Vraag nr. 121 van 18 mei 2000
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlaamse Rand – Taalbad anderstalige kandidaat-leerlingen
In het actieplan voor de Vlaamse rand rond Brus-sel dat in 1996 onder de vorige Vlaamse regering t o t s t a n d k w a m , werd onder meer gesteld dat de k a n d i d a a t-leerlingen van de Nederlandstalige scholen aldaar, over een basiskennis van het Ne-derlands dienen te beschikken.
De toenmalige regering achtte het aangewezen om die basiskennis via een taalbad aan te reiken, o p voorwaarde dat dit zou worden georganiseerd bui-ten de schooluren en op kosbui-ten van de ouders die bewust kozen voor het Nederlandstalig onderwijs. Staat de huidige regering nog achter die uitgangs-punten ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Bert A n c i a u x , Vlaams minister van Cul-t u u r, Je u g d , Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking.
Antwoord
Sinds het schooljaar 1997-1998 is er een tijdelijk project lopende waardoor de Nederlandstalige scholen uit de rand- en taalgrensgemeenten extra lestijden kunnen ontvangen indien zij aan de voor-waarden voldoen en over een goedgekeurd aan-wendingsplan beschikken.
Deze maatregelen werden ingevoerd vanwege het feit dat de Nederlandstalige scholen gelegen in de rand- en taalgrensgemeenten meer en meer wor-den geconfronteerd met anderstalige leerlingen voor wie de thuistaal niet de onderwijstaal is. D e belemmeringen die deze anderstalige leerlingen o n d e r v i n d e n , brengen immers met zich mee dat zij onvoldoende kunnen participeren aan het onder-w i j s. De extra lestijden hebben tot doel de integra-tie van deze anderstalige leerlingen te bevorderen. Of de Nederlandstalige scholen al dan niet nog taallessen organiseren na de schooluren behoort tot hun autonome bevoegdheid. Ouders kunnen evenwel niet worden verplicht om hun kinderen aan deze taallessen te laten deelnemen.