Insektenaantastingen
op
populier
en
wilg
in
1983
L.
G.Moraal
Rijksinstituut
ooor Onderzoekin
deBos-en
Landschapsbouw
'De
Dorschkamp'Wageningen
Een m$ale bereating vsn de dromedarisluis op vilg. Delail
Hieronder volgt
een sarnenvatting van de belangrijkste aantastingen:In de Flevopolders breidde de plaag van de
satijnvlinder
(Leucoma salicisL.)
zich in 1983 weer verderuit.
Zware aantastingen vandit
insekt werden gemelduit
het Lar-serbos, Harderbos, Knarbos en HollandseHout. In
het Hollandse Hout werden meer dan 250 ha populier kaalgevreten.In
de proefvelden voor populier in de bos-gebieden van de Rijksdienst voor deIJssel-meerpolders
in
de
Flevopoldersen
bij Lauwersoog kwam de satijnvlinder, even-als in voorgaande jaren, voor in combinatiemet
de kleine wintervlinder (Operophtera brumataL.).
Bij
de stedelijke bebouwingen van Emmen enNieuw
Weerdinge trad de dromedaris-luis (Tuberolachnus salignus Gm.) massaal opin
9-jaar oude wilgebeplantingen (Salixalba). De luizen zelf
richttenhier
weinig schadeaan,
maar zorgdenindirekt
voor belangrijke overlast omdat grote aantallen wespen werden aangetrokken door de ge-produceerde honingdauw. De wespen be-laagden voorbijgangers en zelfs nabijge-legen tuinen werden onveilig gemaakt. In
Nieuw
Weerdinge werden de luizen meteen
insecticide bestreden,terwijl in
Em-men
de
wilgebeplantingwerd
vervangen door eiken.De
schimmelluis (Phloeomyzus passerinii Sign.) kwam, evenals in voorgaande jaren,vrijwel
alleen
voor
bij
de kloon
'Dors-kamp'.
Dit jaar
bleken aantastingen van deze luis beperkt te zijn tot het Harderbos.Wilgehaantjes (Plagiodera
versicolorLaich.
en Phyllodecta spp.) tradenschade-lijk
op in grienden bij Heeten. Ettelijke hec-tares wilg werden hier kaalgevreten.Bij
Berkel Enschot werden opverschillen-de
plaatsen wilgebeplantingen deels kaal-gevreten door de spinselmot (Yponomeutarorella Hb.).
Het door de rupsen geprodu-ceerdewitte
spinsel langs de stam entak-ken
kan bijzonder spectaculairzijn.
Ove-rigensis
de schade beperkt omdat injuli
weer nieuw blad wordt gevormd.De
populieremineermot
(Paraleucopterasinuella
Rtti.)
werd bij de klonen'Andros-coggin',
'Geneva',
'Oxford' en
'Roches-ter'
als
schadelijk gemeldbij
St.
Oeden-rode, Gemonde en Baarle Nassau.v
Aantsstiogsbelden van de populiereglsvlind€r in 2-jaar oude
populieren. Galachtige knobbels en uitvlieggsteD
Tot
dejaarlijkse
terugkerendehoutboor-ders behoorden de volgende insekten: de
wilgehoutrups (Cossus cossus L.) werd
ge-meld bij wilg en populier in Gouda,
Amers-foort
enUtrecht,
de grote populiereboktor(Saperda carcharias
L.)
kwam
voor
inUtrecht
en in een geluidswal in Gouda.Bij
Eindhoven werden ca. 25 jaar oudepo-pulieren
in
enkele wegebeplantingenge-rooid
in
verband met de aanvliegroute vaneen
nabij
gelegen vliegveld. Enkelehon-derden bomen bleken te zijn aangetast door de horzelvlinder (Sesia apiformis Cl.). De horzelvlinder trad tevens schadelijk op in Leiden, Den Haag en Haarlem.
In
het najaar van 1983 bleek dat groteaan-tallen
2- en 3-jarige populieren in debos-gebieden
0271,72,73
en74 van deRijks-dienst voor de
IJsselmeerpoldersin
hetHorsterwold
door de populiereglasvlinder(Paranthrene tabaniformis
Rott.)
warenaangetast.
De met knaagsl en uitwcrpslen gevulde lsvegangen in de
leDgted@Nnede Yatr de stsm
De
aantastingenbij
de verschillende eur-amerikaanse- en balsemklonen waren vandien
aard
dat
ca.
45
ha populier
moestworden
afgezet en verbrand om de zich inhet hout bevindende larven te vernietigen. Ook de klonentoetsen
OZTl
enPZ45
vande afdeling
Veredelingvan
"De
Dorsch-kamp"
in
Zuiderlijk
Flevoland
werden door de glasvlinder aangetast. In hetmate-riaal
uit
OZ
7l
bleken ook wilge- ofelze-snuitkevers (Cryptorrhynchus lapathi
L.)
veelvuldig voor te komen. Ruim 6,5 ha po-pulier moest hier worden vernietigd.
In
de
zogenaamde cirkelproeven van deafdeling Groei- en opbrengstonderzoek in kavel PZ 8 in het Horsterwold, veroorzaak-te de glasvlinder grote schade bij de 2-jarige
populiereklonen'Sprjk' en'Robusta'.
Ruim
8fi)
bomen moesten wordenvernie-tigd,
waardoor de meetgegevens van tweejaar
voor de bepaling van de produktie perm2
groeiruimte
van deze klonenonbruik-baar werden.
74
De populiereglasvlinders vliegen in juni en
leggen een groot aantal eieren afzonderlijk,
of
in
groepjes van2
à 3,
opde
stamof
takken
van meestal jonge populieren. Deuitkomende rupsen boren zich bij voorkeur (maar niet uitsluitend) in, op plaatsen waar
de
schors beschadigdis
(snoei-schaaf enentwonden). De
rupsen vreten eerst vanhet cambium maar dringen later dieper het hout binnen
tot
het merg waarin ze in op-waartse richting eentot
30 cm lange gangknagen.
De
rups
overwintert gewoonlijktwee keer in de stam waarna in het voorjaar
de
verpopping plaatsvindt ende
vlinder verschijnt.Er zijn
echter aanwijzingen dat de cyclusonder invloed van
warme zomers (1975,'76,'82
en '83)wordt
versneld. De larven zouden dan niet twee maar slechts een keer overwinteren, waarbij de vlinders danbe-halve in
juni
ook in het najaar vliegen. Door een verkorting van de cyclus kan dus een snelle toenamein
de populatiegrootte worden bereikt.De uiterlijke
aantastingsbeeldenzijn
gal-achtige verdikkingen, bastwoekeringen eneventueel
uitvlieggaten.
Overigens zijn deze symptomen lang niet altijdwaarneem-baar, vooral niet
wanneer de rupsen nogjong zijn.
Door
het vreten van de rupsen in het houtworden de boompjes windgevoelig en kun-nen ze afbreken.
In
de kwekerij kan
hetjonge
plantsoenworden
geïnfecteerd;met het
uitplantenvan de jonge populieren worden dan even-eens de larven van de populiereglasvlinder
verspreid.
In
de kwekerij
kan het insektook de
moerstoven aantasten, waardoor een permanente infectiebron kan ontstaan.Het
is dus noodzakelijk dat in kwekerijenen jonge beplantingen hygiënische maatre-gelen worden genomen.
Voor
uitgebreide informatiemet
betrek-king
tot dit
insekt kan worden verwezennaar
het artikel
van P.R. van der
Pool,1970, in Populier 7:35-36.
Sinds enkele
jaren is
het mogelijk om deaanwezigheid van de populiereglasvlinder
te
signaleren met behulp van eensexlok-stof
en een vlinderval. Het tijdstip van devlindervlucht
kan met deze techniekeen-voudig en nauwkeurig worden vastgesteld,
waarna
een eventuele chemischebestrij-ding kan
worden
toegepast.De
lokstofvoor
de populiereglasvlinder is (ook voorpartic uliere n ) verkrijgbaar bij het Instituut Onderzoek Bestrijdingsmiddelen (I.O.B.),
Afdeling
Entomologie, Marijkeweg
22,6709 PG Wageningen.
Naar aanleiding van de hiervoor genoemde schade wordt door
"De
Dorschkamp" eenonderzoek
gestart naar onder andere demogelijkheden