• No results found

Gezondheid van kinderen in cijfers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gezondheid van kinderen in cijfers "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPVOEDING

Gezondheid van kinderen in cijfers

Gelderland-Zuid 2017-2018

(2)

Tekst en figuren: Meta Moerman onderzoek@ggdgelderlandzuid.nl

GGD Gelderland-Zuid, afdeling Gezond Leven

© 2019

Inhoud

INLEIDING 3

ZORGEN VAN OUDERS 4

OPVOEDINGSONDERSTEUNING 5 SEKSUELE OPVOEDING 6

VEILIGE HECHTING 8

De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het onderzoek onder ouders met een kind in de leeftijd 0-12 jaar (Kindermonitor).

Dit onderzoek werd in het najaar van 2017 voor de 3e keer uitge- voerd. Ouders met een kind in de basisschoolleeftijd kregen een uitnodiging via de school. Ouders met een kind tot 4 jaar werden uitgenodigd via de GGD.

De resultaten van de volledige Kindermonitor zijn al gepubliceerd en vindt u op onze website. Meer informatie over het onderzoek kunt u opvragen via: onderzoek@ggdgelderlandzuid.nl. Of via de gezondheidsmakelaar van uw gemeente.

(3)

‘Opvoeding’ is een speciale interactievorm tussen ouders en kinderen. Ouders dragen hiermee gewoonten, vaardigheden en inzichten over aan hun kind. Het kind ontwikkelt zo zijn/

haar identiteit en kan op een eigen manier functioneren in de maatschappij (JGZ Richtlijn opvoedingsondersteuning).

Elke ontwikkelingsfase van een kind vraagt specifiek opvoe- dingsgedrag. Opvoedingsvragen ontstaan vaak op momenten dat kinderen iets nieuws (kunnen) aanleren. Dit zijn ook de momenten dat opvoedingsondersteuning van belang is. Om problemen in de opvoeding te beperken of voor te zijn.

In deze factsheet gaan we dieper in op de Kindermonitor- vragen over opvoeding. Zo laten we zien wat risicogroepen zijn, welke verschillen er zijn tussen de 2 subregio’s van ons werkgebied en wat de trends zijn ten opzichte van de 1e Kindermonitor in 2009.

ERVARING OUDERSCHAP

We hebben ouders de open vraag voorgelegd hoe zij het ouder- schap ervaren. De meeste ouders vinden het leuk of mooi om vader/moeder te zijn. Er is echter ook een groep die het zwaar en pittig vindt, zoals uit de woordwolk hieronder blijkt.

LASTIG AAN OPVOEDING

We vroegen ouders wat ze lastig vinden bij het opvoeden, om er zo achter te komen waar ouders ondersteuning bij nodig hebben.

Van de 6 aspecten konden ze er 1 of meer aankruisen.

1 op de 5 ouders vindt opvoeden nooit lastig, vooral laagopgelei- de ouders en ouders van niet-Nederlandse herkomst zeggen dit.

Ouders die zeggen dat ze het lastig vinden, zijn: ouders van een kind met een verhoogd risico op psychosociale problemen, ouders die behoefte hebben aan deskundige hulp bij het opvoeden, ouders met reformatorisch geloof, ouders met financiële proble- men en ouders die een life event meemaken, zoals een ziekte, echtscheiding, uitbreiding of verlies binnen een gezin.

(4)

Opvallend is dat er nauwelijks verschillen zijn tussen hoog- en laagopgeleide ouders, behalve bij ‘geduld bewaren’. Dat vindt 42%

van de hoogopgeleide ouders lastig en 28% van de laagopgeleide ouders, ongeacht de leeftijd van het kind. 8% noteerde zelf een moeilijk opvoedingsaspect, zoals ‘aandacht verdelen’, ‘tijd maken’,

‘balans vinden’ en ‘contact met ex-partner’.

ZORGEN VAN OUDERS

We legden ouders een lijst met onderwerpen voor, met daarbij de vraag waarover zij zich zorgen maken als het gaat om hun kind (meer dan 1 antwoord mogelijk). Voor de ouders van 0-4 jarigen was dit een kortere lijst dan voor de ouders van 4-12 jarigen.

Gemiddeld maakt 35% van de ouders zich nergens zorgen over (zij vinkten deze optie aan).

Ouders van een baby of peuter maken zich het vaakst zorgen over

‘eten’, ‘slapen’ en ‘luisteren/gehoorzamen’. Ouders met een kind van 4-8 jaar maken zich het vaakst zorgen over ‘angst/onzekerheid’ en

‘faalangst’. Andere veelgenoemde onderwerpen die met welbevinden te maken hebben, zijn: ‘pesten’, ‘buitengesloten worden’ en ‘verdrie- tig/somber zijn’. Ook ouders met een kind van 8-12 jaar maken zich het vaakst zorgen over ‘angst/ onzekerheid’ en ‘faalangst’, evenals

‘pesten’, ‘buitengesloten worden’ en ‘verdrietig/somber zijn’. Ouders maken zich bij jongens vaker zorgen over ‘druk zijn’ en ‘gebruik social media/computerspelletjes/games’. Laagopgeleide ouders maken zich minder vaak zorgen over ‘faalangst’ en iets vaker over ‘ondergewicht’.

% ouders dat opvoeden nooit lastig vindt

Thema’s waarover ouders zich zorgen maken (in %)

ouders 0-4 jaar

ouders 4-8 jaar

ouders 8-12 jaar

(5)

Bijna 1 op de 10 ouders kruiste ‘iets anders’ aan, zoals ‘zindelijk- heid’. Ouders maken zich hierover vaak zorgen over, maar dit onderwerp ontbrak in de lijst. NB. van de ouders met een kind in de leeftijd van 0-4, gaf in 2009 14% aan problemen te hebben met zindelijkheid.

Ruim 1 op de 3 ouders maakt zich nergens zorgen over. Uit statisti- sche analyse1 blijkt dat ouders van een meisje zich vaker nergens zorgen over maken, evenals ouders van jonge kinderen, laagopge- leide ouders en ouders die geen moeite hebben met rondkomen, herkomst Nederland en ouders van reformatorische gezindte.

_____________

1. Gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, opleiding ouders, eenoudergezin, moeite met rondkomen, herkomst (NL / niet-NL), reformatorisch geloof, duizend euro reserve voor onverwachte uitgave.

40%

33%

27%

5%

9%

3%

3 OP 5 OUDERS KRIJGT INFORMELE HULP

Ouders hoeven de opvoeding niet alleen te doen: ruim 60% van de ouders krijgt hulp of steun van familie en bekenden bij het opvoeden van hun kind (33% af en toe, 27% regelmatig/vaak). Bijna 40% van de ouders krijgt dus geen ‘informele hulp’ (was 30% in 2009 en 28% in 2013). Hoe jonger het kind en hoe hoger opgeleid de ouders, hoe vaker ouders hulp krijgen. Ook ouders die opvoeden lastig vinden, krijgen vaker informele hulp.

6% van de ouders (was 5%) vindt de geboden hulp onvoldoende en wil meer hulp/steun bij het opvoeden van hun kind. Hoogopgeleide ouders en eenoudergezinnen willen vaker meer hulp, terwijl die gezinnen al meer dan gemiddeld informele hulp krijgen. Ook ouders die grote moeite hebben met rondkomen, willen meer hulp en steun bij het opvoeden. Hetzelfde geldt voor ouders van een kind met een verhoogd risico op psychosociale problemen.

% ouders dat zich nergens zorgen over maakt

Opvoedingsondersteuning voor ouders

krijgt regelmatig/vaak hulp krijgt af en toe hulp krijgt zelden/nooit hulp wil méér hulp

(6)

tevreden niet tevreden geen hulp gezocht hulp gezocht maar niet gekregen

1 OP 7 OUDERS WIL PROFESSIONELE HULP

Van de ouders gaf 14% aan dat ze in het voorgaande jaar behoefte hadden aan opvoedingsondersteuning. Dit percentage is het hoogst voor ouders van kinderen tussen 8 en 12 jaar (17%) en het laagst voor de ouders van baby’s en peuters (10%). Ouders van een jongen hadden vaker behoefte (16%) dan ouders van een meisje (12%).

Opvallend is dat we geen verschil zien tussen hoog- en laagopgeleide ouders. Zoals verwacht willen ouders van een kind met een minder goede gezondheid/welbevinden vaker deskundige hulp. Ouders die moeite hebben met rondkomen, geen betaald werk verrichten en/of niet meer samen zijn, hebben ook meer behoefte aan professionele hulp. Hetzelfde geldt wanneer er een ingrijpende gebeurtenis speelt binnen het gezin, zoals ziekte, echtscheiding, verslaving of overlijden.

Ouders die behoefte hebben aan professionele hulp, krijgen vaker via het informele circuit al hulp.

TEVREDEN OVER GEBODEN HULP

Onbekend is welke hulp ouders willen. Wel weten we dat deze ouders zich bij hun kind vooral zorgen maken over (faal)angst en onzeker- heid, luisteren/gehoorzamen, contact met andere kinderen en over eten. In de Kindermonitor van GGD Noord- en Oost-Gelderland wor- den het Centrum voor Jeugd en Gezin en de psycholoog/pedagoog het vaakst genoemd als deskundigen van wie ouders hulp willen. Bijna driekwart van de ouders die behoefte aan hulp hadden, zijn tevreden over de geboden hulp en 9% is ontevreden. Niet elke ouder die behoefte had aan hulp, zocht hulp (15%). En een klein deel van de ouders zocht hulp, maar kreeg dit niet (3%).

Behoefte aan hulp en tevredenheid over hulp bij ouders (in %)

SEKSUELE OPVOEDING

Aan de ouders met een kind tussen 4 en 12 jaar is gevraagd of ze al met hun kind gesproken hebben over seksualiteitsonderwerpen. En zo niet, of ze dat nog van plan zijn. 4 van de 5 ouders heeft al gesproken over ‘lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes’ en over

‘vriendschap en relaties’. Weinig ouders spraken al over ‘vrijen’ en over

‘voorbehoedsmiddelen’. Naarmate het opleidingsniveau van de ouders hoger is, hebben ouders al vaker over seksualiteit gesproken met hun kind. Ouders zonder geloof hebben het vaakst al over seksualiteitson- derwerpen gesproken, Islamitische ouders het minst vaak, gevolgd door ouders van reformatorische gezindte.

(7)

Gespreksonderwerpen van ouders bij kinderen (in %) Gesproken over seksualiteitsonderwerp (in %) over gesproken met kind niet over gesproken, wel van plan niet over gesproken met kind

(8)

VEILIGE HECHTING

Een van de landelijke speerpunten van de jeugdgezondheidszorg- preventieagenda is het voorkómen van kindermishandeling. Het actieplan Kindermishandeling bestaat uit een aantal actiepunten, waaronder ‘veilige hechting’ en ‘sterke ouders zijn cruciaal’. Of een kind veilig gehecht is, probeerden wij te onderzoeken met de vraag: Komt uw kind tot rust als u of uw partner troost biedt?

Meer dan driekwart van de ouders (78%) antwoordde hierop met

‘altijd’, 21% met ‘meestal wel’ en minder dan 1% met ‘meestal niet/nooit’.

TOT SLOT

‘It takes a village to raise a child’, vrij vertaald: kinderen opvoeden doe je als ouder niet alleen, maar ook met de omgeving. Dus met school, het kinderdagverblijf, familie/vrienden, zorgprofessionals en gemeente. De GGD gebruikt de informatie uit dit onderzoek voor het verbeteren van haar activiteiten. Bijvoorbeeld voor de Gezonde School-aanpak, Gezonde Kinderopvang en voor collec- tieve preventie.

MEER LEZEN?

• Betrouwbare informatie voor ouders over opvoeden

• Lesgeven over relaties en seksualiteit

• Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften

• Richtlijnen NCJ

• Centering parenting

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de cognitieve beperkingen en sociaal-emotionele problemen kunnen verstandelijk beperkte ouders zich vaak moeilijker inleven in anderen, inclusief in hun kinderen.. “ Er is

> Zorg dat je kind niet te warm heeft: de omgevingstemperatuur voor een prematuur kindje is hoger dan voor een voldragen kindje, maar deze situatie moet gewijzigd worden zodra

In de tweede stap werd aan de ouders die op de screeningslijst aangegeven hadden benaderd te mogen worden voor nader onderzoek een vragenlijst gestuurd met vragen die

De ontmoetingsplaats voor kinderen en ouders blijkt een plaats te zijn waar deze erkenning daadwerkelijk plaats vindt en waar medewerkers niet vanuit een

ƒ Quasi even sterk erkennen de jonge moeder en de jonge vader dat ze niet genoeg met de kinderen bezig zijn, dat ze graag lessen hadden gekregen (maar minder dan de andere

Het probleem van Sidonie, zo bedacht ik tijdens onze tocht door de Morvan, is dat ze niet zelf kan opkomen voor haar rechten en haar welzijn. Ze is daarvoor afhankelijk van de

Als het kind niet wil dat zijn ouders worden geïnformeerd, kunnen de ouders ook niet hun toestemming geven voor de behandeling.. Dan moet de hulpverlener besluiten of hij