• No results found

Het is opvallend dat de ACM ook nu weer kiest voor bedrijven die niet of onvoldoende vergelijkbaar zijn met de Nederlandse drinkwaterbedrijven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het is opvallend dat de ACM ook nu weer kiest voor bedrijven die niet of onvoldoende vergelijkbaar zijn met de Nederlandse drinkwaterbedrijven"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Houttuinlaan 12 KvK 30147022

3447 GM Woerden IBAN NL20ABNA0551408340 T +31(0)348 48 43 50 BTW NL001119904.B01 E desk@vemw.nl www.vemw.nl

Autoriteit Consument en Markt t.a.v. mevrouw J. Vaanhold.

Postbus 16326 2500 BH Den Haag

Woerden : 5 juli 2017 onze ref. : W17b04/RT-tr doorkiesnr. : 0348 48 43 50 e-mail : rt@vemw.nl

onderwerp: WACC drinkwater 2018-2019

Geachte mevrouw Vaanhold,

Graag reageren wij op het concept voor consultatie van 9 juni jl. inzake de WACC voor drinkwaterbedrijven voor de periode 2018-2019. VEMW kan zich in grote lijnen vinden in het advies van ACM. Desondanks vinden wij het noodzakelijk om enkele kanttekeningen te plaatsen bij dit advies.

• Het is opvallend dat de ACM ook nu weer kiest voor bedrijven die niet of onvoldoende vergelijkbaar zijn met de Nederlandse drinkwaterbedrijven. Punt is dat de Nederlandse drinkwaterbedrijven nauwelijks risico lopen hetgeen wel geldt voor andere bedrijven. Zo is het risicoprofiel van de Amerikaanse bedrijven die in de analyse zijn betrokken niet vergelijkbaar met het risicoprofiel van de Nederlandse drinkwaterbedrijven. Wij vinden dat de Amerikaanse bedrijven niet in de analyse mogen worden betrokken. Het punt dat er, in het geval deze bedrijven niet zouden worden betrokken, te weinig bedrijven overblijven, steunen wij niet.

Resultaten die gebaseerd zijn op minder maar wel vergelijkbare bedrijven, zijn in onze ogen nauwkeuriger dan resultaten die gebaseerd zijn op een groep die uit meer bedrijven bestaat.

Dit werkt onder andere door in de asset bèta die in onze ogen lager zou moeten zijn dat de gebruikte waarde.

• Inzake de kostenvoet voor vreemd vermogen kiest ACM ervoor om een opslag voor transactiekosten te hanteren (0,15%). De transactiekosten die worden gehanteerd worden niet onderbouwd. Het is niet duidelijk of de gehanteerde 0,15% de werkelijke kosten reflecteert. De mogelijkheid bestaat dat ACM kan werkelijke kosten uitvraagt bij de gereguleerde ondernemingen. VEMW is van mening dat, zolang deze kostenpost niet is

(2)

gebaseerd op werkelijke gegevens, deze op nul gesteld moet worden. Daarmee hebben de waterbedrijven een prikkel om deze kosten bekend te maken. Daar komt bij dat de kosten voor het verwerven van vermogen hoogstwaarschijnlijk in de winst- en verliesrekening terecht komen. Ook het personeel dat ingezet wordt om het vermogen aan te trekken, staat gewoon op de loonlijst van het drinkwaterbedrijf. De kosten zijn dus onderdeel van de reguliere kostenbasis en worden al vergoed. VEMW vindt dat de transactiekosten niet mogen worden betrokken in de analyse.

In de rapportage stelt de ACM inzake de marktrisicopremie dat een langjarig (historisch) gemiddelde als de beste schatter wordt gezien van de voor de toekomst (door beleggers) verwachte waarde. VEMW deelt deze mening. Wij vinden dat toekomstvoorspellingen niet moeten worden gebruikt bij het schatten van de marktrisico’s. Echter, volgens de in het rapport genoemde studie van Dimson, Marsh en Staunton leidt het gebruik van de historische marktrisicopremie als schatter tot een overschatting van de toekomstige marktrisicopremie.

Om die reden dient de marktrisicopremie neerwaarts gecorrigeerd te worden. Helaas heeft de ACM dat niet gedaan. Wij vinden de gehanteerde marktrisicopremie te hoog.

Tot slot

De Nederlandse drinkwaterconsumenten worden helaas niet goed beschermd tegen de (monopolie)macht van de drinkwaterbedrijven. Daarom mogen zij niet met onnodig hoge drinkwatertarieven worden geconfronteerd. VEMW zou dan ook graag zien dat de hierboven genoemde punten worden betrokken bij de definitieve vaststelling van de WACC. Dat houdt in dat de effecten ervan moeten worden doorgerekend en dat de WACC daarop moet worden aangepast. Naar verwachting zal deze iets lager uitvallen dan de waarde die nu wordt voorgesteld.

Uiteraard zijn wij graag bereid tot een nadere toelichting.

Met vriendelijke groet, Namens Koninklijke VEMW

Roy Tummers directeur water

5 juli 2017 W17b04 Blad 2 van 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de wet staat dat de ILT voor elke prestatievergelijking nauwkeurig opschrijft welke gegevens de drinkwaterbedrijven moeten aanleveren voor deze vier.. onderwerpen en in welke

Voor elk drinkwaterbedrijf en voor de sector als geheel wordt in een tijdreeks van 2012 – 2019 de onderbrekingsduur als gevolg van storingen en als gevolg van onderhoud

Normoverschrijdingen van bedrijfstechnische, organoleptische en esthetische parameters vormen geen direct gevaar voor de volksgezondheid, maar duiden op onvolkomenheden in

In deze Prestatievergelijking drinkwaterbedrijven 2015 worden de prestaties van de drinkwaterbedrijven onderling vergeleken.. Dit is verplicht op grond

- dat type ‘begrijpend lezen’-onderwijs is zeer goed te toetsen omdat vormkenmerken van teksten bevraagd worden, maar het levert volgens PISA een vorm van leesbegrip op die

In dit risicobeeld zijn aan de hand van het risicoprofiel 2012 en de in de landelijke Handreiking Regionaal Risicoprofiel genoemde crisistypen geïnventariseerd met als

bedrijven sterk toegenomen. Het betreft echter veelal buitenlandse literatuur en daarom bestuderen wij de ontwikkeling van de kaspercentages in Nederlandse bedrijven. Wij

Het gepercipieerde belang van de meeste toetredings- barrières verschilt niet tussen grote en kleine bedrijven (tabel 4).. Voor sommige barrières worden enkele signifi-