De Omgevingswet
Het kerninstrument programma
Sarah Ros, april 2020
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Memorie van Toelichting
Omgevingswet
Beleidscyclus
Image: © by aandeslagmetdeomgevingswet.nl
• De overheid heeft een eenduidig beleid, vastgelegd in een omgevingsvisie, en voert dat ook uit
• Uitvoering van doelen vindt plaats via (multi-sectorale) programma’s
• Huidige structuurvisies met concrete maatregelen om uitvoering te geven aan beleid worden vervangen door programma’s
• Procedure 3.4 Awb met participatie
• Kunnen gezamenlijk worden opgesteld
Het is niet zo dat een omgevingsvisie moet worden aangepast als een programma
wordt gewijzigd of dat een onderwerp in een omgevingsvisie aan de orde moet komen, voordat een programma kan worden opgesteld of andere instrumenten kunnen worden ingezet.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Een programma en de omgevingsvisie
Image: © by aandeslagmetdeomgevingswet.nl
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Onverplicht:
• aanscherpen van bestaande omgevingsvergunningen
• inzet van communicatie- of informatie- instrumenten
• inzet van financiële instrumenten (let op begroting)
• afspraken met organisaties
• uitvoeren van projecten
• Bevat plannen voor uitvoering van projecten of maatregelen om sectorale doelen te verwezenlijken, plannen om aan omgevingswaarden te (blijven) voldoen, of kaders voor de uitoefening van bevoegdheden.
• Wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, het
dagelijks bestuur van het waterschap, het college van Gedeputeerde Staten of de minister.
• Kent 4 varianten:
Onverplicht/Facultatief Verplicht
Voorwaardelijk (n.a.v. omgevingswaarden) Programmatische aanpak
Een programma
Image: © by ministerie BZK
Elk jaar wordt er een monitoringsrapportage gemaakt waaruit de knelpunten NO2 en PM10 per gemeente zijn vermeld.
• onderscheid tussen verkeer en veehouderijen gerelateerde overschrijdingen.
• Deze overschrijdingen liggen in aandachtsgebieden. Gemeenten die liggen in deze gebieden (Bkl art 5.51 lid 2 en Omgevingsregeling art 2.38) moeten jaarlijks de
luchtkwaliteit monitoren.
Naast deze groep, heb je straks ook de monitoring van het Schone Lucht Akkoord.
Hierin hebben de deelnemers zich gecommitteerd 1 keer per 3 jaar (frequentie is nog niet vastgelegd) de data (gegevens over verkeer tbv luchtkwaliteit) in te dienen conform de aandachtsgebieden-monitoring.
Programma luchtkwaliteit
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Het register omgevingsdocumenten (ROD) is de plek waar de omgevingsdocumenten worden opgeslagen. Het register omgevingsdocumenten heeft drie functies:
1. Naslagfunctie: welk gebruik is toegestaan op dit moment op welke locatie?
2. Archieffunctie: het register is de plek waar de omgevingsdocumenten, met alle wijzigingen die daarin in de loop der tijd zijn ondergebracht worden gearchiveerd. Niet alleen de eerste versie is te raadplegen, maar ook de wijzigingen.
3. Procedures: Het register ondersteunt de besluitvorming over het programma en het bekendmaken en beschikbaar stellen hiervan. Het bevoegd gezag levert aan.
Een programma en het DSO
De overgangsfase is verschillend voor de vier vormen van programma’s.
• De verplichte programma’s zijn in het huidige omgevingsrecht ook al verplicht. Voor de verplichte gemeentelijke rioleringsplannen geldt dat deze in werking blijven zolang het Bestuursakkoord Water loopt, dus tot 2020. Met de Omgevingswet wordt het gemeentelijk rioleringsprogramma facultatief en krijgt de gemeente de ruimte om zelf invulling te geven aan de taken rondom afval- en hemelwater.
• De voorwaardelijke programma’s dienen pas te worden opgesteld als uit monitoring blijkt dat een omgevingswaarde wordt overschreden, of dreigt te worden
overschreden. Ook voor (dreigende) overschrijding geconstateerd in
monitoringsresultaten die onder het oude recht tot stand zijn gekomen, geldt de verplichting tot het opstellen van een programma.
Een programma en de overgangsfase
• Voor de vrijwillige programma’s is het niet noodzakelijk overgangsregelingen op te nemen. Een bestuursorgaan bepaalt in de eerste omgevingsvisie wat de toekomst is van bestaande vrijwillige beleidsdocumenten.
• Tot slot de programma’s met programmatische aanpak. De programmatische aanpak is niet vastgelegd in de wet zelf, maar kan worden aangewezen in een omgevingsplan, omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur. De voortzetting van de Programmatische Aanpak Stikstof wordt geborgd in de
Omgevingswet. Voor deze programmatische aanpak worden regels opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Het overgangsrecht hiervoor is opgenomen in de
Aanvullingswet natuur en het bijbehorende Aanvullingsbesluit.
Een programma en de overgangsfase
Als doelstellingen zijn uit te drukken in meetbare of berekenbare eenheden of andere objectieve termen kunnen ze worden vastgelegd in omgevingswaarden.
1. Een bestuursorgaan is verplicht om te monitoren of omgevingswaarden daadwerkelijk worden gehaald. Als uit de monitoring blijkt dat niet
voldaan wordt of zal worden aan een omgevingswaarde, geldt een plicht om een programma vast te stellen.
2. Het programma bevat de maatregelen die verzekeren dat blijvend aan omgevingswaarden wordt voldaan. Ook bevat de Omgevingswet
bepalingen die bewerkstelligen dat maatregelen in programma’s ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat een programma moet worden aangepast als niet voldaan wordt aan een omgevingswaarde.
Een programma en meten en monitoren
4. Verantwoordelijke bestuursorganen moeten ook door derden kunnen worden aangesproken op het al of niet realiseren van
omgevingswaarden, kwaliteiten en projecten en op de uitvoering van
beleid dat is vastgelegd in omgevingsvisies en programma’s. Monitoring en de beschikbaarstelling van gegevens daaruit is hierbij van wezenlijk belang.
3. In veel gevallen is het toepassen van onderdelen van de beleidscyclus verplicht, bijvoorbeeld bij het vaststellen van
omgevingswaarden, het opstellen van een programma, het vaststellen van regels of het meewegen van een belang bij vergunningverlening.
Een programma en meten en monitoren
Het Rijk, provincies en gemeenten kunnen (en voor een deel: moeten)
omgevingswaarden stellen om kernwaarden als veiligheid, gezondheid en kwaliteit van ecosystemen te waarborgen.
Omgevingswaarden werken niet rechtstreeks door naar besluiten. Wel kunnen instructieregels worden gesteld die het bevoegd gezag verplichten een
omgevingswaarde op een bepaalde wijze te betrekken bij een besluit. Hierbij kan
bijvoorbeeld worden gedacht aan omgevingswaarden waar sprake is van een directie relatie tussen bron en gevolgen.
Een programma en omgevingswaarden
Wanneer bijvoorbeeld door het Rijk een landelijk geldende omgevingswaarde is
vastgesteld, bijvoorbeeld voor luchtkwaliteit of waterkwaliteit, kan het zo zijn dat uit de monitoring blijkt, dat aan die omgevingswaarde in een bepaald geografisch afgebakend gebied niet kan worden voldaan of dreigt dat daaraan niet kan worden voldaan.
Als gevolg daarvan zal het college van burgemeester en wethouders een programma moeten vaststellen, dat voorziet in maatregelen om op lokaal niveau de dreigende
overschrijding van de omgevingswaarde ongedaan te maken.
De Omgevingswet maakt het overigens mogelijk dat bij omgevingsverordening of
algemene maatregel van bestuur een ander bestuursorgaan wordt aangewezen dat belast wordt met het opstellen van zo’n programma.
Een programma en omgevingswaarden
Einde
Sarah Ros, april 2020