• No results found

Weergave van Themanummer Krimp in de stad

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Themanummer Krimp in de stad"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sloop(aanvraag)

Sloopaanvraag afgewezen Verbouw/gedeeltelijke sloop Herbestemming

Sloop-nieuwbouw Openbare verkoop

BULLETIN KNOB 2016•4

175 Tijdens de Gouden Eeuw maakte de Republiek een

grote bloei door, maar tussen ongeveer 1700 en 1850 trad in veel steden stagnatie en terugval op, terwijl het met de plattelandseconomie vrij goed ging. Groei en krimp kunnen dus tegelijkertijd plaatsvinden. Wan- neer steden in economische kerngebieden groeien, kan in de periferie krimp optreden. Een sprekend voorbeeld daarvan zijn veel havensteden in Zeeland.

Deze ontstonden in de loop van de twaalfde, dertiende en veertiende eeuw, maakten een bloeiperiode door, maar vielen veelal terug vanaf de zestiende eeuw. Toen een aanzienlijk aantal steden in Holland tijdens de Gouden Eeuw expandeerde, trad in de Zeeuwse haven- steden krimp op. Wat waren de ruimtelijke gevolgen daarvan? Daarover gaat het eerste artikel in dit thema- nummer, ‘Gehavende steden’, door Jan-Willem de Winter.

In de tweede bijdrage vergelijkt Minke Walda Enk- huizen en Hoorn tussen 1650 en 1850. Zij analyseert de krimp en het daaruit voortvloeiende ruimtelijk be- leid in deze twee steden, ofwel: wat is de beste manier om te slopen en hoe beperken we de schade voor het stadsbeeld en de stadskas? Jelmer van der Zweep con- fronteert de dramatische terugval in Leiden tijdens de achttiende eeuw en in de eerste helft van de negentien- de eeuw met de opmerkelijke bloei van Den Haag in dezelfde periode. Juist door het vergelijken van de krimpende textielstad met het groeiende regerings- centrum komen de verschillen in de ruimtelijke effec- ten scherp in beeld. Wij hopen van harte dat dit thema- nummer tot nadenken stemt, een inspiratiebron vormt voor nieuw onderzoek en uitdaagt tot het her- overwegen van de omgang met onze steden en het erf- goed daarbinnen; waarom altijd proberen te behou- den, terwijl we weten dat veranderingen in veel gevallen onafwendbaar zijn?

nAMens de redActie, reinOUt rUtte Aan krimp werd decennialang geen aandacht besteed,

maar de laatste jaren neemt de belangstelling voor het fenomeen toe, bijvoorbeeld in perifere regio’s als Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Groningen en delen van Lim burg. Krimp wordt evenwel dikwijls beschouwd als iets raars, een abnormale afwijking in de marge. In de loop van de twintigste eeuw raakte Nederland zo gewend aan voortgaande groei, dat het een vanzelf- sprekendheid werd. Niets is minder waar. Krimp is van alle tijden. Kijken we op een wat langere termijn, dan blijkt dat de ontwikkeling van bevolking, economie en steden wordt gekenmerkt door een afwisseling van groei en krimp. Binnen de Nederlandse architectuur- geschiedenis en erfgoedzorg is tot nog toe verrassend weinig onderzoek gedaan naar het fenomeen krimp en de gevolgen daarvan voor ons gebouwde erfgoed. Tra- ditioneel gaat de belangstelling uit naar stadsuitbrei- dingen en nieuwe gebouwen, veel minder naar veran- deringen in de bestaande stad en aanpassing van gebouwen, laat staan naar sloop en stedenbouwkun- dige transformaties ten gevolge van economische te- rugval.

Vorig jaar kreeg de redactie van het Bulletin KNOB in een tijdspanne van enkele maanden maar volkomen toevallig drie voorstellen binnen voor artikelen over krimp, alle drie vergelijkende studies naar de ruimte- lijke effecten van het fenomeen in steden, van de zes- tiende tot en met de negentiende eeuw. Alle drie van jonge onderzoekers – je zou haast denken dat geves- tigde architectuurhistorici, kinderen van de naoorlog- se welvaartsstaat met zijn schijnbaar vanzelfspreken- de groei en vooruitgang, niet houden van krimp. Alle drie maken ze gebruik van vernieuwende methodie- ken om krimp in steden te analyseren en te visuali- seren door middel van mapping. En de spreiding van de behandelde casussen is wonderwel mooi verdeeld over Holland en Zeeland: Enkhuizen en Hoorn, Leiden en Den Haag, en Brouwershaven, Zierikzee, Veere en Mid- delburg. De redactie was bijzonder ingenomen met de voorstellen en besloot dit themanummer samen te stellen.

THEMANUMMER

KRIMP IN DE STAD

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Echter speelt bij veel mensen onzekerheid in zijn algemeen een rol in de verhuismotieven en niet slechts onzekerheid over het goed oud kunnen worden.. Onzekerheid

Het onderzoek houdt een verdieping van de relatie tussen krimp en gezondheid, in de vorm van arbeidsongeschiktheid, binnen Nederlandse krimp- en groei-COROP-regio’s in , deze relatie

” en “Wat voor invloed heeft de krimp op de mate van maatschappelijk verantwoord ondernemen door ondernemers in de krimpgebieden van de provincie Groningen?”8. Er zijn in totaal

17 Ondanks dat de ondernemer aangeeft dat het sociale netwerk geen rol heeft gespeeld ten tijde van de vestiging, kan de vestigingskeuze beter verklaard worden door sociale

Een veranderende samenstelling van de bevolking, een lagere sociale cohesie en het wegtrekken van belangrijke voorzieningen zijn uit het onderzoek voortgekomen als de

Maathuis en Peters (2004) laten dit bijvoorbeeld zien voor sociale cohesie. Om dit een plaats te geven in het leefbaarheidsmodel, brengen zij het allereerst onder bij

Een klein aantal corporaties zou het wel interessant vinden om te kunnen meten wat voor invloed een investering heeft op de waarde, een groot deel vindt dit niet per

Met deze interviews is achterhaald welke keuzes corporaties moeten maken in een situatie van krimp, hoe gekomen wordt tot een bepaald besluit, welke gegevens (en in