• No results found

Hoofdstuk 12 : Exponenten en Logaritmen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoofdstuk 12 : Exponenten en Logaritmen"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PARAGRAAF 12.1 : EXPONENTIËLE GROEI

LES 1 EXPONENTIËLE FUNCTIES

DEFINITIE EXPONENTIËLE FUNCTIES

• Algemene formule : N = b · gt waarbij

b = beginhoeveelheid t = tijd g = groeifactor

• Exponentiële functies gebruik je als :

- Iedere keer met hetzelfde getal vermenigvuldigd wordt (x3) - Iedere keer hetzelfde percentage erbij komt of eraf gaat. ( Iedere keer + 3%  Iedere keer vermenigvuldigen met 1,03)

VOORBEELD 1

Op 1 jan 2003 zet Harrie 500 euro op de bank. Hij krijgt 6% rente per jaar. a. Is dit lineair of exponentieel ? Waarom ?

b. Bepaal de formule en bereken daarmee het bedrag na 5 jaar.

c. Bereken in welk jaar het bedrag voor het eerst meer dan verdubbeld is.

Jan zet op 1 jan 2003 700 euro op de bank. Hij krijgt €50 rente per jaar d. Stel de formule van Jan op

(2)

OPLOSSING 1

a. Exponentieel, iedere keer +6%  x 1,06. b. N = 500⋅1,06t.

c. N(5) = 500⋅1,065 = 669,11 (euro’s dus 2 decimalen)

d. 1000 = 500⋅1,06t

(1) Y1 = 500⋅1,06t en Y2 = 1000 (2) Intersect

(3) x =11,9 = 12 jaar (rente krijg je pas aan het einde) Dus in 2003 + 12 = 2015

e. Nu komt er iedere keer een vast bedrag bij (+50). Dus nu een lineaire formule : 𝑦𝑦 = 700 + 50𝑡𝑡

f. Harrie > Jan 500 ⋅ 1,06𝑡𝑡> 700 + 50𝑡𝑡

Eerst oplossen 500 ⋅ 1,06𝑡𝑡 = 700 + 50𝑡𝑡

(1) 𝑌𝑌1 = 500 ⋅ 1,06𝑥𝑥 𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑌𝑌2 = 700 + 50𝑥𝑥

(2) Intersect

(3) x = 21,97 = 22 jaar (rente krijg je pas aan het einde) Dus in 2003 + 22 = 2025

EXTRA:

(3)

LES 2 : GROEIFACTOR BEREKENEN

VOORBEELD 1

Een bacterie groeit met 12 % per dag. Bereken de groeifactor en het groeipercentage per a. 2 dagen b. week c. halve dag d. uur OPLOSSING 1 100 + 12 = 112  112/100 = 1,12 Groeifactor per dag 1,12

a. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔2𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑= 𝑔𝑔2= 1,122= 1,2544 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 125,44 − 100 = 25,44% b. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔𝑤𝑤𝑑𝑑𝑑𝑑𝑤𝑤 = 𝑔𝑔7 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑= 𝑔𝑔7= 1,127= 2,2107 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 221,07 − 100 = 121,07% c. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔1 2 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑= 𝑔𝑔 1 2= 1,1212= 1,0583 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 105,83 − 100 = 5,83% d. 𝑔𝑔 = 1,12 𝑔𝑔𝑢𝑢𝑢𝑢𝑢𝑢= 𝑔𝑔1 24 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑= 𝑔𝑔 1 24= 1,12 1 24= 1,0047 𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 100,47 − 100 = 0,47%

(4)

VOORBEELD 2

Een andere bacterie verdubbelt in 10 jaar. Bereken het groeipercentage per jaar.

OPLOSSING 2

Je kunt dit op 2 manieren oplossen :

(1) Neem als beginhoeveelheid bijvoorbeeld 100 en gebruik de formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡.

Dit geeft :

100 ∙ 𝑔𝑔10= 200

𝑔𝑔10= 2

𝑔𝑔 = 2101 = 1,072 dus 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝐺𝐺𝐺𝐺𝑒𝑒𝑒𝑒𝑡𝑡𝐺𝐺𝑔𝑔𝑒𝑒 = 7,2%

(2) Het verdubbelt in 10 dagen. Dus 𝑔𝑔10 𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑 = 2

(5)

PARAGRAAF 12.2 GROEIFORMULES

LES 1 : EXPONENTIËLE FORMULE BEPALEN

VOORBEELD 1

Een hoeveelheid neemt exponentieel af. Op 𝑡𝑡 = 3 is 𝑁𝑁 = 505 en op 𝑡𝑡 = 8 is 𝑁𝑁 = 150.

Stel de formule op van N.

OPLOSSING 1

Je kunt een stappenplan gebruiken : (1) Formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡

(2) Groeifactor berekenen 𝑔𝑔…𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑𝑑= 𝐴𝐴𝐴𝐴ℎ𝑡𝑡𝑑𝑑𝑢𝑢𝑡𝑡𝑡𝑡𝑑𝑑𝑉𝑉𝑉𝑉𝑉𝑉𝑢𝑢𝑡𝑡𝑡𝑡𝑑𝑑

(3) Beginwaarde b berekenen door een punt in te vullen (4) Formule opschrijven

(6)

(1) Formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡

(2) Groeifactor uitrekenen. Dit kan op twee manieren :

(2.1) Neem als beginhoeveelheid 505 en gebruik de formule 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 𝑔𝑔𝑡𝑡 :

150 = 505 ∙ 𝑔𝑔5 (of los dit op met intersect)

𝑔𝑔5=150 505= 0,297.. 𝑔𝑔 = 0,29715= 0,784 (2.2) 𝑔𝑔5 𝑗𝑗𝑑𝑑𝑢𝑢𝑑𝑑𝑑𝑑 =150505= 0,297.. 𝑔𝑔1 𝑗𝑗𝑑𝑑𝑑𝑑𝑢𝑢= 0,297 1 5= 0,784 (methode boek) (3) beginwaarde uitrekenen Je weet 𝑁𝑁 = 𝑏𝑏 ∙ 0,748𝑡𝑡

Punt (3,505) invullen 505 = 𝑏𝑏 ∙ 0,7483 (of intersect)

𝑏𝑏 = 0,78435053 = 1048

(7)

LES 2 : VERZADIGINGSNIVEAU BEPALEN

DEFINITIE

• Verzadigingsniveau = { y-waarde waar de formule op termijn naar toe gaat } • Verzadigingsniveau berekenen  t heel groot maken (t = 1000000)

VOORBEELD 1

Beredeneer het verzadigingsniveau en de praktische betekenis van

a. De hoeveelheid medicijn (M) in het bloed gedraagt zich volgens de formule 𝑀𝑀 = 1 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡

b. Het aantal bacteriën (B) groeit volgens de formule 𝐵𝐵 =6+3∙0,4180 𝑡𝑡

c. Beredeneer of de formule van B stijgend of dalend is.

OPLOSSING 1

a. 𝑡𝑡 ℎ𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑡𝑡 ⟹ 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 0 ⇒ 1 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 1

Dus het verzadigingsniveau is 1 (gram)

Dit betekent dat er altijd 1 gram medicijn in het bloed blijft !!!

b. 𝑡𝑡 ℎ𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒𝑒 𝑔𝑔𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝐺𝑡𝑡 ⟹ 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ≈ 0 ⇒ 6 + 3 ∙ 0,2𝑡𝑡 ≈ 6 ⇒ 180 6+3∙0,4𝑡𝑡=

180

6 = 30

Het aantal bacteriën (B) gaat op lange termijn naar 30

c. 𝑡𝑡 ↑ ⇒ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 6 + 3 ∙ 0,4𝑡𝑡 ↓ ⇒ 180 6+3∙0,4𝑡𝑡

Dus een stijgende functie.

OPMERKING

Je kunt c al beredeneren omdat op t = 0 er 𝐵𝐵 =6+3∙0,4180 0=1809 = 20 beestjes zijn en het

(8)

PARAGRAAF 12.3 : LOGARITMEN

LES 1 LOGARITMEN

DEFINITIE LOGARITMEN

Hoofdregel : 𝑔𝑔𝑡𝑡 = 𝑏𝑏 ⇔ 𝑡𝑡 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) met domein 𝑏𝑏 > 0

Voor logaritmen uit je hoofd berekenen gebruik je de hulpregel • Hulpregel : 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔)𝑡𝑡 = 𝑡𝑡

Voorbeeld 1 Bereken uit je hoofd

a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (9) = b. log�√27�. 3 c. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �. 2 12Oplossing 1 a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (9) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (32) = 2 b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔�√27�. 3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔�√33� = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �(33) 1 2 � = . 3 . 3 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �31 1 2 � = . 3 112 c. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �. 2 12�= 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(2. 2 −1) = −1 Opmerking

Als je op de GR 𝑦𝑦 = log (2𝑥𝑥 + 1)6 wil intikken, moet dit als volgt doen :

(9)

PARAGRAAF 12.4 WERKEN MET LOGARITMEN

LES 1 : LOGARITMISCH PAPIER

DEFINITIES

Op logaritmisch papier is :

• de macht lineair (iedere keer + 1)

wordt in een stapje alles 10 keer zo groot

de formule y = b⋅gt (exponentiële) een rechte lijn !!!!

VOORBEELD 1

(10)

LES 2 : REKENREGELS LOGARITMEN

REKENREGELS LOGARITMEN

De belangrijkste 4 regels zijn :

(1) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺 ∙ 𝑏𝑏) 3𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 (5) + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (5𝑥𝑥) (2) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑑𝑑 𝑏𝑏) 2𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 (10) − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔2 (5) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔2 ( 10 5) = 1 (3) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 �𝐺𝐺𝑤𝑤� = 𝑘𝑘 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) 3𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝐺𝐺5) = 5 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔3 (𝐺𝐺) (4) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔)𝑡𝑡 = 𝑡𝑡 7𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(7)5 = 5

Er zijn ook nog een aantal regels die handig kunnen zijn :

(5) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (1) = 0 7𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(1) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔7 (70) = 0

(6) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(𝐺𝐺) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔10 (𝐺𝐺) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(3) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔10 (3)

(7) 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝐺𝐺) =𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (𝑑𝑑)𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (𝑑𝑑) 8𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 (20) =𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (20)𝑙𝑙𝑉𝑉𝑑𝑑 (8)

(11)

VOORBEELD 1

Bereken exact met de rekenregels a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(25)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)13 c. 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 = OPLOSSING 1 a. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6 ∙ 12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(72)3 3 3 b. 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(25)3 + 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)13 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(53 2)− 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5) = 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)3 3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(5)3 3 c. 2 ∙ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(6)3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(63 2)− 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(36)3 3 − 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(12)3 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 �3612� 3 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔(3) = 13 { want 31= 3 } VOORBEELD 2

Gegeven is de formule 𝑁𝑁(𝑥𝑥) = 3 + 6 log (𝑥𝑥). Bereken wat er gebeurt met de waarde van N als :

a. De waarde van x verdubbelt. b. De waarde van x halveert.

OPLOSSING 2

a. 𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 + 6 log(2𝑥𝑥) = 3 + 6 [ log(2) + log(𝑥𝑥) ] = 3 + 6 log(2) + log(𝑥𝑥) 𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 +1,81+ log (𝑥𝑥)

De waarde van N neemt dan altijd met 1,81 toe.

b. 𝑁𝑁 �12𝑥𝑥� = 3 + 6 log �12𝑥𝑥� = 3 + 6 � log �12� + log(𝑥𝑥) � = 3 + 6 log �12� + log(𝑥𝑥) 𝑁𝑁(2𝑥𝑥) = 3 −1,81+ log (𝑥𝑥)

(12)

PARAGRAAF 12.5 GROEISNELHEID

LES 1 : HET GETAL E

We kijken naar een paar afgeleiden VOORBEELDEN a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 2,5𝑥𝑥 → 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 0,916 ∙ 2,5𝑥𝑥 b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥 → 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 1,10 ∙ 3𝑥𝑥 c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 2,718. .𝑥𝑥= 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓 ‘(𝑥𝑥) = 1 ∙ 𝑒𝑒𝑥𝑥= 𝑒𝑒𝑥𝑥 Dus er geldt 𝑓𝑓 (𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓 ‘(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥 OPMERKING

• Omdat e een getal is (en wel = 2,718…) is e2 = 7,389.. ook een getal en dus alle machten zijn getallen

VOORBEELD 1 Herleid a. 3𝑒𝑒 + 6𝑒𝑒 = b. 3𝑒𝑒2∙ 13𝑒𝑒2 = c. 𝑑𝑑𝑑𝑑2𝑥𝑥𝑥𝑥−3−9 = d. ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)2 = OPLOSSING 1 a. 9𝑒𝑒 b. 39𝑒𝑒4 c. 𝑑𝑑𝑑𝑑2𝑥𝑥𝑥𝑥−3−9 =(𝑑𝑑 𝑥𝑥−3)(𝑑𝑑𝑥𝑥+3) 𝑑𝑑𝑥𝑥−3 = 𝑒𝑒𝑥𝑥+ 3 d. ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)2 = ( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥)( 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥) = 1 + 𝑒𝑒3𝑥𝑥+ 𝑒𝑒3𝑥𝑥+ 𝑒𝑒6𝑥𝑥 = 𝑒𝑒6𝑥𝑥+ 2𝑒𝑒3𝑥𝑥+ 1

(13)

LES 2 : DIFFERENTIËREN VAN E-MACHTEN

DIFFERENTIËREN VAN E-MACHTEN

Hoofdregel voor e-machten : 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥 → 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥

OPMERKING

• Ook bij e-machten kun je productregel, quotiëntregel of kettingregel nodig hebben!!!

VOORBEELD 1 Differentieer a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 5𝑒𝑒3𝑥𝑥 b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 4𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥 c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥2 d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) =3𝑥𝑥−5𝑑𝑑2𝑥𝑥 OPLOSSING 1 Differentieer a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 5𝑒𝑒3𝑥𝑥∙ 3 = 15𝑒𝑒3𝑥𝑥 b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 4𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥+ 4𝑒𝑒𝑥𝑥 c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑥𝑥2∙ 2𝑥𝑥 = 2𝑥𝑥𝑒𝑒𝑥𝑥2 d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) =𝑑𝑑2𝑥𝑥∙2∙(3𝑥𝑥−5)−3𝑑𝑑2𝑥𝑥 𝑑𝑑4𝑥𝑥 = 6𝑥𝑥𝑑𝑑2𝑥𝑥−10𝑑𝑑2𝑥𝑥−3𝑑𝑑2𝑥𝑥 𝑑𝑑4𝑥𝑥 = 6𝑥𝑥𝑑𝑑2𝑥𝑥−13𝑑𝑑2𝑥𝑥 𝑑𝑑4𝑥𝑥 = 𝑑𝑑2𝑥𝑥(6𝑥𝑥−13) 𝑑𝑑2𝑥𝑥 ∙𝑑𝑑2𝑥𝑥 = 6𝑥𝑥−13 𝑑𝑑2𝑥𝑥

(14)

LES 3 : DE NATUURLIJKE LOGARITME { LN(X) }

DEFINITIES LN(X)

𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) = { de natuurlijke logaritme van x } 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑥𝑥)

Omdat ln(x) een logaritme is gelden alle logaritme regels! Bijvoorbeeld : • 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑒𝑒𝑥𝑥) = 𝑥𝑥{ 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑔𝑔𝑥𝑥) = 𝑥𝑥 }

𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒3) = 3

VOORBEELD 1

Los de volgende vergelijkingen exact op. Denk aan de regel : 𝑔𝑔𝑡𝑡 = 𝑏𝑏 ⇔ 𝑡𝑡 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (𝑏𝑏).

a. 𝑒𝑒𝑥𝑥= 10 b. 𝑒𝑒2𝑥𝑥+1= 18 OPLOSSING 1 a. 𝑒𝑒𝑥𝑥= 10 𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (10) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(10) b. 𝑒𝑒2𝑥𝑥+1= 18 2𝑥𝑥 + 1 = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔𝑑𝑑 (18) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(18) 2𝑥𝑥 = 𝑒𝑒𝑒𝑒(18) − 1 𝑥𝑥 =12𝑒𝑒𝑒𝑒(18) −12

(15)

REKENREGELS LOGARITMEN

De belangrijkste 4 logaritme regels in ln-vorm zijn : (1) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺) + 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺 ∙ 𝑏𝑏)

(2) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝐺𝐺) − 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑏𝑏) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑑𝑑𝑏𝑏)

(3) 𝑒𝑒𝑒𝑒�𝐺𝐺𝑤𝑤� = 𝑘𝑘 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝐺𝐺)

(4) 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒𝑡𝑡) = 𝑡𝑡

VOORBEELD 2 Herleid tot één vorm a. 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) = b. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒(13) = c. 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑒𝑒) + 2 = d. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 2 = OPLOSSING 2 a. 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) = 2 b. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒(13) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3 ∙ 13) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(39) c. 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑒𝑒) + 2 = (𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑒𝑒))2+ 2 = 1 + 2 = 3 d. 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 2 = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3) + 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑒𝑒2) = 𝑒𝑒𝑒𝑒(3𝑒𝑒2)

(16)

LES 3 : DIFFERENTIËREN VAN DE NATUURLIJKE LOGARITME LN(X)

DEFINITIE DIFFERENTIËREN VAN LOGARITMISCHE FUNCTIES

Hoofdregel : 𝒇𝒇(𝒙𝒙) = 𝒍𝒍𝒍𝒍(𝒙𝒙) → 𝒇𝒇(𝒙𝒙) =𝟏𝟏 𝒙𝒙 • Hulpregel : 𝒇𝒇(𝒙𝒙) = 𝒍𝒍𝒍𝒍𝒍𝒍 (𝒍𝒍 𝒙𝒙) → 𝒇𝒇(𝒙𝒙) = 𝟏𝟏 𝒙𝒙 𝒍𝒍𝒍𝒍(𝒍𝒍) VOORBEELD 1 Differentieer a. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑒𝑒 (𝑥𝑥2+ 5𝑥𝑥) c. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝑒𝑒3(𝑥𝑥) d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 𝑒𝑒𝐺𝐺𝑔𝑔 (3 6𝑥𝑥 + 7) OPLOSSING 1 Differentieer a. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 3𝑥𝑥 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) + 3 ∙1𝑥𝑥= 3𝑥𝑥𝑒𝑒𝑒𝑒(𝑥𝑥) +𝑥𝑥3 b. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 1 𝑥𝑥2+5𝑥𝑥∙ (2𝑥𝑥 + 5) =(2𝑥𝑥+5)𝑥𝑥2+5𝑥𝑥 c. 𝑓𝑓′(𝑥𝑥) = 3 ∙ 𝑒𝑒𝑒𝑒2(𝑥𝑥) ∙1 𝑥𝑥 { KETTINGREGEL MET u = ln(x) } d. 𝑓𝑓(𝑥𝑥) = 1 (6𝑥𝑥+7)𝑙𝑙𝑑𝑑(3)∙ 6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oppervlakte van de hele zijkant is dan de oppervlakte van de rechthoek plus de oppervlakte van de twee halve cirkels, dus deze oppervlakte is 300 + 79 ≈ 379 cm 2.. Je kunt in

Hierin is N het aantal bacteri¨ en en t de tijd in dagen sinds de laatste keer dat de deurklink is schoongemaakt.. Op 1 september 2016 is de deurklink voor het

Je wilt weten wat de kans is dat minstens 26 van de 40 schaatsers bij de laatste bocht in de buitenbaan sneller rijden, en vervolgens wil je deze kans vergelijken met

5p 3 † Stel een formule op voor N en bereken daarmee in welk jaar de hoeveelheid neerslag volgens de trendlijn voor het eerst groter zal zijn dan 850 mm.. Er zijn ook andere

5p 3 † Stel een formule op voor N en bereken daarmee in welk jaar de hoeveelheid neerslag volgens de trendlijn voor het eerst groter zal zijn dan 850 mm.. Er zijn ook andere

Van twee van deze stukken kan je de lengte makkelijk berekenen, namelijk van P Q en RS... Je moet dit dus met de

5p 2 Stel deze formule op en bereken met deze formule in welk jaar er voor het eerst meer dan 1700 wilde zwijnen aangereden worden... Eindexamen vwo wiskunde C 2012

Met dezelfde manier van redeneren als in de vorige vraag zou deze kans voor een standaardafwijking σ gelijk zijn aan (de notatie is weer zoals op de Ti-84 plus).. normalcdf(–10 99