechtspositieeen belangrijkuitgangspuntblijven. Onderlinge vergelijkbaarheid isdaarbij essentieel, ook al isdeze niet persevan belang voorindividuele

gebruikersvan het besluit. Daarom isgezocht naareenopzet enwijzevan nummeringdiedit vergemakkelijkt.

Gekozen is vooreen indelingvan hetbesluitin afzonderlijke hoofdstukken perbestuurslaag; hoofd­

stuk 2 betreftdeprovincies, hoofdstuk 3 degemeenten en hoofdstuk 4 dewaterschappen. Daarnaast isereenhoofdstuk metenkelealgemene begripsbepalingen (hoofdstuk 1) eneen hoofdstukmet algemene overgangs- enslotbepalingen (hoofdstuk 5).

Dehoofdstukken kennen iederenkele algemene bepalingenen zijn verderop identiekewjjzeonder­

verdeeld in afdelingen. Er is een afdelingdiebetrekking heeftopde rechtspositievan devolksverte­

genwoordigers, eenafdelingvoordevoorzitteren dagelijksbestuurders eneen afdeling met bepa­

lingendie zowelvoordevolksvertegenwoordigersals voordevoorzitteren dagelijks bestuurdersgel­

den. Daarnaast is ereenafdelingdie vantoepassing isop commissieleden (waarmee bedoeldwordt leden vancommissies dieniettevenslid zijnvan provinciale staten, degemeenteraad ofhetalgemeen bestuurvan eenwaterschap).

Gekozen isvoortsvooreen gelede nummeringvande artikelen, waarmee direct duidelijk is inwelk hoofdstuken inwelkeafdeling het artikelstaat. Daarmee isook meteen helderopwelke beroepsgroep hetvan toepassing is. De artikelnummers in hetbesluit bestaan meestal uit driecijfers, inde

volgorde: hoofdstuk, afdeling, artikel. Het laatste getal ineen artikelnummerbetrefthetspecifieke onderwerp. Deafdelingen enartikelen in deonderscheiden hoofdstukkencorresponderen metelkaar.

Zoisdevergoeding bij een dienstongeval inelkhoofdstukte vinden in deafdeling dievantoepassing isopzowelde volksvertegenwoordigersalsde voorzitterende dageijjksbestuurders, en wel inde artikelen 2.3.6, 3.3.6en 4.3.6.

Demeeste bepalingenzijn voordeonderscheiden bestuurslagen inhoudelijkgeharmoniseerd. Ver­

schillen kunnen zich bijvoorbeeldvoordoen als degrondslag inde organiekewetten niethelemaal gelijkzijn, zoals degrondslagenvoor devergoeding vandienstreizen vanvolksvertegenwoordigers (artikelen 94en 95van de Provinciewet, 96 en 97 vande Gemeenteweten 32a vande Waterschaps­

wet).

Sommige onderwerpen zjjn nietvoorallebestuurslagen relevant. Zo kennende gemeentenwel het fenomeenvan opclassificatiemaar deprovinciesenwaterschappen niet. Deopzetvan hetbesluiten de artikelnummeringleiden erdaaromtoedateen aantal artikelen isvoorzien vande aanduiding

"leeg”. Ditzgn deartikelen 2.2 toten met2.4, 2.1.8, 2.2.16, 3.5, 4.2 toten met4.4, 4.1.8, 4.2.5, 4.2.8 en4.2.16. Onderlinge vergelijkbaarheid is namelijkessentieel. Bovendien ishetaantal "lege"

artikelen beperktenzal ditvoor de individuelegebruikers naarverwachtingniettot noemenswaardige verwarring leiden.

(6)

3. Fiscaleaspecten

Gemeenten z[jn ingevolgedeWetopde loonbelasting 1964 inhoudingsplichtigen (hierna: werkgever ofwerkgevers) tenaanzienvan hun burgemeester enwethouders. Dit betekentdatzij de loonhef- fingenop hetloonvan hun bestuurdersinhouden enafdragen. Ook raadsleden kunnen via een

gezamenlijkverzoek van het desbetreffende raadslidende inhoudende instantie, degemeente, kiezen voor hetloonbelastingregime''. Zjj wordendan doorde fiscusaangemerktals "fictiefwerknemer".

Onderhet begrip loonvallen ookvergoedingen, verstrekkingen enterbeschikkingstellingen.

Overbepaalde vormen van loonwordt de loonbelastingin devormvan een zogeheten eindheffing geheven. Dezeeindheffing komt voorrekeningvan dewerkgeverenwordt dus nietingehouden ophet loon vandewerknemer. Hettoepassenvandeze eindheffingvan dewerkgever isuitsluitend mogelijk indiendewerkgeverdie looncomponenten heeftaangewezenalseindheffingsbestanddelen. Pasdan behorendie looncomponenten niettothet loonvan de werknemerendaarmeeook niettot zijn verzamelinkomen voorde inkomstenbelasting.

Werkgevers kunnen maximaal 1,2% van huntotale loonsom (de"vrije ruimte") bestedenaan onbelastevergoedingen enverstrekkingen voor hunwerknemers. Voor zoverdezevrjje ruimtedoor hogere aanwijzingenwordt overschreden, betaaltdewerkgever80% eindheffing. Naastdeze vrije ruimte kunnen bepaaldevoorzieningen, zoalsbijvoorbeeld studie, onbelastwordenvergoed, verstrekt ofterbeschikking gesteld. Hetbetreftde zogenoemdegerichtevrijstellingen.

Hetaanwijzen vanvergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen alseindheffingsloon (eindheffingsbestanddelen) isvormvrij. Voor devergoedingen, verstrekkingen enterbeschikking­

stellingen aan degemeentelijke politieke ambtsdragersiservoor gekozendeze aanwjjzingreedszo veel mogel|jkwetteljjkte regelen, althans in het rechtspositiebesluitopte nemen (artikel 3.3.8). De Wetop loonbelasting 1964 bevatnamel|jkookeen gebruikel|jkheidstoets: b|j elke aanwjjzing als eindheffingsbestanddeelvan eenvergoeding, verstrekkingofterbeschikkingstelling moet beoordeeld wordenofdezealszodanig gebruikelijk is, althans nietongebruikelijk. Het moetbovendiengebruike­

lijk z|jn datdezebelastingvrij aan dewerknemerwordtverstrekt. B|j een b|j wetofalgemene maat­

regel van bestuuraangewezen eindheffingsbestanddeel hoeftdeze beoordeling nietmeerafzonderlijk plaats tevinden op lokaal niveau.

Verder is hetaanwjjzen van vergoedingen, verstrekkingen ofterbeschikkingstellingen als eindheffings­

bestanddeel ingeperkt. Verstrekkingenofterbeschikkingstellingen dienietalszodanig kunnen worden aangewezen, z|jn bijvoorbeeld eenauto dieookvoorprivédoeleindenterbeschikking isgesteld, ofeen

(dienst)woning (een pied-a-terreuitgezonderd, omdat de kosten hiervoortjjdeljjkeverblijfkostenz|jn in hetkadervan dedienstbetrekking). Wel kunnen vergoedingentercompensatie vande belasting overdezeverstrekkingen ofterbeschikkingstellingenals eindheffingsbestanddeelworden aangewezen.

Gerichtevrijstellingen gaan nietten kostevan devrjje ruimte, mits de desbetreffendevergoedingen, verstrekkingen enterbeschikkingstellingen binnende normen bljjvendievoordeze gerichte vrijstel­

lingengelden. Eventuele overschrijdingenkunnen duswel inde vrjjeruimte wordenondergebracht.

Toelichting vrijeruimteenpolitiekeambtsdragers

Tjjdensde consultatiekwam naarvoren dathetbeeld leeftdatallearbeidsvoorwaardeljjkevoorzienin­

gen van degemeente inde vrjjeruimte van 1,2% van detotale loonsom van degemeente moeten passen, omdatdegemeente anderseenfiscale"boete" krjjgtvan80% belastingheffingover deover­

schrijding. Dit beeld, endedaaraan gekoppeldezorg overdie zogenaamdefiscale boete, isonjuist.

Natuurlijk is hetbevredigend voorde gemeentealser geenbelasting behoeftte wordenbetaald, maar defiscusstaatbuiten wateen werkgeveraan voorzieningen verstrektaan zjjn werknemers. Daarbjj maakt het voordewerkkostenregeling niet uitofdievoorzieningen zien oppolitieke ambtsdragersof opambtenaren. Fiscaal gezien zjjnbeide groepen werknemer^. Er is dan ookgeensprake van een boete als degrensvan devrjje ruimtewordtoverschreden, maarvan regulierebelastingheffing. En

' Meteendoorhetraadslidengemeenteondertekendeverklaring loonheffingen-opting invande Belastingdienst (https://download.belastingdienst.nl/belastinQdienst/docs/verklarlna loonheffino opting in IhOSOIz9fol.Ddf).

2 Hetraadslid isvoordeWetopdeloonbelasting 1964werknemeralsergebruikwordtgemaaktvan de zogenoemdeopting-in; h|j ofzjj isdan, zoalsgezegd,eenzogenaamde"fictiefwerknemer".

(7)

wanneerhet komttotdiebelastingheffing, leidt dietot lagere kostenvoordewerkgeverdanbij het alternatief, bruteren.

Het lijkterop datdit beeldvan een boetealsde grensvan de vrijeruimtewordtoverschreden, wordt versterktdoordatergesprokenwordtvan een eindheffingenomdat deze "afrekening"aan heteind van hetjaarplaatsvindt. Doordatde gemeentealdusaan het eindvan hetjaarwordtgeconfronteerd met de belastingheffing,ontstaathetgevoel bjj de gemeentedatzij fout heeftgehandeld. Er isechter geensprake van een fout, maarjuistvan een manieromde kostenvande gemeenteteverlagen.

Bovendien kan ditgevoel wordentegengegaan wanneerwordtgekozenvoor het gebruikvaneen maandelijksevoorschotnota. Dat iseen soortbevoorschottingssysteemwaarmee de loonheffing voorspelbaarder kan worden gemaakt. Het maandelijksvoorschot kande gemeente inovereenstem­

ming brengen metde geschatte eindheffing naafloopvan hetkalenderjaar.

Ookwerd tjjdensde consultatie naarvoren gebracht datdevrjje ruimtedoor defiscuszou zijn bedoeldals 'budget' voorallemedewerkersbij de gemeente. Ditis eenorijuistestelling. De wetgever bepaalt inhetkadervan dewerkkostenregeling namelijkniet welkpakketde werkgevermoetaan­

biedenaan aangewezen voorzieningen. En de berekeningvan de vrijeruimte isgebaseerd opde totale loonsom van degemeente; dusdievan ambtenaren en politiekeambtsdragerstezamen. De vrjje ruimte kan dusworden gebruikt voorzowel ambtenaren als politiekeambtsdragers.

Doordatin het rechtspositiebesluitveel voorzieningenvoorde politiekeambtsdragers, omde hierbo­

ven genoemderedenen, als eindheffingsbestanddeel zijnaangewezen, werd weleensde conclusie getrokkendat hetgrootstegedeelte van devrije ruimte wordtopgesoupeerd doorde politiekeambts­

dragers waardoorweinigruimte meerresteert voorde ambtenarenvan degemeente. Dieconclusie berustechteropeen orijuistevooronderstelling. Defiscusbepaalt nameijjknietwater beschikbaaris voorde werkgever; defiscus kijktvoor de loonheffing uitsluitend welktotaalbedragaan voorzieningen voorambtenaren en politiekeambtsdragersgezamenijjk resteert bovende forfaitairevrijstelling van 1,2% vande totale loonsom. Aangezienhettotaalvan de voorzieningenvoorzowel ambtenaren als politieke ambtsdragers nietverandert, en dusookniethettotaal van devereiste belastingafdracht, is erenkel sprake van een "waterbedeffect": welk deel vande vrije ruimtedeeltde gemeente alswerk­

gevertoeaan ambtenarenenwelkdeel aan politiekeambtsdragers?

En zelfs alserdoorde gemeenteeindheffing moetworden afgedragen, is dat nogaltijd goedkoperdan hetalternatief, endat isbruteren. Vóór de invoering vande werkkostenregelingwerden de kosten­

vergoedingen als individueel toegekend belast loon aangemerkten vervolgensgebruteerd om politieke ambtsdragerstecompenseren voorde loonheffingdie overde kostenvergoedingenverschuldigd was.

Waarde gemeente bij hetbruteren meerdan het dubbelebetaalde (-i-108,3% bjj eenbelastingtarief van 52%) om netto een bepaald bedragte kunnen verstrekken, betaaltzjj sindsdeinvoering van de werkkostenregeling per 1Januari 2015 inde eindheffing 80%, enfeitelijk vaak minder: de gemeente betaalt immerspas 80% belasting indien deforfaitairevrijstellingvan 1,2% van detotalefiscale loonsomwordt overschreden.

De werkkostenregeling betekentdus een besparing voordegemeententenopzichte van hetoude fiscale systeemvan bruteren. Hetniet aanwijzenvan de vergoedingenen verstrekkingen aan politieke ambtsdragerszou danookgeen lastenverlichting betekenen, maarjuisteen lastenverzwaring omdat vergoedingen enverstrekkingen danweer met 108,3% moetenwordengebruteerd.

Nietbruteren isookgeenoptie, omdatde verschuldigde belasting indatgeval moetwordenopge­

brachtdoorde politieke ambtsdrager. Kiezen voorhetalternatiefvan bruteren zouoverigensjuist de beeldvorming negatiefkunnen beïnvloeden. Omdatdanhet bruteren leidttothettoekennenvan hogere bedragen aan de politiekeambtsdragersdanonder dewerkkostenregeling.

Een andereoverweging isdatdoordeverplichte aanwijzing voorkomen wordt, daterindedrie decentralebestuurslagen structureeltweesystemenvan vergoedingen blijven gelden, teweten netto engebruteerdevergoedingen. Hetrisico vanfouten inde uitvoering is reëel ende administratieve lasten worden dan nietverminderd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

De burgemeester, de commandant van de gemeentelijke brandweer, de commandant van de regionale brandweer en het door hen aangewezen ter plaatse dienstdoende personeel van de

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die

Hoe het aantal gevallen burgemeesters te duiden? Is er wezenlijk iets mis met het burgemeestersambt en met de verhoudingen in de gemeenten die de burgemeesters raken? Het

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft

De wethouder die recht heeft op een tegemoetkoming dubbele woonlasten of op een pensionkostenvergoeding, kan, zoals in paragraaf 8 is beschreven voor de burgemeester, vanaf 1