Fout blz.53
Afronden gebeurt altijd op decimalen dus op machten van 10. We moeten uitzoeken welke macht van 10 dat is.
1 Bepaal de bovengrens b van het afrondingsinterval, dat kan op twee manieren:
n of n-1 is bekend: 1 b2
is niet bekend:
n b w
2
(met w = spreidingsbreedte)
2 Vervolgens wordt op de eerstvolgende onderliggende macht van 10 afgerond:
3
4 Rond nu het gemiddelde af en rond vervolgens de standaarddeviatie naar boven af op evenveel decimalen.
Voorbeelden:
x b afronden
op totale afronding 12,877 0,728 0,364 0,1 12,9 ± 0,8
5,257 0,144 0,072 0,01 5,26 ± 0,15 866,11 23,24 11,62 10 (8,7 ± 0,3)∙102 b Controleer of het derde voorbeeld klopt.
c Bepaal nu zelf hoe de afronding van de tabel met de gemeten massa’s volgens de afrondingsregels moet plaatsvinden.
101 10-1 100
10-2 10-3
10-4
10
0,001 0,01 1
0,0001 0,1
b = 0,3 afronden op 0,1
Fout blz. 89
1. Koop een controlemonster en gebruik de door de leverancier opgegeven grenzen,
of
Doe tenminste 10 (liever 15) bepalingen van een zelfgemaakt controlemonster met behulp van de methode of het apparaat dat je wilt controleren.
2. Bereken het gemiddelde x en de standaarddeviatie n-1. 3. Bereken de 1, de 2 en 3 grenzen.
4. Teken de controlekaart.
Je hebt nu een lege controlekaart waarin je de uitslagen van het controlemonster in de toekomst kunt uitzetten om de kwaliteit van je meetmethode te bewaken.
opstellen (starten) van een controlekaart