• No results found

De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de boomkwekerij in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de boomkwekerij in Nederland"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L. van Noort Med. No. 312

DE STEEKPROEF VOOR HET RENTABILITEITS- EN

FINANCIERINGSONDERZOEK VAN DE BOOMKWEKERIJ

IN NEDERLAND

^ BEU HAAG ^ SIGNï L I " } - - 3 1 2 .

S EX. NOj $

September 1984 ,

m

^

m

MLV:

'tsmtifr

Landbouw-Economisch Instituut

Afdeling Tuinbouw

(2)

REFERAAT

DE STEEKPROEF VOOR HET RENTABILITEITS- EN FINANCIERINGSONDERZOEK VAN DE BOOMKWEKERIJ IN NEDERLAND

Noort, L. van

Den Haag, Landbouw-Economisch Instituut, 1984 14 p., 6 tab.

Het onderzoek naar de rentabiliteit en de financiering in de verschillende takken van tuinbouw wordt op steekproeven geba-seerd. De steekproeven worden periodiek vernieuwd en tussentijds aangepast aan de populatie.

In deze publikatie wordt een verantwoording gegeven van de wijze waarop de steekproef van de boomkwekerij is samengesteld. Steekproef/Rentabilité!t/Inkomen/Financiering/Boomkwekerij/ Nederland

Overname van de inhoud toegestaan, mits met duidelijke bronver-melding.

(3)

Inhoud

Biz. WOORD VOORAF DE BOOMKWEKERIJ IN NEDERLAND 7 1.1 De populatie 7 2. DE STEEKPROEF 10 2.1 De theoretische steekproef 10 2.2 De gerealiseerde steekproef 11

(4)

Woord Vooraf

Door de afdeling Tuinbouw wordt jaarlijks onderzoek verricht naar de rentabiliteit, de inkomensvorming, het financieringsge-drag en de vermogenspositie in de belangrijkste takken van tuin-bouw.

Dit onderzoek is op een a-selecte steekproef gebaseerd. De steekproeven worden eenmaal in de vijf jaar geheel vernieuwd. Gedurende de looptijd wordt de steekproef aangepast aan de muta-ties in de populatie. De steekproef van de boomkwekerij is met ingang van het boekjaar 1984/85 vernieuwd en op een landelijke basis gebracht.

In deze publikatie wordt een verantwoording gegeven van de wijze waarop voornoemde steekproef is samengesteld.

Het Hoofd van de afdeling Tuinbouw,

(5)

1. De boomkwekerij in Nederland

1.1 De populat ie

De steekproeven ten behoeve van het rentabiliteits- en finan-cieringsonderzoek worden eenmaal in de vijf jaar vernieuwd en tussentijds bijgesteld. De steekproef van de boomkwekerij is met ingang van het boekjaar 1984/85 vernieuwd en op een landelijke basis gebracht. Als basis hiervoor is gebruik gemaakt van de Land-bouwtelling 1982.

Volgens de Landbouwtelling 1982 waren er in Nederland 3.773 bedrijven met boomkwekerij gewassen en 973 bedrijven met vaste planten. Van laatstgenoemde bedrijven met vaste planten hadden 592 bedrijven ook boomkwekerij gewassen. De oppervlakte met boom-kwekerij gewassen in de open grond bedroeg 6.018 ha. Van deze be-drijven bleken in eerste instantie 1.224 bebe-drijven te voldoen aan de criteria die voor deelname aan het onderzoek zijn gesteld. Het onderzoek heeft namelijk alleen betrekking op bedrijven: a. waarvan 60% en meer van de sbe betrekking heeft op

boomkwe-kerij en/of vaste planten in de open grond; b. met een bedrijfsomvang van 70 en meer sbe;

c. waarvan de ondernemer een agrarisch hoofdberoep heeft; d. die niet met een tuincentrum zijn verbonden;

e. die geen of nauwelijks handel 1) . in boomkwekerijprodukten bedrijven.

Een specificatie van het aantal bedrijven en de teeltoppervlakte met boomkwekerij gewassen is opgenomen in tabel 1.1. Daaruit blijkt dat de populatie waarop de theoretische steekproef is gebaseerd -betrekking heeft op 1.224 bedrijven met 2.523 ha boomkwekerij ge-wassen, dat is respectievelijk 32% en 42% van het totale aantal bedrijven en de totale oppervlakte met boomkwekerij gewassen.

De 1.224 bedrijven met overwegend boomkwekerij gewassen zijn voor de steekproeftrekking zowel geografisch als naar bedrijfs-omvang - op basis van sbe - onderscheiden.

De 12% relatief grote bedrijven (340 en meer sbe) vertegen-woordigen 33% van het totale aantal sbe. De relatief kleine be-drijven (70-160 sbe), 54% van het totale aantal bebe-drijven nemen 30% van het totale aantal sbe voor hun rekening (zie tabel 1.2).

(6)

Tabel 1.1 Bedrijven met boomkwekerij gewassen en vaste planten Aantal

bedrij-ven

Opp. boomkweke-rij gewassen in de open grond (ha)

1. Totaalaantal bedrijven met boomkwekerij gewassen 2. Totaalaantal bedrijven met

vaste planten

3. Correctie i.v.m. dubbel-telling

4. Gemengde bedrijven met min-der dan 60% van de sbe aan boomkwekerij gewassen en/of vaste planten

5. Bedrijven met 60% e.m. aan boomkwekerijgewassen en/of vaste planten

6. Te kleine bedrijven (minder dan 70 sbe)

7. Bedrijven waarvan de onder-nemer een niet-agrarisch hoofdberoep heeft en meer dan 70 sbe

8. Bedrijven met handel en/of tuincentrum en meer dan 70 sbe

9. Basis voor de steekproef

773 973» 592 100 26 -16 6.018 p.m. p.m. 100

-1.339 35 2.815 75 8492 ) 23 1.966 335 52 1.631 407 43 11 748 12 5.270 88 375 6 4.895 82 572 4.323 1.800 72 30 1.224 32 2.523 42

1) Op 592 bedrijven met vaste planten komen ook boomkwekerij ge-wassen voor.

2) Inclusief 511 bedrijven waarvan de ondernemer een niet-agra-risch hoofdberoep heeft.

(7)

Tabel 1.2 Bedrijven met 60% en meer aan boomkwekerij gewassen en/of vaste planten

Alle HâaEY§S_kÊÉEiiy.e.2_5SÎ:_i

bedrijven ^^ZYëo""16Ô^34Ô~~340 ë.m" sbe sbe sbe % % % % Boskoop e.o. aantal bedrijven 620( 51) 410 177 33 aantal sbe (x 100) 982( 41) 443 374 165 oppervlakte boomkwekerij (in ha) 549( 22) 269 202 78 Overig Nederland aantal bedrijven 604( 49) 255 237 112 aantal sbe (x 100) 1.440( 59) 283 533 624 oppervlakte boomkwekerij (in ha) 1.974( 78) 426 757 791 Totaal aantal bedrijven 1.224(100) 665(54) 414(34) 145(12) aantal sbe (x 100) 2.422(100) 726(30) 907(37) 789(33) oppervlakte boomkwekerij (in ha) 2.523(100) 695(28) 959(38) 869(34)

(8)

2. De steekproef

2.1 De theoretische steekproef

Voor de samenstelling van de steekproef zijn voornoemde 1.224 boomkwekerijbedrijven geografisch onderscheiden, te weten: 1. Boskoop, Land van Gouda, Droogmakerijen,

De Venen, Rijnland en de Bollenstreek 620 bedrijven; 2. Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel

en de IJsselmeerpolders 55 bedrijven; 3. Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en de

rest van Zuid-Holland 149 bedrijven; 4. Zeeland en het westelijk deel van

Noord-Brabant 124 bedrijven; 5. Limburg en het oostelijk deel van

Noord-Brabant 276 bedrijven. Per regio zijn de bedrijven naar grootteklasse gesorteerd. Binnen de onderscheiden grootteklasse is een volgorde naar bedrijfsom-vang - op basis van sbe - aangebracht. Uit deze voorgesorteerde bedrijven is vervolgens een willekeurige keuze gedaan door voor elke grootteklasse een aantal bedrijven in de steekproef te be-trekken.

Het aantal steekproefbedrijven alsmede de steekproefpercen-tages zijn opgenomen in tabel 2.1.

Tabel 2.1 Het aantal bedrijven van de te onderzoeken populatie en van de theoretische steekproef alsmede de steekproef-percentages

Bedrijven met 60% e.m. aan boom- è§S£ai_kÊËEÜYëS kwekerij gew. en/of vaste planten van de van de van de

populatie steekproef steekpr. in % v.d.popu-lat ie

Boskoop e.o.: 70-160 sbe 410 19 4,6 160-340 sbe 177 16 9,0 340 e.m. sbe 33 7 21,2 Totaal 620 42 6,8 Ov. Nederland: 70-160 sbe 255 8 3,1

160-340 sbe 237 16 6,8 340 e.m. sbe 112 18 16,1

Totaal _ _ 604 42 7X0

(9)

Het blijkt dat de relatief grote bedrijven sterker in de steekproef zijn vertegenwoordigd dan de relatief kleine bedrij-ven 1). Bij de berekening van de gemiddelde cijfers van het grond-gebruik, de kosten en de opbrengsten, het inkomen en de gegevens met betrekking tot de financiering wordt uiteraard met de

ver-schillende steekproefpercentages rekening gehouden.

Op basis van voornoemde gegevens werden 5 steekproeven sa-mengesteld. Eén van deze steekproeven diende voor de uiteindelij-ke bedrijfsuiteindelij-keuze. Voor de weigeraars van de eerste steekproef, konden de vervangende bedrijven worden verkregen uit de overige 4 steekproeven.

2.2 De gerealiseerde steekproef

Uitgaande van de in tabel 2.1 voornoemde steekproefpercenta-ges werden 84 bedrijven voor deelname aan het onderzoek bezocht. Van de 84 boomkwekerijbedrijven bleken 25 bedrijven niet geschikt te zijn voor deelname aan het rentabiliteitsonderzoek (zie tabel 2.2). Het onderzoek naar de bedrijfsresultaten is beperkt tot be-drijven, die overwegend op de produktie van boomkwekerij gewassen zijn gericht. Bovendien mogen de ondernemers geen hoofdberoep heb-ben buiten de agrarische sector. Voorts moet de bedrijfsomvang minimaal 70 sbe zijn. De in tabel 2.2 genoemde groepen, te weten

4 t/m 10 voldoen niet aan deze voorwaarden. Dit betekent dat de 25 ongeschikte bedrijven niet zijn vervangen. Bij de vaststelling van de omvang van de "theoretische" steekproef is rekening gehou-den met het feit dat niet alle bedrijven voor het onderzoek ge-schikt zouden zijn. Van de resterende 59 bedrijven waren de onder-nemers van 31 bedrijven bereid tot deelname aan het onderzoek. De ondernemers van 27 bedrijven weigerden deelname aan het onder-zoek en één bedrijf kon om administratieve redenen niet in het onderzoek worden betrokken. De voornoemde 28 bedrijven zijn ver-vangen. Hiervoor werden 28 bedrijven van nagenoeg dezelfde

struc-tuur en bedrijfsomvang bezocht; hiervan werden 13 bedrijven in de tweede ronde en 15 in volgende ronden gerealiseerd.

De 59 uiteindelijk in het onderzoek betrokken bedrijven ver-tegenwoordigen een populatie van 859 bedrijven, een oppervlakte met boomkwekerij gewassen van 1.739 ha; dat is respectievelijk 23% van het totale aantal bedrijven met boomkwekerij gewassen en 29% van de oppervlakte (zie tabel 1.1).

1) Op eerstgenoemde bedrijven is de bijdrage aan de totale pro-duktie veel groter dan van laatstgenoemde bedrijven. Ervan uitgaande dat slechts een beperkt aantal bedrijven per tak van tuinbouw in het onderzoek kan worden opgenomen, wordt door deze werkwijze de betrouwbaarheid van de cijfers ver-groot.

(10)

•o c

ra

M u •o U 7, 0 0 • H u u

£

B a

i

a

«

3 i S I . X 1 B 1 o X I I O ^ f | J Q CD U I SZ U I • oq o. B U l & . H M l O ^ < oa M M i r t ui a • U u h I c -a 1 «1 u i a .o i i M **-* • U U M U O X I 4J M U to Q . . n X I I o M I . O U l U l • on a. u i a. Ml o oa oa M i r t U I t» o a u 1 c 1 eg I « I I I . * <*-i ,—>

«

. £ C •iH M X I U . O

.

B u

>

H M X I Xi Hl

rt

i-H

<

il

T 3 I O ^ M l j O M U l f U I • U U B U l O . T J M I o ^< oa oa a i U l r t oa q • l u M 1 C X I 1« u I « Xl 1 1 M M H • U U M U 0 X I i n a ^ i i r i M 3 0 0 VU v£> CT* co CM CO C M m f t CM 0 0 0 0 CO CO o co co m CM 0 0 o CM CM r^ -a-CO o 0 0 co 0 0 -a-CM \ D

~

1 1 1 CM UO 1 v£)

~

0 0 CM m CO CM m m -a-co o i n CM CO CO PO O 0 \ m 0 0 a. a* m co CM CO U? I 1 1 u"ï CT* U") CO

«

CM CO MO CM -3" CM CM r -0 -0 MO CO m »O CM m r-. 0 0 VO

-1 1 1

-0 -0 1 vO

-1 1 1

-CM CM

-1

~

CM CM CM

-CM <n

-i i i

-CM

-m

-o i n \£ï

-o CN ( M

-CO o M3 CM 0 0 CM CM O CO 0 0

<•

1 CO CO

o CO <J\ m o r-X\ a U M M XI C B u U > u

fi

al B u > « u j>s 4-> f-4 4J U J3 *0 J3 -H — CM i 5! X I B x-i a o 4-1 *4-l U - r - j e -H M X I X I 0 0 U B -a u e s u m 0 0 > 4J 4J U B a u

>

•»-i • H M X I U .o i-t u X I B a .c B U U 4-1 U s t w • H M X I U

rt

§

M 4J B u u J 5 B M

>

0 0 B a

Ü

0 u X I • i - i . i - j M ) 4J

#

ffl

I—1 M U a u. X I on u o > u on u o o H 12

(11)

In tabel 2.3 zijn de belangrijkste gegevens van de te onder-zoeken populatie vergeleken met de geaggregeerde cijfers van de ge-realiseerde steekproef (incl. de 25 niet vervangen bedrijven). Als gevolg van de verschillende steekproefpercentages is een ver-gelijking van de totale steekproef alleen mogelijk na aggregatie van de cijfers van de steekproefbedrijven. De geaggregeerde cij-fers van de steekproefbedrijven zijn berekend door voor de onder-scheiden bedrij fsgrootteklasse, de sbe, de oppervlakten en de leeftijden te vermenigvuldigen met de wegingsfactoren 1) en deze uitkomst te sommeren.

Het blijkt dat er t.a.v. de sbe en de leeftijden van de be-drij f shoof den een vrij grote mate van overeenstemming bestaat tussen de gerealiseerde steekproef en de populatie. De oppervlakte met boomkwekerij gewassen wordt iets minder sterk door de steek-proef gerepresenteerd.

Tabel 2.3 Vergelijking van de te onderzoeken populatie met de gerealiseerde steekproef (na aggregatie)

Populatie Gerealiseerde steekproef (na aggregatie) 1.224 242.157 2.368 ha 51.004 jr Steekproef % van po-pulatie 100,0 100,0 93,9 97,1 Aantal bedrijven 1.224 Aantal sbe 242.183 Opp. boomkwekerij gewassen 2.523 ha

Leeftijd van bedrijfshoofden 52.532 jr

Gem. leeftijd bedrijfshoofd 42,9 jr 41,7 jr 97,1

De mate waarin de bedrijven van de steekproef (incl. de 25 niet vervangen bedrijven) over de bedrijfsgrootteklassen zijn ver-deeld, blijkt uit tabel 2.4, waarin zowel t.a.v. het aantal be-drijven het aantal sbe en de oppervlakte boomkwekerijgewassen, de gerealiseerde steekproef met de populatie is vergeleken. De iets kleinere oppervlakte boomkwekerij gewassen in de steekproef t.o.v. de populatie komt vooral voor bij de "grote" bedrijven van Overig Nederland.

1) De wegingsfactoren zijn afhankelijk van de steekproefpercen-tages. Bij een steekproef van twee procent is de wegingsfac-tor vijftig, namelijk honderd gedeeld door twee.

(12)

3 O. O e ai o o o. > o a •-* 01 frs 3

I

O l o.<* I <M I « o CN — — CO O r» CL > « « M 3 .* Ol Ol •u to 1 3 U-l Ol o 1* a Ol •H C Ol

>

n H h Ol X> I - I W u G a < l • « ai ai o e - H U W 4-1 a > oj . * - H 0) K 3 1 ai a U B O 1 C0 • * p . J i 4-1 ai ai ai o 4J h 0} ta. I ai 3 -ri a u O CM e a

>

no c •H J i • i - l •H i - l ai CD u ai

>

sr CM i - l ai Xi

«

H ai co m a ! - H

.*

ai u 4J 0 o h 00 to ^ M-i ai "->£> •H ÏO kl •o c ai ' H a <-' (N — 00 \o r^ o CM m a* •& r-. f-* o m - . c o -ca, o o •o s « 1-1 M ai •o ai z 60 •H ai JS m o >c 1 o ai JO n o •a-en 1 o 01 Xi CO h 01 01 e e 01 o 14

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De contouren van het ontwerp voor de verlengde nevengeul zijn neergezet in twee ontwerpsessies met inbreng hydrologie en ecologie van het waterschap Vechtstromen en begeleid

Hierbij is dus uitgegaan van een vast middenpeil van +20 cm NAP (40 cm hoger dan het huidige winterpeil) om inzicht te geven in de gevolgen van zeespiegelstijging voor het

In de meeste land- en tuinbouwsectoren moeten de bedrijven een omvang hebben die ruim boven de gemiddelde bedrijfsgrootte ligt, om enigszins aanspraak te kunnen maken op een

- Onderhoudt materialen en middelen zorgvuldig en zorgt dat materialen en informatie per klant bij elkaar blijven - Werkt bij de vervaardiging van het model volgens de afspraken met

• * In relatie tot de branche waarin bpv plaatsvindt: • Formulieren invullen, berichten/advertenties/off ertes/procedures opstellen, aantekeningen maken (t) • ICT-systemen hanteren

Vlak voor het onderzoek wordt meestal gevraagd dat je kind nog eens plast, zodat de blaas leeg is.. • Indien de begeleider van het kind zwanger is, meld dit dan op voorhand even

Progression of radiographic findings included increased soft tissue swelling (also involving the right stifle), increased conspicuity of the radiolucent areas within

nog niet gereed. Het drogestofgehalte en de refractie waren in de tweede parallel van de proef zeer betrouwbaar hoger, dan in de eerste parallel. De osmotische waarde gaf tussen