• No results found

Verkorting van het vaasleven van snijbloemen als gevolg van bewaring en afzet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkorting van het vaasleven van snijbloemen als gevolg van bewaring en afzet"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tel.: 08370-19013

(Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur)

RAPPORT NO. 2314 H. Harkema

Verkorting van het vaasleven van snijbloemen als gevolg van bewaring en afzet

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut Project no. 441 (ISSN 0169-765X)

(2)

SAMENVATTING 2 SUMMARY 2 1. Inleiding 3 2. Proefopzet 3 3. Resultaten 4 3.1. Anjer 4 3.2. Freesia 6 3.3. Gerbera 10 3.4. Iris 14 3.5. Narcis 18 3.6. Roos 19 3.7. Tulp 25 4. Conclusie en discussie 29

(3)

SAMENVATTING

Zoals bekend moet bewaren van snijbloemen tot een minimum beperkt blijven. Noodzakelijk opslaan moet in een gekoelde ruimte geschieden.

De invloed van korte of langdurige bewaring op het vaasleven varieert per bloem-soort. De invloed van de na de opslag te doorlopen afzetketen van producent naar consument moet echter niet onderschat worden.

Een "gemiddelde" afzetketen van 2-3 dagen bij 15-20 C kan bij de meeste bloem-soorten meer afbreuk doen aan het vaasleven, dan de daaraan voorafgaande bewa-ring, ook al is die bewaring langer dan de afzetweg. Daarom is het, naast het beperken van de bewaring, noodzakelijk om de afzetketen koel te houden. Dat be-tekent het produkt koel aanleveren op de veiling, het produkt op de veiling koel houden, voor het transport voorkoelen, transporteren in geconditioneerde voer-tuigen, en in de detailhandelsfase niet te veel produkt in de ongekoelde ver-koopruimte plaatsen.

Met name de bol- en knolbloemen (tulp, iris, narcis en freesia) zijn gevoelig voor vaaslevenverkorting door een niet gekoelde distributie.

SUMMARY

It is common knowledge that storage of cut flowers has to be reduced as much as possible. If storage is necessary, it should take place under cool circum-stances.

The effect of storage during a short or long period on the vaselife depends on the species and varieties of the flowers. However the effect of the distribution chain after storage should not be neglected.

An "average" distribution chain of 2-3 days at 15-20 C is able to shorten vase-life more than previous storage of (more than) 3 days.

Therefore, besides warning against too long storage, it is necessary to maintain a cold distribution chain. This implicates that the flowers should be cool delivered to the auction, the product should be kept cool during auction period and transport, i.e. by keeping the auction hall and the vehicles cool, and pre-cooling the product.

The retailer should store his stock in a cold store and limit the quantity of

flowers in the unconditioned sales accomodation. Especially bulb- and tuberous flowers will have a shorter vaselife after an uncooled distribution chain.

(4)

1. INLEIDING

Op de weg van producent naar consument kunnen aan een partij snijbloemen aan-zienlijke verliezen toegebracht worden.

Het is mogelijk dat in de verschillende schakels van de afzetketen distributie-verliezen optreden door allerlei oorzaken (ethyleen, schimmels, aantastingen, te rijpe bloemen, uitdroging, te grote temperatuurwisseling). Dit rapport gaat in op de invloed van de bewaring (lang of kort) enerzijds en de rest van de (nood-zakelijke) afzetweg anderzijds op de verkorting van en het kwaliteitsverlies tijdens het vaasleven.

Voorbijgegaan wordt aan verliezen die optreden in de afzetketen. Het kan b.v. voorkomen dat snijbloemen na bewaring en/of een deel van de verdere afzetweg aan het begin van de detailhandelsfase onverkoopbaar waren geworden door b.v. uit-droging of Botrytisaantasting. Toch hebben deze "onverkoopbare" bloemen in de proeven de hele afzetweg doorlopen. Pas in de consumentenfase is de beoordeling begonnen.

Dit rapport beperkt zich dus tot "het vaasleven" als bepalende factor voor kwa-liteitsverlies.

Het kan dus voorkomen dat bloemen nog een zeker vaasleven hadden, terwijl ze in de praktijk reeds eerder in de distributieketen als "onverkoopbaar" zouden zijn beoordeeld.

De meeste gegevens komen voort uit proeven die niet speciaal voor dit doel zijn opgezet; daarom is er geen eenheid in proefopzet. Een aantal proeven is wel speciaal voor dit doel uitgevoerd.

2. PROEFOPZET

In de meeste proeven is het vaasleven gevolgd van een "over-all" controlepartij. Hieronder wordt verstaan een partij bloemen die zo snel mogelijk na het oogsten op de vaas is gezet.

In de meeste proeven is vervolgens een partij bloemen op de vaas gezet die al-leen de afzetsimulatie hebben doorlopen.

De rest van de bloemen werd eerst gedurende korte of langere tijd bewaard, volg-de dan volg-de afzetsimulatie en begon vervolgens aan het vaasleven. Slechts in één proef werd ook de invloed van alleen de bewaring nagegaan; na de bewaring werden de bloemen, zonder afzetsimulatie, op de vaas gezet. De afzetsimulatie was niet in elke proef dezelfde. Per experiment wordt deze vermeld.

De uitbloei, in leidingwater zonder snijbloemenvoedsel, vond plaats in een ruim-te van 20 C en 60% r.v., gedurende 12 uur per dag was er ca. 1000 lux licht op

bloemniveau.

De uitbloei wordt gepresenteerd in staafdiagrammen. Het vaasleven van de "over-all" controle wordt op 100% gesteld; het vaasleven van de andere partijen wordt uitgedrukt in % van deze controle.

(5)

Tabel 1. Schematische proefopzet

variabelen

objecten oogst bewaring afzetsimulatie vaasleven (kort, lang, (variabel)

in water, droog 1. Controlepartij * * 2. Effect bewaring * * * 3. Effect afzet- * * * simulatie 4. Effect bewaring + afzetsimulatie

De meeste in dit rapport beschreven proeven bevatten slechts de objecten 1, .3 en 4. Slechts een enkel experiment omvatte alle objecten.

3. RESULTATEN 3.1. Anjer

Met anjers werden twee proeven uitgevoerd. 3.1.1. Anjer, september 1981 Cultivars; White Sim Lena William Sim Bewaring:

1. 7 dagen droog bij l°C/99% r.v. 2. 7 dagen op water bij l°C/99% r.v. 3. 7 dagen droog bij 2-3°C/95% r.v. 4. 7 dagen op water bij 2-3°C/95% r.v.

aangeduid als 1 week 5-8. Idem voor 14 dagen bewaring——^ aangeduid als 2 weken.

Omdat er geen effect was van het bewaarklimaat en de beschikbaarheid van water zijn de nummers 1-4 en 5-8 gemiddeld.

Afzet: achtereenvolgens :

17 uur op water bij 15°C/70-80% r.v.

30 uur droog bij 15°C/70-80% r.v. \ aangeduid als a 17 uur op water bij 15°C/70-80% r.v. )

Bijzonderheden:

V66r de bewaring werden de bloemen in drie partijen gesplitst: - 4 uur droog

- 4 uur op water

- 4 uur op zilverthiosulfaat (0,2 mmol AgNO- + 1,6 mmol Na„S203.5 H„0)

De resultaten van de twee bewaarcellen en van de droog en op water bewaarde

(6)

hetzelf-de geldt voor hetzelf-de bloemen die 4 uur droog en 4 uur op water hebben doorgebracht vóór de bewaring.

De resultaten zijn in figuur 1 getekend.

vaasleven (dagen) 20 r White Sim 16 12

?

/

/

/

/

/

/

7

/ / / / /. Lena

7

/ /

't

7

/

's

7

s

William Sim 7-/ / / / / 7-/

1

/

'y

/ 2 + a 1 + a

EZ

>Eza

2 weken + a 4 uur droog of op water

4 uur voorbehandeld met zilverthiosulfaat a. afzetslmulatie

Figuur 1. Anjer, september 1981. Vaasleven in dagen

Uit figuur 1 blijkt dat 1 week bewaring het vaasleven doet afnemen: 2 weken be-waring geeft slechts een geringe extra verkorting van het vaasleven in

verge-lijking met 1 week bewaring. Jammer is dat er geen cijfers zijn van bloemen die bij het begin van de proef meteen op vazen gezet zijn: informatie over het aan-deel van de afzet zonder bewaring in de vaaslevenverkorting ontbreekt dus. 3.1.2. Anjer, maart 1983

Cultivar: Scania Bewaring:

14 dagen droog bij 0-1 C/95% r.v., aangeduid met 14 dagen

r.v. J

aangeduid als a Afzet : achtereenvolgens:

24 uur droog bij 20°C/60% r. 24 uur op water bij 20°C/60%

De controlepartij wordt aangeduid als c.

(7)

droge bewaring van twee weken de vaaslevenverkortIng slechts weinig meer doet toenemen dan de afzetslmulatie al deed.

De verkorting door de afzetslmulatie bleek ca. 15% te zijn; gaat aan de afzet twee bewaring vooraf, dan is de totale vaaslevenverkorting ca. 25%.

°/o 100 8 0 6 0 4 0 2 0 dagen -.9.1 - 8 - 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1 0 c a 14 dgn • a c= controle a=afzetsimulatie F i g u u r 2 . Anjer ' S c a n i a ' , m a a r t 1 9 8 3 . V a a s l e v e n i n d a g e n e n % 3 . 2 . F r e s i a 3 . 2 . 1 . F r e s i a , f e b r u a r i 1983 C u l t i v a r s ; B a l l e r i n a A u r o r a W i n t e r g o l d B e w a r i n g : » l ° C / 9 9 % r . v . 3 d a g e n d r o o g b i j < - * l ° C / 9 0 % r . v . *N^4°C/90% r.v.

gemiddelde aangeduid als 3 dagen d

3 dagen op water, idem, gemiddelde aangeduid als 3 dagen n Afzetslmulatie: achtereenvolgens:

48 uur droog bij 15°C/80% 16 ur op water bij 15°C/80%

r.v. I % r.v. I

aangeduid als a

Het vaasleven van de controlepartij werd op 100% gesteld (c). Figuur 3 geeft een overzicht van de uitbloeiresultaten.

(8)

o C I O) TJ TJ O t -*-> > o» co rv co in T n oj r - o u 2 i i i i i i l i i 1 L \ \ \ \ \ 1 K \ \ \ \ \

1 k W W W

1 k W W W

1 k W W W

1 I W W W

1 K W W \

1 k \ \ \ \ \ \ \ \ \ \

# 1 1 1 1 1 0) c ' tl O ) T3 O c O 3 < c o r ^ t o m T c o c v i i - c I I I I 1 1 1 1

1 k \ W W W

1 I W W V W

1 l \ W W W

1 L W W W W

1 K W W W

1 k W W W

1 l \ W W

1 K W W W W W

£ i i i i i i i i i i CM C 1 t l o i T3 o 'C Ü o m j : O o > o o r ^ ( D ^ n N ^ c i i i i i i i i i i i

1 L W W W

1 I W W W

1 I W W W

1 K W W

1 k \ W W

1 I W W W

1 I W W W

1 k w w \ \ \ \ \

1 1 1 1 1

•5 °

^ o o o o o c CD « 0 ^ < N

i-s

o 0) 0 3 0

* 8

•f Sr , - Q o ^ § o o ) o

* - 8

O) _ O 0 0) 0 0) o o . ) t£z i aanta l dage n zonde r verwelkt e bloeme n o f verdroogd e knoppe n ^• Q aanta l dage n me t evenvee l o f mee r bloeme n in goed e conditi e da n verwelkt e knoppe n c control e t > '•¥* O 3 E in + j « i N O a c

8.

o •o m Öl c 'C o ö a) 4-1 4-> • H 3 to M • H O i H 4-1 • H 0 0 as ^ J 2 <4-l (0 • H tu <U >-l f n , m S-l 3 Ö0 • H

(9)

Uit figuur 3 blijkt ten eerste het gunstige effect van het in water staan tijdens de bewaring. Tevens blijkt dat, in geval van droge bewaring, de natte koelcel (1 C/99%) de voorkeur verdient boven bewaring in de conventionele koel-cellen.

Vooral de afzetsimulatie doet afbreuk aan het vaasleven. In geval van droge be-waring verkort de bebe-waring het vaasleven extra; bebe-waring in water, gevolgd door de afzetsimulatie geeft minder vaaslevenverkorting dan de afzetsimulatie alleen. Blijkbaar zijn de bloemen na een bewaring in water zodanig met water verzadigd, dat de uitdroging tijdens het droge deel van de afzetsimulatie beperkt bleef in vergelijking met bloemen die voor de afzetsimulatie enkele uren zijn voorge-waterd.

3.2.2. Freesia, november 1984 Cultivars: Ballerina

Blue Heaven Bewaring:

3 dagen droog bij 3 C/90% r.v. (3 dgn d) 3 dagen op water bij 3 C/90% r.v. (3 dgn n) Afzet; achtereenvolgens:

24 uur droog bij 15°C/70% r.v.

24 uur op water bij 15 C/70% r.v. J (korte afzet) of: achtereenvolgens:

48 uur

24 uur op water bij 15UC.70% r.v. J (lange afzet)

1 «

r droog bij 15°C/70% r.v. 1 r op water bij 15°C.70% r.v. J

De objecten zijn onderdelen of combinaties van bovenstaande behandelingen. oogst bewaring afzetsimulatie

object droog in water kort lang vaasleven * * * * * * * * * *

Abusievelijk is de korte afzetsimulatie (al) niet als afzonderlijk object nagegaan.

Figuur 4 geeft een overzicht van de resultaten. 1 2 3 4 5 6 7 8 * * * * * * * * * * * * * *

(10)

vaas leven 100 8 0 °/o 6 0 4 0 2 0 |

I

\

vaasleven (dgn) vaasleven °/o -.12.5 Ballerina \

Î

a2 3 3 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn dgn dgn d n d n d n - 11 - 10 - 9 - 8 7 6 5 4 3 2 1 0

l

\ \

n

\ \ vaasleven (dgn) 10.3 Blue Heaven '<

I

%%l

y

\ a2 3 3 dgn dgn d n a1 a1 a 2 a 2

eerste knop/bloem verwelkt

! helft van de knoppen/bloemen verwei k t / v e r d r o o g d I +I | alle knoppen/bloemen v e r w e l k t / v e r d r o o g d • bloei percentage 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn d n d n + + + + a1 a1 a 2 a 2 c »controle a1 = korte afzetsimulatie a2= lange afzetsimulatie

Figuur 4. Freesia, november 1984. Uitbloeiresultaten

(11)

Uit figuur 4 blijkt het volgende:

- de beide cultivars reageren niet op dezelfde wijze op bewaring en afzetsi-mulatie;

- voor Ballerina blijkt alleen 3 dagen bewaring niet of nauwelijks effect te hebben op het vaasleven;

- voor deze cultivar blijkt de "lange" afzetsimulatie het vaasleven met 50% te reduceren; ook het bloeipercentage neemt aanmerkelijk af;

- bewaring + afzet reduceert voor Ballerina het vaasleven aanzienlijk (50-70%; de vaaslevenreductie hangt af van de aard van de bewaring: wanneer de bewaring gevolgd wordt door een afzetsimulatie, is op water bewaren beter dan droog be-waren;

- voor Blue Heaven blijkt op water bewaren beter te zijn dan droog bewaren, be-halve wanneer de bewaring gevolgd wordt door een lange afzetsimulatie.

Bewaring op water gedurende 3 dagen zonder afzetsimulatie geeft niet of nauwe-lijks vaaslevenverkorting of bloeireductie;

- met name de afzetweg lijkt ook bij Blue Heaven verantwoordelijk te zijn voor het grootste deel van de vaaslevenreductie;

- voor beide cultivars geldt dat een langduriger afzet het vaasleven verkort en het bloeipercentage doet afnemen.

3.3. Gerbera, februari 1984 Cultivars:

Appelbloesem Fleur

Bewaring:

1. 3 of 11 dagen droog of op water bij 0-1 C/90% r.v. 2. 3 of 11 dagen droog of op water bij 3-4 C/90% r.v. 3. 3 of 11 dagen droog of op water bij 6-7 C/90% r.v. 4. 3 of 11 dagen droog of op water bij 9-10 C/90% r.v. Afzet: achtereenvolgens :

2 dagen droog bij 15°C/70% r.v. f (a) 1 dag op water bij 15 C/70% r.v.

Î

(12)

Het schema geeft de objecten. Aangegeven is wat er is gebeurd tussen oogst en start vaasleven. object 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 temperatuur

(°C)

— -0-1 3-4 6-7 9-10 0-1 3-4 6-7 9-10 0-1 3-4 6-7 9-10 0-1 3-4 6-7 9-10 droog 3 dgn 11 * * * * bewaring dgn * * * * in 3 dgn * * * * water 11 dgn * * * * afzet-simulatie * * * * * * * * * * * * * * * * *

(13)

vaasleven 100

'1

(°/o) Appelbloesem droog bewaard vaasdagen 17.6

H

20

f

^

II

I I

I I I

1

lil I

ï i î î

i

4. 4,

i

I

1 I

I I

I I

È L ^

I I I

win

^

- 10 J

r

16 14 -12 vaasleven (°/o) -,100 Appelbloesem op water bewaard _ | ^

1

^

1

- 80

I

I

Ki Ea Ea

I.,

- 60

II

I

I

4 0 20 0 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn 0-1 3-4 6-7 9-10 c a 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn 0-1 3-4 6-7 9-10 100 8 0 6 0 4 0 2 0 Fleur droog bewaard

I.

S

l i

I I

ftl

i

I I

i

i l 16.7 16 14 12 10 8 6 4 2 0 Fleur op water bewaard _ ! 100 - 80 - 60 4 0 20 a 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn 0-1 3-4 6-7 9-10 + • • + a a a a c a 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn 0-1 3-4 6-7 9-10 • + + • a a a a

(14)

vaasleven (°/o) 100 r r-i 8 0 6 0 4 0

1

Appel bloesem droog bewaard

iii

1

i

vaasdagen i 17.6 - 16 - 14

n n - 8

a 11 11 11 11 11 dgn dgn dgn dgn dgn 0-1 0-1 3-4 6-7 9-10 a 12 10 6 4 2 -vaasleven (°/o) -,100 Appelbloesem op water bewaard

j

I

8 0 60 - 40 20 a 11 11 11 11 11 dgn dgn dgn dgn dgn 0-1 0-1 3-4 6-7 9-10 100 r r-i 7/. 8 0 6 0 4 0 20 Fleur droog bewaard

I

I.

Ui

I

-, 16.7 - 16 14 -- 12 10 -a 11 11 11 11 11 dgn dgn dgn dgn dgn 0-1 0-1 3-4 6-7 9-10 2 -Fleur op water bewaard

II

1

-,100 - 8 0 - 60 - 40 20 _Eza_ 11 11 11 11 11 dgn dgn dgn dgn dgn 0-1 0-1 3-4 6-7 9-10

Figuur 6. Gerbera, februari 1984, uitbloei

Opgemerkt moet worden dat deze proef een onderdeel vormt van een bewaarproef, waarbij bewaring gedurende 1-11 dagen nagegaan werd (nog niet gepubliceerd). De lengte van het vaasleven werd voor een groot deel bepaald door Botrytis-aantasting en stengelknik.

De figuur 5 en 6 geven een overzicht van de resultaten; figuur 5 geeft een beeld van een weekendbewaring (3 dagen), figuur 6 van een langdurige bewaring (11 dagen).

(15)

In de figuren 5 en 6 geeft het gearceerde deel van de kolom het "aantal dagen goed" aan (bloemen in goede conditie met weinig gebreken of aantastingen). Uit de figuren 5 en 6 blijkt het volgende:

1. Appelbloesem: de afzetsimulatie is verantwoordelijk voor 20-25% vaaslevenverkorting.

a. Droge bewaring: 3 dagen droog bewaren geeft geen extra vaaslevenverkor-ting, 11 dagen droog bewaren bij 0-1 C zonder afzet reduceert het vaas-leven met meer dan 50%; 11 dagen bewaren bij 0-1 C, gevolgd door de afzet reduceert het vaasleven met ca. 70%.

Overigens lijkt 3-7 C het beste temperatuurtraject voor langdurige bewa-ring te zijn.

b. Bewaring op water: gedurende een weekend bewaren kan beter bij een lage temperatuur (0-l°C) dan bij een hogere temperatuur (9-10 C ) . (Mogelijk speelt een snellere schimmelontwikkeling bij 9-10 C hier een rol). Bewaring bij 1-7 C gedurende 3 dagen geeft weinig extra vaaslevenverkor-ting t.o.v. de afzetsimulatie.

Bewaring gedurende 11 dagen bij 0-1 C geeft ca. 60% vaaslevenreductie; de beste resultaten worden behaald bij 3-7 C.

c. Of droog of op water bewaard kan worden hangt af van de bewaarduur en de temperatuur.

2. Fleur: de afzetsimulatie is verantwoordelijk voor 25-30% vaaslevenverkorting. a. Droge bewaring: 11 dagen bewaring bij 0-1 C geeft ca. 65%

vaaslevenreduc-tie. Droog bewaren kan het best in het temperatuurtraject 3-7 C geschieden (bij langdurig bewaren). 3 dagen bewaring, gevolgd door de afzet leverde slechts een iets korter vaasleven op dan alleen de afzetsimulatie. b. Bewaring op water: 3 dagen bewaring, gevolgd door de afzet leverde

onge-veer 20-25% meer vaaslevenreductie op dan de afzet alleen.

11 dagen bewaring op water bij 0-1 C zonder afzet verkortte het vaasleven met 50%; 11 dagen bewaren, gevolgd door de afzet was, onafhankelijk van de temperatuur, desastreus.

c. In geval van weekendbewaring is er weinig verschil tussen droog of op water bewaren; wanneer lang wordt bewaard, lijkt droog minder slecht dan op water; indien het Botrytisprobleem zou zijn opgelost, zou de balans misschien doorslaan naar op water bewaren.

3.4. Iris 3.4.1. Iris, aaart 1983 Cultivars: Ideal White Wedgwood Prof. Blaauw Bewaring: ll°C/99% r.v. 3 dagen droog bij ^—>1 C/90% r.v.

y*

1

j i—>i _, . . . .

N* 4 ° C / 9 0 % r.v. ,

(gemiddeld: 3 dagen d)

(16)

Af zet : achtereenvolgens: 48 uur droog

16 uur op wa

reenvoigens:

bij 15°C/80% r.v. 1 ter bij 15°C/80% r.v. J (a) Objecten:

- c (controle: alleen uitbloei) - a

- 3 dagen d + a - 3 dagen n + a

Figuur 7 geeft een overzicht van de uitbloeiresultaten

°/o 1 0 0 r i—i 8 0 6 0 4 0 2 0

I

7/ ! Ideal dgn °/o 5 c a dgn % White " i5 Wedgwood

l

(1

I

u

- 2 dgn

1

1 1

I

ï

Prof. Blaauw

1 I

I

1

;

üiË

i

- 1

o

3 3 dgn dgn d+a n+a c a 3 3 dgn dgn d+a n+a c a 3 3 dgn dgn d+a n+a

aantal dagen conditie bloem wijking of verdroging) vaasleven

a = afzetsimulatie c = controle

goed" (vrijwel zonder

af-Figuur 7. Iris, maart 1983, vaasleven

Daar de bewaarklimaten geen wezenlijke vaaslevenverschillen opleverden, werden de resultaten gemiddeld over de drie klimaten.

Uit figuur 7 blijkt dat de genoemde afzetsimulatie het vaasleven verkort met ca. 20% (Prof. Blaauw) tot 40% ('Ideal* en 'White Wedgwood').

Hoewel er geen resultaten zijn van bewaarde bloemen zonder afzetsimulatie geeft de figuur een aanwijzing dat een weekend bewaren weinig afbreuk doet aan het vaasleven t.o.v. de afzetsimulatie.

(17)

3.4.2. Iris, november 1984 Cultivars:

Ideal

Prof. Blaauw Bewaring:

3 dagen droog bij 3°C/90% r.v. (3 dgn d) 3 dagen op water bij 3°C/90% r.v. (3 dgn n) Afzet: achtereenvolgens:

24 uur droog bij 15°C/70% r.v. 1

24 uur op water bij 15°C/70% r.v. j ( a f z e t k o r t )

of achtereenvolgens:

48 uur droog bij 15°C/70% r.v. 7

24 uur op water bij 15°C/7-% r.v. j ( a f z e t l a nS}

De objecten zijn onderdelen of combinaties van bovenstaande behandelingen (zie tabel).

De tabel geeft aan wat er met het produkt gebeurde tussen oogst en start vaas-leven.

object bewaring afzetsimulatie droog in water kort lang

1 2 * 3 * 4 * 5 * * 6 * * 7 * * 8 * *

Abusievelijk is de korte afzetsimulatie (al) niet als afzonderlijk object nage-gaan.

Figuur 8 geeft een overzicht van de resultaten.

Uit deze figuur blijkt dat de "lange" afzetsimulatie het vaasleven van 'Ideal' met 25% reduceert, van 'Prof. Blaauw' met 45%.

Wordt deze afzetweg voorafgegaan door 3 dagen bewaring dan is de totale vaas-levenreductie respectievelijk 35-40% en 50-55%. De vaasvaas-levenreductie door 3 dagen bewaring plus 2 dagen afzet ligt in dezelfde orde van grootte dan de re-ductie na 3 dagen afzet.

Duidelijk is dat 3 dagen gekoelde bewaring (relatief) weinig invloed heeft op de lengte van het vaasleven.

Er zijn in deze proef geen duidelijke verschillen tussen de resultaten van droge bewaring en bewaring op water. De vaaslevenreductie bij Prof. Blaauw wordt voor een deel veroorzaakt door de slechte bloemontwikkeling.

(18)

3.5.2. Narcis, februari 1983 Cultlvar; Carlton

Bewaring: 14 dagen droog bij 0-1 C/95% r.v. Afzet: achtereenvolgens:

24 uur droog bij 20°C/60% r.v. 7 24 uur op water bij 15°C/70% r.v. ƒ }

Figuur 10 geeft een overzicht van de resultaten.

% 100 80 60 40 -20 / / / / / / / / / / / /

IA

dgn -.6.4 - 6 / / / / / / / / / / / /

Uit figuur 10 blijkt dat de

afzetsimulatle het vaasleven met 25-30% verkort; worden de bloemen v66r de afzet eerst twee weken bewaard, dan blijkt de totale vaaslevenverkorting ca. 65-70% te zijn.

c a 14 dgn a

Figuur 10. Narcis 'Carlton', februari 1983, vaasleven c " controle; a = afzet

3.6. Roos

3.6.1. Roos, februari 1983 Cultivar: Sonia

Bewaring:

14 dagen droog bij 0-l°C/95% r.v. (14 dagen) Afzet: achtereenvolgens:

24 uur droog bij 20°C/60% r.v. . 24 uur op water bij 15°C/70% r.v.' U )

(19)

°/o 100 8 0 6 0 A r\ 4 0 20 n

7\

/ / / / ', ', / / / / / / / / / / / Sonia " 71 / /

A

/ / / / / / / / / / / /

V

/ / / / / / / / -— dgn 11.5 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 n c a 14 dgn +

Y/A

Vc ia si ev u en a fwij k i ugspercentage c a 3.6.2. Roos, Cultivars: Motrea Mercedes Bewaring: = controle = afzetsimulatie naart 1983

Uit figuur 11 blijkt dat de afzet-simulatie 15-20% vaaslevenreductie veroorzaakt; gaat aan de afzet een bewaring van twee weken vooraf, dan wordt de totale vaaslevenverkorting ca. 55%. Bovendien is de uitbloei dan afwijkend van wat geacht wordt een "normaal" uitbloeibeeld te zijn (zwarte balk in de figuur geeft een afwijkingspercentage aan: een per-centage van maximale - zeer ernstige bloeiafwijking).

Figuur 11. Roos 'Sonia', februari 198). Vaas leven

14 dagen droog bij 0-1 C/95% r.v. Afzet: achtereenvolgens 24 uur droog bi 24 uur op wate envolgens ij 20°C/60% r.v. 1 r bij 15°C/70% r.v.j ( a )

(20)

vaasleven afwijking °/o 100 r rp 8 0 6 0 -4 0 2 0

EZ3

/

's

/ / / / / / / / / / / Motrea

's

v&

/ / / / / / / dgn 18.5 16 14 12 10 8 6 4 2 O : a 14 dgn + a vaasleven afwij kingspercentage / Mercedes / / / / / /

's

IA

v\

/ / / / / / / / /

's

/ / c a 14 dgn + a dgn -,16.1 14 - 12 - 10 8 - 6 - 4 2 c = c o n t r o l e a = afzetsimulatie

Figuur 12. Roos, maart 1983 Uit figuur 12 blijkt het volgende:

a. Motrea: de afzetsimulatie reduceert het vaasleven met 10%; enige afwijking in de uitbloei (zwarte balk in de figuur) blijkt al op te treden. Voorafgaande bewaring gedurende IA dagen blijkt de lengte van het vaasleven niet extra te reduceren; wel treedt veel meer bloeiafwijking (noodrijpheid, verstoorde bloemontwikkeling) op.

b. Mercedes: door de afzetsimulatie wordt het vaasleven met ca. 20-25% verkort. Voorafgaande bewaring, gevolgd door de afzet veroorzaakt een

vaaslevenverkorting van ca. 65%. 3.6.3. Roos, april 1983

Cultivars: Motrea, Mercedes Bewaring:

3 dagen droog bij —»l°C/90% % l 4°C/90%

r.v. I r.v. )

(gemiddeld: 3 dgn d) idem op water (gemiddeld: 3 dgn n)

Afzet: achtereenvolgens 48 uur

16 uur

droog bij 15°C/80% r.v. 1

(21)

Figuur 13 geeft een overzicht van de resultaten. Uit deze figuur blijkt het volgende:

a. Motrea: de afzetsimulatie is verantwoordelijk voor ca. 5% vaaslevenverkor-ting. Bewaring gedurende twee weken en daarop volgende afzet verkorten het vaasleven met ca. 5-10%. Helaas is de bloeiafwijking in deze proef niet ge-noteerd. Er was geen verschil in lengte van het vaasleven tussen droog en op water bewaren. %» 100 r 8 0 - —, 6 0 40 20 / / / / / Motrea

7

/ / / /

\A \A

dgn 19.4 18 16 14 12 10 8 6 4 - 2 °/o / /

\A

Mercedes /

\x

7

/ / / /

\A

7

/ 3 3 dgn dgn d+a n+a a 3 3 dgn dgn d+a n+a dgn 14.8 14 12 10 8 6 4 - 2

i/ / l aantal dagen conditie bloem "goed" Y//\ •| | vaasleven

c = controle d = droog a = afzetsimulatie n = in water Figuur 13. Roos, april 1983, vaasleven

N.B. In dit geval werd de bloeiafwijking bij Motrea niet genoteerd.

b. Mercedes: de afzetsimulatie reduceert het vaasleven reeds met 30-35%; worden de bloemen daarvoor nog eens twee weken bewaard, dan blijkt de totale vaas-levenverkorting 40-45% te zijn.

Droog of op water bewaren leverde weinig verschil op in lengte van het vaasleven.

3.6.4. Roos, november 1984 Cultivar: Motrea

Bewaring:

3 dagen droog bij 3°C/90% r.v. (3 dgn d) 3 dagen op water bij 3°C/90% r.v. (3 dgn n)

(22)

Afzet: achtereenvolgens: 24 uur droog bij 15°C/70% r.v. 24 uur op water bij 15 C/70% r.v. of: achtereenvolgens: 48 uur droog bij 15°C/70% r.v. 24 uur op water bij 15°C/70% r.v.

J (al

) (a2)

De objecten zijn onderdelen of combinaties van bovenstaande behandelingen (zie schema).

object bewaring afzetsimulatie droog (d) in water (n) kort lang

1 2 * 3 * 4 * 5 * * 6 * * 7 * * 8 * *

Abusievelijk is de korte afzetsimulatie (al) niet als afzonderlijk object nagegaan.

(23)

afwijking vaasleven (°/0) 115 110 100 -c a 2 3 3 3 3 3 3 dgn dgn dgn dgn dgn dgn a n a n a n • + + + a1 a1 a.2 a 2

Y/A a a n t a l dagen c o n d i t i e bloem "goed" Y/A *\ I vaasleven

| b l o e i a f w i j king in % van maximaal c = c o n t r o l e

al = korte afzetsimulatie Figuur 14. Roos, november 1984, vaasleven

a2 = lange afzetsimulatie d = droog

n = in water

Uit figuur 14 blijkt het volgende:

- De "lange" afzetsimulatie is verantwoordelijk voor ca. 10% vaaslevenreductle en een zekere bloeiafwijking.

- Op water bewaren geeft geen verkorting van het vaasleven en geen hogere bloel-afwi jking; droog bewaren heeft geen vaaslevenverkorting tot gevolg, maar wel enige bloeiafwijking.

- Bewaring, gevolgd door een korte afzetsimulatie heeft ongeveer hetzelfde vaas-leven tot gevolg als de lange afzetsimulatie alleen; wel is de bloeiafwijking in het eerste geval iets groter.

- Bewaring gedurende 3 dagen, gevolgd door de lange afzet, heeft een vaasleven-reductle van ca. 15-20% tot gevolg, gepaard gaande met een vrij hoge mate van bloeiafwijking.

- Wat de voor- of nadelen zijn van op water bewaren t.o.v. droog bewaren is niet duidelijk.

(24)

3.7. Tulp 3.7.1. Tulp, januari 1982 Cultlvars: Apeldoorn Lustige Witwe Bewaring:

3 dagen droog bij l°C/99%

1°C/99Z

r.v. 1

r.v. J

(gemiddeld: 3 dagen)

7 dagen: idem (gemiddeld: 7 dagen)

Afzet: achtereenvolgens: 20 uur droog bij 15°C/70% 24 uur op water bij 15°C/70%

r.v. 1

0% r.v. ƒ

(a)

De vaaslevenverschillen als gevolg van het bewaarklimaat waren zeer gering; de hier gepresenteerde resultaten zijn gemiddelden van bloemen uit twee bewaarruim-ten.

De resultaten zijn getekend in figuur 15, waaruit het volgende blijkt: a. Apeldoorn: de afzetsimulatie reduceert het vaasleven met ca. 15%; ook de

voorafgaande bewaring heeft duidelijke invloed op de lengte en kwaliteit van het vaasleven. Een weekend bewaren en een week bewaren, beide gevolgd door de afzet, reduceert het vaasleven met respectievelijk ca. 25 en 40%.

b. Lustige Witwe: hier wordt het vaasleven door de afzetsimulatie met ca. 25% verkort. Voorafgaande bewaring (3 of 7 dagen) heeft blijkbaar relatief weinig invloed. 100 80 60 40 20 / / / / / / / / / /

L /

/

L /

/ / Apeldoorn / / / / / / dgn -i7

- 6

°/. dgn / /

7

/ c a 3 7 dgn dgn

7

/ Lustige Witwe / /

Ld

T / / / / /

\A

7

- 6

- 4 / / 7.8 c a 3 7 dgn dgn a a

Y/A aantal dagen conditie bloem "goed"

Y/A * | | vaasleven c = controle a = afzetsimulatie

(25)

3.7.2. Tulp, februari 1983 Cultlvars: Apeldoorn Lustige Witwe Kees Nelis % 10J0 r 8 0 -6 0 4 0 -2 0 ~ Apeldoorn T

7

/

y

-a 3 3 3 dgn dgn dgn 1 » y 4° 99 9 0 90 "/„ dgn 77 7 - 6 5 4 3 2 1 0 7" Lustige Witwe

7

/

7

kd

dgn

1

8 - 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1 a 3 3 3 dgn dgn dgn 1° 1° 4° 99 90 90/o 8 + + + a a a

EZ3

E3-aantal dagen conditie bloem "goed" aantal dagen vaasleven

c = controle a = afzet

De bewaring geschiedde droog

Kees Nelis

7

7"

7

dgn -i 6.2 - 4 - 1 Q 3 dgn 1° 9 9 3 dgn 1° 9 0 3 dgn 4 ° 9 0 ° /

(26)

BewarIng: 3 dagen droog b i j -l°C/99% r . v . ^ l ° C / 9 0 % r . v . Nä4°C/90% r . v . (gemiddeld: 3 dgn) Afzet: achtereenvolgens: 48 uur droog bij 15°C/70-80% 16 uur op water bij 15°C/70

% r.v. I

-80% r.v. J

(a)

Uit figuur 16 blijkt dat de afzetsimulatie het vaasleven met 35-40% (Apeldoorn), 15-20% (Lustige Witwe) en ca. 20% (Kees Nelis) verkort.

Het aantal dagen dat de bloemen in "goede" conditie op de vaas stonden, werd

echter aanmerkelijk meer verkort door de afzetsimulatie; vooral bij Apeldoorn en Kees Nelis.

De vaaslevenverkorting door drie dagen droge bewaring en de afzetsimulatie samen bedroeg respectievelijk 60, 25 en 35-40% voor Apeldoorn, Lustige Witwe en Kees Nelis. Lustige Witwe blijkt zowel tegen drie dagen bewaring als tegen een afzet redelijk bestand te zijn; Apeldoorn is moeilijk te bewaren, en tevens moeilijk te distribueren. 3.7.3. Tulp, januari 1984 Cultivars: Apeldoorn rood Apeldoorn geel Christmas Marvel Kees Nelis Prominence Snowstar

De proefopzet wordt schematisch weergegeven. Proefopzet schematisch

object bewaring 11 dagen droog

afzetsimulatie a-ex

bij 0-l°C/95% r.v. 1 dag droog 20°C/60% r.v. 1 dag droog 15°C/75% r.v. 1 dag water 15°C/75% r.v. 1 dag droog 20°C/60% r.v.

1 dag water 15°C/75% r.v.

X X

(27)

100 8 0 6 0 4 0 2 0 -A p e l d o o r n r o o d

7 7

/

7

dgn %> 1.2 r - 6 5 - 4 3 - 2

7

- 1 c a a 11 11 ex dgn dgn

7

A p e l d o o r n geel 7

\A

7

/

/

IA

dgn °/o - i 7 3 r-- 6 5 - 4 - 3 2 -M c a a 11 11 ex dgn dgn

M

C h r i s t m a s M a r v e l dgn 8.9 /

\A IA

/ / /

\A

/ / 7 6 5 - 4 3 2 1 0 c a a 1 11 11 ex dgn dgn 100 8 0 6 0 4 0 -2 0 / /

_ /

/

Kees Nelis

/

LM /

7 V

\A

Ld

dgn % -i6.7 5 - | 4 / - 2

7

dgn 7<> P r o m i n e n c e ~]6.4 - 6 dgn 7" 7" / 7" - 4 - 3 - 2 - 1 S n o w s t a r

/

/

/

/ V

L /

/

/ M

?

7

/ / 7"

/

/

/

/

/

/

/

/

/

/

/

c a a 11 11 e x dgn dgn c a a 11 11 e x dgn dgn c a a 11 11 ex dgn dgn B 2 - 7 - 6 - 5 - 4 - 3 - 2 - 1 - O a a \//\ a a n t a l dagen bloem " g o e d " YrA * L I J v a a s l e v e n a = a f z e t ( z i e schema) c = c o n t r o l e F i g u u r 1 7 . T u l p , j a n u a r i 1984, v a a s l e v e n

(28)

Uit figuur 17 blijkt dat voor alle cultivars II dagen droge koele bewaring minder afbreuk doet aan het vaasleven dan een "zware" afzetsimulatie (a ex). "Gevoelig" voor de afzetketen zijn Apeldoorn rood en geel en Prominence. Het minst gevoelig zijn Christmas Marvel en Snowstar. Opvallend IS dat de controles van deze cultivars ook het langste vaasleven hebben.

Belde bovengenoemde cultivars hebben nauwelijks vaaslevenverkorting ondervonden van 11 dagen bewaring bij 0-1 C. Zelfs als deze bewaring gevolgd wordt door een

afzetsimulatie dan Is het vaasleven nog bevredigend voor deze soorten.

In tabel 1 staan de percentages vaaslevenverkorting als gevolg van bewaring en afzet afzonderlijk, de som van beide en het totale effect van bewaring, gevolgd door de afzet.

Tabel 1. Vaaslevenverkorting tulp in procenten cultivar vaaslevenverkorting in procenten

a. be- b. afzet c. bew + afz d. bewaring waring berekend + afzet

empirisch e. afwijking d t.o.v. c in + + + + + % 7 47 63 0 7 18 Apeldoorn rood Apeldoorn geel Christmas Marvel Kees Nelis Prominence Snowstar 28 15 7 4 22 2 32 27 12 30 33 15 60 42 19 34 55 17 64 59 31 34 59 20

Uit tabel 1 blijkt dat het voorkomt dat de afzonderlijke invloeden van bewaring en afzet opgeteld bij benadering hetzelfde oplevert als de invloed van bewaring, gevolgd door de afzet (Apeldoorn rood, Kees Nelis, Prominence en Snowstar). Voor Apeldoorn geel en Christmas Marvel versterken beide factoren eikaars in-vloed. Het afwijkingspercentage geeft dit aan.

4. CONCLUSIE EN DISCUSSIE

Per bloemsoort zijn de belangrijkste resultaten nog eens op een rijtje gezet.

Anjer

- Een voorbehandeling met zilverthiosulfaat verlengde het vaasleven met een factor 2-3.

- Twee weken bewaring, gevolgd door een afzet, verminderde het vaasleven met totaal ca. 20%.

- De anjers waren niet erg gevoelig voor bewaring; de verschillen tussen 1 en 2 weken bewaring waren niet groot.

Freesia

De bepaling van de lengte van het vaasleven is in de proeven niet op dezelfde wijze geschied. Wanneer de tijd waarin de helft van de bloeibare knoppen ver-welkt is, als norm wordt gehanteerd dan kan het volgende worden geconcludeerd:

(29)

- Drie dagen afzet beperkte het vaasleven met ca. 20-40%. - Bewaring op water was steeds beter dan droge bewaring.

Drie dagen droge bewaring verkortte het vaasleven met ca. 10-25%; drie dagen bewaring op water met ca. 5-15%.

- Het kwam voor dat drie dagen bewaring op water, gevolgd door de afzet gun-stiger was dan de afzet alleen; hiermee wordt het belang van bewaring op water nog eens onderstreept.

Gerbera

- Drie dagen afzetsimulatie bleek verantwoordelijk te zijn voor 20-30% vaas-levenverkorting.

- Drie dagen droog of op water bewaren, gevolgd door de afzet, bleek het vaas-leven niet of nauwelijks extra te verkorten.

- Elf dagen droog of op water bewaren, gevolgd door de afzet, bleek het vaas-leven, afhankelijk van droog of op water bewaren en de bewaartemperatuur, 10-70% extra te verkorten; vaak was de extra vaaslevenverkorting meer dan 30-40%.

- Elf dagen bewaren bij 0-1 C, zonder afzetsimulatie, beperkte het vaasleven met 50-60%.

Iris

- Drie dagen afzetsimulatie bleek het vaasleven te beperken met 20-45%. - Drie dagen bewaring verkortte het vaasleven met 0-10%.

- Drie dagen bewaring, gevolgd door de afzet, gaf een extra verkorting van het vaasleven t.o.v. de afzet alleen van 5-15%.

- Drie dagen bewaring, gevolgd door twee dagen afzet, beperkte het vaasleven minder dan drie dagen afzet zonder voorafgaande bewaring.

Narcis

- Twee tot drie dagen afzetperiode beperkte het vaasleven met 25-30%. Drie tot zeven dagen bewaring, gevolgd door de afzet, gaf weinig extra vaaslevenverkor-ting; twee weken bewaring bij 0-1 C gaf ca. 40% extra vaaslevenverkorting.

Roos (Sonia, Mercedes)

- Twee à drie dagen afzet beperkt het vaasleven met 20-35%.

- Voorafgaande (droge) bewaring gedurende twee weken gaf een extra vaasleven-verkor*:i;ii? »-?r T5--45%. Bovendien kregen de rozen een sterk afvTi jkend

uitbloei-beeld.

- Voorafgaande bewaring gedurende drie dagen gaf een extra vaaslevenverkorting van ca. i.0%.

Roos (Motrea)

- Twee à drie dagen afzet beperkt het vaasleven met ca. 5-10%.

- Drie dagen voorafgeande bewaring beperkte het vaasleven extra met 0-10%; vaak trad wel een afwijkend uitbloeibeeld op. Twee weken bewaring verkortte het vaasleven nauwelijks, maar de afwijkingen tljdena de uitbloei werden frequen-ter (eerder blauwkleuring, "urn"-vormige bloemen, noodrijpheid).

Tulp

(30)

vaasleven-verkorting van 10-A0%.

- Drie dagen bewaring, gevolgd door de afzetsimulatie verkortte het vaasleven, afhankelijk van de cultivar, met 0-25% extra; bij zeven dagen bewaring was dit 0-30%.

- Elf dagen bewaring zonder afzet was verantwoordelijk voor 0-30% vaaslevenver-korting; samen met de daarop volgende afzetsimulatie bedroeg de verkorting totaal 20-65%.

Getracht is om de invloed van twee componenten uit de afzetketen op het vaas-leven van een aantal snijbloemsoorten na te gaan, nl. de bewaring en de "rest" van de afzetketen: het deel wat begint bij aanleveren op de veiling.

Vaak wordt, terecht, gesteld dat het bewaren van snijbloemen tot het uiterste beperkt moet worden, omdat bewaring de kwaliteit negatief beïnvloedt. Dat dit bij veel bloemsoorten het geval is, blijkt ook uit de proeven die in dit rapport zijn beschreven. Getracht is, de vaaslevenverkorting, die optreedt als gevolg van de "rest" van de afzetketen, dus de fase na de kweker, in beeld te

brengen. In de meeste gevallen is de invloed van de bewaring zonder afzetsimu-latie niet nagegaan; op een enkele uitzondering na is wel steeds de invloed van de afzetweg zonder voorafgaande bewaring bekend.

In bijna alle proeven ontbreekt dus informatie over de optelbaarheid van de effecten van beide componenten, m.a.w. het antwoord op de vraag of vaasleven-verkorting, veroorzaakt door bewaring enerzijds en de "rest" van de afzet

anderzijds opgeteld hetzelfde is als de vaaslevenverkorting veroorzaakt door de afzet, inclusief bewaring.

Het vergelijken van proeven wordt bemoeilijkt doordat de gehanteerde afzetsimu-laties en bewaarcondities niet steeds dezelfde waren. In tabel 2 wordt een over-zicht gegeven van de vaaslevenverkorting in % in die gevallen waarin de bewaring 3 dagen duurde; de lengte van de afzetsimulatie wordt globaal aangegeven. Uit tabel 2 blijkt dat de afzonderlijke effecten van bewaring en afzet opgeteld vaak niet overeenkomen met het resultaat van bewaring en afzet totaal.

In de meeste gevallen is de vaaslevenverkorting door de afzetsimulatie groter dan de vaaslevenverkorting door drie dagen bewaring. De cijfers hangen uiteraard af van bloemsoort en cultivar, en waarschijnlijk (niet nagegaan) van herkomst en seizoen.

Al met al kan gesteld worden dat het juist is dat tegen (te) lang bewaren ge-waarschuwd wordt, maar dat niet nagelaten moet worden om in de daarop volgende schakels van de afzetketen het produkt koel te houden. Dat betekent dus koel aanvoeren en koel houden op de veiling, voor transport, voorkoelen, transpor-teren in geconditioneerde voertuigen en in de detailhandelsfase de voorraad bloemen koel opslaan.

Wageningen, 6 december 1985 HH/MJ

(31)

1 G 1 1 0) t i ooe i ! e - H i 1 G - H M 1 1 CO M 0) 1 1 > 10 P u l 1 !» X 1 i ÖOCU ai i i r - i , ß w i 1 O 1 i > i i eu ^ i 1 M T J I 1 M C 1 1 to G 0) 1 1 I H - H J K ! 1 1 cd M 0) 1 1 cd M 1 1 9 ^ S Ol 1 1 CU.O 1 1 C ß ^ 1 1 i H 1 1 00 1 1 C 1 M U | 1 4-> CU 1 1 M N | 1 o m i l . * « l 1 U 1 i eu t i > i i e i 1 eu 60 1 1 > Ç3 4J 1 1 CU-H <U 1 M M N 1 1 co ntiM i 1 co !» co 1 1 co 0) 1 l > j a + 1 1 G l 1 6 0 1 1 T3 1 l u co i 1 <U 1 1 N 1 1 M-l | 1 co C l 1 6 0 1 1 "O 1 1 CM | 1 *-> 1 1 co 1 1 00 C I 1 C 1 1 «H 1 1 U 1 1 CO 1 I !» i 1 CD 0 0 ) 1 & O l 1 O 1 1 U 1 1 TJ 1 1 N 1 1 CO 1 1 > 1 1 -H 1 1 44 | 1 <-i 1 1 9 1 1 U 1 i s « i 1 CU M 1 1 O O 1 I H O 1 i m CD i o<r ~H <-l—ICO CM 1 o o m m CO CO CM CM •<f-CNU-|lTl X X X X X X X X CO G • H 1 U t eu f t rH

s :

r ^ o o 1 CNCN \ û i—1 C O C M X X X X cO u O 1 M 1 3 I cMv£> 1 1 1 a \ c ^ i «—1 i—* { —-ICO 1 C M - * 1 X X 1 X 1 X 1 T3 1 <~i 1 O 1 60 1 U | CU 1 4-> 1 G 1 •H 1 r* i esvo CM i—l 0000 coro -tfco i n - * X X CO00 I CM CM CMCO X X ai

a

< VO»—I - H CM r-«r-» CM CM cooo X X CNVO I O O v O v O •<r-*CNCN vrcoco*3-X vrcoco*3-X vrcoco*3-X vrcoco*3-X X X cO <U •a COCOOvO o o m m CM CM-tf S f COCOIT)"-! e N C M i n m X X X X U U cO sa 0 0 CM i—4 I CM-tf 0 0 0 0 m m o o r--ON 0 0 0 0 X X X X X X X X * cO CU u 4-1 o C N C M coco 0 \ 0 X X CO eu •o eu u u CU s T3 O O h C u o o • o •H CU O. < C S CM ^ H C M < f 0 0 —ICO CSIvT) X X CM 0 0 I -tfr-CM — i CMlTl CM CM 0 0 C O X X eu 60 •H 4-> CO 3 eu Z co a) eu I U> eu O eu • a C eu N C eu M C •H U CO * eu Xi co G cd a) u u o 0 o Pi

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Marianne Langkamp adviseert de afdelingen om goed op de hoogte te zijn van algemene on- derwerpen waarin allochtonen zijn geïnteresseerd, zoals asiel- beleid,

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Eindconclusie: Teelt van Alstroemeria op substraat biedt perspectief: o Teelttechnisch goed mogelijk: - bodemtemperatuur kan gehandhaafd worden - klein teeltvolume niet beperkend

Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in artikel 4:11 van deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere

geen doel had me naar deze plaats gevoerd slechts de reis had me hier gebracht een vervallen hotel aan ‘n verlaten straat neonletters die uit armoede aan-uit knipperden de

Wanneer in plaats van BFB een andere indicator wordt gebruikt, die verkleurt door een reactie met een aanzienlijk hogere activeringsenergie, zou de TTI minder betrouwbaar zijn.. 2p

Omdat er bij verhitting bijna alle veroorzakers van bederf buiten spel worden gezet (bacteriën, schimmels en enzymen worden vernietigd en de eventuele overgebleven