• No results found

Taalcultuur-economie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Taalcultuur-economie"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 02 mei 2015

Taalcultuur = economie

Leonie Cornips (1960, Heerlen), bijzonder hoogleraar

Taalcultuur in Limburg aan de Universiteit Maastricht, doet

onderzoek naar de relatie tussen de gesproken talen en

dialecten in Limburg en de identiteit die eraan ontleend wordt.

Hier doet ze tweewekelijks persoonlijk verslag van haar

zoektocht.

T

aalkundigen onderzoeken de grammatica van een taal, maar bestuderen taal ook als een cultureel of sociaal verschijnsel. Taal is daarnaast een eco-nomisch product. Onderzoek naar hoe taal zich in harde euro’s vertaalt, is in opkomst en geïnspireerd door de Franse socioloog Pierre Bourdieu. Bourdieu schreef vooral tussen 1970 en 1980 over specifieke sociale en po-litieke condities van taal en taalge-bruik. Volgens hem creëren we met zijn allen een symbolische ‘markt’ waar sprekers en hun talige produc-ten ongelijk zijn aan elkaar. De wijze waarop iemand spreekt, is immers niet neutraal.

Tus-TAALCUL

niet neutraal. Tus-sen de zinnen door horen we (on)bewust allerlei ‘sociale’ informa-tie. Het verraadt voor een deel ie-mands herkomst, opleiding, type werk, met wie hij zich identificeert en wat hij doet in zijn vrije tijd. Die sociale informatie valt in economi-sche waarde uit te drukken. Een per-soon die toegang tot de hoogst be-taalde posities wil krijgen en wil parti-ciperen in elitaire kringen, zal de kringen, zal de

meest prestigieuze taalvariëteit moe-ten spreken en schrijven. Het meest prestigieuze in Nederland is dat wat we als het meest goede, correcte, mooie, grammaticale en verzorgde Nederlands beschouwen. Degenen die dat Nederlands van huis uit niet meekrijgen, zullen later in hun leven voor het leren ervan (veel) moeten betalen in wat voor vorm dan ook (scholing, tijd en moeite). Talige com-petenties hebben dus handelswaar-de. Leerlingen die hun school niet af-maken, geen werk kunnen vinden vanwege gebrek aan juist geachte taalvaardigheden zijn duur.

Dat we het eens zijn over de waarde van allerlei soorten Neder-lands, is het resultaat van een histo-risch proces waarin we normen over het goede Nederlands ontwikkelen en naar die normen handelen door dat soort Nederlands te onderwijzen. Op deze wijze houdt een samenle-ving de ‘markt’ van Bourdieu in stand waarin verschillende manieren van spreken en schrijven ongelijk-waardig zijn en als handelswaar ver-schillen. Een cabaretier verdient zijn inkomen omdat mensen graag voor zijn talige buitelingen willen betalen, een advocaat omdat hij goed monde-ling kan pleiten, een docent omdat

hij het goede Nederlands doceert en voorlichters omdat zij de betaalde spreekbuizen van anderen zijn. Deze beroepen hebben sociaal aanzien door het optimaal gebruik van de ‘goede’ taal en staan hoog op de eco-nomische ladder.

Bourdieu’s visie geldt niet al-leen voor de machtsongelijkheid tus-sen verschillende soorten Neder-lands, maar natuurlijk ook voor dia-lecten. Het ene dialect waarderen we meer dan het andere. Iemand die zijn dialect zogenoemd ‘zuiver’ spreekt of een jongere die in zijn vriendengroep virtuoos diverse talen mengt, vertegenwoordigt in

bepaal-de situaties een

ho-CULTUUR

de situaties een ho-gere economische waarde dan ande-ren die in die con-text het goede Ne-derlands spreken.

Minderheids-talen hebben dus zeker economische waarde. Ze zijn be-langrijk in de toeris-tenindustrie en in het promoten van producten. Een me-nukaart in het dia-lect verwijst naar de authenticiteit van wat er te eten valt. Een kleinscha-lig geproduceerd kaasje in Canada, in het Frans (een minderheidstaal minderheidstaal daar) vermarkt, associeert de koper met ambachtelijkheid. De Bretonse uitdrukking be Breizh is volgens de toeristenwebsite een uitnodiging om de lokale producten te proeven en in-formeert dat inwoners van Bretagne open, moedig en krachtig zijn. Het gebruik van een minderheidstaal roept romantische gevoelens op over de onbedorvenheid van een regio.

Naast het vermarkten en pro-moten van regio’s en lokale produc-ten zouden we in deze tijd van cultu-reel ondernemerschap ook de ge-voelswaarde van taal in euro’s moe-ten zien te vertalen. Gedichmoe-ten, litera-tuur en liedteksten verwonderen, ontroeren, emotioneren en zetten ons op andere gedachten. Door die verwondering stijgen we boven het alledaagse uit. We kunnen met nieu-we ogen naar onszelf en anderen kij-ken; onze denkbeelden, meningen en bijbehorende gevoelens toetsen en veranderen. Ons verwonderen over de reden van ons bestaan, waar we mee bezig zijn, over het hoe en waarom en hoe we met anderen wil-len omgaan. Alleen daardoor heeft taalcultuur en kunst een hoge econo-misch waarde. Nu alleen nog met z’n allen vaststellen in hoeveel euro’s dit uit te drukken.

TAALCULTUUR

LEONIE CORNIPS

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gemeente Venlo een samenwerkingsovereenkomst voor een nieuw te ontwikkelen kindcentrum voor Onderwijs, Revalidatie en Zorg in Venlo. De samenwerkingspartners hebben de ambitie om

Deze guest auditors hebben veel kennis van hun vakgebied binnen onderwijs, maar minder kennis met betrekking tot het uitvoeren van audits.. Wij trainen deze guest auditors

Wij merken het bij het adviseren van collegae die binnen hun organisatie starten met het inzetten van eLearning en begeleiden op afstand: eerst moet het bovenstaande goed

Op welke wijze kunnen (aanstaande) professionals in de christelijke-reformatorische onderwijspraktijk ‘goed werk’ met elkaar vormgeven en daarmee direct of indirect weer bijdragen

Hoe wordt de mens in staat gesteld om zó 'ik' te zeggen, zó voor anderen 'God' te spelen, zó vrij te zijn van angst voor het sterven en bezorgdheid om in leven te blijven, vrij van

Daarnaast zijn er ziekten die wél kunnen overspringen naar mensen, maar die niet of nauwelijks van mens tot mens kunnen verspreiden.. Voorbeelden daarvan zijn Q-koorts

Met deze rubriek sluiten we aan bij het openingsartikel waarin we de jonge dichteres Lisa Heyvaert en de poëzie in haar debuutbundel ‘Lieveheersbeestje’..

Toch zouden interacties tussen verschillende sociale groepen zich niet noodzakelijk vertalen naar een dergelijk contact of respect voor verschil (Valentine, 2008)..