Vraag nr. 56 van 17 januari 2000
van de heer DIDIER RAMOUDT Pylonen – Visuele hinder
Dat het toerisme in het algemeen en het kusttoe-risme in het bijzonder andere paden moet betre-d e n , is stilaan gemeengoebetre-d. Voor het kusttoerisme betekent dit dat niet alleen de zee, het strand en de duinen dienen te worden gepromoot, maar even-zeer het hinterland, de dorpen en gehuchten in de polders.
Verschillende initiatieven werden reeds genomen om dit gebied beter te omsluiten voor de toerist : het uitstippelen van fietsroutes, het promoten van h o e v e t o e r i s m e, het organiseren van activiteiten al-lerhande.
Om deze initiatieven een redelijke kans op slagen te geven, is het echter nodig dat er van het platte-land een zekere aantrekkingskracht uitgaat. S o m s dienen hiervoor bepaalde ingrepen te gebeuren om het rurale karakter te herstellen.
Een van de meest storende elementen in agrarisch g e b i e d , althans in het open landschap kenmerkend voor de kust, is ongetwijfeld het woud van masten en palen waaraan de telefoon- en elektriciteitska-bels zijn bevestigd. Deze gedrochten, die als een lit-teken door het landschap lopen, storen uitermate en zijn, gezien de technische mogelijkheden en ver-e i s t ver-e n , uit dver-e tijd. Bovver-endiver-en zijn hver-et, in dver-e mver-ever-est letterlijke betekenis van het woord, " h i n d e r p a l e n " voor de toeristische ontsluiting van het V l a a m s e platteland.
Heeft de minister reeds initiatieven genomen om deze "zonevreemde elementen" uit het landschap weg te halen door de nutsvoorzieningen zoveel mogelijk ondergronds te doen leggen ?
Zo ja, wat houden ze in ? Welke regio's komen het eerst aan bod en binnen welke tijdspanne ? Zijn hiervoor eventueel al budgetten vrijgemaakt ?
Antwoord
lk deel de visie van de Vlaamse volksvertegen-woordiger dat het woud van masten en palen en de e l e k t r i c i t e i t s- en telefoonkabels die eraan beves-tigd zijn, storend kunnen zijn in het Vlaamse land-schap (maar ook in dorpen en steden).
Ik moet echter opmerken dat het plaatsen van der-gelijke installaties ingevolge een koninklijk besluit van 25 maart 1981 vrijgesteld is van bouwvergun-ning.
Ik hoop dat de gemeenten (die meestal de bevoeg-de wegbeheerbevoeg-der zijn) bevoeg-de betrokken nutsmaat-schappijen bij vervanging van hun installaties in-dien nodig de verplichting opleggen om hun leidin-gen ondergronds aan te brenleidin-gen.