• No results found

Borging proces van conditionering kabels en leidingen bij Rijkswaterstaat Dienst Noord-Brabant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Borging proces van conditionering kabels en leidingen bij Rijkswaterstaat Dienst Noord-Brabant"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ING

R2

ing  

 

Eindrapportage afstuderen HBO Civiele Techniek 

Borging proces van conditionering kabels en leidingen  

bij Rijkswaterstaat Dienst Noord‐Brabant 

 

 

                                                                                    Auteur:         J.T.M. (Hans) van de Wijgert  Studentennummer:     2017916  Werkgever:      Rijkswaterstaat Dienst Noord‐Brabant  Instelling:      Avans Hogeschool TILBURG   Opleiding:      Civiel Techniek     Studie periode:      September 2008  t/m juni 2011  Afstudeer periode:    Januari 2011 t/m juni 2011  Document status:      Definitief  Datum:         16 juni  2011 

(2)

  VERANTWOORDING   Titel:  Borging proces van conditionering kabels en leidingen bij  Rijkswaterstaat Dienst Noord Brabant  Inhoud   Eindrapportage:  Rapportage met als doel het inzichtelijk maken van activiteiten die  horen bij de conditionering voor kabels en leidingen en vastleggen  door  wie, hoe en wanneer de diverse activiteiten tot stand dienen te  komen. Het doel wordt bereikt door het opstellen van een  proceshandboek waarin de hele procesgang is vastgelegd.    Opdrachtgever:  Rijkswaterstaat, Dienst Noord‐Brabant        Schubertsingel 32        5216 XA ’s‐Hertogenbosch  Afdeling:  Realisatie Infrastructuur (IRI)        Teamleiders:        De heer L. Hoekstra en  Mevrouw E. Ceelen.        Studiebegeleider   De heer P. Buhre.     School instelling:  Avans Hogeschool        Professor Cobbenhagenlaan 13        5037  DA Tilburg  Academie voor Bouw en Infra (ABI)        Opleiding: Civiele Techniek        Uitstroomprofiel: Civiel management  (CM)                    Afstudeercommissie:  De heer H. Koenen (afstudeerbegeleider, Avans Hogeschool)        De heer H. de Graaf (afstudeerbegeleider, Avans Hogeschool)        Extern gecommitteerde        Mevrouw E. Ceelen Teamleider, Omgevingsmanagement (RWS)   Datum:     16‐06‐2011  Status:      Definitief   Auteur:     J.T.M. van de Wijgert  (student)  Student nummer:  2017916           

(3)

 

Voorwoord 

   Voor u ligt de eindrapportage van mijn opleiding Civiele Techniek aan de Avans Hogeschool  Tilburg.   Sinds april 2010 ben ik bij Rijkswaterstaat Dienst Noord‐Brabant, aangesteld als  Projectleider conditionering kabels en leidingen. In deze functie ben ik verantwoordelijk  voor het coördineren van het verleggen van kabels en leidingenbij projecten van de  Rijkswaterstaat Dienst Noord‐Brabant. Vanaf het begin werd mij al duidelijk dat het hele  proces om te komen tot verleggingen een complexe aangelegenheid is.     Onder begeleiding van een ervaren Projectleider conditionering (Co van Gorp) ben ik de  eerste maanden vooral bezig geweest met het verzamelen van informatie en het  doorgronden van het proces. Doordat de kennis en informatie verspreid is over de  organisatie heeft het mij veel tijd gekost om  me in te werken. Aangezien ik voor mijn  opleiding op zoek was naar een geschikte afstudeeropdracht is, in overleg met mijn  toenmalige teamleider Laurens Hoekstra, besloten een proceshandboek te maken waarin  het gehele proces van het conditioneren in het kader van het (ver)leggen van kabels en  leidingen wordt vastgelegd. Met het opstellen van een proceshandboek wordt enerzijds de  kennis binnen de organisatie geborgd, anderzijds geeft het de organisatie een duidelijk  inzicht in de complexe procesgang bij  het coördineren van het verleggen van kabels en  leidingen.    Bij het werken aan mijn afstudeeropdracht heb ik veel steun gehad van collega’s,  schoolbegeleiders en familie en kennissen.  Bij mijn collega’s gaat mijn dank in eerste instantie uit naar Co van Gorp, voor zijn  onaflatende stroom aan informatie en mijn directe collega Danny Vorderhake die vaak als  klankbord diende en mij van nuttig commentaar en feedback voorzag. Vervolgens wil ik  graag Peter Buhre bedanken voor zijn steun en richtinggevende adviezen in de afgelopen 3  jaar.      Daarnaast wil ik graag de schoolbegeleiders de heren de Graaf en de heer Koenen voor hun  waardevolle adviezen en nuttige kritieken. Graag wil ik de heer Koenen in het bijzonder   bedankten voor de steun die ik van hem heb mogen ontvangen in de soms moeilijke  periodes tijdens mijn studie.      Tenslotte wil ik mijn dank uitspreken en mijn excuses aanbieden aan mijn vrouw en  dochter, die de laatste 3 jaar hebben moeten leven met een soms chagrijnige, vaak  gestreste en altijd drukke en daardoor soms saaie echtgenoot en vader. Ik wil jullie tevens  bedanken voor het geduld en de steun in de soms moeilijke periodes. Zonder jullie steun  had ik deze studie niet kunnen volbrengen.       Hans van de Wijgert    Hedel, juni 2011     

(4)

 

Samenvatting 

Wanneer Rijkswaterstaat een infrastructureel project wil uitvoeren vraagt dit veel  voorbereiding. Een tijdrovend onderdeel van de uitvoering is meestal het verleggen van de  kabels en leidingen. Voor sommige projecten is alleen al het uitzoeken welke kabels‐ en  leidingbeheerders belangen hebben binnen de projectgrens een flinke klus. Ook staan  er grote financiële en politieke belangen op het spel. Het niet tijdig verleggen van kabels en  leidingen kan leiden tot vertragingen in de planning en overschrijding van de  uitvoeringskosten van infrastructurele projecten. Bij het realiseren van infrastructurele  projecten binnen de Dienst Noord‐Brabant is het verleggen van kabels en leidingen vaak  onderschat.  Bij kabels en leidingen dachten de  Omgevingsmanagers vaak alleen aan het  fysiek verleggen van kabels en leidingen. Hierdoor werd er vaak te laat begonnen met het  proces om te komen tot verlegging. Men had vaak het idee “kabels en leidingen verleggen  dat doen we wel even”.   Hierbij werd voorbij gegaan aan het feit dat het niet uitsluitend gaat over verleggen van  kabels en leidingen maar over conditioneren.     Het verschil tussen verleggen van kabels en leidingen en conditioneren is dat bij het  verleggen “het fysiek verleggen van kabels en leidingen” wordt bedoeld en dat met  conditioneren “het gehele proces om te komen tot het verleggen van kabel en leidingen”.  Conditionering omvat alle activiteiten die nodig zijn om een tracé juridisch en technisch  bouwrijp op te leveren voor de uitvoeringsfase. Hierbij kan gedacht worden aan wet‐ en  regelgeving, aanvragen vergunningen en ontheffingen, overeenstemming bereiken met  kabel en leidingbeheerders met betrekking tot verleggingen en  vergoedingsregelingen. Het  proces van conditioneren wordt ook beïnvloed door de actoren binnen het proces. Enerzijds  is hier het projectteam dat met het ontwerp inbreekt in de netwerken van de kabels ‐en  leidingbeheerders. Door het ontwerp worden de kabel‐ en leidingbeheerders genoodzaakt  hun netwerken aan te passen. De netbeheerders zitten niet te wachten op aanpassingen op  hun netwerk. Om deze tegengestelde belangen in goede banen te leiden is wet‐ en  regelgeving opgesteld. Het op een goede wijze omgaan met de belangen van de actoren en  het toepassen van de wet‐ en regelgeving zoals de vergoedingsregelingen  is een belangrijk  onderdeel van de conditionering.     De conditioneringstaken voor een project vallen in eerste instantie onder de  verantwoording van de Omgevingsmanager van de projecten. De Omgevingsmanager is  integraal verantwoordelijk voor de omgevingszaken waaronder ook het onderdeel kabels en  leidingen. De Omgevingsmanager moet in een vroeg stadium het werk in het kader van het  conditioneren delegeren naar de Projectleider conditionering (PC). De Projectleider (PC) zal  de conditioneringstaken met betrekking tot verleggen kabels en leidingen uitvoeren in  opdracht van de Omgevingsmanager. De Projectleider (PC) is verantwoordelijk voor het  gehele proces van inventariseren tot het daadwerkelijk verleggingen van de kabels en  leidingen.     Vroegtijdig inschakelen van de conditionering is essentieel voor het slagen van een project.  Het is aan te bevelen om in de fase van de milieu effectrapportage de Projectleider (PC) te  bestrekken bij het project. Door in deze fase al rekening te houden met de aanwezigheid  van omvangrijke en risicovolle verleggingen kan in de loop van het project veel tijd en geld  bespaard worden. Zo kan bijvoorbeeld, door rekening te houden met de locatie van  hoogspanningsmasten en tracés van omvangrijke transportleidingen het tracé en  aansluitingen zodanig gekozen worden dat dure en tijdrovende verleggingen beperkt  worden. Ook kunnen hierdoor vertragingen in de planning en overschrijding van de  uitvoeringskosten van infrastructurele projecten worden beperkt.    

(5)

  Binnen Rijkswaterstaat is het hele proces om te komen tot verleggingen van kabels en  leidingen (conditioneren) niet geborgd. De kennis is slechts aanwezig bij enkele  medewerkers binnen de Dienst. Vervolgens hebben medewerkers binnen de Dienst geen  handleiding die complexiteit van het hele proces beschrijft.     Binnen de Dienst Noord‐Brabant is er voor gekozen om het proces borgen door een  handleiding te schrijven. De doelgroep van de handleiding zijn mensen die betrokken zijn bij  het kabels en leidingen proces, zoals beginnende medewerkers bij RWS, maar ook mensen  met meer kennis die kunnen het handboek gebruiken  als naslagwerk. 

(6)

  Inhoudsopgave  DEFINITIE‐ EN AFKORTINGENLIJST...11  MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU...13  PROBLEEMANALYSE...14  3.1  KORTE ACHTERGROND...14  3.2  PROBLEEMSTELLING...15  3.3  OPZET VAN HET ONDERZOEK...16  3.4  VERIFIËREN OM NA TE GAAN OF AAN DE DOELSTELLING IS VOLDAAN. ...18  3.5  REFLECTIE...19  3.6  AANBEVELING...20  3.7  CONCLUSIE...20  RIJKSWATERSTAAT ALS OPDRACHTGEVER VOOR INFRASTRUCTURELE WERKEN. ...21  4.1  DE GESCHIEDENIS VAN RIJKSWATERSTAAT (RWS) ...21  4.2  VERANDERING IN VERANTWOORDELIJKHEID BIJ INFRASTRUCTURELE PROJECTEN...21  WAT HOUDT CONDITIONERING IN. ...23  VROEGTIJDIG BEGINNEN MET CONDITIONERING ...27  OPDRACHT TOT INVENTARISATIE EN CONDITIONERING ...28  INVENTARISATIE VAN KABELS EN LEIDINGEN (K&L)...29 

8.1  WET INFORMATIE UITWISSELING ONDERGRONDSE NETTEN (WION) ...29 

OVERLEGGEN MET BEHEERDERS EN/OF EIGENAREN KABELS EN LEIDINGEN ...35  9.1  STARTOVERLEG...35  9.2  BILATERAALOVERLEG. ...36  9.3  DOORLOOPTIJDEN VERLEGGINGEN...36  10  VERZOEKEN AAN BEHEERDERS TOT VERLEGGINGEN KABELS EN LEIDINGEN ...37  10.1  VERZOEK TOT AANPASSINGEN (VTA) ...37  10.2  VERZOEK TOT MAATREGELEN BIJ TELECOMMUNICATIEKABELS (VTM)...37  11  CATEGORIE‐INDELING VERLEGGINGEN ...39  11.1  CATEGORIE 1 VERLEGGINGEN...39  11.2  CATEGORIE 2 VERLEGGINGEN...43  11.3  CATEGORIE 3 VERLEGGINGEN...46  11.4  WEGGEBONDEN KABELS EN LEIDINGEN...48  12  PROJECTOVEREENSTEMMING ...50 

12.1  OPSTELLEN PROJECTOVEREENSTEMMING (POS) ...50 

12.2  RAMING KOSTEN BIJ PROJECTOVEREENSTEMMING...51 

13  JURIDISCHE GRONDSLAG BIJ HET VERLEGGEN VAN KABELS EN LEIDINGEN ...52 

13.1  WET BEHEER RIJKSWATERSTAATSWERKEN (WBR) ...52 

13.2  STUURGROEP KABELS EN LEIDINGEN (SKL)...53 

(7)

  14  TOEPASSING VAN VERGOEDINGSREGELINGEN. ...54  14.1  LANGSLIGGENDE KABELS EN LEIDINGEN...54  14.2  KRUISENDE K&L ...55  14.3  UITWERKING VAN DE VERGOEDINGSREGELING. ...55  14.4  NADEELCOMPENSATIEREGELING (NKL  1999)...56 

14.5  VERGOEDINGSREGELING K&L BINNEN BEHEERGEBIED RIJKSWATERSTAAT NKL 1999...56 

14.6  OVEREENKOMST (OKL 1999) ...56  14.7  UITVOERINGSPROTOCOL 2001 ...56  14.8  BUITENLEIDINGEN...56  15  KABELS EN LEIDINGEN IN CIVIELE CONTRACTEN ...59  15.1  CONTRACTVORMEN...59  15.2  CONTRACTDOCUMENTEN  PER CONTRACTVORM...59  16  CONDITIONEREN VERLEGGINGTRACÉ ...61  16.1  CONDITIONERING CATEGORIE 1 VERLEGGING...61 

16.2  CONDITIONERING CATEGORIE 2 EN 3 VERLEGGINGEN...61 

16.3  COÖRDINATIE VERPLICHTING...62  17  VERWIJDEREN BEPLANTING EN SLOPEN OPSTALLEN ...63  17.1  VRIJSTELLINGEN EN ONTHEFFINGEN IN HET KADER VAN DE FLORA EN FAUNAWET...63  17.2  KAPMELDING IN HET KADER VAN DE BOSWET...64  17.3  SAMENWERKINGSOVEREENKOMST  LNV...64  17.4  KAPVERGUNNING BIJ DE GEMEENTE...65 

17.5  TEKENING BIJ KAPMELDING (BOSWET) EN KAPVERGUNNING GEMEENTE...65 

17.6  GRENZEN UITZETTEN VAN TE ONDERZOEKEN GEBIEDEN...65  17.7  ROOIEN BEPLANTING...66  17.8  SLOPEN OPSTALLEN...66  18  OVERIGE ONDERZOEKEN...67  18.1  EXPLOSIEVEN ONDERZOEK...67  18.2  ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK...68  18.3  MILIEUHYGIËNISCH ONDERZOEK...69  19  UITVOERING VERLEGGINGEN ...70  19.1  ENKELVOUDIGE VERLEGGINGEN...70  19.2  COMBI VERLEGGINGEN...70  19.3  RISICOBEHEERSING...71  20  BRONNEN EN LITERATUURLIJST ...72  21  BIJLAGEN ...73   

(8)

 

Inleiding 

  Het voorliggende rapport is opgebouwd uit een onderbouwing van het afstudeerproces  (paragraaf 3) en het handboek dat door Rijkswaterstaat gebruikt gaat worden voor de borging  van het proces van conditionering (paragraven 1en 2 en 4 tot en met 20). Paragraaf 3 zal na  afronding van het afstudeerproject verwijderd worden, waardoor het uiteindelijke handboek  overblijft.    In dit afstudeerrapport zal ingegaan worden op Rijkswaterstaat als opdrachtgever voor  infrastructurele werken en de veranderde werkwijze bij Rijkswaterstaat sinds 2004. Vervolgens  zal het gehele proces van inventarisatie tot verlegging worden behandeld. Hierbij zal ingegaan  worden op zaken als, taken en verantwoordelijkheden binnen de diverse procestappen, Wet‐ en  regelgeving, planning van processtappen. Tevens zal ingegaan worden op het nut en noodzaak  van het borgen van het proces van conditionering kabels en leidingen bij Rijkswaterstaat Dienst  Noord Brabant. Het rapport geeft t inzicht in hoe het proces van conditionering bij projecten tot  stand komt. Het is echter niet zo dat bij ieder project het proces zal lopen volgens het in dit  rapport beschreven proces. Zo kunnen aanpassingen in de scope en ontwerp van het uiteindelijk  werk het proces ander laten verlopen. Wel is het zo dat alle onderdelen van dit rapport aan de  orde moeten komen. Het is aan de ervaring van de gebruiker om bij afwijkingen van de normale  procesgang het proces zodanig aan te passen, dat aan alle onderdelen aandacht wordt besteed  tijdens het proces.     Bij het lezen van het rapport kan gebruik gemaakt worden van het stroomschema van bijlage 1  en 1A, in deze bijlagen wordt het hele proces gevisualiseerd . Deze bijlagen kunnen gebruikt  worden als leeswijzer voor het volgens van het proces. De nummering van de paragraven van  het handboek komen overeen met de nummering van de processtappen van bijlage 1.   De kleuren van de diverse processen in de bijlage 1 en 1A  komen overeen met de kleuren van  de paragraafindeling van dit afstudeerrapport. Tenslotte kan door het uitklappen van bijlage 20  het proces gevolgd worden waarbij, bij elke actie is aangegeven is wat de input voor de actie is  en wat het en resultaat/product van de actie is.             

(9)

 

Leeswijzer 

In deze leeswijzer zal in het kort ingegaan worden op de inhoud van de hoofdstukken.    Hoofdstuk 1  Definitie‐ en afkortingenlijst.  In dit handboek wordt veelvuldig gebruik gemaakt van afkortingen en begrippen, in de  definitielijst zijn de afkortingen en begrippen opgenomen.   

Hoofdstuk 2   Ministerie van infrastructuur en milieu (I&M).  

Organogram van de organisatie van het Ministerie van infrastructuur en milieu (I&M)    Hoofdstuk 3  Probleemanalyse.  In dit hoofdstuk wordt ingegaan op achterliggende gedachte achter het opstellen van het  handboek. Hierin komen de probleemstelling, de doelstelling en de opzet van het onderzoek aan  de orde.     Hoofdstuk 4    Rijkswaterstaat als Opdrachtgever voor infrastructurele werken.  In dit hoofdstuk wordt de geschiedenis van Rijkswaterstaat in het kort beschreven,  vervolgens zal in het kort ingegaan worden op de gewijzigde vorm van Aanbesteding van  projecten    Hoofdstuk 5   Conditionering.  In dit hoofdstuk wordt ingegaan op wat conditionering inhoudt.    Hoofdstuk 6  Vroegtijdig beginnen met de conditionering.  Vroegtijdig inschakelen van de conditionering is essentieel voor het slagen van een project.  In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op de noodzaak van het op tijd starten van de  conditionering.    Hoofdstuk 7   Opdracht tot inventarisatie en conditionering.  Voordat er begonnen kan worden met de inventarisatie en conditionering moeten er afspraken  gemaakt worden over afbakening van verantwoordelijkheden en de scope van het werk. In dit  hoofdstuk worden deze zaken behandeld.    Hoofdstuk 8  Inventariseren kabels en leidingen.  In dit hoofdstuk wordt de gang van zaken bij het inventariseren van kabels en leidingen  beschreven. Hier zal ingegaan worden op waar en op welke manier de gegevens verkregen  kunnen worden.    Hoofdstuk 9  Overleggen met beheerders en/of eigenaren.  Na het inventariseren van de kabels en leidingen vinden overleggen plaats met beheerders om  eventuele verleggingen op te starten. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het nut van deze  overleggen.    Hoofdstuk 10  Verzoek aan beheerder tot aanpassen van Kabels en leidingen.  Als uit de overleggen met de beheerders blijkt dat kabels en leidingen verlegd moeten worden  zal Rijkswaterstaat de beheerder verzoeken de Kabels en leidingen te verleggen. In dit hoofdstuk  wordt beschreven hoe de gang van zaken is bij het verzoeken tot het verleggen van de kabels en  leidingen.    Hoofdstuk 11   Categorie‐indeling verleggingen.  Eén van de eerste keuzes die gemaakt moet worden is of de kabels en leidingen vóór de  uitvoering van het civiele werk worden verlegd of dat de verlegging tijdens de uitvoering van het  civiele werk plaatsvindt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van categorieën.     Kortweg kan gezegd worden:   Categorie 1 verlegging voorafgaande aan civiel werk  

(10)

   Categorie 2 overeenstemming met beheerder over aanpassing vóór het civiele werk en  verleggen tijdens het civiele werk   Categorie 3 verlegging tijdens civiele werk.    Hoofdstuk 12  Projectovereenstemming .  Het aanpassen van kabels en leidingen wordt vastgelegd in een overeenstemming tussen  Rijkswaterstaat en de beheerder. Deze overeenstemming wordt vastgelegd in een  projectovereenstemming (POS).     Hoofdstuk 13   Juridische grondslag bij het verleggen van Kabels en leidingen.  Bij het hele proces van conditioneren hebben we te maken met diverse wet‐ en regelgeving.   In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op de wet‐ en regelgeving met betrekking tot  schadevergoedingen en informatieverstrekking.     Hoofdstuk 14   Toepassing Vergoedingsregeling.   In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de diverse vergoedingsregelingen waar Rijkswaterstaat  gebruik van maakt als er sprake is van schade bij netbeheerders als gevolg van het verleggen van  hun kabels en leidingen.     Hoofdstuk 15   Kabels en leidingen in civiele contracten.  Voor innovatieve contracten zijn standaard contractteksten geformuleerd.  Doel van het formuleren van standaard contractteksten is het bevorderen van uniforme  gedragsregels rond (het verleggen van) Kabels en Leidingen. In dit hoofdstuk zullen de  verschillende contractvormen beschreven worden.     Hoofdstuk 16   Conditioneren verleggingtracé.  Voordat er kabels en leidingen gelegd of verlegd kunnen worden moet het tracé in zodanige  conditie worden gebracht dat de kabels‐ en leidingbeheerders de verleggingen kan uitvoeren  waarbij het tracé vrij is van obstakels en beperkingen. In dit hoofdstuk zullen de voorbereidende  werkzaamheden beschreven worden.     Hoofdstuk 17   Verwijderen beplanting.  Bij het verwijderen van beplanting wordt in eerste instantie gedacht aan een  kapvergunning. Echter voordat er beplanting verwijderd kan worden moeten er eerst een  aantal zaken geregeld worden. In dit hoofdstuk worden de acties in het kader van het  verwijderen van de beplanting beschreven.    Hoofdstuk 18  Benodigde  onderzoeken.  Voordat er begonnen kan worden met het daadwerkelijk verleggen van kabels en leidingen,  moeten er diverse onderzoeken afgerond zijn. In dit hoofdstuk zullen de diverse onderzoeken  aan de orde komen.    Hoofdstuk 19   Uitvoeren verleggingen.  Na alle voorbereidingen worden de kabels en leidingen daadwerkelijk verlegd. In dit  hoofdstuk zal ingegaan worden op de fysieke verlegging van kabels en leidingen.    Hoofdstuk 20    Bronnen en literatuurlijst.    Hoofdstuk 21    overzicht van opgenomen bijlagen 

(11)

 

1 Definitie‐ en afkortingenlijst  

Annex  Aanvulling bij innovatieve contracten.  Acceptant  Kabel‐ en leiding beheerder die verzoek tot het aanpassen van  Kabels en leidingen accepteert.  BBV/J  Rijkswaterstaat afdeling cluster bestuurlijk juridisch zaken.  BBV/V  Rijkswaterstaat afdeling cluster vastgoed (Grondaankoop). Beheerder  Degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening  van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net  beheert.  Beheergebied Rijkswaterstaat  Beheergebied is het deel van de rijksweg, waterweg en  spoorweg waarvoor een vergunningsplicht (WBR) geldt.  Beperking werken aan Gasleidingen  Niet werken aan gasleidingen van half oktober tot half april.  Beperking werken aan  waterleidingen  Niet werken aan gasleidingen van begin april tot eind oktober.  BIO  Rijkswaterstaat afdeling Cluster Inkoopondersteuning.  CAD  Autocad (grafisch tekenprogramma).  CROW  Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond, Water‐ en  Wegenbouw en de Verkeerstechniek”, CROW stelt  aanbevelingen en richtlijnen opstellen op over bv vormgeving en  maatvoering van verkeersinfrastructuur.  D&C  Contractvorm Design en Construct is contractvorm waarbij de  Rijkswaterstaat de ontwerp‐ en uitvoeringstaken aan één  DBFM  Design, Built, Finance en Maintenance is Contractvorm waarbij  de Aanbesteder de ontwerp‐ en uitvoeringstaken en het  meerjarig onderhoud aan één marktpartij uitbesteedt.  DID  De Data‐ICT‐Dienst van Rijkswaterstaat die zorgt voor data‐ inwinning, beheer van ingewonnen data, dataverstrekking, ICT‐ beheer en ICT‐ontwikkeling.  DO  Definitief Ontwerp.  DVM  Dynamisch verkeersmanagement.  Hiermee kunnen weggebruikers worden geïnformeerd, door  verstrekken verkeersinformatie op DRIPs of  snelheidsbeperkingen op portalen. Ook VRI’s vallen onder het  DRIP  Een Dynamisch Route‐informatiepaneel of DRIP is een  instrument waarmee route‐informatie kan worden gegeven aan  E&C  Contractvorm Engineering en Construct Rijkswaterstaat levert  voorontwerp, Opdrachtnemer werk vooronderzoek uit tot  EnergieNed  Energie‐Nederland is belangenbehartiger van vrijwel alle  energiebedrijven die actief zijn op de Nederlandse markt.  engineering  Het verder uitwerken van een ontwerp.   GBKN   Grootschalige Basiskaart Nederland.  Grondroerder  degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een civiele  werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht.  HC  Hoofdcontract (civiel contract).  K&L  Kabels en Leidingen.  Kappen/vellen bomen boom verwijderen waarbij de wortels in de grond blijven zitten. KLIC    Kabels en Leidingen Informatie Centrum.  Klic‐online.  systeem om de informatie‐uitwisseling efficiënter en effectiever  te laten verlopen. Met de komst van KLIC‐online is informatie 24  uur per dag online en real time beschikbaar voor geautoriseerde 

(12)

  LB  Leidingbeheerder.  MER  Milieueffect rapportage. Netwerken  een ondergrondse kabel of leiding, daaronder mede begrepen  lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en  beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste,  vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie. NKL 1999  Nadeelcompensatie regeling (NKL 1999).  NVI  Nota van Inlichtingen.  OG  Opdrachtgever (gebruik in dit handboek).  OKL1999  Overeenkomst betreffende verleggingen van kabels en leidingen  buiten beheersgebied Rijkswaterstaat.  OM  Omgevingsmanager.  ON  Opdrachtnemer.  Ontheffing in het kader van de Flora  en Faunawet  Besluit waarbij in een individueel concreet geval een  uitzondering op een wettelijk verbod wordt gemaakt.  Opdrachtgever  Rijkswaterstaat.  OTB  Ontwerp Tracébesluit.  PC  Projectleiders Conditionering Kabels en leidingen  PNG bestand   formaat om plaatjes in op te slaan. Te vergelijken met GIF, of  JPEG. De letters PNG staan voor Portable Network Graphics, wat  zo veel betekent als Overdraagbare Netwerk Tekeningen.   PM  Projectmanager.  POS  Projectovereenstemming.  Rooien   Planten/bomen met de wortelkluit uit de grond halen.  RWS  Rijkswaterstaat.  seizoensgebonden verleggingen  waterleidingen  In de periode begin maart tot eind oktober mag er, in principe,  niet aan hoofdwaterleidingen worden gewerkt.  seizoensgebonden verleggingen  gasleidingen  In de periode half oktober tot eind april mag er, in principe, niet  aan hoofdgasleidingen worden gewerkt.  SKL  Stuurgroep Kabels en leidingen.  TB  Tracébesluit.  TM  Technisch manager.  VELIN  Vereniging van waterbedrijven in Nederland.  Verlegging categorie 1 Verlegging voorafgaande aan uitvoering civiele werk.  Verlegging categorie 2  POS gereed voor uitvoering civiele werk, verlegging tijdens  Verlegging categorie 3  POS en verlegging tijdens uitvoering civiele werk.  Verzoeker  Rijkswaterstaat (in dit handboek) die de leidingeigenaar  verzoekt tot aanpassen van K&L.  VEWIN   Vereniging van waterbedrijven in Nederland.  VO  Voorontwerp.  VRI  Verkeersregelinstallatie.   Vta   Verzoek tot Aanpassing (niet Telecom).  Vtm  Verzoek tot Maatregelen (Telecom). 

(13)

 

2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu 

In dit handboek zal regelmatig worden verwezen worden naar de Dienst Noord‐Brabant.   De Dienst Noord‐Brabant is een van de 10 regionale Diensten van Rijkswaterstaat en  valt onder  het Ministerie van infrastructuur en milieu (I&M). Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie  die in opdracht van Ministerie van I&M als opdrachtgever optreed voor nationale grootschalige  infrastructurele werken. De kerntaken van Rijkswaterstaat is werken aan  de vlotte en veilige  doorstroming van het verkeer, aan een veilig, schoon en gebruikersgericht landelijk  watersysteem en aan de bescherming van ons land tegen overstromingen. In het onderstaande  organogram is de organisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu weergegeven.  

(14)

 

3 Probleemanalyse 

In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op achterliggende gedachte achter het opstellen van het  handboek. Allereerst zal aandacht worden besteed aan de inhoudelijke achtergrond van het  onderzoek. Vanuit hier komt de aanleiding en de probleemstelling aanbod en wordt vervolgens  de doelstelling geformuleerd. De uitkomst van dit onderzoek is dit Handboek. Tenslotte zal een  toets plaatsvinden om na te gaan of aan de doelstelling is voldaan.   3.1 Korte achtergrond   Wanneer Rijkswaterstaat een infrastructureel project wil uitvoeren vraagt dit veel  voorbereiding. Een tijdrovend onderdeel van de uitvoering is meestal het verleggen van de  kabels en leidingen. Graven in de Nederlandse grond kan niet zomaar, er ligt veel ondergrondse  infrastructuur zoals gasleidingen, waterleidingen en elektriciteitskabels, maar ook kabels voor  televisie en internet. Daarnaast moet soms ook bovengrondse infrastructuur, zoals   hoogspanningsmasten verplaatst of aangepast worden. Voor sommige projecten is alleen al het  uitzoeken van welke kabels‐ en leidingbeheerders belangen hebben binnen de projectgrens een  flinke klus. Ook staan er grote financiële en politieke belangen op het spel. Het niet tijdig  verleggen van kabels en leidingen kan leiden tot vertragingen in de planning  en overschrijding  van de uitvoeringskosten van infrastructurele projecten. Daarom moet zo vroeg mogelijk  begonnen worden met de inventarisatie en het coördineren van de nodige aanpassingen in het  netwerk van onder‐ en bovengrondse netwerken.    Als uit een inventarisatie van kabels en leidingen voor een infrastructureel project blijkt dat er  aanpassingen noodzakelijk zijn aan hoogspanningsmasten en hoofdtransportleidingen,  bijvoorbeeld watertransportleidingen, zullen deze aanpassingen in de regel voorafgaande aan  het infrastructurele project uitgevoerd moeten worden. De reden hiervoor is dat de  doorlooptijden van zulke aanpassingen een risico kunnen vormen voor de uitvoering, planning  en kosten van het infrastructurele project. Minder risicovolle kabels en leidingen worden vaak  gecombineerd met de werkzaamheden van het infrastructurele project zelf. Hiernaast zijn er  kabels en leidingen die kunnen pas verlegd kunnen worden als het ontwerp van de  Opdrachtnemer bekend is.   3.1.1 Complexiteit proces verleggen kabels en leidingen  Het grootste deel van de complexiteit van het proces is niet gelegen in het proces van het  verleggen van kabels en leidingen. Men moet er zich bewust van te zijn dat het eigenlijk niet  gaat om verleggen van kabels en leidingen maar om het proces er om heen, dat van  conditioneren. Het verschil tussen verleggen van kabels en leidingen en conditioneren is dat bij  het verleggen “het fysiek verleggen van kabels en leidingen” wordt bedoeld en dat  conditioneren “het gehele proces om te komen tot het verleggen van kabel en leidingen” omvat.  Conditionering omvat alle activiteiten die nodig zijn om een tracé juridisch en technisch  bouwrijp op te leveren voor de uitvoeringsfase. Hierbij kan gedacht worden aan eisen die  voortvloeien uit Wet‐ en regelgeving, het aanvragen van vergunningen en ontheffingen,  overeenstemming bereiken met kabel‐ en leidingbeheerders met betrekking tot verleggingen en  vergoedingsregelingen enz.     De complexiteit bij het verleggen van kabels en leidingen is buiten het grote aantal zaken dat  geregeld moeten worden ook gelegen in de tegengestelde belangen die verschillende actoren  hebben. Zo wil de Projectmanager van het project dat het infrastructureel werk binnen het  gestelde budget en binnen de geplande tijd uitgevoerd kan worden. Terwijl aan de andere kant  de beheerders van kabel‐ en leidingnetwerken meestal geen hebben geen belang hebben bij het  project, ze zitten niet wachten op aanpassingen op hun netwerk. Aanpassingen aan hun netwerk  kosten hen in de regel altijd geld.       

(15)

  In het verleden werd het onderdeel conditionering in de initiatieffase van projecten vaak  onderschat, projectmanagers gingen er vanuit dat het uitsluitend ging over het verleggen van  kabels en leidingen. Men had vaak het idee “kabels en leidingen verleggen dat doen we wel  even”. Hierbij werd voorbij gegaan aan het belang van een goede conditionering met alle  gevolgen van dien.    3.1.2 Aanleiding & Probleemstelling: Kennis binnen de organisatie  Binnen de Dienst Noord‐Brabant was tot 2010 de kennis aanwezig bij één ervaren Projectleider  Conditionering Kabels en leidingen. Bij uitval van deze Projectleider was er niemand binnen de  Dienst Noord‐Brabant die de kennis bezat om het proces te begeleiden. Sinds 2010 worden zijn  binnen de Dienst Noord‐Brabant twee medewerkers ingewerkt voor de functie Projectleider  kabels en leidingen. Tijdens het inwerken van de medewerkers is veel tijd gaan zitten in het  doorgronden van alle processtappen. Een gemis hierbij was een duidelijk inzicht in alle facetten  van het proces bij het conditioneren van verleggingen van kabels en leidingen.       3.2 Probleemstelling  Binnen Rijkswaterstaat is het hele proces om te komen tot verleggingen van kabels en  leidingen (conditioneren) niet geborgd. De kennis is slechts aanwezig bij enkele medewerkers  binnen de Dienst. Vervolgens hebben medewerkers binnen de Dienst geen handleiding die  complexiteit van het hele proces beschrijft.     3.2.1 Doelstelling  De doelstelling volgt uit de probleemstelling: het gemis in inzicht in alle facetten van het proces  bij het conditioneren van verlegging van kabels en leidingen wegnemen. Samen met de  opdrachtgever is er voor gekozen om dit te doen door een handleiding te schrijven. De  doelgroep van de handleiding zijn mensen die betrokken zijn bij het kabels en leidingen proces,  zoals beginnende medewerkers bij RWS, maar ook mensen met meer kennis die kunnen het  handboek gebruikt als naslagwerk.    Doelstelling  Het doel is vastleggen van alle activiteiten die horen bij de conditionering bij het verleggen  van kabels en leidingen en vastleggen door wie, hoe en wanneer de diverse activiteiten en  acties tot stand dienen te komen. Hiermee wordt de kennis van het hele proces binnen de  Dienst geborgd, en krijgen de medewerkers binnen de Dienst inzicht in de procesgang bij het  “verleggen van kabels en leidingen”. Het doel wordt bereikt door het opstellen van een  proceshandboek waarin de hele procesgang bij het conditioneren vastgelegd wordt.     3.2.2 Afbakening van de onderwerpen binnen het handboek.  In het handboek zullen alle processtappen worden beschreven, waarbij wordt ingegaan op wie  betrokken is bij en verantwoordelijk is voor processtappen, wat de reden is van processtappen  en hoe de processtappen verlopen. In het plan van aanpak ( bijlage 2 ) is de afbakening  uitgewerkt.  3.2.3 Efficiënte verbetering binnen het proces van conditionering  In het plan van aanpak is aangegeven dat er een onderzoek zal plaatsvinden naar  efficiëntieverbetering. In dit handboek zal hieraan geen aandacht worden besteed. Enerzijds  door het ontbreken van de benodigde tijd, anderzijds is binnen de Dienst Noord‐Brabant sinds  eind juni 2011 een projectgroep aan de slag met een onderzoek naar procesverbetering voor  het proces van conditionering.    

(16)

  Bij de start van het afstudeerproject werd ook hier al snel duidelijk dat niet iedereen op de  hoogte was van de complexiteit en totale omvang van het proces. Bij een proces om te komen  tot verbetering moet men eerst een goed beeld hebben van de gehele omvang van het proces.  Efficiëntieverbetering en het beheersen van een proces kan alleen als er inzicht is het proces.  Door het ontbreken van een procesbeschrijving van het totale proces, loopt men het risico dat  er zaken anders voorgesteld worden dan dat deze in werkelijkheid zijn. Het handboek en het  processchema bijlagen 1 en 20, zijn bij efficiëntie onderzoek gebruikt als uitgangspunt van voor  het proces. Het handboek en de schema’s vormen het uitgangspunt voor de efficiëntie  verbetering.   3.3 Opzet van het onderzoek  Bij het opzetten van het handboek is gebruik gemaakt van de kwaliteitscirkel van Deming,  hoewel deze methode ontwikkeld is als middel om de kwaliteit binnen een proces te  verbeteren, kan deze ook gebruikt worden voor als onderzoeksmodel.    De basis van de methode zijn de vier stappen: plan‐do‐check‐act. In het onderzoek is als volgt  gebruik gemaakt van de methode:   PLAN (Planning): hierbij is onderzocht wat de processtappen zijn binnen het proces,  vervolgens is een plan van aanpak opgesteld waarin de aanleiding, het probleem, de  doelstelling zijn vastgelegd. Tevens is vastgelegd welke acties nodig zijn om aan de  doelstelling te kunnen voldoen;   DO (uitvoering van het onderzoek): vervolgens zijn de acties uit het plan van aanpak  uitgewerkt;   CHECK (toets door eindgebruikers en deskundigen): om na te gaan of er met de uitgevoerde  werkzaamheden voldaan is aan de doelstelling, is het handboek getoetst door collega’s ;   ACT : Bijstellen van het handboek aan de hand van de toetsresultaten.  3.3.1 Planning   Voor het afstudeerproject is in het plan van aanpak een planning opgenomen.  Tijdens de werkzaamheden aan het afstudeerproject is de planning als leidraad aangehouden.  De werkzaamheden zijn niet  allemaal begonnen en voltooid volgens de planning. In de  onderstaande planning is de planning weergegeven zoals deze in het plan van aanpak is  opgenomen. In de planning is in rood aangegeven wat de planning was  ten tijden van het  opstellen van het PVA. In groen is de aangegeven wat de uiteindelijke voortgang was, de  planning is opgenomen in bijlage 2  3.3.2 Uitvoering van het onderzoek  In eerste instantie is onderzocht of er binnen Rijkswaterstaat een procesbeschrijving is van het  gehele proces van conditioneren. Hiervoor is contact gezocht met het Landelijk  Contactpersonen Overleg kabels en leidingen (LCO) en medewerkers uit andere Regionale  Diensten. Hieruit kwam naar voren dat, slechts voor onderdelen van het proces handleidingen  zijn opgesteld. In het bijzonder het proces om te komen tot overeenstemming met kabel‐ en  leidingbeheerders over de vergoeding voor de aanpassingen van hun netwerk is uitvoering  beschreven. Er is binnen Rijkswaterstaat geen beschrijving van het totale proces van  inventarisatie tot verlegging. Reden hiervoor is dat men binnen de Regionale Diensten van  Rijkswaterstaat niet allemaal op dezelfde manier wordt omgegaan met het conditioneren, zo  zijn er Diensten die veel van het werk uitbesteden zoals bijvoorbeeld het inventariseren en het  afstemmen met de beheerders en de afhandeling in het kader van de vergoedingen. Bij de  Dienst Noord‐Brabant is besloten om het hele proces in eigen hand te houden. 

(17)

    Aangezien de Dienst Noord‐Brabant op een “eigen manier” werkt is onderzocht hoe de Dienst  Noord‐Brabant het proces heeft georganiseerd. De rode draad in het hele onderzoek zijn de  dagelijkse gesprekken met een ervaren Projectleider, deze projectleider heeft tijdens het  onderzoek voordurend informatie geleverd om te komen tot een goed overzicht van het gehele  proces. Het onderzoeken en maken van het handboek is in 7 stappen uitgevoerd.  3.3.3 Stappen in onderzoek  Stap 1   plan van aanpak.  De eerste stap was het opstellen van een plan van aanpak. In dit plan zijn de probleemanalyse,  probleemstelling, doelstelling en afbakening van het te leveren product opgenomen. Het plan  van aanpak is als bijlage 2 toegevoegd.  Stap 2   Chronologisch vastleggen van processtappen.  Het in chronologische volgorde vastleggen van de processtappen zonder rekeningen te houden  met onderlinge relaties tussen procesonderdelen. Hiermee ontstaat een overzicht met alle  stappen binnen het proces. Het overzicht is opgenomen in bijlage 3.  Vanaf dit moment is begonnen met het verzamelen van informatie over de diverse onderdelen.   Stap 3   Schetsmatig uitweken van proces.  Aangezien er tussen de diverse onderdelen relaties zitten in tijd en volgorde was het in eerste  instantie de bedoeling om een tijdsplanning te maken met behulp van het planningprogramma  MS‐Project. Bij het maken van deze planning kwam ik tot de conclusie dat het niet praktisch was  om het proces direct in MS‐project te zetten. Op advies van een planner heb ik eerst het proces  schetsmatig uitgewerkt. De schets is opgenomen als bijlage 4.  Stap 4  Planning verwerken in MS‐Project.  Vervolgens is de schets uitgewerkt in MS‐Project. Voor het project A27 Lunetten‐Hooipolder is  de hele conditionering in een planning gezet. Door het in proces in het planningsprogramma te  zetten is het mogelijk om de gevolgen van het niet op tijd starten van acties zichtbaar te maken.  Voor de planning wordt verwezen naar bijlage 5.  Stap 5   Processtappen in administratie‐ en organisatietabel zetten  Omdat de processtappen niet alleen een tijdrelatie hebben ook actor relaties hebben, is voor  een gedeelte van het proces een administratie‐ en organisatietabel gemaakt. Hierin is  aangegeven welke actoren bij de processtappen betrokken zijn en wie verantwoordelijk is voor  de acties en producten. De tabel is onderdeel van het handboek en is te vinden in hoofdstuk 12  Categorie‐indeling verleggingen.  Stap 6   Handboek en processchema maken.  Nadat er voldoende inzicht was over het gehele proces is begonnen met het samenstellen van  het handboek en het maken van een processchema zie bijlage 1. Het handboek is onderdelen  van dit afstudeerrapport. Vanaf hoofdstuk 5 wordt het hele proces beschreven.  Stap 7   Verifiëren of aan doelstelling wordt voldaan  Door het handboek te laten lezen door zowel deskundigen als niet deskundigen wordt getoetst  of voldaan is aan de doelstelling.                   

(18)

  3.3.4 Opzet van het onderzoek in stappen                                                                     Schematische weergaven van het onderzoeksproces.  3.4 Verifiëren om na te gaan of aan de doelstelling is voldaan.  Om na te gaan of er aan de doelstelling is voldaan is aan een aantal collega’s gevraagd om het  handboek te beoordelen. Om na te gaan of het handboek volledig is en of het inhoudelijk  correct is, is het handboek in eerste instantie getoetst door collega’s met inhoudelijke kennis.  Vervolgens is het handboek getoetst door collega zonder inhoudelijke kennis. In bijlage 6 zijn de  toetsresultaten opgenomen.    vragen aan collega’s met inhoudelijke kennis   Is het inhoudelijk correct? ;   Is het volledig?;   Zijn alle onderdelen voldoende beschreven? ;    Resultaat beoordeling door collega’s met inhoudelijke kennis:   Processen goed en volledig beschreven, raakvlakken goed benoemd    Voldoet aan de doelstelling;   Aanwinst om conditionering breder uit te zetten in de organisatie;   Kennis wordt met het handboek geborgd;   Goede leidraad om proces te kunnen volgen;   Geeft omgevingsmanagers en teamleider goed beeld van de complexiteit.  Stap 1 Chronologisch opstellen van  processtappen.  Zonder rekening te houden met onderlinge  relaties en tijdsafhankelijkheid.  Stap 2 Schetsmatig opstellen proces,  Rekening houden met onderlinge relaties  Stap 3Uitwerken schetsmatige  proces naar planning in MS‐ Project  Gesprekken  en  o n de rst e un in van  er var e n  Pr ojectlei der   Verzam elen  in fo rma tie  over  pr oces ond erdele n    Stap 4 Uitwerken proces met  actoren en  verantwoordelijkheden Stap 5  Maken rapport en processchema  Stap 6  Maken van afstudeerrapport  Stap 7  Verifiëren op voldoen aan  doelstelling

(19)

  Vragen aan collega’s zonder inhoudelijke kennis   Wat is de algemene indruk van het handboek met betrekking tot leesbaarheid, duidelijkheid,  helderheid, structuur, diepgang?;   Wat heeft het je opgeleverd? ;   Is je mening over conditioneren veranderd na het lezen van het handboek? ;   Kun je het proces volgen met behulp van het handboek?;    Resultaat beoordeling door  collega’s zonder inhoudelijke kennis :   Verhelderend;   goede en heldere schema’s en tabellen.   Structuur en indeling voor verbetering vatbaar;   Inzicht gekregen dat er meer bij komt dan vooraf gedacht;   Het proces is goed te volgen aan de hand van het handboek;   Prima handvat voor de organisatie;   Aankoop van gronden, financiële afhandelingen sloopvergunning ontbreekt;   Goed document om voorafgaande aan het intake gesprek te verstekken aan  Omgevingsmanager, eerste vragen over het proces worden met het document  ondervangen;   Leest niet altijd even makkelijk door soms saaie stof.     Belangrijk onderdeel van de doelstelling is het borgen van de kennis binnen de Dienst  Noord‐Brabant. Om na te gaan of aan deze doestelling is voldaan, is aan de Teamleider  Omgevingsmanagement gevraagd of het handboek te beoordelen:    Vragen aan Teamleider (opdrachtgever)   Wat is de toegevoegde waarde van het handboek voor de organisatie?;   Voldoet het handboek aan de vraag naar kennisborging binnen de organisatie?;   Wat is de algemene indruk van het handboek met betrekking tot leesbaarheid?,  duidelijkheid, helderheid, structuur, diepgang?;   Is je mening over conditioneren veranderd na het lezen van het handboek? ;   Kun je het proces volgen met behulp van het handboek?;    Resultaat beoordeling door teammanager:   Hert handboek biedt de mogelijkheid om conditionering te verankeren binnen de  organisatie;   Nieuwe omgevingsmanagers krijgen snel inzicht in proces van conditionering;   Het handboek is een goed instrument om de conditionering te borgen binnen de  organisatie.  3.5 Reflectie  Het maken van het handboek heeft mij een goed inzicht gegeven van het gehele proces. Hoewel  ik al veel voorwerk had verricht is het maken van het handboek mij tegengevallen. Door de  grote hoeveelheid aan onderdelen is er veel tijd gaan zitten in het maken van het handboek.  Ook is het volgens mij niet een klus die door één persoon gedaan moet worden. Doordat er één  persoon verantwoordelijk is ontstaat het risico van tunnelvisie.    Als binnen de Dienst nogmaals een Handboek gemaakt moet worden is het aan te bevelen dit  niet door een persoon te laten doen maar door een team, waarbij er een persoon  verantwoordelijk wordt voor de eindredactie. Hierdoor wordt de werkdruk gespreid en het  wordt het document tussentijds gecontroleerd.    Bij de opzet van het handboek ben ik niet in eerste instantie uitgegaan van de behoefte van de  klant (de uiteindelijke gebruiker) hiermee wordt het risico gelopen dat op een laat tijdstip een  verificatie plaatsvindt. Achteraf was het beter geweest eerst de behoefte van de klant in beeld  te brengen en op basis van deze informatie een handboek samen te stellen. 

(20)

  3.6 Aanbeveling  Projectleider conditionering kabels en leidingen in de MER fase in schakelen  Het is aan te bevelen om in de fase van de Milieueffectrapportage (MER) de Projectleider  conditionering kabels en leidingen te bestrekken bij het project. Door in deze fase al rekening te  houden met de aanwezigheid van omvangrijke en risicovolle verleggingen kan in de loop van het  project veel tijd en geld bespaard worden. Zo kan bijvoorbeeld, door rekening te houden met de  locatie van hoogspanningsmasten en tracés van omvangrijke transportleidingen het tracé en  aansluitingen zodanig gekozen worden dat dure en tijdrovende verleggingen beperkt worden.  Ook kunnen hierdoor vertragingen in de planning en overschrijding van de uitvoeringskosten  van infrastructurele projecten worden beperkt.   3.7 Conclusie  Het handboek voorziet in de behoefte binnen de Dienst Noord‐Brabant om de kennis met  betrekking tot conditionering te borgen. Tevens geeft het handboek vooral Omgevingsmanagers  inzicht in het proces en de noodzaak van het tijdig opstarten van het proces van conditionering.     Uit de verificatie kan geconcludeerd worden dat voldaan is aan de doelstelling van borgen van  de kennis van het proces van conditionering binnen de organisatie van de Dienst Noord‐ Brabant.              

(21)

 

4 Rijkswaterstaat als Opdrachtgever voor infrastructurele werken. 

4.1 De geschiedenis van Rijkswaterstaat (RWS)1  Rijkswaterstaat (RWS) houdt zich al sinds 1798 bezig met het aanleggen en beheren van water  en wegen. In de loop van de tijd is de inrichting van Nederland, maar ook de  Rijkswaterstaatorganisatie zelf sterk verandert. De oorsprong van Rijkswaterstaat ligt in de  Franse tijd (1795 tot 1813). De slechte staat van rivierbeddingen en het grote aantal zwakke  dijken leidden in de 18de eeuw tot rampzalige overstromingen. De grote hoeveelheid schade  vroeg om een nationale aanpak. Tot die tijd was de zorg voor de waterstaat versnipperd over  het rijk, provincies, waterschappen en lokale besturen. In 1798 werd het Bureau voor den  Waterstaat opgericht (vanaf 1848 Rijkswaterstaat).    Onder leiding van koning Willem l (1815–1840) kende Rijkswaterstaat begin 19de eeuw een  grote bloei. In de 19 eeuw nam ook het verkeer over de weg en spoor toe. Rijkswaterstaat werd  verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van bruggen, wegen, waterkeringen en  spoorwegen. In de 20ste eeuw groeide de aanleg en het onderhoud van rijkswegen uit tot een  belangrijke kerntaak van Rijkswaterstaat.  Eind jaren zestig kwamen door de groeiende welvaart  steeds meer auto’s op de weg. Rijkswaterstaat moest in hoog tempo bouwen aan een net van  autosnelwegen.     Rijkswaterstaat heeft tot het begin van de laatste eeuwwisseling als Opdrachtgever altijd de aan  te besteden werken volledig uitgewerkt. Dit hield in dat Rijkswaterstaat verantwoordelijk was  voor het opstellen van het contract en het volledig uitwerken van het ontwerp. Hier kwam in  2004 verandering in, in het Ondernemingsplan 2004 stelt de toenmalig Directeur‐generaal  Rijkswaterstaat, Bert Keijts, ondermeer dat Rijkswaterstaat beter georganiseerd moest worden  met minder arbeidsintensieve werkprocessen en zo min mogelijk zelf doen. De Markt moest  meer betrokken worden bij de voorbereiding van infrastructurele projecten, hierbij was het  motto “de markt tenzij”. In principe betekent dit dat alle taken van Rijkswaterstaat bij  leveranciers worden ondergebracht tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. Door deze  wijziging verschoven de verantwoordelijkheden binnen de projecten. De Markt werd  verantwoordelijk voor zowel het ontwerp als de uitvoering van de werkzaamheden.  Rijkswaterstaat werd uitsluitend verantwoordelijk voor het opstellen van het contract en het  toetsen op het naleven van de contractuele eisen.  4.2 Verandering in verantwoordelijkheid bij infrastructurele projecten.  Tot 2004 voerde Rijkswaterstaat de regie van planvorming tot ontwerp en werd gebruik  gemaakt van de traditionele contractvorm, met de RAW standaard 1998 als uitgangspunt. Bij  deze contractvorm werd tot op niveau “boutjes en moertjes” alles voorgeschreven. Na 2004 is  er bij aanbestedingen van infrastructurele projecten (verder het Werk genoemd) door  Rijkswaterstaat in toenemende mate gebruik gemaakt van innovatieve en geïntegreerde  contracten. Bij geïntegreerde contracten wordt het ontwerp, de uitvoering en eventueel  onderhoud in één contract aanbesteed, waarbij de financiering deel uitmaakt van het contract.  Bij innovatieve contracten ligt de nadruk vooral op de samenwerkingsvormen tussen  bedrijfsleven en overheid en op de taak‐ en risicoverdeling. De argumenten die daarbij worden  benoemd zijn lagere kosten en/of een betere kwaliteit. Ook is er de veronderstelling dat bij een  vroegtijdige betrokkenheid van de bouwer bij het ontwerp er een ‘slimmer’ en goedkoper  ontwerp kan worden gemaakt. Deze veranderde werkwijze heeft geleid tot een ander aanpak in  de werkwijze bij het verleggen van kabels en leidingen (K&L).   Bij de traditionele was het ontwerp voorafgaande aan de aanbesteding volledig uitgewerkt.  Hierdoor was het ook duidelijk welke K&L verlegd moesten worden. Alle noodzakelijke  aanpassingen aan K&L werden in principe voorafgaande aan het infrastructurele project door de  Opdrachtgever (RWS) uitgevoerd.         1 http://www.rijkswaterstaat.nl/over_ons/missiekerntaken/historie_rijkswaterstaat/

(22)

    Bij de komst van de innovatieve‐ en geïntegreerde contractvormen veranderde de werkwijze  binnen het proces. Doordat de Opdrachtnemer van het Werk ook verantwoordelijk werd voor  het ontwerp, en het ontwerp pas uitgewerkt wordt nadat de opdrachtnemer het werk gegund  heeft gekregen, was vooraf niet duidelijk welke kabels en leidingen “in de weg liggen”.Hierdoor  werd het voor de Opdrachtgever (RWS) niet meer mogelijk alle K&L vooraf te verleggen. In het  kader van de “de Markt tenzij” en de onduidelijkheid over het ontwerp, werd de  Opdrachtnemer in eerste instantie verantwoordelijk voor het coördineren en afstemmen van de  verleggingen met de kabel‐ en leidingbeheerder.    Het is echter mogelijk dat k&L toch vooraf verlegd moeten worden. De reden hiervoor is gelegen  in de lange voorbereiding‐ en uitvoeringstijd van de sommige verleggingen. Als uit overleggen  met kabel‐ en leidingbeheerders blijkt dat de voorbereiding‐ en uitvoeringstijd een risico  vormen voor de uitvoering van het Werk zal de Opdrachtgever (RWS), de verlegging vooraf  realiseren. RWS draagt er dan zorg voor dat de K&L voorafgaande aan het Werk verlegd of  aangepast zijn.  Hierbij kan gedacht worden aan hoogspanningsmasten en hoofdtransportleidingen van  bijvoorbeeld water en gas. Deze leidingen moeten eerst veilig op hun plek liggen voordat de  echte bouwwerkzaamheden beginnen, hierdoor vormen de K&L geen risico voor de  tijdsplanning van het Werk. Ook kan gekozen worden om contractueel vast te leggen dat  bepaalde K&L niet verlegd of aangepast mogen worden: de Opdrachtnemer dient zodanig te  ontwerpen zodat deze K&L niet verlegd hoeven te worden. De Opdrachtnemer dient deze K&L  te ”respecteren”.    Tenslotte kan het voorkomen dat uit een eerste overleg de conclusie getrokken wordt dat  bepaalde K&L vooraf verlegd moeten worden hiervoor start RWS vervolgens de  verleggingprocedure. In het vervolgtraject van de verleggingprocedure kan blijken dat de  bewuste k&L geen risico vormen voor de voortgang van het werk. In dit geval zal RWS de hele  procedure doorlopen, de K&L worden echter niet vooraf verlegd maar worden door de  Opdrachtnemer tijdens het Werk verlegd of aangepast. Om duidelijkheid te scheppen in de  diverse procedures wordt bij Rijkswaterstaat alle aan te passen kabels en leidingen in 3  categorieën ingedeeld, hieronder zijn de 3 categorieën in het kort omschreven worden. In  hoofdstuk 12 zal dieper op de categorie‐indeling worden ingegaan.   Categorie 1 verlegging  De verlegging wordt op initiatief van de Opdrachtgever met de beheerder overeengekomen. Bij  categorie verleggingen worden alle proceshandelingen uitgevoerd door RWS. De  Opdrachtnemer van de infrastructurele werk kan er bij categorie 1 verleggingen vanuit gaan dat  deze leidingen niet verlegd hoeven te worden maar ook dat de leidingen niet aangepast mogen  worden.  Categorie 2 verlegging  De verlegging wordt op initiatief van Rijkswaterstaat met de beheerder geregeld. De verlegging  vindt plaats tijdens de uitvoering van het Werk. Bij categorie 2 verleggingen worden  voorbereidende proceshandelingen uitgevoerd door RWS, de coördinatie van de verleggingen  en het conditioneren voor de verleggingen vallen onder verantwoordelijkheid van de  Opdrachtnemer.   Categorie 3 verlegging  De verlegging wordt op initiatief van de Opdrachtnemer met de beheerder geregeld.  Voor categorie 3 verleggingen geldt als criteria dat de technische oplossing afhankelijk is  van het ontwerp en uitvoering van het civiele werk.  

(23)

   

5 Wat houdt conditionering in. 

Zoals al is aangegeven gaat het niet uitsluitend om het verleggen van kabels en leidingen maar  om het conditioneren. Het conditioneren is in het verleden vaak te laat bij het project  betrokken. Door te laat opstarten van het proces, of het niet of niet voldoende bekend zijn met  wet‐ en regelgeving, onderstonden problemen bij de uitvoering van project. Dit leidde tot  hogere uitvoeringskosten en het uitlopen van de projectplanning.     Het begrip conditionering wordt gebruikt als aanduiding voor een aantal voorbereidende  processen bij (infrastructurele) projecten. Deze condities (voorwaarden) moeten vervuld zijn  voordat een project in uitvoering kan gaan. Hierbij moet gedacht worden aan de volgende  onderdelen:   Inventariseren van aanwezige kabels en leidingen;   Aanvragen van vergunningen en ontheffingen;   Kapvergunning/melding Boswet;   Sloopvergunning;    Ontheffing en vrijstellingen Flora en Faunawet;   Overleggen met beheerders;   Kabel‐ en leiding beheerder verzoeken tot aanpassen van kabels en leidingen;   Opstellen Projectovereenstemmingen;   opstellen contractdocumenten infrastructurele contract;   Overzichttekeningen met aanwezige kabel en leidingen;   Overzicht met gegevens over kabels en leidingen;   Contractteksten samenstellen voor het infrastructurele project;   Verwijderen beplanting;   Amoveren opstallen;   Verzorgen en begeleiden onderzoeken;   Milieukundig bodemonderzoek;   Archeologisch onderzoek;   Ecologisch onderzoek;   Onderzoek naar niet‐gesprongen conventionele explosieven;   Begeleiden proces bij het verleggen van kabels en leidingen;   Verleggingen kabels en leidingen;   Sloop‐ en kapwerkzaamheden;   Financiële afhandeling verleggingen     Conditionering is belangrijk om een project tot een succes te maken. Het biedt tevens de  (juridische) grondslag die nodig is om een project daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Het  vroegtijdig inschakelen van conditionering is daarbij belangrijk, net als continue afstemming en  interactie met alle betrokken partijen.   Conditionering valt op te delen naar processen, ook wel ‘condities’ genoemd. In dit handboek  zullen de diverse processen beschreven worden. Ook de samenhang tussen de condities komen  aan de orde.                 

(24)

  5.1.1 Vereenvoudigd processchema conditioneren in bij verleggen kabels en leidingen  Het onderstaand processchema is een vereenvoudigd uitgaven van het schema in bijlage 1.  De kleuren in dit schema komen overeen met de kleuren van het schema van bijlage 1      ON: Opdrachtnemer van  infrastructureel Werk.    RWS: Rijkswaterstaat.    Werk: infrastructureel project    LB: Leidingbeheerder    POS: Projectovereenstemming                                                                                         Start werkzaamheden infrastructureel project                            Opdracht tot conditioneren Inventariseren K&L Contracteisen opstellen  Producteisen m.b.t. cat 2 en 3 aanpassingen  Producteisen m.b.t. cat 2 en 3 aanpassingen  Overleggen met beheerders  Gegevens uit inventarisatie  verwerken  Categorieën aanpassingen vaststellen  Categorieën 3 aanpassingen   Aanpassingen tijdens Werk  Conditionering door ON  Verzoek tot aanpassing naar  beheerder door RWS  Categorieën 1 aanpassingen   Voorafgaande aan Werk  Conditionering door RWS  Categorieën 2 aanpassingen   Aanpassingen tijdens Werk  Conditionering door ON  Opstellen POS  Door RWS en LB POS gereed voor start  Werk Verzoek tot aanpassing naar  beheerder door RWS  Opstellen POS  Door RWS en LB Conditionering  door  RWS. Aanpassingen  gereed voor start Werk  Aanpassing gereed  Verzoek tot aanpassing naar  beheerder door ON Opstellen POS  Door ON en LB  Conditionering  aanpassing door ON.   Aanpassing gereed  Cat 1:  Verlegging  voorafgaande aan werk  Cat 2:  Verlegging  tijdens werk/ Pos gereed  voor werk, door RWS     Cat 3:  Verlegging en Pos tijdens werk door ON 

(25)

  5.1.2 Actoren en Wet‐ en regelgeving  Het proces van conditioneren wordt ook beïnvloed door de actoren binnen het proces. Enerzijds  is hier het projectteam dat met het ontwerp inbreekt in de netwerken van de kabels en  leidingbeheerders. Door het ontwerp worden de kabel‐ en leidingbeheerders genoodzaakt hun  netwerken aan te passen. De netbeheerders zitten niet te wachten op aanpassingen op hun  netwerk. Om deze tegengestelde belangen in goede banen te leiden is Wet‐ en regelgeving  opgesteld. Het op een goede wijze omgaan met de belangen van de actoren en het toepassen  van de Wet‐ en regelgeving zoals de en vergoedingsregelingen bij het verleggen van kabels en  leidingen is een belangrijk onderdeel van de conditionering.   5.1.3 Actoren   Belangen kabel en leiding beheerders:   Beheerder zitten niet te wachten op het aanpassen van hun netwerk;   Verleggingen kosten de kabel‐ en leiding beheerder in de regel altijd geld;   Beheerders hebben geen capaciteit om verleggingen uit te voeren;   Beheerders geven geen hoge prioriteit aan de verleggingsplannen of hebben andere  Belangen, belangrijk is om in een vroeg stadium de beheerder te betrekken bij het project.     Belangen Projectteam:   Inventarisatie wordt uitgevoerd als er nog weinig bekend is over het ontwerp en de  planning. Toch moeten er afspraken worden gemaakt met beheerders om risicovolle grote  verleggingen vroegtijdig uit te kunnen voeren.    Binnen het projectteam is nog geen volledige duidelijkheid over ontwerp, projectplanning.   Indien er sprake is van een D&C contractvorm is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor  het ontwerp. Hierdoor is pas op een laat tijdstip duidelijk wat er precies gemaakt gaat  worden en of er aanpassingen noodzakelijk zijn.   Kabels en leiding moeten op tijd verlegd zijn en mogen geen risico zijn voor de planning van  het werk.   5.1.4 Wet‐ en regelgeving   Bij de conditionering moet rekening gehouden worden met diverse Wet‐ en regelgeving. Zo is  bijvoorbeeld de informatie‐uitwisseling met betrekking tot de ligging van kabels en leidingen  geregeld in de Wet informatie‐uitwisseling (WION)en worden. In de Telecommunicatiewet  worden zaken voorgeschreven met betrekking tot telecommunicatie kabels.   Vervolgens zal bij het conditioneren rekening moet worden gehouden met natuurwetgeving  zoals de Flora en Faunawet en de Boswet en moet, bij werken binnen het beheergebied van  Rijkswaterstaat dient rekening gehouden te worden met de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken  (de WBR). Hieronder staat een opsomming van de meest relevante Wet‐ en regelgeving voor  het kabel‐ en leiding proces.    Wetgeving betreffende regeling informatie uitwisseling van K&L gegevens  De Wet Informatie‐uitwisseling ondergrondse netten (WION; ook wel grondroerdersregeling  genoemd) is een wettelijke regeling die informatie‐uitwisseling tussen netbeheerders en gravers  (Grondroerders) verplicht stelt.     Telecommunicatiewet voor Telecom kabels,   In de Telecommunicatiewet is opgenomen dat eigenaren van gronden telecomkabels moet  gedogen, hiervoor hoeft de telecomaanbieder geen vergoeding te betalen. Als telecomkabels  verlegd moeten worden moet de telecomaanbieder dit op eigen kosten doen. Hiervoor krijgt hij  geen vergoeding.          

(26)

  Flora en Faunawet  Het uitgangspunt van de wet is 'nee, tenzij'. Het “nee” in het uitgangspunt betekent dat  activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Het  “tenzij” in het uitgangspunt is vastgelegd in de Flora en Faunawet. Hier is de mogelijkheid  aangegeven om onder bepaalde voorwaarden vrijstelling te krijgen van dit verbod.    Boswet  De Boswet heeft tot doel om bossen te beschermen. In het kort zegt de Boswet: wat bos is,  moet bos blijven. Bos dat wordt gekapt, moet worden herplant. Als dat niet kan op dezelfde  plaats, dan elders (compensatie).     Wet beheer Rijkswaterstaatswerken (WBR)  Volgens de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken  (WBR) is het verboden om zonder toestemming  van de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) iets anders te doen met een waterstaatswerk  dan waarvoor het bedoeld is. Als een kabel‐ en leiding beheerder kabels en leidingen gaat  (ver)leggen dient de beheerder een vergunning aan te vragen in het kader van de WBR, bij het  District waar de kabels en leidingen (komen te) liggen.    5.1.5 Vergoedingsregeling bij het verleggen van kabels en leidingen   Met betrekking tot de vergoedingsregelingen voor het verleggen van kabels en leidingen zijn bij  Rijkswaterstaat diverse vergoedingsregelingen in gebruik. Zo is voor het verleggen van  telecommunicatiekabels de Telecommunicatiewet van toepassingen. Voor niet  telecommunicatiekabels is geen wetgeving voorhanden. Voor deze categorie kabels en leidingen  is de vergoedingen, geregeld in de Nadeelcompensatieregeling (NKL1999), en de Overeenkomst  betreffende verleggingen van kabels en leidingen buiten beheergebied (OKL1999). Voor de  vergoedingen bij het aanpassen aan kabel‐ en leidingnetwerken is het van belang of de te  verleggen kabels en leidingen binnen of buiten het beheersgebied van Rijkswaterstaat liggen en  hoe het zakelijk recht is geregeld. Voor kabels binnen het beheersgebied van Rijkswaterstaat  geldt de Nadeelcompensatieregeling (NKL1999), buiten de beheergrens geldt de Overeenkomst  (OKL1999). Als kabels en leidingen met zakelijk recht liggen worden in de regel alle gemaakte  kosten vergoed.    Bronnen en nadere informatie    Conditionering van planvorming tot evaluatie  http://www.kennisinhetgroot.nl/upload/documents/produkten/co nditionering%20def2.pdf     

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. De aanvraag om nadeelcompensatie wordt

Indien de toezichthouder constateert dat een distributie- of mutatiepunt of bovengrondse voorziening niet conform de gemaakte afspraak is geplaatst, of dat de verdichting van de

Alle graafwerkzaamheden die uitgevoerd worden in openbare gronden binnen de gemeente moeten door vergunninghouder of zijn rechtsgeldig gemandateerde grondroerder minimaal 3

vast te stellen de volgende nadere regels: Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Leudal; hierin zijn (onder andere) de voorwaarden en tarieven vastgelegd met betrekking tot

Indien de toezichthouder constateert dat een distributie- of mutatiepunt of bovengrondse voorziening niet conform de gemaakte afspraak is geplaatst, of dat de verdichting van de

Ingeval de toezichthouder constateert dat er geen sprake was van spoedeisende werkzaamheden, maar een vergunning/melding vooraf had moeten worden aangevraagd, kunnen extra kosten in

Met uitzondering van geschillen op grond van artikel 5.2, eerste tot en met derde en vijfde lid, voor zover betrekking hebbende op de aanleg van een elektronisch

De bewaarder van het kadaster en de openbare registers verklaart dat op verzoek van de aanvrager onderzoek in de openbare registers is gedaan naar inschrijvingen waarin