• No results found

"Ask and you shall be given": Pentecostalism and the economic crisis in Cameroon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""Ask and you shall be given": Pentecostalism and the economic crisis in Cameroon"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

"Ask and you shall be given": Pentecostalism and the economic crisis in Cameroon

Akoko, R.M.

Citation

Akoko, R. M. (2007, June 26). "Ask and you shall be given": Pentecostalism and the

economic crisis in Cameroon. African studies collection. African Studies Centre. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12290

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12290

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Samenvatting

“Vraag en gij zult ontvangen” (Ask and you shall be given):

De Pinksterkerken en de economische crisis in Kameroen

Sinds halverwege de jaren tachtig wordt Kameroen geteisterd door een aanhoudende economische crisis die heeft geresulteerd in massale werkeloosheid en diepe armoede. Merkwaardig genoeg blijkt in de voorhandene literatuur over deze periode de rol van een groeiend aantal Pinksterkerken die een positieve economische boodschap blijken te hebben voor de lijdende massa, te zijn onderbelicht. Deze kerkgemeenschappen hebben geleidelijk hun doctrine van ascetisme opgeschoven naar een soort evangelie van welvaart. De snelle groei van deze Pinksterbeweging heeft ook een enorme impact gehad op de grotere, gevestigde kerken. Niet alleen is er een gestage overloop van hun leden naar Pinksterkerken waar te nemen, deze kerken beginnen geleidelijk aan soms ook zelf op Pinkstergemeenten te lijken.

Een andere belangrijke ontwikkeling in het land sinds 1990 is de groeiende druk op de regering om echte democratische hervormingen in te voeren.

Maatschappelijke organisaties in Kameroen, inclusief de kerken, neigen er meer en meer toe om aan te nemen dat de wortel van de economische crisis in hun land ligt aan het slechte landsbestuur. Vandaar de roep om de invoering van democratische instellingen als noodzakelijke voorwaarde om de economische crisis te boven te komen.

Tegen de achtergrond van de snelle groei van de Pinksterkerken gedurende de economische crisis tracht ik met mijn onderzoek antwoorden te vinden op de volgende vragen:

1). Welk antwoord heeft de Pinksterbeweging op de wens naar leniging van materiële noden van de Kameroeners? In het bijzonder: hoe verhoudt zich het nieuwe evangelie van accumulatie en welvaart tot de dagelijkse noden?

2) Wat zijn de oorzaken van de groei van de Pinksterkerken en van de gestage overloop van leden van de grotere kerken naar deze kerkgemeenten?

(3)

221

3) Welke factoren spelen een rol in de groeiende neiging van de grotere kerken om zelf op Pinkstergemeenten te lijken?

4) Hoe verhouden de Pinksterkerken zich tot de democratiseringsimpasse in Kameroen?

Aangezien het ondoenlijk was om deze problematiek over het gehele land te bestuderen, is de voorliggende studie van 2001 tot 2006 geconcentreerd op Zuidwest-Kameroen. Het veldwerk werd uitgevoerd in drie fasen: (1) van oktober 2001 – juli 2002; (2) van april 2004 tot maart 2004; en (3) van juli 2004 tot juni 2006. Er boden zich vier hoofdonderwerpen waarvoor data moesten worden verzameld: de Pinksterkerken, de economische crisis, de ‘pinksterisering’

(pentecostalization) van grotere Christelijke kerken, en de democratisering.

Vanwege het specifieke karakter van de diverse vraagstellingen heb ik verschillende antropologische methodieken gebruikt, o.a. participerende observatie, interviews, journalistieke bronnen (kranten), regeringsdocumenten en historische en wetenschappelijke bronnen. Ik heb getracht om op de belangrijkste vragen antwoorden te vinden in vijf verschillende, maar onderling verwante studies. Een deel van deze studies was elders al eerder gepubliceerd, maar wordt in dit boek opnieuw aangehaald, zij het uitvoeriger door toevoeging van aanvullende case studies, ter verrijking van de tekst, voornamelijk in etnografisch opzicht.

Deze studie is ingedeeld in zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding met de beschrijving van het centrale thema van dit boek: de verschuiving binnen de Pinksterbeweging van asceticisme naar accumulatie.

Daarna wordt kort de rol van de Pinksterbeweging gedurende de economische crisis en de politieke liberalisatie beschreven, en worden de voornaamste vraagstellingen geïntroduceerd. Vervolgens worden de studies van enkele bekende specialisten op het gebied van het Pentecostalisme in Afrika onder de loep genomen, en probeer ik de betekenis van mijn eigen bijdrage aan de discussie over het onderwerp aan te tonen. Zo kom ik bijvoorbeeld in mijn studie over the politieke rol van Pinksterkerken tot andere conclusies dan een aantal andere onderzoekers. Studies van Maxwell (over Zimbabwe) en Gifford (over Zambia) beweren dat Pinksterkerken er toe neigen om de heersende regimes te steunen, terwijl Marshall-Fratani betreffende Nigeria en Van Dijk betreffende Ghana tot de omgekeerde conclusie komen, namelijk dat Pinksterkerken juist kritisch tegen de heersende regimes aankijken. In scherpe tegenstelling daartoe laat ik zien dat de meeste Pinkstergemeenten in Kameroen gewoonweg weigeren om zich direct in het politieke debat te mengen. Dit is des te opmerkelijker omdat andere, grotere Kameroense kerken zich wel over politieke issues uitspreken, in herderlijke brieven, preken en persinterviews. Het hoofdstuk eindigt met een overzicht van de hoofdpunten van het proefschrift en met een beschrijving van de methoden die gebruikt zijn voor het verzamelen van de data.

(4)

In Hoofdstuk 2 wordt getracht om de aantrekkingskracht van de economische boodschap van de Pinksterkerken te verklaren, de daaruit voortvloeiende snelle groei van deze kerkgemeenschappen en het groeiende aantal bekeringen van leden van de grotere kerken tot hun geloof. Er wordt gesteld dat de economische crisis die het land teistert een grote rol heeft gespeeld in deze ontwikkeling.

Aangetoond wordt dat vooral nieuwe Pinkstergemeenten een evangelie van welvaart propageren, in tegenstelling tot de doctrine van ascetisme van de oudere Pinksterkerken. Deze boodschap schijnt door een groeiend aantal gelovigen te worden gezien als dé oplossing voor hun problemen in deze economische crisis.

Sommige Pinksterkerkgemeenten hebben bovendien grote projecten opgezet, met scholen, ziekenhuizen en banken waar alleen kerkleden een aanstelling kunnen krijgen, wat er toe bijdraagt dat veel werkelozen graag tot deze kerken toetreden.

In Hoofdstuk 3 ligt de focus op de argumentatie die door één specifieke Pinksterkerkgemeenschap, de ‘Full Gospel Mission’, wordt gebruikt, als voorbeeld om aan te tonen dat ook gevestigde Pinksterkerken zich langzaam van het ascetisme afkeren en zich tot de welvaartsboodschap wenden, niet alleen om meer gelovigen aan te trekken, maar ook om hierdoor weer meer geld voor hun activiteiten te kunnen verzamelen. Het lidmaatschap bij deze groep is in de laatste tien jaar duidelijk gestegen en de gemeenschap breidt zich uit naar alle delen van het land en zelfs daarbuiten. Het overgaan naar een nieuwe leerstelling is een cruciaal besluit in het bestaan van een kerk, het kan de gemeente nauwer samenbinden, maar evengoed ook splijten. Mijn onderzoek toont aan dat in dit geval de transitie soepel is verlopen. Deze kerk had eerst ascetisme als economische boodschap, maar heeft gedurende de economische crisis in Kameroen geleidelijk aan het welvaartsevangelie geadopteerd. Dit manifesteert zich in haar groeiende betrokkenheid bij zakelijke ondernemingen, om daarmee fondsen voor haar activiteiten binnen te halen, maar ook om werkgelegenheid te creëren. Zij moedigt haar leden aan om in zaken te gaan, met de stelling dat het geheim van zakelijk succes ligt in het geloof aan het welvaartsevangelie. Mijn onderzoek heeft echter uitgewezen dat ondanks deze stelling lang niet alle aspirant-zakenlieden rijk zijn geworden. Degenen die geen succes hadden in hun zakelijke ondernemingen beweerden echter doorgaans dat de ‘duivel’ hun pad naar succes blokkeerde. Zij benadrukten dat de ‘duivel‘ mensen laat lijden opdat zij zich van God afkeren en zich vervolgens bij hem aansluiten. Ondanks hun huidige armoede blijven zij echter optimistisch en overtuigd dat zij uiteindelijk succes zullen hebben, in het vertrouwen dat God zijn kinderen uit handen van de

‘duivel’ zal redden.

In Hoofdstuk 4 onderzoek ik de vraag of de reacties op de economische crisis, van de Pinksterkerken in het algemeen en de ‘Full Gospel Mission’ in het bijzonder, verschillen van die van de grotere kerken, in het bijzonder die van de

(5)

223 Rooms-katholieke kerk. Mijn onderzoek richtte speciaal de aandacht op de vraag waarom deze twee kerken zich gedurende de economische crisis nog meer gericht hebben op het doel om de armoede onder hun leden te bestrijden. Doordat beide kerken steeds meer zelffinancierend zijn geworden, moet een groot deel van hun inkomen uit ledencontributies komen. Echter, voor veel leden was het juist gedurende de economische crisis moeilijk om de kerk financieel te ondersteunen. Hierdoor is een soort spagaat ontstaan waarin de kerken trachten om de armoede van hun leden te bestrijden, terwijl van dezelfde leden verwacht wordt dat zij financieel meehelpen om de kerken draaiende te houden. Dit resulteerde bij beide kerken in het opzetten van diverse ondernemingen die weer werkgelegenheid bieden aan de leden. Bovendien heeft elke kerk trainingsprojecten geadopteerd die hun leden helpen om zelfstandige ondernemers te worden. Het hoofdstuk vermeldt bijvoorbeeld dat de vrouwenafdelingen van deze kerken trainingsprogramma’s hebben voor vrouwen om zelfstandige ondernemers te worden ondanks de huidige economische recessie.

Hoofdstuk 5 belicht de recente ontwikkeling van ‘Pinksterisering’ van de grote, gevestigde kerken. Het voorbeeld van de Presbyteriaanse Kerk in Kameroen (PCC) is bijzonder opvallend omdat de ‘Pinkstersering’ van deze kerk van onderop lijkt te komen. In het hoofdstuk wordt getracht om volgende vragen te beantwoorden: waarom waren PCC leden zo zeer bereid om de Pinksterkerk te imiteren, en waarom hebben de kerkautoriteiten recent hieraan toegegeven, nadat ze eerdere pogingen verbeten hadden bestreden? Twee factoren schijnen van belang te zijn in de verklaring van dit proces van Pinkstersering van grote kerken.

De eerste is de invloed van de Nigeriaanse Pinksterkerken. De meeste Pinksterkerkgemeenschappen in Kameroen, vooral die in de Anglofone regio, komen oorspronkelijk uit Nigeria. Inderdaad lijkt de Pinksterkerk-scene in dit deel van Kameroen praktisch een replica van die in Nigeria. Een tweede factor is dat door de economische crisis de gezondheidszorg voor de meeste Kameroeners heel duur werd, waardoor sommigen hun toevlucht zoeken tot geloofsgenezing (‘spiritual healing‘). Maar in plaats van zich bij een Pinksterkerk aan te sluiten, geven sommige leden van de grotere kerken er de voorkeur aan om alleen de Pinksterkerkelijke genezingsmethoden toe te passen. Mijn hoofdconclusie in dit hoofdstuk is (daarom) dat de kerkelijke autoriteiten hebben geleerd uit het verleden, en een bepaalde mate van ‘Pinksterisering’ van onderaf tolereren, om verdere overloop naar de Pinksterkerken te voorkomen.

Hoofdstuk 6 onderzoekt de rol die de grote christelijke kerken in verhouding tot de Pinksterkerken spelen in het recente democratiseringsproces in Kameroen.

De Rooms-katholieke kerk en de Presbyteriaanse kerk bijvoorbeeld hebben zich altijd al ingezet voor de invoering van democratische instellingen.

(6)

Regeringsinstanties hebben hun herhaalde kritiek op het corrupte en autoritaire regime altijd ten strengste veroordeeld en afgedaan als onpatriottisch, en het is daarom niet verwonderlijk dat de verhoudingen tussen de staat en deze kerken gespannen zijn. Zoals veel andere maatschappelijke instellingen in Kameroen hebben de gevestigde kerken echter de recente politieke en sociale liberalisatie aangegrepen om een duidelijk standpunt over nationale aangelegenheden in te nemen. Maar in tegenstelling tot Pinkstergemeenten in andere delen van Afrika lijken de Pinksterkerken in Kameroen slechts een ondergeschikte rol te hebben gespeeld in het politieke liberalisatieproces van hun land.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

church called Agbelengor (later called The Lord’s Pentecostal Church). In a bid to avoid the loss of more members, the EPC began to Africanise its liturgy. However, towards the end

It investigates the proliferation of Pentecostalism and the continuous defection of members of the mainline churches to the new Pentecostal groups that are propagating this gospel

I equally wish to acknowledge the cooperation of members of the Research School of Asian, African and Amerindian Studies (CNWS) of Leiden University, especially Ilona Beumer for

church called Agbelengor (later called The Lord’s Pentecostal Church). In a bid to avoid the loss of more members, the EPC began to Africanise its liturgy. However, towards the end

These Churches include: Full Gospel Mission, The Apostolic Church, The Church of Christ, The Church of God, The true Church of God, The Church of God of Prophesy, The Deeper

The church, as a body, at this time had become self-sustaining and highly needed money to run its activities and was therefore compelled to go into business ventures and also

While the RCC education department has been highly affected by the crisis because of its long reliance on government subsidies, the FGM seems not to be experiencing this with

For instance, spiritual possession and healing, exorcism, the practice of glossolalia and loud prayers said at the same time by all members, giving testimonies in church,