• No results found

r. ~C?~ru~p~ ~{ct ~/2. ~ ':J

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "r. ~C?~ru~p~ ~{ct ~/2. ~ ':J "

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

r. ~C?~ru~p~ ~{ct ~/2. ~ ':J

epi deht"u . a~~·~ct....

Epidemiologisch onderzoek ~ ~()~

Opzet en interpretatie Hoofdsnik I Epidemiologie

2'::::C ó. \ . :S 8.

~ 2 <'--\

Onderzoekers kunnen resultaten bevestigen (confirmatie), tegen spreken (contradictie), weedeggen (falsificatie) of nader specificeren (elaboratie).

Hypothese: Toetsbare stelling of uitspraak, dat wil zeggen een uitspraak die op groen van waarnemingen in de parkatijd al dan niet kan worden aanvaard.

Fasen van empirische cyclus: I formuleren van onderzoeksvraagstelling (pR!bleemstelling) 2 Maken van een onderzoeksopzet (design)

3 Uitvoeren van het onderzoek (verrichten van observaties; de gegevensverzameling)

4 Analyseren van de onderzoeksresultaten

5 Interpretatie van de onderzoeksresultaten (conclusie) Elialogisch factoren: DetermiiWiten die een rol spelen op een moment dat de ziekte

nog niet aanwezig is, of op een moment dat de ziekte al wel aanwezig is maar nog niet gedetecteerd is.

Prognostische factoren: Factoren die van invloed zijn op het verdere verloop van een ziekte, nadat deze aan het licht gekomen is door middel van diagnostiek of screening.

Diagnostische factoren: zeggen iets over de aanwezigheid van de ziekte, maar behoeven geenszi.ns causaal met het ontstaan of de prognose van de zeitke te zijn verbonden.

Beschrijvende epidemiologie: houdt zich bezig met de bestudering van het voorkomen van ziekten, al f niet in relatie tot bepaalde kenmerken.

Verlclarende epidemiologie: zoekt naar factoren die het voorkomen van ziekten kwmen

verldaren. clo~~-::: ZÁek.k ~ ~~

Hoofdstuk 2 Frequentie ~~-..~ : ~ev-. ~

+.-

ç.<:t ve...-~l?::.

z~ ~.:u ~\?

6"S

Epidemiologische fimctie:

z ..

f (Di) beschrijft de associatie tussen ziektefrequentie en determinanten.

Epidemiologische breuk: aantal zieke individuen I totaal aantal pers in de groep waaruit deze zieke individuen afkomstig zijn

Gezondheidsindicawr: de operationalisatie van een bepaalde dimensie van gezondheid of van een bepaald aspect uit een dergelijke dimensie.

Prevalentie: heeft betrekking op het aantal personen dat op een bepaald moment ziek is.

Incidentie: heeft betrekking op het aantal personen dat ziek wordt in een bepaalde periode.

Cohort: Is een gesloten populatie. Het lidmaatschap is van onbeperkte duur. Een cohort wordt steeds ouder. Loss to follow-up.

Dynamische populatie: Is een open populatie. Het lidmaatschap hangt samen met een bepaalde toestand en eindigt zodra een individu niet meer in deze toestand verkeerd, van variabele duur. Kenmerken veranderen niet met de tijd. Leeftijdssamenstelling blijft dus constant.

Risicomaten: geven voor de mensen in de betreffende groep aan wat de kans is op het krijgen van een ziekte.

(2)

Life-time prevalentie:

Periotkprevalentie:

Steady-state:

wanneer bij een dwarsdoorsnede van een populatie wordt nagegaan of een bepaalde toestand bij een individu tot op dat moment ooit aanwezig was.

het deel van de populatie dat de desbetreffende ziekte heeft gehad in een bepaalde periode.

een constante prevalentie doordat incidentie enerzijds en genezing en sterfte anderzijds met elkaar in evenwicht zijn.

Cumulatieve incidentie (Cl): bestaat uit het deel van de leden vab et cohort (op W) dat gedurende de follow-up periode deze aandoe~ Jcrijgt.

Incidentie dichtheid (ID): ook: wel hazard rate of inciddence density. Aiotal nieuwe

Persoonsjaren:

Populatie at rislc:

Bruto sterftecijfer:

Het gemiddelde:

De mediaan:

De modus:

Standaarddeviatie SD:

lnterpercentielspreiding:

Range:

gevallen van ziekte X, totale persoontijd van observatie in bepaalde tijdsduur.

Het aantal persoonsjaren komt overeen met de oppervlakte onder de curve die het verloop van de populatieomvang in de tijd weergeeft.

ledereen moet de ziekte kunnen ontwildcelen.

beschrijft het aantal overledenen gedurende een bepaalde periode in een bepaalde populatie.

Som van alle meetuitkomsten, gedeeld door het aantal metingen.

De waarde waar 50"/o van de meet uik:omsten boven en eveneens 50"/o onder ligt.

de meetwaarde die het vaakst voorkomt.

De absolute waarde van het gemiddelde verschil tussen de individuele meeruitkomsten en de gemiddelde waarde van alle meet uitkomsten.

Een zone, gemarkeerd door 2 meeruitk:omsteo, waarbinnen een bepaald percentage van de waarnemingen valt.

De afstand tussen de hoogste en de laagste meetwaarde in de rangschikking van alle meetwaarde.

Hoofdstuk 3 Associatie 2. ~o l:.. 2..

1- lo \<

=f ~

Afhankelijke variabele:

Onafhankelijke variabele:

Confounders:

Effectmodificatoren:

RegressievergeJij Icing:

Logaritmische regressiefunctie:

Logistische regressiefuntie:

attributief risico AR:

De ziekte, Z

Determinanten, Di. B.v. leeftijd, geslacht.

verstorende variabele is verantwoordelijk: voor een vertekende weergave van de relatie tussen de centrale determinant en de ziekte.

'overige' determinanten die de sterkte van de relatie die men bestudeert doen toe- of afnemen.

één determinant: Z=bO + b 1 D 1 Twee determinanten: Z=bO +bi Dl + b2D2 ln(Z)=bO+blDI +b2D2+ ...

ln(ZJI-Z)• bO +biD I + b2D2 + ...

AR=ll-10. Verschil van twee incidenties (lD of Cl)

Geeft extra ziektegevallen samenhangend met detenninant. ( 1- gcëxponeerden, 2-niet geëxponeerde)

Wordt ook wel risk difference (R.D) of risicoverschil genoemd.

(3)

Relatief risico RR:

Odds ratio OR:

Attributieve proportie voor geëxponeerden APe

Beter nog: cumulative incidentce dijference (CID)-en incidence density difference (JDD)

RR=Il!IO. Rate Ratio.

Quotiënt (verhouding) van twee incidenties (10 of CI) Maat voor sterkte van verband.

Beter nog: cumulatieve incidentieratio (CJR) en incidentie dichtheidsratio (IDR)

bet quotillot van twee 'odds'. Odds is de kans Q~n bepaalde gebeurtenis of toestand gedeeld door het complement van die kans. OR=adlbc

Etiologische fractie.

Dat deel van de incidentie onder blootgestelden dat is toe te schrijven aan de determinant

Maat voor impact onder de blootgestelden.

APeo= (11-10)1 Il = 1-(1-RR)

Relatief risico reductie RRR RRR=APe= 1-RR Als relatief risico kleiner is dan I.

Attributieve proportie Etiologische fractie.

voor de totale populatie APt Dat deel van de totale incidentie dat is toe te schrijven aan de determinant

Cobo.rt onderzoek:

Patiëntcontrole groep:

Potentiele invloedfractie:

PIF

Preventieparadox:

Standardized mean dijfenmee

Maat voor impact in de totale populatie.

APP (It-10)/lt

RRenAR OR

PIF"' Jt-lt'/ lt

Attributieve proportie die de impact van een preventieve interventie beschrijft.

Geeft aan welk deel van de incidentie vermeden wordt wanneer door middel van een preventieve maatregel de blootstelling aan een determinant in de populatie afneemt.

It' = incidentie van de ziekte in de totale populatie na de interventie.

voor ieder individu is de potentii!lc ge-zondheidswinst gemiddeld gering, maar voor de gehele bevolking levert deze kleine vermindering van het individuele risico toch een aanzienlijke vermindering van de incidentie op.

SMD= (Ml-MO)/SDl-0

•oa

uit van het gemiddelde en de standaarddeviatie bij continue gezondheidsvariabelcn.

*Gebruik het verschil van gemiddelden voor de vergelijking van groepen op een continue gezondheidsvariabele. SMD

*gebruik correlatie en regressie als je een continue determinant en een continue gczondheidsvariabele met elkaar in verband wil brengen.

(4)

Design, onderzoelrsontwerp Wijze waarop onderzoekpersonen geselecteerd worden, keuze en toepassing van meetinstrument, tijdsschaal waarop de opeenvolgende gebeurtenissen geprogrammeerd zijn.

Vraagstelling: -De variabele in het onderzoek, met name de aJbanlcelijke en onafhankelijke (wat)

-De onderzoekspopulatie (wie)

-De aard en richting van het veronderstelde vertliod tussen de onderzoeksvariabele (hoe)

-De termijn waarop een eventueel effect gerealiseerd dient te worden (wanneer)

Validiteit: Verwijst naar de mate waarin die opzet de onderzoeker in staat stelt geldige conclusies te trekken.

Interne validiteit: Hoge interne validiteit wanneer de resulterende conclusies geldig zijn voor de onderzochte populatie.

Externe validiteit: Hoge externe validiteit wanneer de conclusies ook van toepassing zijn op andere populaties dan de onderzochte.

-Externe validiteit verwijst dus naar de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten en heeft te maken met de representativiteit van de populatie en de waarnemingen in een bepaald onderzoek.

Epidemiologisch onderzoek : -particularistische problemen, plaats-en tijdgebonden.

Beleidsonderbouwend karakter. Gericht op een kwantitatieve scbatling van de frequentie.

-abstracte problemen, onafhankelijk van plaat~ en tijd.

Gericht op het ontdekleen van associaties tussen een determinant en ziekte. Blz 74-75

E./flciënlie van onderzoek: Men wil een zo duidelijk mogelijk effect tegen zo min mogelijk kosten en inspanningen.

Geschikte onder:zoelrspop. -Duidelijk contrast in de blootstelling aan de determinant die centraal staat in het onderzoek (vermoedelijke oorzaak) -Een zo groot mogelijke vergelijkbaarheid ten aanzien van andere detennjnanten van de ziekte (potentiële confounders) -Een zo groot mogelijke vergelijkbaarbeid ten aanzien van de wijze waarop de verschillende variabelen bij de

onderzoekspersonen gemeten worden.

-Een duidelijk contrast in de detenninantenstatus wil zeggen dat de onderzoekspopulatie zo gekozen wordt dat alle relevante waarden die de expositiefactor kan aannemen in voldoende mate vertegenwoordigd zijn.

-Het aselect trekleen van een steekproef van een redelijke omvang ge.eft in de regel de beste waarborgen voor representativiteit van de onderzoekspopulatie.

-Methoden om binnen een onderzoekspopulatie te zorgen voor zo gering mogelijke verseruilen in andere risicofactoren dan de bestudeerde expositiefactor:

~restrictie Blz. 77-78-84 Afbakenen van basispopulatie in homogene groepen.

? randomiseren Aselecte loewijzingsprocedure hanteren.

? (pre)stratiticereo Onderzoekspopulatie indelen in strata.

? matchen.

-Populatiekenmerken, expositiecondities en meetprocedures moeten i.i.g. vergelijkbaar zijn.

(5)

Longitudinaal onderzoek:

7 Experimenteel 7 Niet-experimenteel transversaal onderzoek:

Cohortonderzoelc:

Patient-controle onderzoek

Historisch cohort Prospectief cohort Gerandomisserd exp.

Per individu zijn er minimaal twee verschillende meetmomenten; een om de expositiestatus en een om de ziektestatus vast te stellen.

8. v. RandoJJlÎzes controlled trial (RCT) Blz. 80-81 observationeel onderzoek.

worden de determinant, ziekte en eventuele andere factoren bij ieder individu op hetzelfde tijdstip gemeten. Dus maar één meetmoment (cross-sectioneel onderzoek, __

dwarsdoorsnedenonderzoek)

DetcrJJlÎnant vormt het uitgangspunt. Onderzoekspopulatie geformeerd op basis van de te bestuderen determinant.

Subgroepen (cohorten) met verschillen in detenninantstatus aan het begin van de observatieperiode worden vergeleken om te zien of deze vcrschillen na verloop van tijd (follow-up) gepaard gaan met verschillen in optreden van ziektemanifestaties. In het begin is de ziektestatus bij alle personen gelijk.

Ziekte vormt uitgangspunt. Onderzoekspopulatie geformeerd op basis van de te bestuderen ziek:te. Subgroepen met verschillen in ziektestatus (meestal zieken versus niet zieken)worden vergeleken ten aanzien prevalentie van de verschillende categorieên van de determinant op een relevant geacht tijdstip in het verleden.

Als alle relevante gebeurtenissen al plaatsgevonden hebben op het moment dat het onderzoek van sta11 gaat.

als alle gebeurtenissen nog moeten plaatsvinden nadat het onderzoek is gestart.

Cross-over design, N= I trial, factorieel design. Blz. 87

Sterke punten van cohortonderzoek

-Relevante kenmerken worden op individueel niveau gemeten.

-Volgorde waarin de waarnemingen plaatsvinden, valt samen met de natuurlijke loop van de gebeurtenissen.

-onderzoekspopulatie wordt gerekruteerd uit personen bij wie de bestudeerde gezondheidsuitlcomst nog niet gerealiseerd is. (geen selectiebias)

-Expositievariabele worden gemeten op een moment dat de relevante gezondheidsuilkomst nog niet aanwezig is. (geen differentiële rnisclassificatie, t.a.v. expositiemeting.)

-de ziektestatus kan in veel gevallen blind worden gemeten. zodat eventuele meetfouten niet gerelateerd zijn aan expositiestatus. (geen differentiële misclassificatie, t.a.v.

uitkomstrncting).

-Het effect van de onderzochte expositiefactor op het voorkomen van verschillende ziekten geevalueerd worden.

Vcrschil gerandolllÎseerd experiment en een cohortonderzoek

• ontbreken randomisatie procedure bij cohort.

•Geen sprake van placebo-expositie en blindering van de onderzoekspersonen bij cohort.

DtL5 minder mogetijkheden om vergelijkbare ~ubcohorten te realiseren en vergelijkbare

om~llllldigheden te creëren waaronder de expositie in elk van de subcohorten plaatsvindt.

Confaunding vormt dus een serieuze bedreiging voor cohort onderzoek.

Zwakke punten van cohortonderzoek

(6)

Abstract

Aselecte steekproef Basispopulatie

Beslisboom

OMB-1

tijdloos en plaatsonafhankelijk onderzoek ieder onderwerp heeft een gelijke kans om te worden geselecteerd voor de studie

alle individuen die in het in het desbetreffende ziekenhuis terecht zouden komen (bijv), gesteld dat ze de bewuste ziekte ontwikkeld zouden hebben

verzameling gesystematiseerde protocollen. bevat:

Alternatieve mogelijk diagnostische en

therapeutische acties, gebeurtenissen die op deze acties kunnen volgen, evt. beslissingen die nieuwe acties kunnen bêlnvloeden, de uiteindelijke gezondheidsuilkomst

Beschrijvende statistiek verzamelde gegevens overzichtelijk en compact presenteren in een grafiek

Betrouwbaarheidsint 95% g5% van de gevonden waarden zullen in deze Blindering

Cohort onderzoek

Cohort Confaunder

Interval tiggen

maskeren welke pati~nt welke interventie krijgt.

(hiermee is bv. Informatiebias te voorkomen) gegevens over blootstelling verzamelen, vervolgens in het geëxponeerde en niet- geëxponeerde subcohort de incidente gevallen identificeren en relateren hetzij aan de omvang van deze subcohorten op 10, hetzij aan de in de subcohorten geaccumuleerde persoonstijd 'at risk' gesloten populatie waarbij het onderzoek van beperkte duur is

verstorende variabele die verantwoordelijk is voor een vertekende weergave van de relatie tussen de centrale determinant en de ziekte. Het is: -een onafhankelijke determinant van de bestudeerde ziekte, -is geassocieerd met de determinant waarvan primair het effect wordt bestudeerd.- factor bevat geen verbindingsschakel in de causale keten tussen determinant en ziekte Confounding-by-indication vertekening van de onderzoeksresultaten door de

arts·die wellicht (onbewust) geneigd is om de interventie van zijn voorkeur toe te wijzen aan Confaunding

Continue (schaal) Correlatie Cross-over trial Cumulatief risico

patiënten met een gunstige prognose

berust op verstrengeling van het effect van de te bestuderen ziektedeterminant met het effect van een of meerdere factoren

continue waarden, alle waarden, bv. leeftijd rechtlijnige verbanden

elke patient krijgt achtereenvolgens alle interventies die met elkaar vergeleken worden het deel van de leden van de cohort dat gedurende de follow-up deze aandoening krijgt

(7)

Diagnostische waarde

Dichotoom

Difrerentiele misclassif.

Discreet Doelpopulatie

Drempelan~lyse

Dynamische populatie EFE

Effectmodificatie

EFP

Eindknoop

Epidemiologische breuk

Experi"""'t Fout negatief

Fout positief Gepaarde opzet Gouden standaard Healthy workar eff.

Histogram

Historisch cohort o.z.

geeft aan hoe groot de kans is dat personen met de desbetreffende testuitslag de ziekte hebben of In de nabije leekomst zullen krijgen

als er maar twee antwoorden mogelijk zijn

wonneer routenfrequentie bij het vaststellen van de ziekte afhankelijk is van het gemeten

exposilieniveau of wanneer foutenfreq. Bij het meten van hel expositieniveau alhankelijk is van de vaalgestelde ziektetoestand

alleen hele getallen

alle personen waarover je een uitspraak wilt doen bepaling van dremJ>elwaarde (omslagpunt waarbij men overstapt naar andere voorkeursstrotegie) In beslisboom

open populatie waarbij het ondeaook van variabele duur is

otiologische fractie YOO< geêxponeerden, het absOlute verschil ats proportie van de incidentie in de geêxponeerde groep geeft aan welk deel van de totale incidentie in de geexponeerde groep toe te schijven is aan de expositie 1·(1/RR)

als het expositi~effect niet uniform is voor de verschillende waarden van de confaunder verdachte variabelen. Het is van een hogere orde den contounding, er kan voor efm. Niet

gecorrigeerd worden.

incidentie van de groep is toe te schrijven aan de expositie (p(RR-1))/(p(RR-1)+1)

het resultaat van de totale strategie weergegeven (oantal zieke individuen)l(toaal aantal personen In de groep waaruit deze ziekte afkomstig is) onderzoeker bepaalt wie wat ~gt heel\ liekte wel maar denkt van niet heeft ziekte niet maar denkt van wet

als VOOC' en na de gemaakte memgen dezelfde mensen gekoppeld worden in de analyse de diagnostische test met een erkende mate van validiteit

dat de incidentiecijfers voor alle persoen relatiof gunstig zijn omdat zij voor hun werk al door bepaalde selecties zijn gekomen. en dus gezonder zijn dan do gemiddelde populatie

staven staan tegen elkaar aan omdat er sprake Is van tussenwaarden. gebruikt bij continuo schaal als een cohort onderzoek in het verleden wordt geprojecteerd (onderLoekspopulatie wordt afgobokend en cohorten worden geformeerd op basis van informatie die in het verleden is verzameld en gedocumenteerd) voorol bij otiologisch oz naar ziekten met lange latootiotijd

(8)

lncidentiediththekl Incidentiemaat

Inferentie

tnferentiele statistlek

lntoonatie bias Intentton to treat

lnte<Venûe

Interwaarnemer Intrawaarnemer Kansknoop

Mean Mediaan

Medisth wetensch oz Membership bias

Mode Nominaal

Non-diff.misctassificaue

Non-rospondent bias

Nulhypothese Numeriek

Onderzoekspopulatie OR

Ordinaat

Particularistisch Percentage Placebo-effect

aantal ziektegevallen I de geobserveeroe persoonstijd

indien in een groep gedurende een bepaalde periode het aantal nieuwe gevallen van, of nieuwe personen met de desbetreffende ziekte wordt geleld

schanen van het poputatiegemlddelda

conclusies treKken over een populatie op grond van een steekproef door rekening te houden met toevalsfluctuaties

onderzoeksvariabeleo worden verkeetd gemeten patient

moet

altijd in de analyse meegenomen worden ols behorende bij de interventie die door de randomisering was toegewezen, wat er ook gebeurt

gerithte poging om het ontslaan van een aandoening te voorkomen of het beloop van de aandoening in gunstige zin te bernvloeden meerdere onderzoekers voeren dezelfde proef uit één onderzoeker voert proef meerdere malen uit in welk percentage de proef positief dan wel negatief uitvalt

gemiddelde X=LX/n

de middelste observatie, helft van de observaties is kleiner. andere helft is groter

ondo120ek dat volgens een bepaald stappenplan vetloopt op medisth lafrein

als de incidentiecijfers voor de hete bevolking gunstig zijn .

de waarde die hel meest voorkomt

als jo de schaal in een aantal categorieën kunt vetdelen

als de fouten bij het meten van de ene variabele onafhankelijk zijn van de gemeten waarde van de andere variabele

als personen uit de oorspronkelijke steekproef die meewe<ken aan het onderzoek systematisch verschillen van de personen die van de deelname afzien

als er geen verschil Is voor belde situaties als je een rangorde in cijfers kunt weergeven personen die daadiVerkelijk ondeiZOCht worden Odds-ratio. de kans gedeeld door het complement van dio kans: adlbc

Als Je In de nominale verdeling eon rangorde kan oanbr&ngen

tijd- en plaatsgebonden proportie uitgedrukt in procenten

het psychologische effect wal optreedt als de patiënt een placebo krijgt terwijl hij denkt dat hij

(9)

Placebogeneesmiddel

Popuiatien at risk Power

Pragmatische studl<>

PrevalenUemaal

Proportie P-waarde RandOm variation

Rata Ratio

RO

Relatle

Reproduceerbaameld

Schatten

Selectie bias SEM Sensitiviteit

Sensitiviteitsanalyse

Sham-treatment Situationeel onderzoek

een medicijn krijgt (en zich hierdOOr beier gaat voelen)

een voor de patiênt geloofwaardige interventie waaruit, zondar dat de patiënl het weet hel

werkZame bestanddeel is weggelalen

personen die daadiVell<alijk de kans hebben om de ziekte in kwestie to krijgen

de waarschijnlijkheid van hel verwerpen van de nulhypothese als deze echt fout is, of hel

bevestigen van de alternatieve hypothese als dez.e achtgoed is

is de nieuwe interventie superieur aan reeds ingeburgerde behandelingen voor de desbetreffende indicalie

indien in een groep op een bepaald moment of gedurende een bepaalde periode het aantal bestaande gevallen van, of aanwez.ige personen met een ziekte wordt geteld

een deel van het geheel a I (a-tb)

de waarschijnlijkheld van het vorkrijgen van een resultaat

toeval bepaaH de verschilen. hoe groter de geep onderzochte personen, hoe kleiner het verschil proportie x baso, a I (a ... b) x base

ene proportie gedoeld door andere

risicoverschü = risicoratio = RR =verhouding tussen de incidentiecijfers van hel geêxponcerde en niet-geëxponeerde subcohort

2 varlabelen hebben iets met elkaar te maken overeenkomst tussen de uitkomsten van herhaalde metingen die onder verschillende omstandigheden worden uitgevoerd

(kwantitatief) een parameter wordt gebruikt en in maat en getal uitgedrukt. met een 95%

betrouwbaarheidsinterval

onvergelijkbaarheld tussen onderzoekspopulatie en controlegroep

standaard afwijking van het gemiddelde SDI n percentage van de personen met een bepaalde ziekte die door de test terecht als ziek

geclassifice>erd woreten al(a-tc) analyse waarin •Wlfdt nagegaan orde

aanvankelijke voorkeursstrategie gehandhaafd blijft wanneer andere redelijke aannames m.b.t. de kan•en op cruciale yebeurtenis•en worden gedaan

placebo geneesmiddel

ondoiUlek dat betrekking heeft op een bepaalde situatle

(10)

Specificiteit

Staaldiegram

Standaard deviatie SD Steekproef van patiOnten

Toetsen

Transvorsaal onderzoek Tweesteekproeven opzet

U~middelen

Utiliteltsanalyse Validiteit

Variatie ooëfficiënt Verkl. Interventie studie

Wegsnoeien Withdrawl bias

percentage van de personen zonder ~kte die door de test terecht als niet-ziek geclassifoceerd worden, d/(b+d}

staven h<>ngen niet met elkaar samen en staan daardoor niet naast elkaar, wordt gebruikt bij discreet, nominaal en ordinaat

standaard afwijking, geeft de spreiding rond het gemiddelde weer. SO= ((E(X-X)'/(n-1))

gedeelte van de populatie wordt onderzocht die de hele populatie vertegenwoordigd

(kWalitatief) een hypothese wordt verworpen of geaccepteerd bij een bepaalde P-,.aarde op één moment in de tijd wordt gekeken naar de test of blootstelling en naar de ziekte

als de I-test voor twee onafhankelijke groepen wordt gebruikt

bij ledene kansknoop die men onderweg tegenkomt wordt de gemiddelde kans op een gunstige uitkomst berekend

waardering die je afspreekt voor een bepaatdo uilkomst

je fflEMlt datgene wat je ook daadwerkelijk wih melen

CV=(SO/X}x1 00

het specifieke effect van het veronderstelde weri<Zame bestanddeol van de desbetteffenele interventie

het wegsinepen van ongunstige routes, zodat alleen de meest succesvolte wegen overblijven selectie uitval in de onderzoekspopulatie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De huisvesting van de dieren in de opfokperiode (individueel of in een groep) zou van invloed kunnen zijn op het gedrag van de dieren. De huisvesting in de opfokperiode

Derhalve wordt volgens Hofstede de kern van de cultuur van een organisatie gevormd door de gemeenschappelijke op- vattingen over de dagelijkse Praktijken: de Symbolen,

Dit jaar zijn er op de locatie van WUR Glastuinbouw in Bleiswijk in een kasproef een aantal gewasbeschermingsmiddelen en een plantversterker die als meststof wordt gebruikt

'Naar de ondernemers toe moet met woord en daad worden duidelijk gemaakt dat de overheid na het realiseren van de brede weersverzekering niet meer over de brug zal komen

In fase 1 is wekelijks anaërobe bacte- riën aan de varkensdrijfmest in de mestput toegevoegd, door een oplos- sing met anaërobe bacteriën op de mest te gieten. De anaërobe bacteri-

Het eerstelijnsverblijf is binnen de Zvw een faciliteit tussen zorg in de eigen omgeving en (het verblijf in verband met) medisch specialistische zorg, zoals geleverd in

2 De invloed van de ruimtetemperatuur (boven) op de relatieve luchtvochtigheid (onder) wordt geheel overheerst door de invloed van de verdamping van het volgroeide gewas... Invloed

‘Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!’... een dienst bewijst. Ik wacht nu op een brief van jou voor ik me hierover een opinie vorm, en in