• No results found

Mastitis, borstbaces, niet puerperale infectie in afwezigheid van een borstimplantaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mastitis, borstbaces, niet puerperale infectie in afwezigheid van een borstimplantaat"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017

MASTITIS, BORSTABCES:

NIET PUERPERALE INFECTIE IN AFWEZIGHEID VAN EEN BORSTIMPLANTAAT

• Klinische aspecten en commentaren

o Infectie buiten de context van borstvoeding in afwezigheid van een borstimplantaat.

o Chirurgische drainage in geval van abces. Herhaaldelijke naaldaspiratie (om de 2 tot 3 dagen) kan even-eens tot klinisch succes leiden.

o Bij oudere vrouwen kan mastitis veroorzaakt worden door een inflammatoire maligniteit. • Betrokken pathogenen

o Staphylococcus aureus (vooral bij patiënten met sub-areolaire presentatie). o Anaëroben (vooral bij patiënten met andere dan sub-areolaire presentatie).

o Granulomateuze mastitis is soms geassocieerd met lipofiele stammen van Corynebacterium spp. (behan-deling niet gedefinieerd).

• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.

Patiënten zonder risicofactoren voor infecties door MRSA. Milde pathologie. ▲ Eerste keuzes. ∆ Amoxicilline-clavulanaat. ∆ Clindamycine. ▲ Alternatieven. ∆ Flucloxacilline + metronidazole. ∆ Flucloxacilline + ornidazole. Matige of ernstige pathologie.

▲ Eerste keuzes. ∆ Amoxicilline-clavulanaat. ∆ Clindamycine. ▲ Alternatieven. ∆ Flucloxacilline + metronidazole. ∆ Flucloxacilline + ornidazole. ∆ Oxacilline + metronidazole. ∆ Oxacilline + ornidazole.

Patiënten met risicofactoren voor infecties door MRSA. Vancomycine + metronidazole.

Vancomycine + ornidazole. o Standaard posologieën.

Amoxicilline-clavulanaat.

Milde pathologie: (500 mg amoxicilline + 125 mg clavulanaat) po q8h.

Matige of ernstige pathologie: (2 g amoxicilline + 200 mg clavulanaat) iv q8h of (1 g amoxicilli-ne + 200 mg clavulanaat) iv q6h.

Clindamycine: 600 mg po q8h (po behandeling mogelijk) of 600 mg iv q8h (po behandeling onmogelijk).

Flucloxacilline: 500 mg po q6h (milde pathologie) of 2 g iv q4-6h (matige of ernstige pathologie). Metronidazole: 500 mg po q8h (po behandeling mogelijk) of 500 mg iv q8h of 1,5 g iv q24h (po

be-handeling onmogelijk).

Ornidazole: 1 g po q24h (po behandeling mogelijk) of 1 g iv q24h (po behandeling onmogelijk). Oxacilline: 2 g iv q4-6h.

Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.

o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: 10 tot 14 da-gen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Concerning self-reported health, the percentage of T2DM outpatients in our study that reported any problems is higher than reported for the general population in four out of five

On the basis of this typology, Nishii and colleagues identified five HR attributions dependent on whether practices are believed to be designed to (a) enhance employee well ‐

Using quantitative data on network managers in environmental projects at the local level, this paper looks at three important network characteristics (network size, degree of

Naar mijn idee moeten we dus de mogelijkheid openhouden dat bepaalde, vaak genoemde kenmerken van de Nederlandse Verlichting, zoals men die afleidt uit de inhoud van

Zo sprak Hans Renes regelmatig zijn zorg uit over de EHS die volgens hem niet alleen ten koste gaat van de aandacht voor historische cultuurlandschappen maar zelfs ten koste.. van

Onderzoek op een groot aantal vakgebieden, waarvan vegetatiekunde, historische geografie en toponymie de belangrijkste waren, leidt tot een gevarieerd beeld van de vroegere

De vele verschijningsvormen van het liberalisme, inherent aan het karakter van deze geestesstroming en meer in het bijzonder typerend voor haar desintegratie, stelden de auteur

Voor de Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent (1893) werden reeds vanaf 1976 plannen in die richting gemaakt, maar pas in 1990 studeerde Michiel Berckmoes aan