• No results found

Privacy en gegevensbescherming

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Privacy en gegevensbescherming"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NGB Reeks VIII

Tips & Tricks voor de praktijk van de bedrijfsjurist

Innovatie en technologie

Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn in samenwerking met NGB | Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen

(2)

2 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

Privacy en gegevensbescherming

Gerrit-Jan Zwenne & Lars Groeneveld

Inleiding

Het privacyrecht kan worden gezien als een reactie op innovatie, mogelijk gemaakt door nieuwe technologie. Een bekend voorbeeld is te vinden in het essay van Samuel Warren & Louis Brandeis uit 1890 over The Right to Privacy. Daarin wezen de auteurs op het belang van het ‘right to be let alone’, als reactie op de ontwikkelingen op het gebied van de fotografie, krantendrukpersen en nieuwe distributiemogelijkheden.1

Het moderne privacyrecht is een reactie op de ontwikkeling van informatie- en

communicatietechnologie. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was de introductie van mainframecomputers aanleiding voor een eerste generatie van privacywetgeving, waaronder de Europese Privacyrichtlijn 95/46/EG en Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Deze wetgeving bleek niet meer te voldoen toen we te maken kregen met internet, cloud-computing en sociale netwerken. De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is het antwoord daarop. De vraag is natuurlijk in hoeverre deze laatste generatie van privacywetgeving nog voldoet als het gaat om big data, artificial intelligence, machine learning enzovoorts.

De privacywet, en dus ook de AVG, beoogt regels te stellen voor, en te voorzien in waarborgen bij, het gebruik van verschillende, vaak nog slecht begrepen technologische ontwikkelingen. Om nog enigszins toekomstbestendig te zijn maakt de wetgever daarvoor gebruik van open begrippen en vage normen, die telkens in de praktijk moeten worden ingevuld en geconcretiseerd. Veel uit deze regelgeving is daardoor nog onzeker. Tegen die achtergrond wordt in dit hoofdstuk kort ingegaan op wat kan en wat mag, en soms ook, wat moet mogen.

Is de AVG van toepassing?

Voor de bedrijfsjuriste uit de casus, werkzaam bij Auto Macchina, is de eerste vraag in hoeverre de AVG van toepassing. Uit artikel 2, eerste en tweede lid, AVG blijkt dat dit het geval als (a) er sprake van een geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens2 en (b) er geen

gebruik kan worden gemaakt van een van de uitzonderingen op het toepassingsbereik.

(a) Een geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens?

Deze vraagt kent drie deelvragen. De eerste is wat een verwerking is. De tweede deelvraag is wat het betekent dat een verwerking al dan niet geautomatiseerd is. En de derde deelvraag is wat een persoonsgegeven eigenlijk is.

In artikel 4, onderdeel b, AVG wordt een verwerking omschreven als een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen,

structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door

1 Samuel D. Warren and Louis D. Brandeis, ‘The Right to Privacy’, Harvard Law Review, Vol. 4, No. 5 (Dec. 15, 1890), pp. 193-220 < https://www.jstor.org/stable/1321160?seq=1#metadata_info_tab_contents> (laatst. geraadpleegd 27 mei 2019)

(3)

3 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens.

De opsomming van bewerkingen is niet uitputtend. Het gaat om alles wat met persoonsgegevens kan worden gedaan. De vraag of er sprake is van een verwerking in de zin van de AVG is daardoor

gemakkelijk te beantwoorden. Er zal, zodra er iets wordt gedaan met persoonsgegevens, sprake zijn van een verwerking.

De tweede deelvraag, in hoeverre de verwerking geautomatiseerd, is evenmin lastig te

beantwoorden. In de AVG wordt daarover weinig gezegd. In de parlementaire geschiedenis bij de Wbp wordt over het begrip de weinigzeggende toelichting gegeven dat een verwerking geldt als geautomatiseerd als er gebruik wordt gemaakt van middelen en methoden van geautomatiseerde gegevensverwerking. In de praktijk is er echter weinig tot geen debat over wat wel of niet heeft te gelden als geautomatiseerd en ook deze vraag is voor de bedrijfsjurist van Auto Macchina

gemakkelijk te beantwoorden. Er is geen twijfel over dat de verwerkingen in het kader van de ontwikkeling van een zelfrijdende auto kwalificeren als geautomatiseerde verwerkingen.

De derde deelvraag, in hoeverre er sprake is van persoonsgegevens, is waarschijnlijk het lastigst te beantwoorden. Artikel 4, onderdeel a, AVG definieert persoonsgegevens als alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (de zgn. ‘betrokkene’ of het ‘datasubject’). Als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator. Voorbeelden van zo een identificator zijn: een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van één of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon.

Om te bepalen of een natuurlijke persoon identificeerbaar is, moet, zo blijkt uit overweging 26 van de verordening, rekening worden gehouden met alle middelen waarvan redelijkerwijs valt te verwachten dat zij worden gebruikt door de verwerkingsverantwoordelijke of door een andere persoon om de natuurlijke persoon direct of indirect te identificeren. En, om uit te maken of van middelen redelijkerwijs is te verwachten dat zij worden gebruikt om de natuurlijke persoon te identificeren, moet rekening worden gehouden met alle objectieve factoren, zoals de kosten van en de tijd benodigd voor identificatie, met inachtneming van de beschikbare technologie op het tijdstip van verwerking en de technologische ontwikkelingen. Waar het gaat om online-identificatoren, zoals IP-adressen en MAC-adressen, kan uit overweging 30 worden opgemaakt dat deze gegevens in combinatie met andere gegevens, kunnen kwalificeren als persoonsgegevens.

(4)

4 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

MAC-adressen.3 In de doctrine is daarop kritiek, onder andere omdat de rechtspraak uitgaat van een

veel genuanceerdere uitleg van het begrip.4

Voor de bedrijfsjurist uit de casus wordt het er daardoor niet makkelijker op. Voor de vraag of er in het kader van zelfrijdende auto’s sprake is van de persoonsgegevens kunnen uiteenlopende feitelijke en juridische omstandigheden van belang zijn. Voor de hand ligt dat Auto Macchina vooralsnog zekerheidshalve ervan uitgaat dat er wél persoonsgegevens worden gewerkt – al was het maar om ingewikkelde discussies daarover zoveel mogelijk te vermijden.

(b) Uitzonderingen op de toepassing van de AVG

De reikwijdte van de AVG is groot maar niet onbeperkt. Als er sprake is van de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens is de verordening toch niet van toepassing in de gevallen, opgesomd in artikel 2, tweede lid, AVG:

• de verordening is niet van toepassing in het kader van activiteiten die buiten de

werkingssfeer van het unierecht vallen, zoals wanneer het gaat om nationale veiligheid, gemeenschappelijk buitenlands beleid en verwerkingen door inlichtingendiensten en dergelijke;

• de verordening is evenmin van toepassingen op gegevensverwerkingen door politie en justitie in het kader van de aan hen opgedragen taken;

• de verordening is, ten slotte, ook niet van toepassing op verwerkingen door een natuurlijke persoon bij de uitoefening van zuiver persoonlijke of huishoudelijke activiteiten.

Voor de casus van Auto Macchina lijkt een en ander niet direct van groot belang. Voorstelbaar is dat de politie op enig moment gegevens vorderen en in dat geval zijn daarop de verwerkingen niet de regels van de AVG maar van de Wet politiegegevens van toepassing. Van zuiver persoonlijke of huishoudelijke activiteiten zal niet snel sprake zijn, tenzij het gaat om gegevensverwerkingen door de automobilist zelf (bijvoorbeeld bij gebruik van een app die hem of haar inzicht geeft in het eigen rijgedrag).

Op wie is de AVG van toepassing?

Als is vastgesteld dat de AVG van toepassing is op een bepaalde gegevensverwerking, is de volgende vraag aan wie de verordening verplichtingen oplegt en wie daaraan aanspraken ontlenen. De laatste vraag is het gemakkelijkst te beantwoorden. De AVG kent aanspraken toe aan betrokkenen of datasubjecten, dat wil zeggen: de geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen op wie deze gegevens betrekking hebben. Deze betrokkenen maken er aanspraak op dat de hen betreffende gegevens worden verwerkt overeenkomstig de regels die de verordening daarvoor stelt.

3 Zie bijv. AP-nieuwsbericht 20 april 2017, Bluetrace beëindigt overtredingen wifi-tracking na optreden AP; Brief AP aan VNG 15 juni 2016 inzake Wifi-tracking (z2016-00087)

4 HJEU 19 oktober, 2016 C-582/14, ECLI:EU:C:2016:779; Rb Midden-Nederland 2 augustus 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:4011; zie ook G-J. Zwenne in T&C AVG, art. 4, aant.1; G-J. Zwenne, nog enkele

(5)

5 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

De vraag aan wie de AVG verplichtingen oplegt blijkt in de praktijk vaak lastiger te beantwoorden. De verordening legt allereerst verplichtingen op aan verwerkingsverantwoordelijken. En dat zijn, zo blijkt uit artikel 4, onderdeel 7, AVG, de rechtspersonen, natuurlijke personen of overheidsorganen en – diensten die in staat zijn de doeleinden te bepalen waarvoor de gegevens worden verwerkt en de middelen waarmee dat wordt gedaan. De verwerkingsverantwoordelijken hebben zeggenschap over de verwerkingen. En die zeggenschap blijkt er bijvoorbeeld uit dat zij kunnen bepalen wat er met de gegevens gebeurt, wie erover mogen beschikken, wat de bewaartermijnen zijn, en in hoeverre de gegevensverwerkingen kunnen worden uitbesteed aan anderen.

Verder legt de verordening verplichtingen op aan verwerkers als bedoeld in artikel 4, onderdeel 8, AVG, dat wil zeggen: een derde partij die ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke, op diens instructie en onder diens verantwoordelijkheid, persoonsgegevens verwerkt. Een typisch voorbeeld is een salarisadministratiebedrijf, zoals Raet, ADP of Workday, dat ten behoeve van werkgevers salarisgegevens van werknemers verwerkt.

De begrippen verwerkingsverantwoordelijke en verwerkers zijn conceptueel meestal goed te scheiden, maar blijken in de praktijk niet altijd gemakkelijk toe te passen. Voor de bedrijfsjurist van Auto Macchina is het dan ook zaak om van tevoren duidelijk af te bakenen wie voor welke

verwerkingen welke rol heeft. Een autofabrikant die zelf gegevens verzamelt voor eigen doeleinden is waarschijnlijk verwerkingsverantwoordelijke. De IT-dienstverlener of consultant, die een algoritme ontwikkelt met gegevens verkregen met intelligente voortuigen, kan een verwerker zijn maar

evengoed een verwerkingsverantwoordelijke. Voor een platformaanbieder geldt hetzelfde, zij het dat een verwerkersrol hier misschien aannemelijker is. Wat de rol is van een wegbeheerder is niet zonder meer vanzelfsprekend.

Er hangt veel vanaf. De bedrijfsjurist doet er daarom goed aan van begin af aan mee te denken over de rollen die alle bij het pilotproject betrokken partijen hebben in termen van

verwerkingsverantwoordelijke en verwerker.

Wat verlangt de AVG?

De AVG kent een groot aantal materiele en meer formele vereisten. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste daarvan heel kort besproken, in een volgorde die doorgaans in de praktijk voor de hand ligt.

Verwerkingsgrondslag (art. 6, eerste lid, AVG)

(6)

6 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

automobilist, bijvoorbeeld als zijn gegevens worden verstrekt aan een derde partij die deze wil gebruiken voor marketingdoeleinden. Voor dergelijke marketingdoeleinden zou ook gebruik kunnen worden gemaakt van de grondslag van het gerechtvaardigd belang, zij het dat in dat geval een opt-out voor de hand ligt. Als de belastingdienst locatie- of andere gegevens vordert ligt de grondslag van de taak van algemeen belang voor de hand. En als de autofabrikant vervolgens de gegevens verstrekt is dat ter naleving van een wettelijke plicht.

Doelbinding (art. 5, eerste lid, onderdeel b, jo artikel 6, vierde lid, AVG)

Een verwerkingsverantwoordelijke mag alleen persoonsgegevens verzamelen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Vervolgens mag deze

verwerkingsverantwoordelijke de gegevens niet verder verwerken op een met die

verzameldoeleinden onverenigbare wijze. Dit staat in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, AVG.

De criteria aan de hand waarvan de verenigbaarheid (‘compatability’) kan worden beoordeeld staan in artikel 6, vierde lid, AVG. Er moet daarbij rekening worden met onder meer (a) het verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de

voorgenomen verdere verwerking; (b) het kader waarin de persoonsgegevens zijn verzameld, met name wat de verhouding tussen de betrokkenen en de verwerkingsverantwoordelijke betreft; (c) de aard van de persoonsgegevens; (d) de mogelijke gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen; (e) het bestaan van passende waarborgen, waaronder eventueel versleuteling of pseudonimisering.

Voor deze beoordeling gaat het er vooral om dat de betrokkene, gelet op het aan hem

medegedeelde verzamel- of verwerkingsdoel in redelijkheid de verdere verwerking kan verwachten. Verontwaardiging bij de betrokkenen is meestal een aanwijzing dat de verdere verwerking niet doelverenigbaar is, dat wil zeggen: dat niet is voldaan aan het doelbindingsvereiste. Soms kan dat worden verholpen door vooraf het verzameldoel anders te verwoorden, zodanig dat de verdere verwerking daaronder valt, althans niet daarmee onverenigbaar is. Maar daarmee is niet gezegd dat het verzameldoel in heel algemene termen kan worden omschreven (zeg: persoonsgegevens verzamelen voor een verantwoorde bedrijfsvoering). Een verzameldoel dat te algemeen is omschreven heeft geen onderscheidend vermogen en voldoet daarmee niet aan het welbepaaldheidsvereiste van artikel 5, eerste lid, onderdeel b, AVG.

Voor de bedrijfsjurist van Auto Macchina ligt hier dus een belangrijke taak. Voor iedere deelverwerking moet telkens weer worden beoordeeld of de verdere verwerking al dan niet doelverenigbaar is.

Bijzondere gegevens en strafrechtelijke gegevens

Voor een aantal categorieën van persoonsgegevens gelden extra strenge regels. Dit zijn de zogeheten bijzondere gegevens en strafrechtelijks gegevens. De catalogus van bijzondere gegevens staat in artikel 9, eerste lid, AVG en omvat achtereenvolgens persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, of het

(7)

7 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

verstaat artikel 10 AVG gegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen.

Voor deze gegevenscategorieën geldt een verwerkingsverbod. De gegevens mogen niet worden verzameld en niet worden verwerkt, tenzij er gebruik kan worden gemaakt van de uitzonderingen die zijn te vinden in de Uitvoeringswet AVG. Voor de casus van Auto Macchina lijkt dit niet direct

relevant. Wel moet de bedrijfsjuriste van de autofabrikant erop bedacht zijn dat onschuldige (d.w.z. niet bijzondere) gegevens op enig moment toch onder het verwerkingsverbod kunnen komen te vallen. Als uit routegegevens blijkt dat iemand iedere zondag naar een gereformeerde kerk rijdt, kunnen daaruit mogelijk gegevens over religieuze overtuigingen blijken.

Transparantie en rechten van betrokkenen

Een belangrijk deel van de AVG ziet op het waarborgen van transparantie en het versterken van de positie van de betrokkenen door hen inzage- en andere rechten te geven. In artikel 12 AVG staan een handvol algemene uitganspunten, zoals over wijze van communiceren, reactietermijnen etc. Daarna zetten artikel 13 en 14 van de verordening uiteen welke informatie in beginsel vooraf moet worden verstrekt aan betrokkenen.

Artikel 15 tot en met 22 AVG geven regelingen van de verschillende rechten van betrokkenen, uiteenlopend van het inzagerecht tot verbeterings- en bezwaarrechten, het wissings- en vergeetrecht, het recht op gegevensoverdraagbaarheid en rechten met betrekking tot

geautomatiseerde besluitvorming en profilering. Artikel 23 AVG geeft ten slotte een overzicht van de uitzonderingen die de nationale wetgever in artikel 40 en 41 van de Uitvoeringswet AVG heeft uitgewerkt.

Voor de bedrijfsjuriste van Auto Macchina betekent dit vooral dat de door de onderscheiden partijen gebruikte privacyverklaringen voldoen aan de daaraan gestelde eisen, alsmede dat er procedures bestaan voor de afhandeling van de inzage- en andere verzoeken van betrokkenen.

Formaliteiten (registers, verwerkingsovereenkomsten, derdelanden etc)

De AVG bevat nog veel meer verplichtingen, waaronder een groot aantal verplichtingen met een meer formeel karakter – hier wat oneerbiedig aangeduid als formaliteiten. In min-of-meer willekeurige volgorde gaat het om:

• verplichtingen om aan te kunenn tonen dat er is voldaan aan de vereisten die de AVG stelt (art. 5, tweede lid, AVG);

• verplichting voor verwerkingsverantwoordelijken om zorg te dragen voor privacy-by-design en privacy-by-default (art. 24 AVG);

• verplichtingen voor verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers om met elkaar

verwerkersovereenkomsten aan te gaan waarin een groot aantal onderwerpen zijn geregeld (art. 28, derde lid, AVG)

• verplichting om over te gaan tot uitvoering van een

gegevensbeschermingseffectbeoordeling, (oftewel een beoordeling uit van het effect van de beoogde verwerkingsactiviteiten op de bescherming van persoonsgegevens), als de

(8)

8 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

natuurlijke personen, dit gelet op de aard, omvang, context en doeleinden daarvan (art. 35, eerste lid, AVG);

• verplichting om een functionaris voor gegevensbescherming aan te wijzen als er sprake is van een grootschalige verwerkingen die vanwege hun aard, hun omvang en/of hun doeleinden regelmatige en stelselmatige observatie op grote schaal van betrokkenen vereisen (art. 37, eerste lid, onderdeel b, AVG);

• verplichtingen met betrekking tot de doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Unie die niet eenzelfde beschermingsniveau bieden als in de unie.

Afsluiting

Het is niet altijd gemakkelijk om te voldoen aan de AVG. Maar er is vaak veel meer mogelijk dan soms wel wordt gedacht.

Tips & Tricks

• Bij de ontwikkeling van nieuwe technologie is het raadzaam ervan uit te gaan dat persoonsgegevens worden verwerkt.

• Tijdens het ontwikkelingsproces kan de bedrijfsjurist bijdragen aan het afbaken van de verwerkingsverantwoordelijkheid.

• Zorg altijd dat een verwerking wordt gebaseerd op een daarvoor geschikte verwerkingsgrondslag.

• Gelet op het doelbindingsbeginsel zal een welbepaald verzamel- of verwerkingsdoel moeten worden geformuleerd.

(9)

9 Innovatie en technologie. Juridische vraagstukken in de digitale samenleving

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

El Niño zorgt voor het ontstaan van meer orkanen in het oosten van de Grote Oceaan en minder in de Atlantische Oceaan (met name rond de evenaar) en La Niña voor minder orkanen in

Het vochtgehalte is vrijwel gelijk dit is ook logisch, want het verschil tussen roomboter en margarine zit hem vooral in met wat voor soort vet we te maken hebben. Het eiwitgehalte

Uw persoonsgegevens worden door Muziekvereniging Kunst Na Arbeid opgeslagen ten behoeve van bovengenoemde verwerking(en) voor de periode:.. - Gedurende de periode vanaf de datum

Paulus sprak deze dwa- ling tegen in Galaten 2:15-16: “Wij, van nature Joden en geen zondaars uit heidenen, weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet,

Prunus sargentii ‘Rancho’ is een goede cultivar die wij graag aanbieden, al was het alleen maar omdat hij lastig is om te kweken en veel kwekers hun vingers niet aan deze boom

Bij een pleurapunctie wordt een kleine hoeveelheid van het vocht dat tussen de longvliezen zit, weg- gezogen voor onderzoek.. Het doel is om de oorzaak van de vochtop- hoping

Dus daar waar ze begonnen vanuit een positieve intentie, maar koppelden aan de lage(re) trillingsfrequentie doordat ze hun eigen veiligheid vergaten en zichzelf volledig weggaven

trendberekening kan enkel gebeuren op basis van gegevens van het project ‘Algemene Broedvogels Vlaanderen’ dat in 2007 werd opgestart en gecoördineerd wordt door INBO en