• No results found

Orienterende waarnemingen naar de gevoeligheid van aubergines voor ethyleen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Orienterende waarnemingen naar de gevoeligheid van aubergines voor ethyleen"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

£•<•<' /&/•. ' i i ^ / ^ . v-s/ v/iV2_ f ^

te - W " Q\Z^j

S P R E N G E R I N S T I T U U T Haags t e e g 6 , W a g e n i n g e n T e l . : 0 8 3 7 0 - 1 9 0 1 3 R a p p o r t n o . 1952

ORIËNTERENDE WAARNEMINGEN NAAR DE GEVOELIG-HEID VAN AUBERGINES VOOR ETHYLEEN

D r s . S . P . S c h o u t e n

Uitgebracht aan de Directeur van het Sprenger Instituut. Proj.no. 78

CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS

0000 0984 2739"

(2)
(3)

ORIËNTERENDE WAARNEMINGEN NAAR DE GEVOELIGHEID VAN AUBERGINES

VOOR ETHYLEEN

Inleiding

Gedurende de seizoenen 1974 t/m 1976 rees uit eigen waarnemingen het vermoeden, dat aubergines zeer gevoelig voor ethyleen zouden kunnen zijn. De afleving in het najaar verliep erg snel in bewaarproeven. Opslag van het produkt in een ruimte, die grensde aan een cel waarin appels werden bewaard, leidde tot af-vallen van kelken.

Daar aubergines zeer vaak samen met tomaten vervoerd worden, werd het van be-lang iets meer te weten over gevoeligheidsdrenipels van aubergines voor ethy-leen. Mede op verzoek van het proefstation te Naaldwijk, dat onze zorgen om-trent ethyleengevoeligheid deelt, werd daarom onderstaande proef uitgevoerd.

Werkwijze

De bedoeling van de proef was het concentratiegebied te vinden waarin de

au-bergines duidelijk reageren. Daartoe werden de volgende concentraties gekozen: 0, 0,05, 0,10, 0,50, 2,50, 12,50 en 62,50 ppm ethyleen.

Vier uitslagtijdstippen werden genomen nl. na |, l|, 3| en 6\ dag blootstel-ling aan de ethyleenatmosfeer. Na uitslag (de proef had plaats bij 20 tot 23°C) werd nabewaard bij +20°C. Het produkt werd tijdens nabewaring op vaste tijdstippen gecontroleerd. De uitgeslagen vruchten werden bekeken 2\t 2>\

on 6j dag na inzet.

De proef werd uitgevoerd in zinken 'fietswielcontainers', waarin C02-ophoping werd voorkomen met een zakje kalk. In iedere container werden voor

ethyleen-inspuitingen vier plastic bakjes met ieder 10 vruchten geplaatst (per uit-slagdatum dus steeds 10 vruchten). Na uitslag werden de vruchten nabewaard

(4)

-2-in normale atmosfeer bij +_ 20°C. Hierbij werd het produkt enkele ma-len gecontroleerd en door Botrytis aangetaste exemplaren werden verwijderd. Bij de controles werd gelet op de mogelijkheid van zeer gemakkelijk losla-ten van de kelk, het bruinverkleuren van de kelk en optreden van rot. 3^ dag na inzet van de proef werden van alle tot dan toe uitgeslagen partijtjes 2 vruchten doorgesneden ter controle op 'inwendig bruin'. Tenslotte werden 6| dag na inzet alle vruchten doorgesneden (ook de gezonde gedeelten van door Botrytis aangetaste vruchten) eveneens voor controle op 'inwendig bruin'.

De controle op de juiste ethyleenconcentratie en het eventueel bijstellen gebeurde als volgt. Voor uitslag werden gasmonsters uit de containers geno-men via een gaatje, dat met een rubber stop veer afgesloten kon worden.

Na gaschromatografische analyse van deze monsters werden de containers ge-opend en de vruchten eruitgenomen. Direct na sluiten van de container werd.

ter analyse van de ethyleenrest opnieuw een monster genomen. Aan de hand

hiervan werd de C2H^-concentratie eventueel bijgesteld. Tenslotte had enige tijd na bijstellen nog een extra controle plaats.

In de proef werden twee blanco containers opgenomen; één die op uitslagmomen-ten geopend werd en één die dicht bleef.

De laatste diende om gegevens te verzamelen over de eventuele eigen produk-tie in de tijd.

Controle op C^- en CC^-concentratie had plaats na 3 dagen; resultaat: 0% CO2 (Fyrite) en 20,8% 02 (Servomex).

(5)

-3-Resultaten

Tabel I: Controles op ethyleenconcentraties gedurende de aubergineproef (Containers 945 dirr).

C2 = controlecontainers voor meting eigen

produktie-! C2F14 100% 21/6 toevoegen 21-6-76 30 min. na doseren 22-6 vóór ope-nen " na openen en sluiten na bijdoseren 23-6 vóór ope-nen " na openen en sluiten na bijdoseren 24-6 25-6 vóór ope-nen " na openen en sluiten na bijdoseren 28-6 vóór ope-nen 62,5 59 ml 60,6 61,3 50,5 — 63,6 46,5 61,0 60,3 61,5 51,1 59,7 62,5 gewenste C2H4_concentraties 12,5 11,8 ml 11,3 11,1 10,3 12,0 12,3 7,8 13,7 13,5 14,0 11,6 13,1 13,0 2,5 2,4 ml 2,3 2,2 2,0 2,4 2,5 1,8 3,1 2,7 2,8 2'J 2,3 .2,5 3,4 0,5 0,5 ml 0,53 0,52 0,40 0,50 0,50 0,37 0,51 0,.53 0,55 0,46 0,57 0,79 0,1 0,1 ml 0,11 0,10 0,09 0,08 0,09 0,07 0,09 0,10 0,11 0,08 0,09 0,15 (ppm) 0,05 0,05 ml 0,04 0,04 0,04 0,04 0,03 0,06 0,06 0,06 0,06 0,13 Cl 0,01 0,01 — • 0,01 0,03 0,02 0,02 0,02 0,04

c2

0,03 0,03 0,01 0,05 0,04 0,20

(6)

4 -o o T 3 U cO O) « J-i <U 4) U-J CO' O g •u cfl C QJ CU i—i r C G • <-t C J O O CN r-l CU CU > &C c o X ) cfl CO & CU C C CO 0 3 0 1 e • H (5C cu CO c cfl cfl C CU t i . G CU a co <u CO H bC CO i-J 05 4 J • H 3 CO C e cu te CO H 3 4) 1-4 O >-i 4-» c o o <r r o = ^ S E E S CN ! ^ i—i 4) ^ 4-1 X. CJ 3 t-i > r ^ 1—1 CU 4-1 x o 3 r J > X. r - l CU ^ 4-> X O 3 l-i > • i / - * v >, G £ G £• cu o . O 4J (U P -O CU i - l s-y co O I - I G ••-I 3 »^ . Û 4 J O u U-J cO CO w 4-1 O J-l U -CO cö CC 0) O • -1 G V J - C 4 J O u U-l CS cfl CL 4-1 O U-l cO CO Ö C en O 1—1 G • H 3 U X 4-1 O I M CO CO bl 4 J O !~i U-l cfl cfl WD y-"N »-4 CN CS CN CO 0 0 0 0 « VO * CO 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 o c c o o c o o o o o o co 0 0 ——•— o »—• o TfTTTTTiTii.'.l'n'i' ,„ 'f — | — I ' '•—,f—TB—TrrnWTI' O O O O O O o c o o o o u-l o o o o o o —• m i n m m • \ Vi M «\ 8\ • *^ O O O CN CN CN — v O o •—' o o CU «4-1 CO O 4 J Cfl CU <u I—I >-. 4-1 CU Ö C cfl 1 3 H M CU X CO H co r-4 Cfl CU ca H b£ cfl i—i 0) 4-1 • i - I 3 cc C e 01 cfl - O <D i—i O u 4 J G O o m CN « • 1 O > Ï c ,c O 4 J O QJ • M >-i CU „•<: 4-1 X o 3 S~i > r--l CU ^ 4 J u 2 u > r - l O r * 4.J O 3 >~i > ^ - N C E CU G CU P -r - l v~ ' 0) O

" 1

c ! • H i 3 *"•

*-• 1 o 1 s-1 14-1 CO CO 1 4-1 O n 14-1 cfl CO CC en O i—i e • H 3 J-i r C 4 J o r-l U-l CO cfl OL 4-1 O 1-1 u . cfl cfl C i en O I - I G • r - l 3 M , C 4-1 O U-l cfl CO &c 4-1 O M U-l CO cfl CC m oc r-» ^-^ f—i *—r •—. p-~ C N r~~ r~~ r^ — c O O-J CO 0 0 CO t s OO N - « ) o o \ •—• O O CK < t - o o •— •—• c o o c o en VD 0 0 o •""• t*r-o t*r-o t*r-o <r CN o •— •—. ^-i c o o o o o LO o c o o o o — i n en m m O O O CN CN < N — \ C CN v ß , 0 0 O 1— o o •— o o

(7)

Tabel IV: als Tabel II; V-% dag in ethyleenatmosfeer Conc. ethyleen (ppm) 0,05 0,10 0,50 2,50 12,50 62,50 0 vrucht gaaf 10 10 10 10 9 10 10 rot 1 0

Controle . . dagen na uits

kelk gaaf 10 10 0 0 0 0 10 rot 1 bruin io5) io6) io6) los 10 io3) ioJ) io3) lag 3 vrucht aaaf 6 7 8 6 4 0 7 rot 24) l4) 24) 44) 84) l2) kelk gaaf 6 7 0 0 0 0 7 rot 2 1 4 8 1 bruin los 8 8

V>

BJ)

Tabel V: als Tabel II; 6h dag in ethyleenatmosfeer

"one. 3thyleen (ppm) 0,05 0,10 0,50 2,50 12,50 62,50 0 Controle vrucht aaaf 10 10 7 0 0 0 10 rot 32> io7) io7) 107) 0 dagen na uitslag kelk gaaf 8 8 0 0 0 0 10 rot 2 2 10 10 10 ' 10 bruin los 10J> Toelichting Tabellen II t/m V 1 = steelrot 2 = licht koprot 3 = dubbel telling 4 = zwaar verbruind 7 = vruchten voor 1/2 - 3/4 verrot, alle beginnend onder de kelk Tabel VI: Conc. ethyleen (ppm) 0,05 0,10 0,50 2,50 12,50 62,50 0

Controle op inwendig bruin

Controle 3h dag na inzet gaaf Controle £>h dag * 3 f c na inzet gaaf ** = 2 vruchten doorgesneden (resp. 3,2 en 0 dagen na-bewaard) .

resterende vruchten door-gesneden (resp. 6,5,3 en 0 daaen nabewaard).

(8)

• 6

-Bespreking resultaten

Commentaar bij de verkregen resultaten is niet overbodig.

Wat de tabel I betreft kunnen we kort zijn. Met een zeer geringe, volkomen

acceptabele afwijking worden de gewenste concentraties bereikt en gehandhaafd. Overigens wordt met deze tabel bewezen, dat de containers geschikt zijn voor gasproeven.

Ten aanzien van de eigen produktie kan gesteld v/orden dat onder deze proef-omstandigheden van enige produktie geen sprake was met uitzondering van de laatste bepaling (28/6). Bij die laatste bepaling blijft de geproduceerde hoeveelheid echter beneden de gevarengrens. De vruchten in de container be-waard, bleken nog volkomen gezond. Verbazingwekkend is de zeer lage produktie wellicht niet, gezien het sterke effect van ethyleen op de vruchten.

De tabellen II t/n VI geven aanleiding tot enkele opmerkingen:

a. \ dag i-n ethyleenbevattende lucht kan het produkt zonder schade-verdragen.

Van loslatende of bruinwordende kelken blijkt in de nabewaring niets (tabel II). Het keikrot, dat bij hogere concentraties ethyleen optreedt, lijkt op tceval te berusten, daar na 1^ dag blootstelling aan ethyleen dit euvel niet weer zichtbaar wordt.

b. \\ dag ethyleen blijkt bij bepaalde concentraties reeds teveel te zijn. Bij 2,50 p.p.ra. zitten kelken zo los, dat met zeer geringe druk deze van de vrucht afvallen. Uit tabel III blijkt een naëffect niet aantoonbaar. c. Uit de tabellen III en IV blijkt, dat de schadedrempel van 2,50 ppm (III)

naar 0,50 ppm (IV) verschoven is. Het effect is in t^bel IV scherp be-grensd, daar bij 0,10 ppm geen ethyleeneffeet is, terwijl bij 0,50 ppm de

10 kelken direct na uitslag loslaten.

In de tabel IV komt een 2e effect naar voren nl. verbruining van kelken, dat losraken van kelken direct volgt. (De kelk is dan schijnbaar nog vast met de vrucht verbonden.)

De kelkverbruining lijkt een goede tweede indicatie voor ethyleen, daar na \\ dag bij 2,50 ppm de kelken loslieten; er was echter nog geen ver-bruining. Na 3| dag laten de kelken bij 0,50 ppm los (geen verbruining) terwijl dan bij 2,50 ppm de verbruining begint.

d. In tabel IV wordt een naëffect zichtbaar. Direct na uitslag is geen rot aanwezig; bij de controle 3 dagen na uitslag is dat er wel degelijk en meer naarmate de concentratie ethyleen hoger was.

Overigens moet dit 'ethyleeneffeet' (het betreft hier rot door Botrytis) als een indirect effect worden gezien. Blijkbaar is het zo, dat ethyleen de vrucht zo versneld doet af leven en verzx^akken, dat een

zwaktepara-siet als Botrytis volop zijn kans krijgt. Een echt ethyleeneffeet is het laatste dus niet en misschien hoeft dat geen verbazing. De vrucht heeft

(9)

-7-een sponsachtige structuur, waarin mogelijk snel ethyl-7-een kan diffunderen. In een ethyleenvrije omgeving zal ethyleen vanuit de vrucht dan ook weer snel verdwijnen.

e. Uit tabel V blijkt, dat de concentratie, waarbij schade optreedt, nog 0,50 ppin is. Het laatste indirecte (Botrytis) ethyieeneffcet is na 6| dag wel zeer dramatisch duidelijk en komt in tabel V ondubbelzinnig tot uiting. Bij 0,50 ppm blijken reeds 3 van de 10 vruchten rot en dit is bij 2,50 ppm en hoger nog veel hevigei. In tabel V wordt over losse en bruine kelken niet gerept. Het heeft echter weinig zin meer, daar de aubergines voor | tot l zijn verrot.

f. Uit tabel VI blijkt, dat van inwendig bruin als gevolg van ethyleen geen sprake is. Alle vruchten (inclusief de rotte) werden op inwendig bruin gecontroleerd, steeds zonder 'succes'.

g. In deze proef werd om praktische redenen gekozen voor verschillende uit-slagtijden. Bij 2 dag ethyleenatmosfeer denkt men aan transport; bij l| en 3| dag aan (weekeind)bewaring. Bovendien kan een tijd maal concentratie-effect aanwezig zijn dus b.v. 1 dag 50 ppm heeft hetzelfde concentratie-effect als 5

da-gen 10 ppm. De tabellen overziende, blijkt een dergelijk effect niet aanwezig.

Suggesties voor verder onderzoek

1. Herhaling van de hier uitgevoerde proef. Het is zeker de moeite waard de sterke effecten nog eens bevestigd te zien. Het is bovendien dan mogelijk het concentratiegebied te beperken van 0,10 tot 2,50 ppm ethyleen. 2. De factor temperatuur in het onderzoek betrekken. Bij + 12°C is het

ethy-leeneffect wellicht veel minder sterk dan bij + 20°C.

3. Onderzoek naar het effect van samenladen met b.v. tomaten. Tomaten produ-ceren relatief veel ethyleen, en aubergines gaan zeer vaak met tomaten sa-men op transport.

Samenvatting

Een proef naar de gevoeligheid van aubergines voor ethyleen werd uitgevoerd in containers van +_ 950 dm3 bij concentraties 0,05 0,10 0,50 2,50

-12,50 en 62,50 ppm. Op 4 momenten, nl. na |, l|, 3^ en 6| dag werden vruchten uitgeslagen en nabewaard. Bewaring en nabewaring had plaats bij + 20°C. Het bleek, dat aubergines zeer gevoelig zijn voor ethyleen. De belangrijkste punten waren:

(10)

1. Afvallen van kelken trad reeds op bij 2,50 ppm na \{ dag. 2. Hetzelfde als onder 1) trad op bij 0,50 ppm na 31 dag. 3. Kelkverbruining volgde snel op loslaten van kelken.

4. Directe ethyleeneffecten werden tijdens nabewaring niet gezien. Wel werd duidelijk een veel grotere gevoeligheid voor Botrytis waargenomen als in-direct gevolg van ethyleen.

5. Bij langdurige blootstelling (6| dag) nan ethyleen bleken de meeste vruch-ten voor \ tot | verrot. Dit wijst zeer waarschijnlijk op sterke verzwak-king van de vrucht door ethyleen.

6. Inwendig bruin werd niet v/aargenomen en van een tijd maal concentratie-effect was geen sprake.

7. De eigen ethyleenproduktie van aubergines is waarschijnlijk verwaarloos-baar klein.

Wageningen, 28-7-76. SPS/LvdV

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze wandeling hebben zij de taak, bladeren en vruchten te verzamelen. Op school worden vervolgens de verzamelde

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Daarna bespreken jullie met elkaar, welke vruchten jullie kennen, al gegeten hebben en welke jullie wel of niet lekker vinden. perzik citroen

Voor de aalbessen vorm je eerst uit de rode klei meerdere kleine balletjes en drukt hier steeds een kleine groene stip op.. Vorm een stengel van de groene klei (zoals hierboven

(Grote bedrijven betalen arme boeren uit het Zuiden soms veel te weinig voor hun werk. Bij eerlijke handel worden ze wel goed betaald.) Samen met Maya Honing maken de kinde- ren

De toename van het globale onderwijsniveau reflecteert met andere woorden een reële vraag naar (hoger) geschoolde arbeidskrachten op de Vlaamse arbeidsmarkt.. Het feit dat

In figuur 5 komt duidelijk naar voren dat de reële werkzaamheidgraad, zowel bij mannen als vrou- wen, in alle jaren hoger ligt dan de aangepaste werkzaamheidsgraad.. Wanneer

Ontwikkeling van zaad tot plant (Paardebloem) Hoe groeit een bloemkool.. Hoe