• No results found

Stimuleert voorbeweiden grasgroei in voorjaar?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stimuleert voorbeweiden grasgroei in voorjaar?"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Figuur 1

Figuur 2

(snede 0) en is de opbrengst van de eerste snede (respectievelijk 19 en 24 mei) vergele-ken met die van de niet-gemaaide veldjes. Alle veldjes zijn half maart bemest met 25 m3/ha

runderdrijfmest, een deel werd daarnaast bemest met 50 kg KAS-N/ha. In beide proeven werden de opbrengst en het stikstofgehalte van de verschillende snedes bepaald. In Brabant (zand) is de proef in zes herhalin-gen aangelegd, in Friesland in vijf (klei). Lichtere eerste snede met meer eiwit Voorbeweiden had in beide proeven een negatief effect op de opbrengst van de eerste snede: in Brabant lag de opbrengst 20 pro-cent lager dan wanneer niet werd voorbeweid, in Friesland 12 procent (zie Figuur 1). Deze verschillen werden deels gecompenseerd in latere snedes. Dit komt waarschijnlijk door-dat er na beweiden of het maaien van een lichtere snede een dichtere zode overblijft en minder hergroeivertraging optreedt dan na het maaien van een zwaardere snede. In Friesland was de (totaal)opbrengst bij voor-beweiden na de tweede snede nog maar 5 procent lager dan op de veldjes waar niet was voorbeweid.

Voorbeweiden had echter een positief effect op het ruw-eiwitgehalte van het gras. In Bra-bant leidde voorbeweiden tot een ruw-eiwit-gehalte van 151 g/kg ds in de eerste snede ten opzichte van 135 g/kg ds wanneer niet werd voorbeweid. Dit effect was alleen duidelijk wanneer geen kunstmest werd gegeven (zie Figuur 2). In de tweede snede werd geen

effect gevonden. In Friesland was er een ver-gelijkbaar maar kleiner verschil (144 g/kg ds ten opzichte van 136 g/kg ds in de eerste snede). Hieruit kunnen we concluderen dat voorbeweiden leidt tot verjonging van het gras. Als een lage voederkwaliteit een belang-rijke beperking is in de bedrijfsvoering (bij-voorbeeld bij grasland met uitgestelde maai-datum, maar ook bij biologische veehouders met een laag klaveraandeel) is dit een positief effect van voorbeweiden. Door het hogere ruw-eiwitgehalte van het voorbeweide gras zagen we zowel op zand als op klei geen verschil len in stikstofopbrengst tussen wel en niet voorbeweide veldjes.

Geen alternatief voor kunstmest Extra kunstmest zorgde in beide proeven voor grotere verschillen in drogestof-opbrengst en ruw-eiwitgehalte dan wel of niet voorbeweiden (zie Figuur 1). Daarmee is de zoektocht naar andere manieren dan kunstmest om de grasgroei te vervroegen voorlopig zonder resultaat. Wellicht kan lucht in de grond brengen met een wiedeg of een pH-verhoging door onderhoudsbekalking het bodemleven aanzetten tot een hogere mineralisatie en grasgroei. Ook is de eerste snede in de huidige proeven misschien te vroeg geoogst om een positief effect op de opbrengst te kunnen meten. In een nage-sprek met veehouders kwam dit in ieder geval naar voren: ‘Vroeger maaiden we pas ver in juni en niet al half mei”.

Onderzoekers uit Amerika 1) zagen dat beweiden zorgt voor een

explosie van wortelexudaten. Als gras wordt beweid of gemaaid, scheiden de wortels stoffen uit (gemakkelijk afbreekbare koolstof zoals suikers) die het bodemleven stimuleren, waardoor er meer mineralen beschikbaar komen voor de groei van het gras. Zo stimu­ leert beweiding of maaien de mineralisatie en daarmee de grasgroei. De Amerikaanse onderzoekers voerden hun experiment uit in een natuurgebied. Zij maten effecten na 1, 2 of 14 dagen. Het is onbekend of dit mechanisme invloed heeft op het verhogen van de opbrengst van bemest productiegrasland en dan met name de eerste snede. Sommige veehouders herkennen dit fenomeen wel bij een herinzaai op bouwland die niet wil aanslaan. Pas als de eerste snede wordt gemaaid trekt de groei door. Andere veehouders herkennen het van vroeger. Duinboer Teun Kastelijn: “Vroeger beweidden we zo veel mogelijk percelen voor. ‘De koe moet het gras uit de grond trekken’, zeiden we dan. Maar omdat het lastig is (we maaien tegenwoordig alles in één keer), doen we dat nu niet meer”. Voorbeweiden wordt tegenwoordig vooral nog ingezet als maatregel voor weidevogel­

beheer: vroeg in het voorjaar begraast het vee tijdelijk het grasland en in juni/juli wordt dan de eerste snede gemaaid.

Naast dit positieve effect kan beweiden of maaien tegelijkertijd ook de grasgroei beperken omdat het actief bladoppervlak tijdelijk kleiner wordt. ‘Gras groeit op gras’, heet dat ook wel. Het advies is dan ook vaak om niet te lichte grassnedes te maaien, zodat het gras zo lang mogelijk kan profiteren van het actieve bladoppervlak met uiteindelijk een zo hoog mogelijke fotosynthesecapaciteit. Er lijken bij vroeg voorbeweiden dus twee verschillende, tegengestelde mechanismen een rol te spelen die de grasproductie bepalen. De vraag is of het positieve effect van een ‘wortelexudatenexplosie’ groot genoeg is om de gestoorde groei door minder actief bladoppervlak meer dan te compenseren.

Referentie

1) Hamilton, E.W., D. A. Frank, P. M. Hinchey, T. R. Murray, 2008. Defoliation

induces root exudation and triggers positive rhizospheric feedbacks in a temperate grassland. Soil Biology & Biochemistry 40: 2865–2873.

Mineralisatie stimuleren met suikers uit grassen

Petra Rietberg, Jan de Wit en Nick van Eekeren

Louis Bolk Instituut Goaitske Iepema Hogeschool Van Hall Larenstein

Stimuleert voorbeweiden

grasgroei in voorjaar?

Ook afgelopen jaar was het weer duidelijk zichtbaar: door de lage voorjaarstemperaturen kwam de minerali­

satie van organische stof traag op gang, waardoor de stikstoflevering vanuit de bodem beperkt was en de

grasgroei maar langzaam op gang kwam. Met kunstmest is deze stikstofbeperking gedeeltelijk te omzeilen,

maar de hoeveelheid kunstmest die toegepast mag worden, wordt steeds kleiner. Zijn er geen andere

manieren om de grasgroei in het voorjaar te stimuleren, is dan de vraag.

Ruw­eiwitgehalte in eerste snede (19 mei) met en zonder voorbeweiden, bij twee bemestingsniveaus, in de proef op zand in Brabant. RDM = runderdrijfmest (25 m3/ha), KAS = 50 kg N/ha.

Opbrengst van de eerste snede (zand: 19 mei, klei: 24 mei) bij wel en niet voorbeweiden, inclusief de helft van de opbrengst van het voor­ beweiden zelf (snede 0) bij de behandelingen met voorbeweiden. RDM = runderdrijfmest (25 m3/ha), KAS = 50 kg N/ha.

Z

owel vanuit de wetenschap als de boerenkennis komt er een idee naar boven om de bodem bij wijze van spreken op te warmen, namelijk door voor-beweiden (zie kader). Dit is onderzocht in twee veldproeven, op zand (in het kader van het project Boeren en Agrobiodiversiteit

Brabant ) en op klei (in het kader van het project Goud van Oud van Grasland). Twee praktijkproeven

Beide proeven zijn in het voorjaar van 2013 aangelegd op blijvend grasland. Om het effect van voorbeweiden te simuleren, werd een deel van de veldjes begin april gemaaid

• Voorbeweiden leidt tot een ver­ jonging van het gras, waardoor het ruw­eiwitgehalte toeneemt en daarmee de ruwvoerkwaliteit stijgt.

• Stimulering van het bodemleven door voorbeweiden lijkt te weinig effectief om de negatieve effecten van voorbeweiden op het blad­ oppervlak en daarmee op de foto­ synthesecapaciteit van het gras teniet te doen.

• Het negatieve effect van voor­ beweiden op de opbrengst van de 1e snede wordt (groten)deels gecompenseerd in de latere snedes .

• De zoektocht naar natuurlijke methodes om de voorjaarsgroei te bevorderen gaat door.

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus februari 2014

18

O N D E R Z O E K & B E L E I D

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus februari 2014

19

CONCLusIE

0 1 2 3 4 5 6 RDM RDM+KAS RDM RDM+KAS Niet voorbeweiden Voorbeweiden Zand Klei O pb re ng st e er st e sn ed e (to n ds h a-1 ) 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 RDM RDM+KAS Bemesting Niet voorbeweiden Voorbeweiden Ru w -e iw itg eh al te (g k g ds -1)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

heden zijn voor de tuinbouw en speciaal ook voor de groenten- teelt, doch dat door de beperkende factoren van te hoge tempera­ tuur in de zomer, het soms wisselvallige

i In [projectie B komen 16 waarnemingen voor, : die in^yer schillende mate van droogte te lijden hebben, 9 waarnemingen die zonder water- onttrekking niet, m a a r met 100 mm

uitgevoerd zijn per subvak, per bewerking, per bernonsteringo- laag en per cultuurmethode (vlakveld of ruggen) mengmonsters genomen waarvan het organische stofgehalte bepaald werd..

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK i$l f ^ z VM/... De wiskundige verwerking gaf de

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.. Aanvragers (namens sojatelersgroep van in totaal 11 bedrijven):

Ook graasdieren profiteren van bomen en struiken, behalve als voedsel bieden bomen schuilplaats en schaduw voor dieren.. Een aantal voorbeelden van goede combinaties

Deze uitkomsten zijn uitsluitend geldig voor een nieuwe rioolbuis met een diameter van 0.3 m, een meetsectie ter lengte van 7,6 m en een inspectieput zoals weergegeven in figuur

Het ras "YF" komt slechts op één proefplaats voor omdat het zaad van dat ras te laat binnen was om meegezaaid te kunnen worden voor de andere twee