Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
HERSENABCES BIJ IMMUUNCOMPETENTE PATIENTEN:
ENDOGENE INFECTIE IN DE FRONTALE HERSENKWAB
• Klinische aspecten en commentaren
o Meestal odontogeen of secundair aan paranasale sinusitis.
o Tekens en symptomen van toegenomen intracraniële druk (hoofdpijn, nausea, braken), gewijzigde mentale status, koorts (afwezig bij > 30% van de patiënten), spasmen (komen voor bij 70% van de patiënten). o Meestal geen focale neurologische afwijkingen.
• Betrokken pathogenen
Infectie is vaak polymicrobieel, zelfs wanneer uit de cultuur slechts 1 pathogeen kan geïsoleerd worden. o Streptokokken (Streptococcus anginosus groep, Streptococcus pneumoniae).
o Anaëroben.
o Staphylococcus aureus [zeldzaam bij patiënten met een negatieve hemocultuur (vaak geassocieerd met infectieuze endocarditis)].
o Haemophilus influenzae.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes. Eerste keuzes. Ceftriaxone + metronidazole. Ceftriaxone + ornidazole. Alternatieven. Penicilline G + metronidazole. Penicilline G + ornidazole. Meropenem. o Standaard posologieën. Ceftriaxone: 2 g iv q12h. Meropenem: 2 g iv q8h. Metronidazole: 500 mg iv q8h of 1,5 g iv q24h. Ornidazole: 1 g iv q24h.
Penicilline G: 3 tot 4 miljoen internationale eenheden iv q4h.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: geen vergelij-kende gegevens beschikbaar om de optimale duur te bepalen, evenmin als om sequentiële orale therapie te ondersteunen.
Enkel medische behandeling: 42 tot 56 dagen (ook in geval van meerdere abcessen).