• No results found

Min ut e ENERGIEKAMER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Min ut e ENERGIEKAMER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Min ut e

ENERGIEKAMER

Auteur Datum

Aan 15-7-2009

Medeafdoening van ons kenmerk

Informatiekopie aan Medeparaaf en datum

Verzendwijze

Directies RNB E en belangenorganisaties

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

103081/ 96.B1347

Onderwerp

Besluiten invoedingsproblematiek (kort en lange termijn)

Postbus 16326 Wijnhaven 24 Muzenstraat 81 T: [070] 330 33 30 E-mail: info@nmanet.nl 2500 BH Den Haag 2511 GA Den Haag 2511 WB Den Haag F: [070] 330 33 70 Web: www.energiekamer.nl

Geachte «aanhef»,

Op 28 april jongstleden heeft een klankbordgroep bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij de Energiekamer (hierna: EK) de voorgestelde aanpak van de problematiek rond (decentrale) invoeding met belanghebbenden heeft besproken. Zoals toegezegd tijdens deze bijeenkomst wordt u via deze brief nogmaals formeel geïnformeerd over de voorgenomen besluiten met betrekking tot de structurele (vanaf 2011, de volgende reguleringsperiode) en tussentijdse oplossing (het jaar 2010) voor deze problematiek.

Invoedingsproblematiek

(2)

Vervolgvel minute

2

Onderzoek naar invoedingstarief en alternatieve oplossingen

Eind 2008 heeft de NMa aangegeven de mogelijkheden van een transporttarief voor invoeding te willen onderzoeken om aan deze problematiek tegemoet te komen. Het invoedingstarief zou immers passen binnen de reguleringssystematiek en sluit aan bij de wettelijke doelstelling van kostenoriëntatie zoals neergelegd in artikel 41b, eerste lid, sub a van de Elektriciteitswet. De afgelopen periode is daartoe onder meer de juridische haalbaarheid van de introductie van een invoedingstarief voor (decentrale) invoeders onderzocht. Tevens is een evaluatie verricht van diverse alternatieve oplossingen voor de korte en de langere termijn. Voorts is via expertmeetings een aanvang gemaakt om de omvang van de problematiek in kaart te brengen en is met het Ministerie van Economische Zaken (hierna: EZ) de beleidsmatige uitgangspunten van de alternatieve oplossingen besproken.

Op basis van bovenstaande onderzoeken heeft de Energiekamer geconcludeerd dat invoering van een invoedingstarief binnen de huidige reguleringsperiode niet wenselijk is. Vooral het feit dat de EK niet vooruit wil lopen op de reeds aangekondigde visie van EZ op de reguleringsystematiek (eind 2009 verwacht) en het feit dat een objectieve vaststelling van de door invoeding

veroorzaakte kosten toch complexer bleek dan in eerste instantie gedacht, waren belangrijke beweegredenen die aan dit besluit ten grondslag lagen. Een invoedingstarief als oplossing vanaf de nieuwe reguleringsperiode is nog steeds een optie, invoering hiervan hangt echter af van de door EZ te nemen beleidskeuzes op dit punt.

Structurele oplossing voor invoedingsproblematiek

Voor de vijfde reguleringsperiode bereidt de EK momenteel een aanpassing aan de reguleringsmethode voor, waarbij tevens de output van invoeding in de vaststelling van de toegestane inkomsten van netbeheerders zal worden meegewogen. Hiermee lijkt de

onevenredige inkomstenverdeling voor de netbeheerders binnen de reguleringsystematiek te worden opgelost.

Afhankelijk van de beleidskeuzes van EZ, wordt deze methodiek mogelijk nog aangepast. In dat kader zijn vooral de keuzes van EZ op de volgende twee aspecten van belang:

1) Wie moet betalen voor de kosten van invoeding: afnemers of (decentrale) invoeders? 2) Moeten de kosten van invoeding regionaal worden betaald of landelijk worden

omgeslagen?

(3)

Vervolgvel minute

3 Tussentijdse aanpak voor invoedingsproblematiek

Zoals hiervoor reeds aangegeven zal er dus in 2010 nog geen sprake zijn van een structurele oplossing in het kader van de invoedingsproblematiek. Om netbeheerders tegemoet te komen die als gevolg van het uitblijven van een structurele oplossing in financiële problemen dreigen te raken, is de EK bereid om op individuele basis te bekijken of een tussentijdse oplossing

noodzakelijk en mogelijk is. Netbeheerder die van mening zijn dat zij voor een dergelijke regeling in aanmerking komen, kunnen daartoe in overleg treden met de EK. Hierbij wordt van hen verwacht dat zij het probleem wel adequaat en feitelijk onderbouwen, waaruit duidelijk wordt dat er inderdaad sprake is van financiële problemen, dat deze problemen het gevolg zijn van een toename aan invoeding en dat de situatie dermate ernstig van aard is dat niet kan worden gewacht tot 2011 wanneer de structurele oplossing ingaat.

Tot slot

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd omtrent de koers die de Energiekamer inzake de invoedingsproblematiek zal varen. Mocht u echter nog vragen hebben of naar aanleiding van deze brief overleg wensen, dan kunt u contact opnemen met mevrouw F.H.P. van Dijk, telefoonnummer 070 - 330 1381 of e-mail F.H.P.vanDijk@nmanet.nl. Bij een schriftelijke reactie wordt u verzocht om te refereren aan kenmerk 103081.

Hoogachtend,

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het methodebesluit voor de vierde reguleringsperiode maakte ACM een schatting van efficiënte kosten per eenheid output (exclusief ORV’s) door eerst de gestandaardiseerde kosten

De functie van de door ACM vastgestelde rekenvolumina is om, gecombineerd met de totale inkomsten, de tarieven die netbeheerders ten hoogste in rekening mogen brengen bij

a.ten aanzien van de taken, genoemd in artikel 16, eerste lid, met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers de doelmatigheid van de

Op basis van deze evaluatie hebben de gezamenlijke netbeheerders, vertegenwoordigd door de Federatie van Energiebedrijven in Nederland, sectie Netbeheer een voorstel tot wijziging

De begininkomsten worden of gelijk gesteld aan het product van de tarieven voor de transport- en de aansluitdienst van het jaar 2016 en de rekenvolumes voor zesde

De functie van de door ACM vastgestelde rekenvolumina is om, gecombineerd met de totale inkomsten, de tarieven die netbeheerders ten hoogste in rekening mogen brengen bij

begininkomsten vast te stellen op het efficiënte kostenniveau indien de begininkomsten die volgen uit de wettelijke formule niet overeenkomen met het efficiënte kostenniveau. 27

reguleringsperiode daarom voornemens om de invoedingsvolumes na te calculeren, voor zover deze niet gelijk opgaan met de ontwikkeling van de capaciteitsvraag voor afname. De ACM