Vraag nr. 117 van 20 april 1999
van de heer FILIP DEWINTER
Zeevaartschool Antwerpen – Taalvakken – Frans- talige opleiding
Vanaf het academiejaar 1999-2000 is er aan de Ho- gere Zeevaartschool Antwerpen een nieuw oplei- dingsprogramma en dus een nieuw lessenpakket van kracht.
In het kader van deze programma- en lessenher- vorming werd het verplicht lessenpakket Mari- tiem/commercieel Frans voor de Nederlandstalige studenten en het pakket Maritiem/commercieel Nederlands voor de Franstalige studenten omge- doopt tot een facultatief vak. Verder wordt ook Spaans niet langer gedoceerd als verplicht vak in eerste licentie, doch wel als keuzevak in tweede li- centie.
Bovendien werd in de eerste kandidatuur het vak Economie en Management geschrapt.
1. Waarom worden de taalvakken hier niet langer als verplicht vak gedoceerd en voortaan als fa- cultatieve vakken onderwezen ? Moet het talen- onderwijs niet verplicht blijven om de toekom- stige "zeevaarders" een solide communicatieba- sis te geven met hun bemanning en vreemd ha- venpersoneel (en in de school tussen de studen- ten onderling) ?
2. Is het logisch dat de Vlaamse Gemeenschap de kosten draagt voor de Franstalige opleiding, zonder dat het Nederlands nog als verplicht vak wordt gedoceerd, zonder dat er nog een letter Nederlands wordt onderwezen ?
3. Waarom werd besloten om het vak Economie over te brengen van eerste kandidatuur naar eerste licentie ?
Het lijkt immers beter dat het in tweede kandi- datuur gedoceerde vak Handelsverrichtingen wordt voorafgegaan door een economische basis gedoceerd in eerste kandidatuur.
4. Hoeveel studenten telt de Hogere Zeevaart- school Antwerpen in het Academiejaar 1999- 2000 ? Graag had ik een onderverdeling van de studenten gekregen per nationaliteit (Vlamin- gen, Walen en overige nationaliteiten).
5. De Vlaamse Gemeenschap betaalt voor de Waalse studenten en de overige vreemdelingen die de Franstalige opleiding volgen.
Hoeveel bedragen de kosten van de Franstalige opleiding voor dit academiejaar en waarvoor dienen deze kosten ?
Antwoord
1. De Hogere Zeevaartschool beschikt krachtens het decreet van 9 juni 1998, net als de andere hogescholen, over de autonome bevoegdheid inzake het samenstellen van het opleidingspro- gramma.
Dit houdt onder meer in dat de Hogere Zee- vaartschool zelfstandig kan beslissen welke op- leidingsonderdelen als verplicht, dan wel als fa- cultatief worden aangeboden.
2. De Vlaamse Gemeenschap heeft aan de Hogere Zeevaartschool de autonomie verleend inzake de samenstelling en de inhoudelijke opvulling van het opleidingsprogramma.
Het uitoefenen van deze autonomie, met inbe- grip van het beslissen over de opportuniteit van opleidingsonderdelen, kan daarom geen conse- quenties met zich meebrengen inzake financie- ring van de Hogere Zeevaartschool.
3. Het rangschikken van opleidingsonderdelen binnen het geheel van de opleiding, past binnen de bovenvermelde autonomie van de Hogere Zeevaartschool. Het verlenen van deze autono- mie heeft tot gevolg dat de Vlaamse Gemeen- schap en in het bijzonder de overheid afziet van het beoordelen van de opportuniteit van het op- leidingsprogramma.
Het bewaken van de doelmatigheid en de kwali- teit van de opleiding vormen voorwerp van de interne en externe kwaliteitszorg. Krachtens het decreet van 9 juni 1998 gebeurt de kwaliteits- zorg voor de Hogere Zeevaartschool op identie- ke wijze als voor de andere hogescholen.
4. De Hogere Zeevaartschool telt in het acade- miejaar 1998-1999 – teldatum 1 februari 1999 – 280 ingeschreven studenten. Het aantal stu- denten in de Nederlandstalige en Franstalige opleidingen is evenwichtig verdeeld, in casu : 140-140.
In de Nederlandstalige opleidingen studeren slechts 2 studenten van vreemde nationaliteit. In de Franstalige opleidingen bedraagt dit aantal 55.
Voor het academiejaar 1999-2000 kunnen van-
daag nog geen cijfers worden gegeven omdat het officiële teldatum decretaal vastgesteld is op 1 februari 2000.
5. Het is onmogelijk de globale kostprijs van de Hogere Zeevaartschool te ventileren volgens de taalregeling van de respectieve opleidingen, daar de leden van het onderwijzend personeel in de beide taalstelsels onderwijzen.
Overeenkomstig de bepalingen vervat in het de- creet van 9 juni 1998 betreffende de Hogere Zeevaartschool worden de wedden van leden van het bestuurs-, onderwijzend, administratief en technisch personeel centraal uitbetaald door het departement Onderwijs. Voor de werkings- kosten ontvangt de Hogere Zeevaartschool een jaarlijkse dotatie, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het Vlaams Parlement.