• No results found

Bonenrassenproef 1953

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bonenrassenproef 1953"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P r o e f s t a t i o n voor de Groenten- en F r u i t t e e l t onder g l a s t e ITa&l&w&jiü

30K5S7SASS5IIPB05F 1953.

1. I n l e i d i n g o

Eet doel was enige stambonenrassen op hun geschiktheid voor de teelt midden in de zomer te toetsen. In het Westland worden na de vroege aard-appelen nog steeds vrij veel stambonen geteeld. De laatsto/jaren misluk-te deae misluk-teelt echmisluk-ter gedeelmisluk-telijk; dit vooral in verband met het optreden van virusziekten. Bij deze proef is daarom behalve op kwaliteit en op-brengst ook vooral gelet op resistentie tegen ziekten.

2. Opzet van de proef.

I n de proef werden de volgende r a s s e n b e t r o k k e n :

1. Dubbele Witte zonder draad van Gebr. v . d . Berg t e Naaldwijk '

2 . Furore van E. Zwaan t e Rotterdam.

3 . Bevelander van Wed, P» de Jongh t e Goes.

4 . Golden Uay van Th, en P. Koomen t e Spanbroek.

5 . Voorluk van h e t Hijkstuinbouwconsulentschap Hoorn.

De proof werd i n v i e r v o u d genomen ( z i e p l a t t e g r o n d ) . Per vakje waren 32

p o l l e n van d r i e (soms twee) bonen aanwezig. De p l a n t a f s t a n d was 50 x 10 cm.

Elk vakje b e s l o e g een o p p e r v l a k t e van + 2 x 2-§ m.

3« U i t v o e r i n g van de p r o e f .

De bomen werden op 5 J u n i t e r p l a a t s e gelegd ( p e r pol d r i e b o n e n ) .

Kort h i e r v o o r was de grond j u i s t g e s p i t , zodat deze wat t e l o s was, v o o r a l

l a n g s de Y/estzijde van h e t proefveld waar voorheen een pad had gelegen

was d i t h o t g e v a l . J u i s t op d i t g e d e e l t e kwamen de bonen minder goed o p .

IIa opkomst vonden de c u l t u u r z o r g e n s t e e d s n o m a à l p l a a t s . Er werd v i e r m a a l

geoogst en d i r e c t na de l a a t s t e oogst werd h e t gewas opgeruimd.

4 . Waarnemingen gedurende fte g r o e i p e r i o d e .

De waarnemingen gedurende h e t g r o e i s e i z o e n v e r r i c h t hebben v o o r a l b e

-t r e k k i n g op a a n -t a s -t i n g door z i e k -t e n , g r o e i k r a c h -t en b l a d k l e u r . Voer b e i d e

laatstgenoemde onderdelen z i j n op 24 J u l i c i j f e r s gegeven, Eoe hoger c i j

-1 ) . E l d e r s op de t u i n i s de s e l e c t i e van Gebr. v . d . Berg v e r g e l e k e n met de

s e l e c t i e van van IJaraen. Tussen beide s e l e c t i e s werden geen v e r s c h i l l e n

waargenomen.

(2)

2.

fer des te sterker de groei en hoe hoger cijfer des te donkerder de blad-kleur (aie tabel 1 ) .

Tabel 1. Cijfers voor groeikracht en bladkleur op 24 Juli.

Dubbele V/itte zonder draad 5\irore Bevelander Golden Llay Toorluk

j

jBlok

I A

4.5

i

7

f 7.5

6

7

Groeikracht Blok

B

7.5

6

4.5

4.5

7

i Blok C

! 7.5

! 8

1

5

! 6.5

i 6

i, Blok D

4.5

7

5.5

3.5

7

Genie .

6 i

i

7 i

5.6 t

5.1

6.8 !

Blok A

8

7

8.5

5

6o5

Bladkleur Blok 3 ;

8

! 7.5

j 8o5

: 3

! 6 Blok C

! 8

I 8

; 8

i

; 5

; 6.5

Blok D

7.5

7.5

8,5

4

6

Ges.

7.9

7.6

8.4

4.3

6.3

Bij het geven van cijfers voor de groeikracht zijn de plekken waar de

bo-nen slecht waren opgekomen steeds buiten beschouwing gelaten. Uit de cij-fers blijkt, dat de gemiddelde verschillen in groeikracht niet groot wa-ren, afgezien hiervan hebben deze cijfers nog maar een betrekkelijke waar-de. Een ras dat b.v. vroegtijdig door een virusziekte wordt aangetast, zal als gevolg hiervan minder gsed groeien. ïïaarschijnlijk is het lage cijfer bij Golden Hay hierdoor verklaarbaar. Onder andere omstandigheden kan dus eenzelfde ras een gêsheel andere groei vertonen.

Ook wat de bladkleur betreft, moet op de betrekkelijke waarde van de cijfers worden gewezen. Phaseolus virus II b.v. kan ook een lichtkleuring van het blad tengevolge hebben. Overigens blijkt, dat er toch aanzienlij-ke verschillen kunnen worden geconstateerd. Vooral Golden Llay viel op door een lichte kleur en Bevelander viel op door een zeer donkere kleur. In tabel 2 zijn uitgezet het percentage weggevallen planten (meestal slecää opgekomen) en de windschade.

Tabel 2. Percentage weggevallen planten en windschade.

I

! Dubbele Witta ; sonder draad ' Furore i Bevelander i Golden May j Voorluk Percentage Blok A S

40

12

10

7

5

Blok B

7

12

25

7

5

weggevallen planten Blok C

28

6

50

25

40

Blok D 10 10 ! 3 3 !

25

! 20

Gem o S

21.3 ;

10

29.5 ;|

16 I!

17.5 Ü

lok Blok

6 i 7

8,5 j 8

8 i 7

8 ; 7

8.5 8

Windschade Blok C

! 7.5

8.5

7

; 8.5

;

7.5

Blok |Gem.

6

U.6"

l i

8 |8.3

7.5 i 7.4

6 ! 7.4

8

;

8

Uit het percentage weggevallen planten mag niet de conclusie worden

(3)

getrokken, dat het ene ras neer wegvalt of onder wat ongunstiger omstandig-heden wat minder opkomt dan het andere ras. Bovengenoemde percentages kun-nen in hoofdzaak gebruikt worden om eventuele niet verwachte

oogstverschil-len nader te verklaren«

Wat de windschade betreft, vial het bij de waarnemingen op dat de twee meest Noordelijk gelegen vakjes naar verhouding het meeste hadden geleden. Ondanks deze invloed van de standplaats mag toch wel de conclu-sie worden getrokken, dat Dubbels Witte zonder draad het meest van de wind te lijden had„ Vaak ziet men, dat een ras dat ernstiger door

virus-ziekten is aangetast tevens meer windschade vertoont.» ^e resistentie te-gen deze ziekten wordt hierdoor van een nog groter belang.

Oyrßtreden ziekten.

Enige malen zijn aantekeningen gemaakt omtrent ziekten die in de ver-schillende rassen optraden. Luis kwam overal in een betrekkelijk lichte mate voor. Anderzijds werd toch wel de indruk verkregen, dat de minder

groeiende rassen, zoals b.v. Dubbele Witte zonder draad van de luizen meer te lijden hadden dan de rassen met minder virusziekten, die groei-krachtiger waren.

nibbele Witte zonder draad had in ernstige mate van rolmozaiek te lij-den. Daarnaast kwam matig tot veel topnecrose en scherp mozaiek voor. Hierdoor ontstonden ook vrij grote gele, later bruinwordende vlekken in het blado Van deze ziekten trad rolmozaiek het eerst op. Reeds in het begin konden enkele sterk docr rolmozaiek aangetaste planten worden aan-gewezen. V/aarschijnlijk zijn dit z.g. carriers geweest.

Purore was aanvankelijk geheel gezond. Slechts êên plant bleek in Juli reeds docr rolmozaiek te zijn aangetast. In Augustus trad in enkele planten topnecrose op. Ook kon toen iets scherp mozaiek worden waargeno-men. Het blad is in het algemeen lang groen gebleven en wij nemen aan, dat de productie niet noeaenswaard dooi- de opgetreden virusziekten is "benadeeldo

Bevelander v/as nog weer iets gezonder dan Furore» In Augustus werd slechts een enkele plant met iets topnecrose en iets scherp mozaiok aan-getroffen. Deze aantastingen v/aren zo gering, dat zij de productie abso-luut niet hebben kunnen beïnvloeden.

Het gewas van Golden Llay maakte een vrij slechte indruk. Heeds eerder werd de lichte bladkleur vermeld. Aanvankelijk werd in dit verband aan een

raseigenschap gedacht, doch later werd de indruk verkregen, dat scherp mozaiek hiervan ook de veroorzaker zou kunnen zijn. Juist omdat deze

(4)

Mindere groei (zie tabel 1) v/eer verklaard worden. Eehalve dit (waarschijn-lijk) scherp mozaiek kwam ook duidelijk rolmozaiek voor. Eeeds in Juli waren alle bladeren gerold. Slechts enkele planten hadden zeer typisch rolmozaiel:. Topnecrose kwam hier nist voor.

Voorluk vertoonde in Juli reeds duidelijk een lichte aantasting van scherp mozaiek. Eolnozaiek was toen tot enkele "blaadjes beperkt. Vooral de scherp mozaiekaantasting is later toegenomen. Topnecrose kwam ook hierin niet voor0

6. Potato

In bijlage I staat voor elk vakje afzonderlijk de geoogste hoeveelheid per oogstdatum vermeld. Hieronder in tabel 3 staat de totaaloogst per va$je.

Tabel 3» Totaaloogst per vakje.

: Dubbele Witte ; zonder draad ! Furore j

I

Bevelander » Golden Hay Voorluk j Blok A

7450

6880

8360

9310

5520

Blok B

657O

7110

6410

6430

8C00 Blok C

66O5

9470

725O

6275

7090

; Blok D

'•

5 2 2 O

8215

852O

' 364O

'•

7745

; Totaal

; 25.845

ij

!{ 31.675

!. 30.540

:| 25.655

- 28.355

Uit tabel 3 blijkt, dat Furore en Bevelander de hoogste en Dubbele Witte zonder draad en Golden Kay de laagste opbrengst gaven. Voorluk nam min of meer een tussenpositie in. De verschillen zijn echter weinig betrouwbaar. Zo gaf Golden Hay in blok A de hoogste en Voorluk in blok B de hoogste opbrengst. Zelfs het ras Dubbele Witte zonder draad, dat zeer ernstig door ziekten was aangetast, gaf islfs in geen enkel blok de laag-ste opbrengst. Anderzijds blijkt echter, dat de beide rassen die het minst door ziekten waren aangetast de hoogste opbrengst gaven en als zo-danig is de eigenschap "resistentie tegen ziekten" toch van belang geble-ven. Opgemerkt zij echter, dat de invloed van de resistentie tegen be-paalde virusziekten niet door grote oogstverschilien blijkt. Anderzijds is bij Bevelander de opbrengst gedrukt doordat een groot percentage van de planten is weggevallen of niet opgekomen.

Bij het oogsten bleek, dat de peulen van Voorluk het gemakkelijkst van de struik loslieten.

(5)

7« Ooffstverloop en vroegheid.

In tabel 4 is het percentage geoogst op 14 Augustus (de tweede oogst-datum) uitgezet.

Tabel 4« Het percentage geoogst op 14 Augustus,

Dubbele V/itte zonder draad Purore Bevelander Golden üay Voor luie Blok A i: 7 5'5

il 71.6

i; 35.1

ï

89»5

:

51.7

• Blok B !

I 75.6

i

! 86.8

! 55.4

| 90o5

! 88.9

Blok C |

75.6 !

i

71.2

42.1 !

85.3

49.2

Blok D

53.6

82.2

42.2

82.8

70

Gom .

71.3

i

; 77-4

1

43.1

:

87.7

:

66.6

Qndat het percentage op een bepaalde datum geen geheel betrouwbare maatstaf is, vooral omdat bij een grote totaalocgst dit percentage laag uitvalt, is in grafiek no 1 bovendien het oogstverloop (over de vier blokken gemiddeld) uitgezet.

Uit tabel 4 blijkt, dat Bevelander zeer laat en Golden Kay vroeg was. Tussen de overige werden slechts kleine, weinig betrouwbare verschillen geconstateerd.

Uit de grafiek blijkt, dat -"urore op de eerste en tweede oogstdatum evenveel kg leverde als Golden May. In een percentage uitgedrukt is Golden Hay dus wel vroeger, doch voor de practijk heeft Purore wat vroeg-heid betreft minstens even goed voldaan. Uit de grafiek blijkt ook duide-lijk, dat de Bevelander laat is. ïïiet alleen komt dit tot uiting in een lagere opbrengst gedurende de eerste twee oogstdata, doch ook in een hogere opbrengst op de beide laatste oogstdata. De curve van Bevelander blijft dan vrij sterk omhoog lopen. De curve van Golden May verloopt in die periode juist zeer vlak.

8* De kwaliteit.

Door waarnemingen bij de oogst, speciaal vat betreft vorm en kleur, door op twee oogstdata van een dertigtal peulen de lengte, breedte en dikte te meten, door een honderdtal peulen te sorteren in rechte, kromme en te korte peulen en door deze honderd nogmaals te verdelen in volkomen gave, door wind beschadigde en anderszins besehadigde peulen werd mede een indruk verkregen omtrent de uitwendige kwaliteit. V/aamemingen betref-fende vorm en kleur vonden ook plaats in verband met kwaliteit. Door het

nemen van een kook- en smaakproef werd tenslotte een indruk van de inwen-dige kwaliteit verkregen. De gemiddelde gegevens omtrent de kwaliteit

(6)

6.

Tabel 5. De kwaliteit van de peulen.

aantal peulen per -g- kg

percentage gave peulen ! percentage door wind beschadigde peulen

percentage zieke peulen j percentage rechte peulen

percentage sterk kromme peulen percentage te korte peulen gem. lengte van de peulen in cm gem. breedte van de peulen in cm

gem. dikte van de peulen in cm ]

smaak van de peulen { kooktijd van de peulen in minuten

-Dubbel« zonder 2de oogst— datum

101

49

44

13

77

16

?

9*9

Oo94 0.78

5

45

3 Witte draad 3de oogst-datum

132

30

68

3

82

10

8

8.6

0,98 0.77 7 ' 31 . Purore 2de oogst— datum ! 94

I

S*

l

3 4

! 18

I 77

: 2 3

3

|10.3 10.94 f0.75 * 10 ' 40 ; 3de oogst— datum

100

20

80

7

68

7

25

9.2

1.06 0.91

5

43

Bevelander 2de oogst— dattim | 101

I 47

i 47

i.

1 13

i

81

! u i

I 5

i

J10.9

|0,96

!o,8l

f 4o5 i

: 27

3de OOgst-: datum •

88

32

68

1 i

78

15

7

10.3

1.04 !

Golden May 2de joogst-•datum ; 105

52

47

\

11

73

I

15

! 12

J10.5

•0.89

0.86 iïo.83

! , 5 ! 1 31 |

i 7

i 45

3de oogst— datum

118

19

81

1

65

13

22

10.2 ;

O.98 j

0.95 |

10 !

35

I

Voorluk ;2de ioogst-idatum

l

91

f I 54 37 1 ! 16 i 78 I 2 1

1

110.8

io.92

1 0.80

8.5

1

30

1

3de oogst-datum

96

32

64

14

77

5

18

9^

0.98 0.93

9

30

Het aantal peulen per •£ kg varieerde maar zeer weinig. Op de tweede

oogstdatum waren de aantallen bij Purore en Voorluk wat kleiner. Dit kan dus op iets zwaardere of grotere peulen wijzen. Ook op de derde oogst-datum waren van deze rassen de aantallen per £ kg minder hoog. In nog

sterkere4ate was dit nu echter bij Bevelander het geval. Waarschijnlijk zijn de peulen van dit ras, doordat het gewas gezond bleef, voor de derde oogstdatum grover uitgegroeid. De grote aantallen per -|- kg bij Dubbele Witte zonder draad en Golden May kunnen misschien verklaard worden uit de geringere groeikracht in deze periode. Het percentage gave peulen was op de tweede oogstdatum aanzienlijk hoger dan op de derde. Met het

percentage door wind beschadigde peulen v/as het omgekeerde het geval. Het percentage ziek had vooral betrekking op luisaantasting. Deze was juist op de tweede oogstdatum weer hogero bussen de rassen waren in het algemeen weinig verschillen te zien. V/aarschijnlijk is het weer in het al-gemeen gunstig geweest, zodat geen grote verschillen in vatbaarheid voor windschade konden optreden. Vermeld zij hier nog, dat ook de

geconstateer-de windbeschadiging van zeer geringe aard was. In het percentage rechte bonen kwamen geen duidelijke verschillen sroor. Het percentage kromme was op de tweede oogstdatum vaak iets hoger dan op de derde. Mogelijk kan

dit samenhangen met het feit, dat bepaalde peulen toen meer op de grond hingen. Het percentage te korte peulen was op de derde oogstdatum steeds hoger dan op de tweede.Dubbele "ïtte zonder draad en Bevelander hadden

(7)

van dit korter worden in mindere mate last dan de overige rassen. De &or-tere peulen waren wel breder en dikkerj waarschijnlijk tengevolge van het niet op tijd plukken. Bij vergelijking van de rassen onderling blijkt, dat da peulen van Dubbele Witte zonder draad het kortst waren. De twee gezondste rassen Purore en Bevelander gaven gemiddeld de breedste en Golden Llay gaf gemiddeld de dikste peulen. De peulen van dit ras waren rolrond, niet volrond. Wat de smaak betreft werd een hoger cijfer gegeven naarmate deze beter was. De in tabel 5 gegeven cijfers zijn gemiddelde cijfers. Aan de smaakproeven namen namelijk 8 personen deel. Op de tweede oogstdatum werd vooral Furore en daarnaast Voorluk hoog gewaardeerd om de smaak. Golden May nam een tussenpositie in. Op de derde oogstdatuia werd aan dit ras het hoogste cijfer voor smaak gegeven, terwijl Voorluk weder-om op de tweede plaats volgde. Purore werd toen minder hoog en Dubbele Witte zonder draad juist hoger gewaardeerd. Het ras Bevelander had dus

gemiddeld de minst goede smaak en Voorluk de beste. Op de tweede oogstda-tum werden Dubbele Witte zonder draad en 3evelander flauw van smaak ge-noemd. Bij kookproeven viel op, dat zowel op de tweede als op de derde oogstdatum Bevelander en Voorluk snel gaar waren. Op de derde oogstdatum was Dubbele Witte zonder draad ook snel gaar. Vliezigheid werd bij geen

der rassen aangetroffen.

De kleur werd niet vastgelegd door het geven van cijfers. We volstaan hier met de opmerking, dat deze bij Voorluk het lichtst was. Daarna kwa-men achtereenvolgens Purore, Golden Kay, Dubbele Witte zonder draad en Bevelander. Golden Llay had bovendien een iets glimmende kleur of m.a.w, een minder zachtgroene kleur en was daarom ook minder goed met de andere

rassen vergelijkbaar. Uiterlijk voelden Bevelander en Dubbele Witte zonder draad het zachtst aan. Voorluk was het meest vlezig (weinig uitstekende

bonen). Purore stond wat dit betreft tussen Dubbele Witte zonder draad en Voorluk in. Reeds eerder werd opgemerkt, dat Golden May in haar geheel grover en meer rolrond wa30 levelander geleek steeds in alle opzichten op Dubbele Witte zonder draad, doch was echter, waarschijnlijk door het gezondere gewas, steeds wat grover.

9« Beschrijving van de rassen.

Op grond van de door deze proef verkregen gega^ns kan van de rassen de volgende korte beschrijving worden gemaakt:

Dubbele Witte ^02.<3£r_d£aü;(ii

Zeer vatbaar voor Phaseolus virus I en II. llede hierdoor was de opbr minder hoog. De kwaliteit was goed wat betreft kleur en vorm van d®

(8)

8.

furore_j_

Was aanvankelijk zeer gezond en vertoonde weinig windbeschadiging in het gewas. De opbrengst was het hoogst en voldeed ook voor vroeg zeer

goed. De peulen v/aren zeer goed van vorm, naar de kleur had iets donker-der moeten zijn.

Beve^ander^

Evenals voorgaand las practisch gezond en geen windschade. Gaf ook een hoge opbrengst, doch was laat. De kwaliteit van de peulen stemde overeen net die van Dubbele Witte zonder draad. Door meer groeikracht of minder

ziektenaantasting groeiden ze echter wat groter uit. De smaak werd minder goeà bevonden.

Gol&.enmJïapjL

Het gewas vertoonde veel scherp mozaiek en waarschijnlijk mede hier-door een lichte bladkleur. De oogst viel vroeg, de opbrengst was niet hoog. De uitwendige kwaliteit van de peulen was minder goed. Zij waren n.1. rolrond, niet geheel recht en iets glimmend groen.

7o£rluk,

Was vrij vatbaar voor scherp mozaiek. Het oogsten vond gemakkelijk plaats. De opbrengst was middelmatig. De vorm van de peulen was mooi en de smaak goed. De kleur was echter zeer licht.

^•«Slotconelusies.

De eigenschappen van de beproefde bonenrassen liepen vrij veel uiteen. Geen enkel ras voldeed voor 100 $• Gemiddeld echter hebben Furor® en Be-velander het best voldaan. Het zal aanbeveling verdienen met het nemen van rassenproeven door te gaan. Juist omdat de weersomstandigheden ook voor een groot deel bepalen of een bepaald ras b#tef<bf minder voldoet moeten de proeven gedurende meerdere jaren worden genomen.

Naaldwijk, 17 Maart 1954» De proef nemer,

J, H. Groenewegen.

20-5-'54

(9)

Blok 3) Blok C Plattegrond.

f

< ! ! t t < i t )

i

1 1 ! !

4

1

2

5

3

5

3

4

1

2

i i

1 3

! 2

1 5

1 1

1 j 4

1

2

3

4

5

J

I

N

A

Blok B Blok A 2 tn « 4 rijen 2S" in

(10)

B i j l a g e I .

Oogst p e r vale j e .

Datum 3>ubbele Witte |Furore

zonder draad '

Bevelander p o l d e n Lïay Voorluk

Blok A. ; 4 Augustus ; 430 i 14 Augustus 5I9O 25 Augustus 1430 7 September 400 Totaal | 7450

Percentage van het to- ; taal op de tweede oogst—

da tun 75» 5 2O7O 2850 I9OO 60 58O 235O 446O 970 3230 5100

730

25O

1150 1700 2420

250

6880 836O 9310 71.6 35.1

.

8

2«5

5520

5V-31 ok B« 4 Augustus 14 Augustus 25 Augustus 7 September Totaal

Percentage vsn het to-taal op de tweede oogst-datum 760 4200 1080 530 1260 49OO 85O 100 6570 75.6 7110 86.8 300 3250 2200 660 6410

55.4_

1810 4000 570 50 6430

.90.5

1400 5700 800 100 8000

88.$

Blok C. 4 Augustus 14 Augustus 25 Augustus 7 September Totaal

Percentage van het to-taal op de tweede oogst-datum 1100 3930 1275 300 1900 4850 2640 80 6605 9470 .75.6 _ j_ _ 71.2 260 279O 35OO 700 2050 3300

885

40

480

3010 3300

300

7250

6275

42.1

85.3.

7090

.42*2

Blok P. 4 Augustus 14 Augustus 25 Augustus 7 September 550 225O. 2200 220 Totaal

Percentage van het to-taal op de tweede oogst-, datum 5220

53.6

1900 4850 1265 200 510 308O 423O 700 1150 1860

600

30

H O U 4020 2125

200

8215 8520 3640 82.2' 42.2 82.8

7745

70.0

(11)

Graft e I /.

. Voorluk.

Golden Way.

J3eve?an der.

Furar£.

7

7

7

^Z3zi36e/e l/Vt//e zander /draad.

/

K.Û oh&rengsif Jber ra~$.

32-

3o-23

M

2V-

22-

2û-/â

/S

/y-

/2-

/o-

â-

6-

y-

2-ô

/ f

*u

«/*

x/s

Ws

J?*l!.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Speler E kan nu (op twee manieren) een even drietal maken en dus winnen. En als je dat gelukt is, mag je ook een analyse proberen te maken van hetzelfde spel maar nu

Minder bekend is, wat voor vorm een lens moet hebben om een evenwijdige bundel zuiver door één brandpunt te laten gaan.. We zullen hieronder laten zien dat dit inderdaad

Vroeger leerden we in de eerste meetkundeles: 'De kortste verbinding tussen twee punten is de rechte lijn.' Maar zoals alles bUjkt ook dit maar betrekkelijk te zijn,

Zou er een kromme te vinden zijn, gaande door dezelfde drie punten, die een derde deel van de rechthoek

Het merkwaar- dige is namehjk dat de opgaven van de IWO in zoverre 'elementair' zijn, dat elke goede vwo-leeriing in principe voldoende voorkennis heeft om ze op

Deze regels laten echter een aantal veel- vlakken toe die niet kunnen ontstaan door het verlengen van zijvlakken of rib-.. ben van een regelmatig

neemt ongeveer tien dagen in beslag: twee ochtenden (zeer moeilijke) opgaven ma- ken, en daarna excursies, ontvangsten, etc. Intussen wordt het werk gecorrigeerd door

is het tweetallige. waard, telkens een faktor tien meer. telkens een faktor twee meer. Voor de andere moeten we oneindige slierten van nullen en enen achter de