Verwerkingsprogramma voor rosettemetingen
Citation for published version (APA):
Groot, W. J. (1970). Verwerkingsprogramma voor rosettemetingen: programma no. 0506-3551. (DCT rapporten; Vol. 1970.011). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1970
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
VERMEFXINGSPR0GRANM.A voor ROSETTEMETINGEN.
Programma no. 0506-3551
INHOUD :
1.
2. 3. 4 . 5. 6. 7. In1 e id ing Af spraken. 2.1. Typen rekstrookjes2.2. Aansluiten van de rekstrookjes op de rekstrookmeetapparatuur_
2.3. Belastingtypen 2.4. Vorm van de meetband 2.5. Coördinatenstelsels
2.6. Positieve rekken en spanningen 2.7. Buig- en membraamspanningen Uit te voeren berekeningen
Invo ervo 1 gorde
Structuur van het programma
5.1. Inlezen en analyseren van meetwaarden 5.2. Herstellen van foute meetwaarden
5.3. Verwerken van de meetgegevens
Procedures Berekeningen
7.1, Gemiddelde rek en spreiding
7.2. Rekken in het xy-coördinatenstelsel 7.3. Hoofdrichting
7.4. Hoofdspanningen 7.6. Ideële spanning
1.
--
Inleiding.Als in een punt van het oppervlak van een belast constructie-ele-
ment de rekken in 3 verschillende richtingen bekend zijn, dan is het
mogelijk om uitspraken te doen over de rektoestand en, voor isotroop
materiaal, over de spanningctoestand in dat punt.
M.b.v. een op zo'n Irpunt" geplakt rekstrookje kunnen de rekken worden gemeten, gebruik makend van het feit dat er een vast verband bestaat tussen de rek en de electrische weerstandsverandering in een filaEent. Een door de rekstrookmeetapparatuur (semi-automaat van Pee- kel) gemeten weerstandsverandering wordt omgevormd tot een rek, die in code op een ponsband wordt uitgevoerd.
peraties uit. In de eerste plaats wordt getracht om door ponsfouten verminkte meetwaarden te herstellen; daarnaast worden een aantal, door de gebruiker op te geven, berekeningen uitgevoerd m.b.t. rekken en spanningen in verschillende coördinatenstelsels.
een lineair aangenomen gedrag van de constructie, en dat verschijnse- len als hysterese, kruip of invloed van de temperatuur buiten beschou- wing worden gelaten.
Het rekenprogramma voert op deze ponsbandgegevens een aantal sob-
2. AFSPRAKEN
2.1. Typen rekstrookjes.
Een rekstrookje bestaat uit een aan.tal (minstens één) filamenten, waarvan elk filament de rek in een bepaalde richting kan meten.
Als de richtingen worden aangeduid met de letters a, b en c p en
de hoek tussen twee richtingen met @, dan kan elk strookje worden
geschematiseerd zoals in fig.
1 .
Daar is aan een willekeurig rich-ting de naam a toegekend, terwijl de ándere richtingen linksom worden be- noemd.
h fig. a i : a
Het programma kent de volgende rypen rekstrookjes: strookj e a fig. 2 @ab = 90' fig. 3 O @ab = 45 @ac = 135 O fig. a a O @ab = 60 @ac = 120 O type
1
2 3 4 gebruiksmotiveringEen hoofdspanning is an- gelijk nul; hoofdspannings- richting bekend
Een hoofdspanning is nul; hoofdspanningsrichting is bekend
.
Een hoofdspanning is nul;
hoofdspânningsrichting is niet bekend.
N,K9 Als de hoofdspanningsrichting ongeveer bekend is, kan type
3 gebruikt worden o m m e t b en c ongeveer de hoofdrekken te
meten.
2.2. Aansluiten van rekstrookjes op de rekstrookmeetapparatuur.
De mogelijke typen rekstrookjes mogen tegelijkertijd gebruikt worden. Bij het aansluiten van de rekstrookjes op de meetapparatuur moet de volgorde zijn: type
1
-
type 2-
type 3-
type 4 .Als twee typen rekstrookjes worden gebruikt b.v. 2 en 4 , dan worden
eerst alle strookjes van type 2 aangesloten, vervolgens alle strook-
jes van type 4 .
Pan een rekstrookje worden de filamenten aangesloten in de volgorde a-E-c
.
2.3. Belastingtypen.
De waardendie de belasting op een constructie achtereenvolgens aanneemt, vormen het belastingspatroon. Een aantal specifieke belastingspatronen zijn mogelijk, n.1.:
1 2 3 B 1 2 B 1 2 B
gig. 6 bèlastihgstap -f fi'g. 7 b'elastingstap -+ fig. 8 bèlastingstap .+
t y p
1
'Type . - " 2MY
Type
1 :
De belasting neemt slechts twee wahden aan. Dittype biedt o.a. de mogelijkheid om niet-lineair
gedrag van een constructie te onderzoeken. De belasting wordt in gelijke stappen opgevoerd
van p tot p vervolgens in gelijke stappen
tot 'min. verminderd van p
max
De belasting mag willekeurig worden gevarieerd. Type 2:
min max
Type 3 :
2.4. Vorm van de meetband.
De rekutroU~~eotarraratuur s c m t b i j elke belastingstap de aangeslogen filamenten en levert per filament een meet- waarde. Deze meetwaarden worden dan in een bepaalde code
in een band geponsd. Elke belastingstap levert zodoende een blok meetgegevens op de ponsband.
Voor het programma is vereist dat zo'n blok begint met een label en afgesloten wordt $oor 20 cm. tapefeed.
A l s label is gekozen: 0 0 0 a ~ O 0 0 ; de meetapparatuur bevat een labelgenerator, die deze label in de band kan aanbrengen Opgemerkt moet worden dat, als de label niet correct is, de meetwaarden na die incorrecte label door het programma niet worden "gezien".
2.5. Coördinatenstelsel.
Door het programma worden berekeningen
uitgevoerd in de coördinatenstelsels
x y en xy
.
Het coördinatenstelsel xy is direct aan het rekstrookje gekoppeld.Y
b
C
a x
Filament a van het strookje bepaalt de richting van de x-as en als daarop een positieve richting is gedefinieerd,dan
wordt de positieve y-as gevonden door 90° linksom te draaien
(zie fig. 9).
Het coördinatenstelsel
xi
wordtvastgelegd door het coördinaten-
stelsel xy over een hoek Ca te
roteren; q is in de getekende
richting positief (zie fig.
io)
Bij bet berekenen van hoofdrekken en hoofdspanningen heeft het
programma zelf een hoek a vastgesteld n.1. de hoofdrichting $,
waarbij geldt
d
<
9 <Spanningen en rekken in het bij $ behorende coördinatenstelsel
;y worden uitgevoerd onder de benaming: s
s en e in
7
richting.IT/^
en e in x richting,
1
1
2 2
2.6. Positieve rekken en spanningen.
O
fig.
1 1
Als een rechthoekig blokje
1
uitde constructie vervormd wordt tot
blOkJe 2 (zie fig. li), dan worden de rekken positief gedefinieerd; er treedt dus op: verlenging in x en y-richting en vermindering van de aanvankelijk rechte hoek yOx. De spanningen die bij deze rekken horen (zie fig. i 2 ) worden posi- tief gedefinieerd.
f i g . 1 2
2 . 7 . Buig- en membraamspanningen.
Als twee rekstrookjes tegenover elkaar op een constructie geplakt
zijn, kunnen de voor elk strookje afzonderlijk (in het xy-co'&rdi- natenstelsel) berekende spanningen gecombineerd worden tot buig-
en membraamspanningen. Als de strookjes genummerd worden met
1
en 2 en de bijbehorende spanningen voorzien worden van de over-
eenkomstige indices i en 2 , dan geldt voor normaalspanningen:
membraamspanning: = ( o , + 0 2 ) / 2
buigspanning: = ( o ,
-
0 2 ) / 2membraamspanning: = ( T
-
r2)/2terwij 1 voor de schlifspanniñgen geldt:
1
wringspanning: = ( zl + ~ ~ ) / 2
ning b e p a a l d wordt door d e v o l g o r d e waarin d e r e k s t r o o k j e s (dus de spanningen) worden aangeboden.
A l s h e t prograrna Eu<$-, en nemb'.ramspannihgen moet Gerekenen, dan i s h e t nodig d a t d e g e b r u i k t e r e k s t r o o k j e s e e n z e l f d e aan- t a l filamenten b e z i t t e n en bovendien de filamenten a i n d e z e l f - de r i c h t i n g z i j n g e p l a k t .
Berekening Per filament strookje 2 strookjes Berekende grootheden - e- S E & X Y X Y X Y X Y o o &- E- 0- o-
1
&2 & 2 o1
o @ o id yXY T XY Y-- XY T--
XY o 0 o o bx mx by my T T mxy bxy ponsbanduitvoer van m-A-e-n-2- ;roep I-
I1 I11 To. I_1
2 3 4 5 6 7 8 9 10--
'Pro gr amma''
-naam eg ex sx ex r s x.r1
1
fi s id sbx f' s sby t.d Opmerking gem. rek en spreiding rekken in xy spanningen in xy rekken in Xy spanningen in%y
hoofdrekken hoofdspanningen hoofdrichting
(graden) ideële spanning buig- en membraamspan- ning in x en y membraam- en wringspanning w
4. Invoervolgorde.
L.@r f ; -
D e I G n v o e r k d , d i e aan de meetband v o o r a f g a a t , h e e f t d e volgende vorm: i n t e g e r ap a a n t a l programma's ( z i e t o e l i c h t i n g )
i n t e g e r test a l s t e s t =
1
dan wordt extra u i t v o e r g e l e v e r d , d i e nut-t i g kan z i j n b i j h e t opsporen v a n fouten; a l s t e s t #
1
dan wordt geen extra u i t v o e r g e l e v e r d . i n t e g e r t y p e :het b e l a s t i n g t y p e , dus
1 ,
2
of 3i n t e g e r c y c : a a n t a l c y c l i (zie t o e l i c h t i n g ) i n t e g e r B
real Pk : k a r a k t e r i s t i e k e b e l a s t h g ( z i e t o e l i c h t i n g ) real nu> : c o m e a n t e v a n Poisson
i n t e g e r knul : h e t k a n a a l n m e r van de meetapparatuur waarop h e t l e ar Li] kr l i l ar
121
ar11 : 41 b e v a t p e r t y p e r e k s t r o o k j e h e t aan- ar[3] krL34 t a l op t r u c t i e aanwezige r e k s t r o o k j e s ; a l s b . v . t y p e art41 k r 1 4 ~ : a a n t a l b e l a s t i n g s t a p p e n p e r c y c l u s-
f i l a m e n t van h e t l e s t r o o k j e i s a a n g e s l o t e n . kr121
c i n t e g e r2
n i e t aanwezig i s , dan moet t o c h h e t g e t a l O v o o r ar121
worden opgegeven.a y - k r [ I : 41 b e v a t d e b i j e l k t y p e r e k s t r o o k j e s be- horende k-waarde, d i e h e t verband b e p a a l t t u s s e n r e k en weerstandsverandering. Ook h i e r g e l d t d a t aan kr lil a l t i j d een waarde moet worden toegekend.
--
i n t e g e r a
i i . . i : * h e t a a n t a l u i t i n t e g e r s , n . 1 . d e nummers ( z i e t e voeren berekeningen. 3) van d e u i t t e voeren be-
rekeningen. H i e r b i j wordt opgemerkt d a t groep I a l t i j d wordt u i t g e v o e r d ; groep
I11
wordt u i t g e v o e r d a l s d e nummers 9 en10
worden Opgegeven; van groepI1
s l e c h t s een a a n t a l bereke- ningen kunnen worden u i t g e v o e r d . Voor groepI1
i s op de re- g e l d r u k k e r u i t v o e r 'een ruimte van 6 kolommen beschikbaar, zodat een keuze gemaakt moet worden u i t d e nummers van groep11.
N o g e l i j k e combinaties z i j n dan b . v .( 1
en21
of (5, 6, 7 en 8). H e t programma 70s tegen o v e r v r a g e n geblokkeerd. A l s een zodanige combinatie van nummers u i t groep II wordt opge- geven d a t meer dan 6 kolommen zouden worden b e z e t , dan wordt h e t nummer d a t de 7 e kolom zou b e z e t t e n g e s k i p t en tevens a l l e volgende nummers t / m nummer 8.n r . 9 u i t groep
111
gewenst wordt. D e buig- en membraamspannin- gen worden dan berekend v o o r d e r e k s t r o o k j e s k l t / m k2, ge- combineerd m e t d e s t r o o k j e s k12 t / m k12 + (k2 - kl); dus kl + i wordt gecombineerd met k 1 2 + i.D e g e t a l l e n k moeten voldoen aan de voorwaarde k l
<
k2 < k 1 2:reals, a l l e e n op d e invoerb-d z e t t e n a l s no. 3 of no. 4 u i t groep
I1
gewenst wordtDe waardevan a wordt i n graden opgege-ven en b e p a a l t p e r r e k s t r o o k j e h e t x y - c o ö r d i n a t e n s t e l s e l . D e manier waarop d e a-waarden worden i n g e l e z e n wordt behandeld b i j procedure LEESAEHA ( z i e 6)
j i '
j 2
ja
[kl k2 k12]':integers, deze g e t a l l e n a l l e e n op de invoerband p l a a t s e n a l s
[a-waarden]
b e l a s t i n g - : r e a l s , v o o r d e b e l a s t i n g t y p e n i en
2
z i j n d i t d e waarden v o o r waarden pmin en pnìax.Voor b e l a s t i n g t y p e 3 z i j n d i t d e b i j e l k e b e l a s t i n g s t a p beho- rende waarden van de b e l a s t i n g , dus p l , p2, . . . . p
B
Toelichting.
Het programma berekent in principe een constructie, die belast wordt door één van de drie mogelijke belastingtypen; we noemen dit voortaan een cyclus. Van elk filament worden de rekken per cyclus gemiddeld en berekend als te behoren bij een op de constructie werkende karakteris- tieke belasting Pk.
kunnen berekenen. Voorwaarde is dan echter dat de cycli hetzelfde zijn. Hieronder wordt verstaan:
a. De belastingtypen zijn identiek, dus de waarden van-de bëlasting per
belastingstap en het aantal belastingstappen zijn per cyclus hetzelfde. b . De belastingtypen zijn gelijkvormig, dus het belastingtype en het aan-
tal belastingstappen zijn voor de cycli hetzelfde,maak de waarden van de belasting van een volgende cyclus worden verkregen door die van de eerste cyclus scalair te vermenigvuldigen.
Omdat per programma slechts één maal Pk en de belastingwaarden worden op-
gegeven, heeft dit de volgende consequenties:
voor a: de rekken worden per cyclus en per karakteristieke belasting be- r ekend
.
voor b: de rekken worden per cyclus en alleen voor de eerste cyclus per karakteristieke belasting berekend, maar voor de volgende cycli
is dit per Pk x a, waarin
menigvuldigingsfactor is.
De integer cyc is ingevoerd om meerdere cycli in één programma te
e reeds eerder genoemde scalaire ver- De integer ap bepaalt het aantal programma's. Het is hiermee mogelijk verschillende constructies of dezelfde constructie met verschillende be-
lastingtypen door te rekenen. Indien ap > l dan is het nodig, dat de meet-
band van de i constructie voorafgegaan wordt door een invoerband waarop, uitgezonderd ap, alle variabelen van test t/m belastingwaarden opnieuw een waarde wordt toegekend die de i
Voorbeeld: e
e
constructie karakteriseren.
Een constructie wordt belast zo als aangegeven in fig. 12.
fig. 12
Aangenomen wordt dat Pk steeds 50 bedraagt. Er zijn nu 3 mogelijke ma-
nieren om deze belastingvorm te berekenen:
1.
Met ap=l, type=l, cyc=3, belastingwaarden: O en 50.Van de eerste cyclus worden de rekken per 50 kgf. berekend.
Van de tweede cyclus worden de rekken per 100 kgf. berekend.
Van de derde cyclus worden de rekken per 150 kgf. berekend.
100, O, O, 150, O, 150, O.
De belasting wordt hier als type 3 gezien en de rekken worden gemiddeld over alle belastingstappen en per 50 kgf. berekend.
3. Met ap=3, type=l, cyc=l, belastingwaarden: O en 50.
Vóór de volgende meetband: type=l, cyc=l, belastingwaarden: O en 100.
Vóór de 3e meetband: type=l, cyc=l, belastingwaarden: O en 150.
Elk programma berekent nu de rekken per cyclus en per 50 kgf.
- N.B. Het prograrna kan zowel in het MCA- als in het THE-systeem verwerkt
worden. Bij verwerking in het THE-systeem is het echter noodzakelijk
5. Structuur van het programma.
Het programma kan in drie functionele delen worden gesplitst, n.1.
1 .
Inlezen en analyseren van meetwaarden 2. Herstellen van foute meetwaarden 3. Verwerken van de meetgegevens5.1. Inlezen en analyseren van meetwaarden (label start 2)
Per belastingstap worden de arrays M en fout gehitialiseerd op
1000 en met START wordt de plaats gezocht waar de eerste meetwaarde
zich bevindt. De meetwaarden van de belastingstap worden met LEES
gelezen. A l s LEES stopt dan wordt eerst eventueel gelezen onzin uit-
gevoerd, daarna wordt onderzocht waarom LEES is gestopt.
Meestal zal blijken dat een analyse van het gelezene de moeite
waard is en er wordt dan met ANALYSE geanalyseerd; alleen als stop=
3 (zie procedure LEES) wordt er niet geanalyseerd. ANALYSE bewaart
een goed bevonden meetwaarde in array M en resten van een meetwaarde
in array fout. Het inlezen van meetwaarden wordt gestaakt op één van
de volgende criteria:
1 .
Het einde van een belastingstap is geconstateerd (20 cm. tape feed)3. De analyse is mislukt
4 . Het aantal geconstateerde fouten in een belastingstap bedraagt meer dan 98
Bij criterium
1
wordt onderzocht of het aantal opgegeven meetwaardengelijk is aan het aantal gelezen meetwaarden. A l s dit niet zo is, dan
wordt de gehele belastingstap verworpen, en het array M OF deze plaat-
sen gevuld met getallen
-
10000.Bij de criteria 2 en 3 worden de resterende meetwaarden van de belas-
tingstap niet meer gelezen; het array
met getallen - 10000
BLJ criterium 4 wordt de gehele cyclils verworpen, dus ook de meetwaar-
den van de m g volgende belastingstappen; van deze belastingstappen
WULUL a17eeli de labs? gelezen, zodut d e r n e e + E ~ d zich i n d e j 1 ~ s t . e pn-
sitie bevindt om de meetwaarden van een eventueel volgende cyclus te Lezen.
van array M en de relevante inhoud van array fout uitgevoerd.
2. Stop=3
wordt op die plaatsen gevuld
. .
- - - - J +
Als d.m.v. "test" om extra uitvoer Is gevraagd, wordt de inhoud
5.2. Herstellen van foute n?&etwâarden (label DEEL 2)
Het meetwaardenarray M bevat nu
1
I goede meetwaarden2. getallen - !O000 (verworpen meetwaarden)
3. getallen 30000 + a, 40000 + a, 50000 + a (herstelbare meetwaarden)
4 . getallen 1000 (geen meetwaarde ingelezen)
Per strookje wordt het array M nu twee maal gescand. Bij de eerste
maal (label SCAN
1 )
wordt per filament het aantal goede meetwaardengeteld en worden de maximale en minimale waarde van de belasting beho- rende bij goede meetwaarden vastgelegd. Een strookje wordt niet geac- cepteerd als:
1 .
Er-een filament i s met slechts één goede meetwaarde.2. Er een filament is met meerdere goede meetwaarden, die echter alleen worden voortgebracht door dezelfde waarde van de belasting.
b
In het boolean array VERWERP wordt bijgehouden of een strook" je al dan niet geaccepteerd is. Als het strookje niet verworpen is,
wordt er weer gescand (label SCAN 2). Nu worden de herstelbare meet-
waarden gezocht en afhankelijk van het belastingtype een maatstaf
en een tolerantie vastgesteld. A l s uitgangspunt wordt dan de bij een
defecte meetwaarde behorende belasting genomen.
o f minimaal is, en daar beide gekoppeld zijn aan een meetwaarde (zie le maal scannen), wordt één van deze twee als maatstaf gekozen; de
tolerantie is hier 6,25.10-4 % rek.
bestaat, d.w.z. de bij dezelfde belastingwaarde behorende andere meet- waarde. Als de collega goed is, wordt zijn waarde als maatstaf genomen
met een tolerantie van 6,25.lO-4 % rek; in het andere geval wordt vol-
gens belastingtype 3 naar een maatstaf gezocht.
Bij belastingtype 3 wordteerst onderzocht of de belasting binnen
toelaatbare grenzen ligt (te ver extrapoleren is niet zinvol), daarna worden maatstaf en tolerantie vastgelegd (zie fig. 15).
Voor belastingtype
1
wordt onderzocht of de belasting maximaalVoor belastingtype 2 wordt onderzocht of er een goede "collega"
-4 al = 5.10 2 rek - -I 1 i Emin Emax ms
1
l i 1 _ _ fig. 15Als maatstaf en tolerantie bekend zijn, wordt met REP getracht
de meetwaarderest te herstellen. Het resultaat zowel vóór als ná de reparatie wordt altijd uitgevoerd, en indien d.m.v. "test" extra uit- voer is gevraagd, wordt ook het gehele meetwaardenarray en de nummers van de verworpen filamenten na de herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
5.3. Verwerken van de meetgegevens. (label DEEL 3)
In dit deel worden de gestelde vragen beantwoord, waarin met vraag i
het ie nummer uit de tabel (zie 3 ) wordt bedoeld. Alle berekeningen vin-
blokken te onderscheiden, n.1. de berekening van:
1 .
Gemiddelde rek en spreiding2. Rekken in xy, hoofdrekken en hoofdspanningen 3 . Vragen i t/m 8
4 . Vragen 9 en 10
vormen het uitgangspunt voor de berekeningen in de blokken 3 en 4 . De
resultaten van 1 en 2 worden in het meetwaardenarray opgeslagen. M.b.v.
"test" kan het meetwaardenarray, althans dat deel waarin de berekenings- resultaten zijn opgeslagen, worden uitgevoerd. Daarbij wordt opgemerkt
dat I#I in radialen wordt gegeven. In onderstaande tabel is aangegeven
hoe array M voor de verschillende typen rekstrookjes wordt overschreven.
De berekeningen in de blokken 1 en 2 worden altijd uitgevoerd en
filament no. bel a s t ings t appen strookje van type
-
I
1
j Ea Sa o1I
j + m + 2 EC sc o1 o21
I
-1
Ea Sa ~l E2 2 - j + k + l Eb Sh o1 o2 j + m Ea Sa EX - j + m +1
~b Sb S i , , e 2 - j + m + 2 EC sc o1 o2 3 of 4A l s buig- en membraamspanningen gewenst zijn, wordt in blok 3 voor rekstrookjes met 3 filamenten de waarden voor EX, &y en yxy/2 over-
6; Procedures.
Voorbeeld: vorm van de meetwaarde rek in %
5 j 1234 5kI 234 5ml234 5q1234 +. 1234
-.
1234 + I .234I
-1.234Een aanroep van LEES heeft tot gevolg dat het eerstvolgend
symboöl op de meetband wordt gelezen. Ket lezen vindt plaats d.m.v. de standaardprocedure REHEP, die de decimale waarde van een ponsing levert. Het gelezen symbool wordt onderzocht,
d.w.z. er wordt vastgesteld o f het symbool een cijfer of een
toegestane letter is. Als dit niet het geval is, dan wordt het symbool als onzin gekwalificeerd, maar wordt tevens on-
derzocht of het symbool een blank,of een pariteitsfout of
niet nader gedefinieerde onzin I s . Afhankelijk van de uitslag
van dit onderzoek kari aan de integer variabele step een po-
sitieve waarde worden toegekend.
Het programma roept LEES aan en leest daarna een stukje
meetband tot stop
21
geworden i s . Dan is één van de volgen-de situaties mogelijk:
stop=l : laatst gelezen symbool is een goede letter.
stop=2 : aantal blanks bedraagt 40 (betekent einde van de
stop=3 : a. het aantal malen dat niet aaneengesloten onzin
belastingstap)
voorkomt is minstens 2, of
b. het aantal gelezen cijfers bedraagt 13.
De meest voorkomende situatie is die waarbij stop=], d.w.z. het programma leest de meetband van letter tot letter. Tij- dens het lezen verricht de procedure nog de volgende hande- l ingen :
i. Het aantal gelezen cijfers wordt geteld.
2. Gelezen blanks worden opgeslagen in onzin 1 1
3. Gelezen pariteitsfouten worden opgeslagen in onzin 12
I
4. Niet nader gedefinieerde onzin wordt opgeslagen in onzin 13
I
5. Array “bewaar” wordt gevuld met goede gedecodeerde cijfers
6. Het aantal malen dat niet aaneengesloten onzin voorkomt,
en (eventueel) een goede niet gedecodeerde letter. wordt geteld,
Daarnaast kunnen de volgende booleans van waarde worden veranderd:
7 . Boolean e : e: = true als er onzin tussen 2 letters voor-
e: = false als er geen onzin tussen 2 letters
komt voorkomt
8. Boolean 1 : 1: = true als er onzin voorkomt tussen het
9. Boolean ls::.ls:= true als het laatst gelezen symbool geen
lso= false als het laatst gelezen symbool on- 5e en 6e cijfer
onzin is
zin is.(het lezen van een goede
letter verandert Is niet.)
LEESAEFA : Met deze procedure kan op twee verschillende manieren.de bij
een rekstrookje behorende a-waarde (in graden) worden inge- lezen.
1 .
Per rekstrookje worden de ,a-waarden gegeven; de invoer (keuze =) 1, al, a2, a3,. ..
..
,
anheeft dan de volgende vorm:
2. Per a-waarde kan een groep rekstrookjes worden opgegeven; de invoer ziet er dan uit als:
(keuze =>2,
aantal, al, al, kil, ki2, -..kial? a2, kil, kjl
...
kia2,kja2LEESBEL KREET MOD 10 ANALYSE a2
...
aantsi"".
.
.
. . . .
awaarin de variabelen de volgende betekenis hebben:
aantal : aantal verschillende a-waarden
al : eerste waarde van a
al : aantal strookjes waarvoor a= al
kii t/m kiai : nummers van de strookjes TiiTaarvGoï a= a!
a2 : aantal groepen strookjes
kil, k j I : eerste groep; à.w.2. v o o r de strookjes kil
kia2, kja2 : a2-egroep waarvoor a= al
: Deze procedure wordt gebruikt om de belasting in te lezen.
Voor belastingtype 1 en 2 zijn dit de waarden van p min en
p max; voor belastingtype 3 zijn dit de waarden van pl, p2,
...p B, waarin B het aantal belastingstappen is.
: Bevat een aantal"kreten!', die als ultvoer wordeïì gegeven in die situaties waarin het inlezen of analyseren van meetwaar- den niet vlekkeloos verloopt.
: Bepaalt van een getal de rest bij deling door 10.
: Deze procedure analyseert de door LEES gelezen meetwaarden.
Een aantal fouten, waarvan aangenomen mag worden dat repara- tie mogelijk zal blijken, kunnen worden herkend, zoals:
1 .
geen kanaalnummer2. onzin in de meetwaarde 3 . geen letter
4 . de meetwaarde bevat een cijfer te weinig. t/m kjl geldt a= al
Bij het herkennen van goede of herstelbare of te ver- werpen meetwaarden, wordt de analyse als geslaagd beschouwd;
in het andere geval wordt an: = false om kenbaar te maken
dat de analyse mislukt is.
ANALYSE bevat de procedure POT, die de administratie bijhoudt d.w.z. de meetwaarden-telling bijhoudt, goede meetwaarden op-
slaat in het meetwaardenarray M en van herstelbare meetwaar-
den enerzijds de resten opbergt in array fout en anderzijds in het meetwaardenarray kenbaar maakt waar deze resten zijn te vinden.
Als Th de filament-telling bijhoudt, b de belastingstap- pen en a het aantal foute meetwaarden (d.w.z. het aantal ma-
len dat j > 2 in POT(j)) dan kan de werking van POT als volgt
worden weergegeven:
j=i : de meetwaarde wordt goed bevonden, gedecodeerd en
j=2
in M[Th,b] opgeslagen.
opgeslagen en fout 1000.
wordt opgeslagen in fout [a,i,b] den
1
t/m 5.wordt opgeslagen in fout p,igb] den
1
t/m 4.wordt opgeslagen als bij j=4.
[a,i,b] wordt 1000 met voor i de waarden
1
t/m 5.stap; array "bewaar'' wordt bij gespijkerd.
: een fout van type
1 ;
de meetwaarde wordt in MLTh, b] [a,1
>bJ t/m fout [a,5,b] worden j=3 : een fout van type 2; M[Th,b]:= 30000 + a en de "rest"met voor i de waar-
: een fout van type 3 ; M[Th,b]:= 40000 + a en de "rest"
met voor i de waar-
j=4
j=5 j = 7 j=9
Opgemerkt wordt dat het gebruik van POT(j) samen-gaat met de
riitvoer van KREET(j) behalve voor j=l; de uitvoer van KREET
( i > wordt bepaald dcor de waarde van test (zie: 4 . Invoervolg-
u r u e ) i
: een faut van type 4 ; MLTh,b]:= 50000 + a, de "rest"
: de meetwaarde wordt verworpen; M[Th,b] := -10000, fout
: waarschijnlijk de eerste meetwaarde van een belasting-
REP : Deze procedure tracht van een meetwaarderest een acceptabele
meetwaarde te maken. Ais de meetwaarde wordt geaccepteerd, dan
wordt hij op de juiste plaats van het meetwaardenarray opge-
slagen; in het andere geval blijft in het meetwaardenarray de oorspronkelijke waarde gehandhaafd, (zie POT met j= 3,4,5,)
: Berekent de gemiddelde rek en spreiding per filament bij de
opgegeven waarde van de karakteristieke belasting en per cy- clus (zie 7 ) .
vermenigvuldiging a = T4 x b uit (zie 7 ) .
T4 : Vormt m.b.v. de waarden a en (p een matrix en voert dan de
u@? : Uitvoer van een vector.
URM : Uitvoer van een matrix.
URMTRUC ; De procedure wordt gebruikt om getallen uit te voeren m.b.v.
UITVOER : Deze procedure voert in de meetwaarde aanwezige ponsfouten uit.
KOP : Verzorgt de kop op de regeldrukker-uitvoer t.b.v. de nummers
de truc uit URM.
1
t/m 9 (zie 3). REKPONS : Deze procedure maakt een ponsband van de berekende hoofd-
rekken en (alleen bij rekstrookjes met 3 filamenten) de
hoofdrichting. De rek wordt in 2 en de hoofdrichting in
radialen uitgevoerd. De ponsband begint met de 3 getallen
al, a2 en a3, die het aantal strookjes aangeven van resp. type
1 ,
type 2 en type 3 + type 4 . Van de op deze manier gerangschikte rekstrookjes worden nu de hoofdwaarden ge-geven, gevolgd door één van de cijfers O of l om aan te
geven hoe betrouwbaar deze gegevens door het programma zijn
bevonden;
1
= betrouwbaar, O = onbetrouwbaar. Voor een rek-strookje uit groep ai worden dus i rekgrootheden en een be- trouwbaarheidsgetal gegeven.
7. Berekeningen.
7.1. Gemiddelde rek en spreiding.
Bij het bepalen van de regressierechte door de punten (xi, y;), waarin x =
belasting, y = rek en i = nummer van de belastingstap, wordt aangenomen dat
de grootste variaties in de rek zullen
optreden. Als het verband tussen x en y wordt aangenomen als
en een cyclus
dan wordt de functie:
Y = +-X +/cc
n punten(x;, y;) bevat,
U Pk X
fig. 13 (belasting)
geminimaliseerd. Daaruit volgt dan:
x
= n.Zxyy -tx.Ey n Z x 2-
(ZxI2 1-i = E y-
X.& n-
K . P k - X (gemiddelde rek) E = - 2 (spreiding) E-2waarin k de k-factor van het rekstrookje.
7 ; 2 . Rekken in het xy-coördinatenstelsel.
B i j de gemaakte afspraken betrefiende positieve reklcen (zie 2) volgen uit de lineaire elasticiteitstheorie de volgende formules:
= E .cos2+ + w.sin27) + ?.sin 27) ( i )
- E ).sin 27) + y .cos 27) ( 2 ) € 7 ) x Y Y$ - (€y x XY - X fig. 14 en E worden de rekken in
Met behulp van (i) en bekende rekken
C in het xy-coördinatenstelsel bepaald door:
E X &Y
yxy
2 --- --I
1
O Ocos$ab
.
cos$ac-
cossac cos$absinSab
.
sinGac sin$ab.
sin ($ac - $ab sin$ac.
sin ($ac - Gab)-
~
-
-sin (Gac + +ab) sin$ac-
s in$ ab2.sin$ac
.
sinGab Z.sin$ab.
sin ($ac - $ab) 2.sin$ac.
sin (Gac - $ab)& i
=€2 =
Voor rekstrookj es van
de vorm:
type 3 heeft de matrix
O
2/3
]
Voor rekstrookjes van O
type 4 heeft de matrix
de vorm:
1
/ 3 J 3 -1/3J3sin241
I
'
EXcos24 sin24
s b 2 + cas2+
-
sin24I
&Y7 . 3 . Hoofdrichting.
Met behulp van formule ( 2 ) en bekende rekken EX, &y en yxy volgt: YXY
E X
-
&ytan 241 =
waaruit via overgang op de halve hoek volgt:
als tan 24 = O +r$ = 0
21s tm. 24 > C)
++
= arctan((-i+~l+tan'2*)i
tan 241
1
als tar, 24 < O
*+
= arctao (-1-J1+tan"2+)c-
tan 241 7 y 4 . Hoof drekken.
7 . 5 .
7 . 6 .
7 . 7 .
Hoofdspanningen.
Als de hoofdrekken bekend zijn en tevens de materiaalconstanten E en v
van de constructie, dan volgt uit: 01 - v . 0 2 E 1 = 0 2
-
v . 0 1 € 2 = 0 1 0 2 E =i-y” 1 v u 1 X E l E 2 Ideële spanning.Bij bekende hoofdspanningen geldt volgeni de hypothese van Huber en Hencky :
Resterende berekeningen.
Met behulp van bekende hoofdrekken, hoofdspanningen, $ en a kunnen de
volgende berekeningen worden uitgevoerd:
- -.
(EX, cy,
-
T4 x ( ~ 1 , € 2 ) 2waarin T4 de volgende matrix voorstelt:
T4 =
i
sin2(a-$)sin2 (a-$)
De vorm van T4 wordt gemotiveerd door het feit dat bij de gemaakte
tekenafspraken voor positieve spanningen analoge formules gelden als
voor de rek (zie fig. 14) n.1. :
o$ = ox.cos27j + oy.sin2S - -rxy.sin 2 ~ 1
*-
VERWEFXINGS PROGF3WM.A voor ROSETTEMET I NGEN
.
Programma no. 0506-3551
INHOUD :
I . Inleiding 2 . Afspraken.
2 . 1 . Typen rekstrookjes
2 . 2 . Aansluiten van de rekstrookjes op de rekstrookmeetapparatuur 2.3. Belastingtypen
2 . 5 . Coördinatenstelsels
-
2.6. Positieve rekken en spanningen 2 . 7 . Buig- en membraanspanningen . 2 . 4 . Vorn? van de meetband
3 . Uit te voeren berekeningen
4 . Invoervolgorde
5 . Structuur van het programma
5.1. Inlezen en analyseren van meetwaarden 5.2. Herstellen van foute meetwaarden 5 . 3 . Verwerken van de meetgegevens
6. Procedures
7. Berekeningen
7 . 1 . Gemiddelde rek en spreiding
7 . 2 . Rekken in het xy-coördinatenstelsel 7 . 3 . Hoofdrichting 7 . 4 . Hoofdspanningen 7 . 6 . Ideële spanning 7 . 7 . Resterende berekeningen.
j
. . ,. . . . .
1:
.Inleiding.A l s in een punt van het oppervlak van een belast constructie-ele- ment de rekken in 3 verschillende richtingen bekend zijn, dan is het mogelijk om uitspraken te doen over de rektoestand en, voor isotroop materiaal, over de spanningctoestand in dat punt.
1f.b.v. een op zo'n "punt" geplakt rekstrookje kunnen de rekken
. worden gemeten, gebruik makénd van het feit dat er een vast verband bestaat tussen de rek en de electrische weerstandsverandering in een filment. Een door de rekstrookmeetapparatuur (semi-automaat van Pee- kel) gemeten weerstandsverandering wordt ,omgevormd tot een rek, die
in code op een ponsband wordt uitgevoerd.
. Het rekenprogramna voert op deze ponsbandgegevens een aantal 0.-
peraties uit. In de eerste plaats wordt getracht om door ponsfouten verminkte meetwaarden te herstellen; daarnaast worden een aantal, door de gebruiker op te geven, berekeningen uitgevoerd m.b.t. rekken en spanningen in verschillende coördinatenstelsels.
een lineair aangenomen gedrag van de constructie, en dat verschijnse-
l e n als hysterese, kruip of invloed van de temperatuur buiten beschou-
wing worden gelaten.
,
_''
Met nadruk wordt er op gewezen dat het programma zich baseert op
2, &?SPRAKEN
2.1. Typen rekstrookjes.
Een rekstrookje bestaat uit een aantal (minstens één) filamenten, waarvan elk filaaent de rek in een bepaalde richting kan meten. Als de richtingen worden aangeduid met de letters a, b en c en de hoek tussen twee richtingen met $, dan kan elk strookje worden geschematiseerd zoals in fig.
1 .
Daar is aan een willekeurig rich-ting de naam a toegekend, terwijl de andere richtingen linksom worden be- noemd.
a fig.
1
Het prograrmna kent de volgende typen rekstrookjes: . strookje a fig. 2 +ab = 30' fig. 3 Qab = 45' +ac = 135' fig. 4 a
a'
fig. . 5 L a $ab = 60' +ac = 120' 2 3 4 gebruiksmotiveringEen hoofdspanning is on- gelijk nul; hoofdspannings- richting bekend
Een hoofdspanning is nul; hoofdspanningsrichting is
bekend.
Fen hnnfrlcpanning
.---
i s nul;hoofdspanningsrichting is niet bekend.
Als de hoofdspanningsrichting ongeveer bekend is, kan type
3 gebruikt worden om met b en c ongeveer de hoofdrekken te
meten.
-
2,2, Aansluiten van rekstrookjes op de rekstrookmeetapparatuur.
* . _ . - .
De mogelijke typen rekstrookjes mogen tegelijkertijd gebruikt worden. Bij het aansluiten van de rekstrookjes op de meetapparatuur moet de volgorde zijn: type
1
-
type 2-
type 3-
type 4 .Als twee typen rekstrookjes worden gebruikt b.v. 2 en 4 , dan worden eerst alle strookjes van type 2 aangesloten, vervolgens alle strook-
j e s van type 4 .
Yan een rekstrookje worden de filamenten aangesloten in de volgorde
a-S-c.
I
I
2 . 3 . Belastingtypen.
De waardendie de belasting op een constructie achtereenvolgens aanneemt, vormen het belastingspatroon. Een aantal specifieke belastingspatronen zijn mogelijk, n.1.:
'max 'min 1 2 3 B 6 p2 pg
p1
fig.-6'
6eiast3ngstap -f I 2 B fix, 7 Belastingstap -f 1 2 B ffgt 8 b-elastingstap -f \ . . .. .. . .. .. . .. . . .'
y e : 3 type1
\Type. 2-
arType 1 : De belasting neemt slechts twee waAden aan. Dit type Sledt o.a. de mogelijkheid om niet-lineair gedrag van een constructie te onderzoeken. De belasting wordt in gelijke stappen opgevoerd van p tot p vervolgens in gelijke stappen verminderd van p tot p
De belasting mag willekeurig worden gevarieerd. Type 2 :
min max
'
max min.
Type 3 :
2 . 4 . Vorm van de meetband.
De rekctrookmeetapparatuur scant bij elke belastingstap de aangesloten filamenten en levert per filament een meet-
"" a a A u C .
-
-a-
in een band geponsd. Elke belastingstap levert zodoende een blok meetgegevens op de ponsband.
Voor het programma is vereist dat zo'n blok begint met een label en afgesloten wordt door 20 cm. tapefeed.
Als label is gekozen: 000a@O00; de meetapparatuur bevat
een labelgenerator, die deze label in de band kan aanbrengen. Opgemerkt moet worden dat, als de label niet correct is, de meetwaarden na die incorrecte label door het programma niet
Deze meetwaarden wûrdeïì dan in een bepaalde code
-
worden "gezien". -
i
i
Door het programma worden berekeningen
uitgevoerd in de coördinatenstelsels 1
2.5. Coördinatenstelsel.
I
8
xy en xy
.
Het coördinatenstelsel xyis direct aan het rekstrookje gekoppeld.
X f i g . 9
Filament a van het stroolcje bepaalt de richting van de x-as en als daarop een positieve richting is gedefinieerd,dan wordt de positieve y-as gevonden door 900 linksom te draaien
(zie fig. 9).
--
Het coördinatenstelsel xy wordt vastgelegd door het coördinaten- stelsel xy over een hoek 01 te roteren; q is in de getekende
X richting positief (zie fig. 10)
~ ~~~~
Bij Ket berekenen van hoofdrekken en hoofdspanningen heeft het programna zelf een hoek a vastgesteld n.1. de hoofdrichting 4, waarbij geldt
a'
<
4 <Spanningen en rekken in het bij @ behorende coördinatenstelsel s en e in y richting.
n / 2 ,
/ ;y worden uitgevoerd onder de benaming: s en e in
x
richting,1
1
2 2
2.6. Positieve rekken en spanningen
Y
...
X
O
X
Als een rechthoekig blokje I uit de constructie vervormd wordt tot
blokje 2 (zie fig. li), dan worden
de rekken positief gedefinieerd;
er treedt dus op: verlenging in x en y-richting en vermindering van
de aanvankelijk rechte hoek y0x.
De spanningen die bij deze rekken horen (zie fig. 1 2 ) worden posi-
tief gedefinieerd.
f i g . 12
2 . 7 . Buig-. en membraamspanningen.
.
Als twee rekstrookjes tegenover elkaar op een constructie geplaktzijn, kunnen de voor elk strookje afzonderlijk (in het xy-coördi- natenstelsel) berekende spanningen gecombineerd worden tot buig- en membraamspanningen. Als de strookjes genummerd worden met
1
en 2 en de bijbehorende spanningen voorzien worden van de over- eenkomstige indices i en 2 , dan geldt voor normaalspanningen:membraamspanning: = ( al + a2)/2
buigspanning: = ( O ]
-
a pterwij i voor de sch Ùifspanningen geldt :
membraamspanning: = ( T
-
wringspanning: = (
+
3 ) / 25 ) / 2
1
ning b e p a a l d wordt door d e v o l g o r d e waarin de r e k s t r o o k j e s (dus d e spanningen) worden aangeboden.
A l s h e t programma buig- en nembraaïnspanni’ngen moet fjerekenen, dan i s h e t nodig d a t d e g e b r u i k t e r e k s t r o o k j e s e e n z e l f d e aan- tal filamenten b e z i t t e n en bovendien de f i l a m e n t e n a i n d e z e l f - de r i c h t i n g z i j n g e p l a k t .
.
Berekening per f i 1 ament strookje 2 strookjes Berekende grootheden
-
€ S E X Y yxY E U U 'I XY
XY e- E- y" XY
XY (F- U& 'I--, X Y . XY 1 "2 E 2 U 1 U+
O id U U U U bx mx by my*Y
bxy T 'I ponsbanduitvoer Groep I I1 I11 ~- . . I_ lo. 1 6 7 8 9 PO "Programa"-naam eg ex sx sy exr eyr sxr syr txyr1
' e2 e 2 S 1 fi sid S sbx smx sby cmy td. tw Opmerking gem. rek en spreiding rekken in xy spanningen in xy rekken inXy
spanningen in Xy hoofdrekken hoofdspanningen ,.
hoofdrichting (graden) ideële spanning buig- en membraamspan- ning in x en y membraam- en wringspanning . -.. . .. . . . . . - . . . .. . . .. . _._ -- ___ -. . ... ~ ~ -4 . Invoervolgorde.
De
vt-
m v o e r M , die aan de meetband voorafgaat, heeft de volgende vorm: integer ap :aantal programma's (zie toelichting)integer test :als test = 1 dan wordt extra uitvoer geleverd, die nut- tig kan zijn bij het opsporen van fouten; als test # 1
dan wordt geeg extra uitvoer geleverd. integer type :het belastingtype, dus
1 ,
2 of 3integer cyc :aantal cycli (zie toelichting) integer B
real Pk :karakteristieke belasting czie toelichting)
integer knul :het kanaalnummer van de meetapparatuur waarop het le :aantal belastingstappen per cyclus
@-FETGZ
: constante van Poissonfilament van het le strookje is aangesloten. ar
Ei3
kr P i lar123
ar [ 3 ] kr [34 art41 kri41
krt21 : integer array. ar
11
:4
1
bevat per type rekstrookje het aan- tal op de constructie aanwezige rekstrookjes; als b.v. type 2 niet aanwezig is, dan moet toch het getal O voor ar 121 worden opgegeven.real array' kr 11 : 41 bevat de bij elk type rekstrookjes be- horende k-waarde, die het verband bepaalt tussen rek en weerstandsverandering. Ook hier geldt dat aan kr lil altijd een waarde moet worden toegekend.
-
integer a
i.
B
i * integers, n.1. de nummers (zie 3 ) van de uit te voeren be- j2" ja rekeningen. Hierbij wordt opgemerkt dat groep I altijd wordtuitgevoerd; groep I11 wordt uitgevoerd a l s de nummers 9 en
10 worden opgegeven; van groep I1 slechts een aantal bereke- ningen kunnen worden uitgevoerd. Voor groep 11 is op de re- geldrukker-uitvoer 'een ruimte van 6 kolommen beschikbaar, zodat een keuze gemaakt moet worden uit de nummers van groep
11.
Mogelijke combinaties zijn dan b.v. f l en 2) of IS, 6,7 en 8). Het programma is tegen overvragen geblokkeerd. Als
een zodanige combinatie van nuruners uit groep I1 wordt opge- geven dat meer dan 6 kolomen zouden worden bezet, dan wordt
het nummer dat de 7e kolom zou bezetten geskipt en tevens alle volgende rimers t/m nummer 8.
nr.9uit groep I11 gewenst wordt. De buig- en membraamspannin- gen worden dan berekend voor de rekstrookjes kl t/m k2, ge- combineerd met de strookjes k12 t/m k12 f (k2
-
kl); dus kl +i wordt gecombineerd met k12 + i.
De getallen k moeten voldoen aan de voorwaarde kl s k2 < k12 :het aantal uit te voeren berekeningen.
J 1 '
[kl k2 kl2]:integersY deze getallen alleen op de invoerband plaatsen als
-
[a-waarden] :reals, alleen op de invoerband--zetten als no. 3 of no. 4 uit groep
11
gewenst wordt.De waardevan ct wordt in graden opgege- ven en bepaalt per rekstrookje het ;y-coördinatenstelsel. De manier waarop de a-waarden worden ingelezen wordt behandeld b i j procedure LEESALFA (zie 6)belasting- :reals, VOOK de belastingtypen I en 2 zijn dit de waarden voor waarden pmin en PIE=.
Voor belastingtype 3 zijn dit de bij elke belastingstap beho- rende waarden van de belasting, dus PI, p2,
Toelichting.
Het p r o g r m a berekent in principe een constructie, die belast wordt door één van de drie mogelijke belastingtypen; we noemen dit voortaan een cyclus. Van elk filament worden de rekken per cyclus gemiddeld en berekend als te behoren bij een o p de constructie werkende karakteris- tieke belasting Pk.
kunnen berekenen. Voorwaarde i s 'dan echter dat de cycli hetzelfde zijn. Hieronder wordt verstaan:
a. De belastingtypen zijn identiek, dus de waarden van de belasting per b. De belastingtypen zijn gelijkvormig, dus het belastingtype en het aan-
de waarden van
. De integer cyc is ingevoerd om meerdere cycli in één prograrna te
belastingstap en het aantal belastingstappen zijn per cyclus hetzelfde. tal belastingstappen zijn voor de cycli hetzelfde,n?aa+
de belasting van een volgende cyclus worden verkregen door die van de eerste cyclus scalair te vermenigvuldigen.
,Omdat per programma slechts één maal Pk en de belastingwaarden worden op- gegeven, heeft dit de volgende consequenties:
voor a : de rekken worden per cyclus en per karakteristieke belasting be- rekend.
voor b: de rekken worden per cyclus en alleen voor de eerste cyclus per karakteristieke belasting berekend, maar voor de volgende cycli
is dit per Pk x a, waarin 2 de reeds eerder genoemde scalaire ver- menigvuldigingsfactor is.
De integer ap bepaalt het aantal programma's. Het is hiermee mogelijk verschillende constructies of dezelfde constructie met verschillende be- lastingtypen door te rekenen. Indien ap > l dan is het nodig, dat de meet- band van de ie constructie voorafgegaan wordt door een invoerband waarop, uitgezonderd ap, alle variabelen van test t/m belastingwaarden opnieuw
e een waarde wordt toegekend die de i Voorbeeld:
constructie karakteriseren. Een constructie wordt belast zo als aangegeven in fig. 12.
I
fig.
Aangenomen wordt dat Pk steeds 50 bedraagt. Er zijn nu 3 mogelijke ma-
nieren om deze belastingvorm te berekenen: .-
l e Met ap=l, type=l, cyc=3, belastingwaarden: O en 50.
Van de eerste cyclus worden de rekken per 50 kgf. berekend. Van de tweede cyclus worden de rekken per 100 kgf. berekend. Van de derde cyclus worden de rekken per 150 kgf. berekend.
100, O, O, 150, O, 150, O,
De belasting wordt hier als type 3 gezien en de rekken worden gemiddeld over alle befastingstappen en per 50 kgf. berekend.
3. Met ap=3, type=], cyc=l, belastingwaarden: O en 50.
Vóór de volgende meetband: type=], cyc=l, belastingwaarden: O en 100. Vóór de 3e meetband: type=], cyc=l, belastingwaarden: O en 150.
Elk programma berekent nu de rekken per cyclus en per 50 kgf.
N.B.' Het programma kan zowel in het MCA- als in het THE-systeem verwerkt worden. Bij verwerking in het THE-systeem is het echter noodzakelijk
d a t de invoerband (meetbanden +stuurband(en)) één geheel vormt.
c
5. Structuur van het programma.
Het programma kan in drie functionele delen worden gesplitst, n.1.
I . Inlezen en analyseren van meetwaarden 2. Herstellen van foute meetwaarden
3 . Verwerken van de uieetgegevens
5.1. Inlezen en analyseren van meetwaarden (label start 2) .
5 . 2 .
Per belastingstap worden de arrays M en fout geïnitialiseerd op 1000 en met START wordt de plaats gezocht waar de eerste meetwaarde zich bevindt. De meetwaarden van de belastingstap worden met LEES gelezen. Als LEES stopt dan wordt eerst eventueel gelezen onzin uit- gevoerd, daarna wordt onderzocht waarom LEES is gestopt.
Meestal zal blijken dat een analyse van het gelezene de moeite waard is en er wordt dan met ANALYSE geanalyseerd; alleen als stop=
3 (zie procedure LEES) wordt er niet geanalyseerd. ANALYSE bewaart een goed bevonden meetwaarde in array M en resten van een meetwaarde in array fout. Het inlezen van meetwaarden wordt gestaakt op één van de volgende criteria:
I . Het einde van een belastingstap is geconstateerd (20 cm. tape. feed)
3 . De analyse is mislukt
4 . Het aantal geconstateerde fouten in een belastingstap bedraagt meer
Bij criterium
1
wordt onderzocht of het aantal opgegeven meetwaarden gelijk is aan het aantal gelezen meetwaarden. A l s dit niet z o i s , dan wordt de gehele belastingstap verworpen, en het array M op deze plast- sen gevuld met getallen-
10000.Bij de criteria 2 en 3 worden de resterende meetwaarden van de belas- tingstap niet meer gelezen; het array M wordt op die plaatsen gevuld met getallen
-
10000Bij criterium 4 wordt de gebele cyclus verworpen, dus ook de meetwaar- den van de nog volgende belastingstappen; van deze belastingstappen wordt alleen de label gelezen, zodat de meetband zich in de juiste po-
sitie bevindt om de meetwaarden van een eventueel volgende cyclus te lezen.
van array M en de relevante inhoud van array i o u t uitgevoerd. 2. Stop=3
dan 98
A l s d.m.v. "test" om extra uitvoer i s gevraagd, wordt de inhoud
Herstellen van foute n?eetwearden (label DEEL 2) Het meetwaardenarray M bevat nu
I . goede meetuaardcn
2. getallen
-
10000 (verworpen meetwaarden)3 . getallen 30000 t. a, 40000 +. a, 50000 + a (herstelbare meetwaarden)
4.
getallen 1000 (geen meetwaarde ingelezen)Per strookje wordt het array M nu twee maal gescand. Bij de eerste maal (label SCAN I ) wordt per filament het aantal goede meetwaarden geteld en worden de maximale en minimale waarde van de belasting beho- rende b i j goede meetwaarden vastgelegd. Een str.ookje wordt niet geac- cepteerd als:
l.,Er een filament is met slechts één goede meetwaarde.
2. Er een filament is met meerdere goede meetwaarden, die echter alleen worden voortgebracht door dezelfde waarde van de belasting.
In het boolean array VERGIERP wordt bijgehouden of een strook- je al dan niet geaccepteerd is. Als het strookje niet verworpen is, wordt er weer gescand (label SCAN 2). Nu worden de herstelbare meet- waarden gezocht en afhankelijk van het belastingtype een maatstaf
en een tolerantie vastgesteld. Als uitgangspunt wordt dan de bij een defecte meetwaarde behorende belasting genomen.
of minimaal is, en daar beide gekoppeld zijn aan een meetwaarde (zie Ie maal scannen), wordt één van deze twee als maatstaf gekozen; de tolerantie is hier 6,25.
X
rek.bestaat, d.w.z. de bij dezelfde belastingwaarde behorende andere meet- waarde. Als de collega goed is, wordt zijn waarde als maatstaf genomen met een tolerantie van 6,25.lO-4
X
rek; in het andere geval wordt vol- gens belastingtype 3 naar een maatstaf gezocht.Bij belastingtype 3 wordteerst onderzocht of de belasting binnen toelaatbare grenzen ligt (te ver extrapoleren is niet zinvol), daarna worden maatstaf en tolerantie vastgelegd (zie fig. 15).
Voor belastingtype I wordt onderzocht of de belasting maximaal
Voor belastingtype 2 wordt onderzocht of er een goede llcollega"
b
b ma: b mil
/ / t / -
u- U l l l d n
a2 = 2 , 5
.
bmax -i- bzin.
X
r(. . . -
-' i 1 \
i t I'
i l i I Emin Emax ms - fig. 15Als maatstaf en tolerantie bekend zijn, wordt met REP getracht de meetwaarderest te herstellen. Het resultaat zowel vóór als ná de reparatie wordt altijd uitgevoerd, en indien d.m.v. "test" extra uit- voer is gevraagd, wordt ook het gehele meetwaardenarray en de-nummers van de verworpen filamenten na de herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
.
5.3. Verwerken van de meetgegevens. (label DEEL 3)
In dit deel worden de gestelde vragen beantwoord, waarin met vraag i
het ie nummer uit de tabel (zie 3 ) wordt bedoeld. Alle berekeningen vin- den plaats volgens de in 7 vermelde formules. In de verwerking zijn 4
blokken te onderscheiden, n.1. de berekening van:
1.
Gemiddelde rek en spreiding2. Rekken in xy, hoofdrekken en hoofdspanningen
3 . Vragen
1
t/m 84 . Vragen 9 en IO
vormen het uitgangspunt voor de berekeningen in de blokken 3 en 4 . De resultaten van i en 2 worden in het meetwaardenarray opgeslagen. M.b.v. resultaten zijn opgeslagen, worden uitgevoerd. Daarbij wordt opgemerkt dat
hoe array M voor de verschillende typen rekstrookjes wordt overschreven. De berekeningen In de blokken i en 2 worden altijd uitgevoerd en
test" kan het meetwaardenarray, althans dat deel waarin de berekenings-
4 in radialen wordt gegeven. In onderstaande tabel is aangegeven
1 )
-
j + m Ea Sa j + s n + i Eb Sb . .-
-
3 of 4 1 I al o21
-
j + m + 2I
E CI
sc
Als buig- en membraamspanningen gewenst zijn, wordt in blok 3
voor rekstrookjes met 3 filamenten de waarden voor EX, EY en yxy/Z over-
6. Procedures.
Het programma maakt gebruik van de volgende procedures:
START : Een aanroep van START heeft tot gevolg dat de meetband ge- lezen wordt tot en met de eerstvolgende (goede) label. LEES : De meetband wordt met LEES gelezen. De meetwaarden staan
op de volgende manier (reeds uit M C code vertaald) op de meetband:
. .
...
5j 12346k56787m19708q..
* .I 2 3
---
Voorbeeld: vorm van de meetwaarde rek in
X
5j I234 5kI 234 Sml234 Sq
1
234 i . 1234-.
1234 +I .234 I -1.234Een aanroep van LEES heeft tot gevolg dat het eerstvolgend symbool op de meetbancl wordt gelezen. Het lezen vindt plaats
d.m.v. de standaardprocedure WHIEP, die de decimale waarde van een ponsing levert. Het gelezen symbool wordt onderzocht, d.w.z. er wordt vastgesteld o f het symbool een cijfer o f een toegestane letter is. Als dit niet het gevai is, dan wordt het symbool als onzin gekwalificeerd, maar wordt tevens on- derzocht o f het symbool een blank,of een pariteitsfout of niet nader gedefinieerde onzin is. Afhankelijk van de uitslag van dit ond.erzoek kan aan de integer variabele stop een po- sitieve waarde worden toegekend.
H e t programa. roept LEES aaE e11 leest daarna PPE s t ~ k j e
meetband tot stop 31 geworden is. Dan is één van de volgen-
de situaties mogelijk:
stop=l : laatst gelezen symbool i s een goede letter. stop=2 : aantal blanks bedraagt 40 (betekent einde van de stop=3 : a. het aantal malen dat niet aaneengesloten onzin
b. het aantal gelezen cijfers bedraagt 13.
belastingstap)
. voorkomt is minstens 2, o f
De meest voorkomende situatie is die waarbij stop=l, d.w.z. het programma leest de meetband van letter tot letter. Tij- dens het lezen verricht de procedure nog de volgende hande- l ingen :
1.
Het aantal gelezen cijfers wordt geteld. 2. Gelezen blanks worden opgeslagen in onzin1
II
3 . Gelezen pariteitsfouten worden Opgeslagen in onzin
i
2I
4 . Niet nader gedefinieerde onzin wordt opgeslagen in onzin 131
5. Array "bewaar" wordt gevuld met goede gedecodeerde cijfers
6. Het aantal malen dat niet aaneengesloten onzin voorkomt, en (eventueel) een gcede niet gedecodeerde letter.
LEE SALFA . ____ . -.-. - LEESBEL KREET MOD 10 mALy SE
Daarnaast kunnen de volgende booleans van waarde worden veranderd:
7 . Boolean e : e: = true als er onzin tussen 2 letters voor-
e : = false als er geen onzin tussen 2 letters
komt voorkomt
8. Boolean 1 : 1: = true als er onzin voorkomt tussen het
9. Boolean 1s: Is:= true als het laatst gelezen symbool geen Xs:= false a l s het laatst gelezen symbool on-
5e en 6e cijfer onzin is
z i h is. (het lezen van een goede letter verandert I s niet.)
: Met deze procedure kan op twee verschillende manieren.de bij a-waarde (in graden) worden inge- een rekstrookje behorende
lezen.
1 .
Per rekstrookje worden de a-waarden gegeven; de invoer heeft dan de volgende vorm:2. Per a-waarde kan een groep rekstrookjes worden opgegeven;
de invoer ziet er dan uit als:
aantal, a l , ai, kil, ki2,
...
kial, a2, kil, kjl.,
(keuze =)1 ,
a l , a2, 013,...,
an (keuze =)2, 8 ....
kia2,kjaZ . . - _ _ or2 e e e o e m e. . .
. .
.
.
aant51"" 01waarin de variabelen de volgende betekenis hebben: aantal : aantal verschillende a-waarden
UI : eerste waarde van a
al : aantal strookjes waarvoor a= al
kif t/m kial : n m e r s van de strookjes waarvoor a= a1
a2 : aantal groepen strookjes
kil kJ 1
kia2, kja2 : a2-egroep waarvoor a= aI
: Deze procedure wordt gebruikt om de belasting in te lezen. Voor belastingtype i en 2 zijn dit de waarden van p min en
p max; voor belastingtype 3 zijn dit de waarden van pi, p2,
...p By waarin B het aantal belastingstappen is.
: Bevat een aantal"kreten", die als uitvoer worden gegeven in die situaties waarin het inlezen of analyseren van meetwaar- den niet vlekkeloos verloopt.
: Bepaalt van een getal de rest bij deling door 10.
: Deze procedure analyseert de door LEES gelezen meetwaarden. Een aantal fouten, waarvan aangenomen mag worden dat repara- tie mogelijk zal blijken, kunnen worden herkend, zoals:
i. geen kanaainummer 2. onzin in de meetwaarde
3 . geen letter
4 . de meetwaarde bevat een cijfer te weinig.
: eerste groep; d.w.z. voor de strookjes kil
Bij het herkennen van goede of herstelbare of te ver- werpen meetwaarden, wordt de analyse als geslaagd beschouwd;
in het andere geval wordt an: = false om kenbaar te maken dat de analyse mislukt is.
ANALY.SE bevat de procedure POT, die de administratie bijhoudt d.w.z. de meetwaarden-telling bijhoudt, goede meetwaarden op- slaat in het meetwaardenarray M en van herstelbare meetwaar-
den enerzijds de resten opbergt in array fout en anderzijds in het meetwaardenarray kenbaar maakt waar deze resten zijn
te vinden.
Als Th de filament-telling bijhoudt, b de belastingstap- pen en a het aantal foute meetwaarden (d.w.z. het aantal ma- len dat j > 2 in POT(j)) dan kan de werking van POT als volgt worden weergegeven: j = i j =î j =3 j =4 j =5 j =7 j = 9
: de meetwaarde wordt goed bevonden, gedecodeerd en
: een fout van type
1 ;
de meetwaarde wordt in M[Th, b] [a,1
,bl t/m fout [a,5,b] worden. 1000.
: een fout van type 2; M[Th,bj := 30000 + a en de 'rrest'f met voor i de waar-
: een fout van type 3 ; M[Th,b]:= 40000 + a en de "rest" met voor i de waar-
in M[Th,b] opgeslagen.
opgeslagen en fout
wordt opgeslagen in fout fa,i,b] den
1
t/m 5 .wordt opgeslagen in fout [a,i,b] den
1
t/m 4 .: een fout van type 4 ; M[Th,b]:= 50000 + a, de "rest" wordt opgeslagen als bij j=4.
: de meetwaarde wordt verworpen; M[Th,b] := -10000, fout [a,i,b] wordt 1000 met voor i de waarden
1
t/m 5. : waarschijnlijk de eerste meetwaarde van een belasting-stap; array "bewaar" wordt bijgespijkerd.
Opgemerkt wordt dat het gebruik van POT(j) samen-gaat met de uitvoer van KREZT(j) behalve voor j=l; de uitvoer van KREET
(1)
wordt bepaald door de waarde van test (zie: 4 . Invoervolg- orde).: Deze procedure tracht van een meetwaarderest een acceptabele meetwaarde te maken. Âis de meetwaarde wordt geaccepteerd, dan wordt hij op de juiste plaats van het meetwaardenarray opge- slagen; in het andere geval blijft in het meetwaardenarray de oorspronkeli.jke waarde gehandhaafd. (zie POT met j= 3 , 4 , 5 , ) : Berekent de gemiddelde rek en spreiding per filament bij de
opgegeven waarde van de karakteristieke belasting en per cy- clus (zie 7 ) .
vermenigvuldiging a = T4 x b uit (zie 7).
R E P .
REK
T4
U W : Uitvoer van een vector.
URM : Uitvoer van een matrix.
URMTRUC : De procedure wordt gebruikt om getallen uit te voeren m.b.v. de truc uit URM.
UITVOER : Deze procedure voert in de meetwaarde aanwezige ponsfouten uit.
KOP : Verzorgt de kop op de regeldrukker-uitvoer t.b.v. de nummers : Vormt m.b.v. de waarden ct en 4 een matrix en voert dan de
PONS : Deze procedure maakt een ponsband van de berekende hoofd- rekken en (alleen bij rekstrookjes met 3 filamenten) de hoofdrichting. De rek wordt in
X
en de hoofdrichting in radialen uitgevoerd. De ponsband begint met de 3 getallen a l , a2 en a3, die het aantal strookjes aangeven van resp. type 1 , type 2 en type 3 i type 4 . Van de op deze maniergerangschikte rekstrookjes worden nu de hoofdwaarden ge- geven, gevolgd, door één van de cijfers O of l om aan te geven hoe betrouwbaar deze gegevens door het programma zijn bevonden;
1
= betrouwbaar, O = onbetrouwbaar. Voor een rek- strookje uit groep ai worden dus i rekgrootheden en een be- tsouwbaarheidsgetal gegeven: iI
I
i I ~ I I I ! li
7 . Berekeningen.
7 . 1 . Gemiddelde rek en spreiding.
(rek]
1
f i g . 13
Bij het bepalen van de regressierechte door de punten (xi, y;), waarin x =
belasting, y = rek en i = nummer van . de belastingstap, wcrdt aangenomen dat de grootste variaties in d e rek zullen optreden. Als het verband tussen x en y wordt aangenomen a l s
en eenscyclus
dan wordt de functie:
$
=Ag
+ yn punten(xi, y;) bevat,
A Pk (bel as t ing ) * * .n n 1-
1
i= i f ( A , u): =.?
(AyiI2 =geminimaliseerd. Daaruit volgt dzin:
(Axi
+
p-
yi)2x
= n.Xx.y-Ex.Ey
n.Zx2-
(ZX)~
n k . P k . l (gemiddelde rek) 2- -
& - - S ” -\I’
:f
”’
(spreiding) 2 v n-27 . 2 . Rekken in het xy-coördinatenstelsel.
Bij de gemaakte afspraken betreffende positieve rekken ( z i e 2) volgen
uit de lineaire elasticiteitstheorie de volgende formules:
-
= E .cos2~1 + E .sin2$ + -.sin YXY 2 ~ , ( I )
( 2 )
x Y 2
yiI, - .
-
(cy-
E ).sin 2$+
y .cos 2$X XY
f i g . 14 en E worden de rekken in
a’ ‘b