• No results found

Gezocht: tv-historicus m/v

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezocht: tv-historicus m/v"

Copied!
83
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Laura Schat

Masterscriptie Publieksgeschiedenis

Onder begeleiding van Dr. Paul Knevel

(2)

Gezocht: tv-historicus m/v

Laura Schat

Universiteit van Amsterdam 2018

Omslag: Bloot en Speren S2-9 NEP group België

(3)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 1

Begrenzing ... 3

1. Man en vrouw in aantallen... 7

Man-vrouwverhouding – individuele leiding ... 9

Man-vrouwverhouding – samenwerkingen ... 11

Conclusie ... 12

2. Blikveld en lacune: het landschap van geschiedenistelevisie ... 14

Andermans veren ... 15

Schitterend door afwezigheid ... 18

Ervaringen van vrouwen voor de schermen ... 23

Conclusie ... 24

3. De invloed van gender op geschiedenistelevisie... 26

The empathetic gaze... 27

The civilizing gaze ... 30

The inquisitive gaze... 34

The colonial gaze ... 38

The personally reflective gaze ... 38

The reflective gaze ... 43

The gaze of the spectacle ... 51

Conclusie ... 51 4. Conclusie ... 53 5. Bibliografie ... 55 Gedrukte publicaties ... 55 Digitale publicaties ... 56 Appendix I ... 60 Appendix II ... 62 Appendix III ... 78

(4)

1

Inleiding

In de lente van 2016 fietste ik naar de Universiteit van Amsterdam. Het was warm en ik was laat, in de war gebracht door de chaos van de binnenstad. Ik was gelukkig nog op tijd voor mijn afspraak: een sollicitatie naar een plaats in de master Publieksgeschiedenis. Paul Knevel vroeg me naar mijn ambities, en ik antwoordde dat ik graag de nieuwe Hans Goedkoop wilde worden. Meteen vulde ik aan dat ik betwijfelde of dat haalbaar was. Niet omdat ik geen vertrouwen had in mijn vaardigheden als historicus of presentator, maar omdat ik dacht niet over zo’n ‘epische vertelstem’ te beschikken. Achteraf lachte ik om deze twijfels. Hans Goedkoop heeft inderdaad een prachtige, diepe stem, en de kans dat ik ooit een vergelijkbaar timbre zal hebben is verwaarloosbaar. Toch zouden we wel in een weinig geëmancipeerde wereld leven, als de lengte van je stembanden je succes op televisie bepaalt.

Een paar dagen na het gesprek werd ik toegelaten tot de master. Ik heb me met veel plezier op alle aspecten van de publieksgeschiedenis gestort. Nu, een tijd later, ben ik terug bij het begin. Ik liep stage in de televisiewereld, en maakte selectieprocedures van dichtbij mee. Dit zette me aan het denken. Had ik misschien toch een punt, bij mijn sollicitatie? Hangt de rol die een geschiedkundige op televisie krijgt, samen met fysieke kenmerken of misschien zelfs met gender? Als dit het geval is, heeft dat verstrekkende gevolgen. Want hoewel er relatief weinig onderzoek is gedaan naar geschiedenistelevisie, is de invloed van televisie in het algemeen op onze maatschappij jarenlang intensief onderzocht. Hieruit blijkt dat deze niet onderschat mag worden. Ter illustratie zet ik hieronder uiteen wat genderongelijkheid op televisie betekent voor adolescenten en volwassenen.1

De keuze voor het woord ‘gender’ is overigens bewust gemaakt. ‘Gender’ is de culturele afbakening van wat men mannelijk of vrouwelijk noemt. Hierin verschilt het van een woord als ‘geslacht’, dat enkel biologische aspecten beschrijft. Deze scriptie gaat over sociale, maatschappelijke en culturele onderwerpen. Daarom gebruik ik alleen de term gender.2 Wel zal ik gebruik maken van het meer

ingeburgerde woord ‘seksisme’, als synoniem van genderongelijkheid.

Televisie kan de manier waarop adolescenten de wereld tegemoet treden veranderen.3 De

sociale en culturele omgeving is namelijk tot in het vierentwintigste levensjaar van invloed op de ontwikkeling van de prefrontale cortex, het hersengebied waar de morele kaders worden gevormd.4

Dus als jonge mensen in hun dagelijks leven, bijvoorbeeld via de media, de boodschap ontvangen dat seksisme normaal is, kunnen zij dit de rest van hun leven met zich meedragen. Maar worden zij via televisie dan echt geconfronteerd met een boodschap van genderongelijkheid? Helaas wel.5 Een

schrikbarend gegeven, omdat juist op televisie de verschillen tussen mannen en vrouwen vaak worden aangestipt en overdreven:

“In fact, television imagery in both programming and commercials has adopted, if not perfected, the tendency to depict men and women in conventionally stereotypical ways, as demonstrated by nearly two decades of television content analysis. Televised male characters are generally shown as knowledgeable, independent, powerful, successful, and prone to swift decisive action.

Televised female characters are most often depicted as passive, emotional, dependent on men, and eager to serve others”.6

1 Ik beperk me tot deze twee groepen, omdat adolescenten en volwassenen de doelgroep van de meeste

geschiedenisprogramma’s die ik zal behandelen zijn.

2 Tonny Krijnen & Sofie van Bauwel, Gender and Media. Representing, Producing, Consuming (London/New

York 2015) 3; ‘What is the difference between sex and gender?’ (2004) Monash University Medicine, Nursing

and Health Sciences, geraadpleegd op 06-04-2017,

http://www.med.monash.edu.au/gendermed/sexandgender.html.

3 Nancy Signorielli, ‘Children, Television and Gender Roles. Messages and Impact’, Journal of Adolescent Health

Care 11 (1999) 50-58, aldaar 50.

4 Dick Swaab, Ons creatieve brein (Amsterdam/Antwerpen 2016) 30.

5 Scott Coltrane & Michele Adams, ‘Work-family Imagery and Gender Stereotypes: Television and the

Reproduction of Difference’, Journal of Vocational Behaviour 50 (1997) 323-347, aldaar 327.

(5)

2 Mannen als krachtige, zelfstandige individuen, vrouwen als afhankelijke, passieve wezens. Een onjuiste en onrechtvaardige boodschap, maar de dagelijkse realiteit van onze media. Doen wij het in ons vakgebied beter? Hebben we geleerd van de geschiedenis die we bestuderen, en zijn man en vrouw nu gelijkwaardig in onze programma’s? Ik denk dat het belang hiervan glashelder is. Lange tijd was de invloed van vrouwen op de geschiedschrijving beperkt. Mannen schreven de geschiedenis, en legden hierbij de nadruk op gebieden die door mannen werden gedomineerd.7 Hierdoor waren

vrouwen niet de auteurs, en evenmin de hoofdrolspelers in het verhaal van de geschiedenis.

Inmiddels zijn er allerlei initiatieven die zich ten doel hebben gesteld om dit recht te zetten, zoals het Amerikaanse Women’s History Month en, op eigen bodem, F-site.8 Maar hoe zit het met de

geschiedenis zoals die op dit moment in beeld wordt gebracht? Wordt daar niet precies dezelfde fout gemaakt? Een vrouw in beeld als deelnemer, presentator of expert kan dienen als voorbeeld of rolmodel, en is cruciaal voor een evenwichtige representatie van de maatschappij in de media.9

Desondanks zijn er onderzoeken die er op duiden dat mannen en vrouwen niet gelijkwaardig behandeld worden in de geschiedenistelevisie, zoals een Britse publicatie waaruit blijkt dat vrouwen in programma’s over geschiedenis minder autoriteit wordt toegekend.10

Ik realiseer me dat de aanwezigheid van zulk seksisme niet alleen bepaald wordt door historici.11 Redactie- en productieteams bestaan immers uit mensen met verschillende

achtergronden. Ook worden programma’s door allerlei externe factoren beïnvloed, zoals door de in de loop der tijd ontstane conventies, en de wensen van opdrachtgevers en omroepen. Dit is een relevant gegeven. Desalniettemin is het mijns inziens cruciaal dat juist historici belang hechten aan een hoge mate van gendergelijkheid in hun programma’s. De historische programma’s die worden uitgezonden, zijn en blijven ons visitekaartje. Misschien hebben we het papier niet geschept en de inkt niet gemengd, maar wij bepaalden de tekst, en wij delen het uit.

Met deze scriptie hoop ik een eerste stap te zetten naar een beter visitekaartje. Ik zal onderzoeken op welke schaal en wijze genderongelijkheid voor de schermen plaatsvindt, en wat de gevolgen hiervan voor de historische televisiecultuur zijn. Dat doe ik aan de hand van de volgende onderzoeksvraag: wat betekenen hedendaagse genderverhoudingen in televisieprogramma’s over geschiedenis voor de presentatie van het verleden?12 Om hier een volledig antwoord op te kunnen

geven, maak ik gebruik van drie deelvragen:

1. Is er een verschil tussen de hoeveelheid mannen en vrouwen in televisieprogramma’s over geschiedenis?

7 Olwen Hufton, ‘Women in History’, Index on Censorship 14 (1985) 25-26, aldaar 25. 8 ‘Women’s History Month’ (2017) Women’s History Month, geraadpleegd op 16-12-2017,

https://womenshistorymonth.gov/.

‘F-site’ (2017) Van Gisteren, geraadpleegd op 16-12-2017, http://2017.vangisteren.nu/fsite.

9 Ik zal de woorden ‘representatie’ en ‘vertegenwoordiging’ door elkaar gebruiken, als synoniemen. 10 Erin Bell, ‘‘No one wants to be lectured at by a woman’: Women and history on TV’, Women’s History

Magazine 59 (2008) 4-12, aldaar 5. Autoriteit is een complex begrip, dat in de breedste zin van het woord

‘legitieme macht van de ene groep of persoon over de andere’ betekent. Een zodanig algemene definitie is hier niet toepasbaar. In deze scriptie gebruik ik het dan ook in een engere zin: autoriteit is de kracht die iemand toegekend wordt om een ander iets te leren: Anthony Giddens, Sociology (Cambridge 2009) 1112.

11 Uit het oogpunt van gelijkheid kies ik voor genderneutraal taalgebruik bij beroepsaanduidingen. Dit pas ik

zowel toe bij beroepsnamen in de Nederlandse taal als bij beroepen waarvan de naam een Latijnse oorsprong heeft, zoals ‘historicus’ en ‘conservator’. Sigried Lievens e.a., Gezocht: vroedvrouw (M/V) (Gent 2007) 67; Annemieke Kranenberg, ‘Waarom de krant genderneutrale taal nastreeft’ (2017) De Volkskrant, geraadpleegd op 16-01-2018, https://www.volkskrant.nl/opinie/waarom-de-krant-genderneutrale-taal-nastreeft~a4500113/.

12 Geschiedenistelevisie omvat alle tv-programma’s die het verleden expliciet als onderwerp hebben en die

door de bijbehorende omroepen als zodanig gecategoriseerd worden. Deze categorisatie door de omroepen is terug te vinden in databases. De BBC heeft hier een eigen website voor. De programma’s van de Nederlandse omroepen zijn terug te vinden op de website van het Nederlandse Instituut van Beeld en Geluid. Voor beide websites, zie bibliografie.

(6)

3 2. Wat betekenen de hedendaagse genderverhoudingen voor de historische

televisiecultuur?

3. Op welke manier beïnvloeden de hedendaagse genderverhoudingen en televisieprogramma’s over geschiedenis elkaar?

In het vervolg van deze inleiding zal ik de grenzen van mijn onderzoek aangeven. Vervolgens wijd ik drie hoofdstukken aan het beantwoorden van de bovenstaande deelvragen. Ik eindig met een conclusie, waarin ik een antwoord op de onderzoeksvraag formuleer.

Begrenzing

Geschiedenis op televisie doet het goed. Door de jaren heen zijn er in Europa alleen al honderden documentaireseries, quizzen, speurtochten en spelshows gemaakt over het verleden. Om het onderwerp recht te doen, baken ik het onderzoeksterrein daarom af.

De meest ingrijpende afbakening is dat ik alleen televisieprogramma’s van de Nederlandse en Britse publieke omroep analyseer. Het Britse publieke omroepbestel is anders georganiseerd dan het Nederlandse. In Groot-Brittannië bestaat de volledige publieke omroep uit één organisatie, de British Broadcasting Corporation (BBC). Het Nederlandse publieke omroepbestel bestaat uit een groot aantal afzonderlijke omroepen. Zij vallen allemaal onder één bestuursorganisatie, de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).13 De NPO heeft drie publieke televisiekanalen, waarvan de zendtijd wordt

verdeeld over de verschillende omroepen.

De belangrijkste reden om onderzoek te doen naar gendergelijkheid bij publieke omroepen, is dat zij de plicht voelen om maatschappelijk verantwoorde televisieprogramma’s uit te zenden. Dat is immers één van de manieren waarop zij zich onderscheiden van commerciële televisiekanalen en van online platformen zoals Netflix.14 Publieke omroepen zijn er niet om winst te maken. Ze vervullen

een maatschappelijke functie. Zowel de NPO als de BBC geeft in dit kader aan dat informatieve televisie een belangrijk onderdeel van het totale aanbod uitmaakt. Dat betekent waarschijnlijk dat het assortiment historische programma’s van deze omroepen omvangrijker is dan dat van

commerciële zenders en andere platformen. Een zelfs nog interessanter gegeven is dat de NPO en de BBC naar een programmering streven waarin een goede afspiegeling van de maatschappij wordt gegeven. Deze boodschap dragen ze breed uit. Zo stelt de NPO in zijn ‘Missie & Visie’:

“De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) is van iedereen en voor iedereen”.15

De BBC karakteriseert zichzelf met een soortgelijk, enthousiast statement. In haar ‘Mission and Values’ staat:

“We respect each other and celebrate our diversity so that everyone can give their best”.16

13 ‘Rol NPO binnen het Nederlandse omroepbestel’ (2016) Nederlandse Publieke Omroep, geraadpleegd op

03-08-2017, https://help.npo.nl/vragen/24.

14 Netflix biedt de kijker een platform om online naar films en series te kijken. De populariteit van Netflix neemt

toe, zowel in Nederland als in het buitenland. De opkomst van dergelijke online platformen zal vooral het kijkgedrag van jongeren en hoogopgeleiden veranderen. Zij zullen minder lineair televisie kijken (kijken naar wat er op dat moment op televisie is) maar kijken wel nog steeds naar programma’s. ‘Groei Netflix overtreft verwachtingen’ (2017) NOS, geraadpleegd op 17-04-2017, http://nos.nl/artikel/2153705-groei-netflix-overtreft-verwachtingen.html; ‘Meer internet en minder tv bij jongeren’ (2010) Centraal Bureau voor de

Statistiek, geraadpleegd op 02-01-2018,

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2010/26/meer-internet-en-minder-tv-bij-jongeren; Lineke Nieber, ‘Jongeren en hoogopgeleiden kijken online tv’ (2016) NRC, geraadpleegd op 02-01-2018, https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/19/jongeren-en-hoogopgeleiden-kijken-online-tv-a1537392.

15 ‘Missie & Visie’ (2017) Nederlandse Publieke Omroep, geraadpleegd op 12-07-2017,

https://over.npo.nl/missie-en-visie.

16 ‘Mission and Values’ (2017) Inside the BBC, geraadpleegd op 12-07-2017,

(7)

4 Maken de NPO en de BBC deze mooie woorden waar? Tonen programma’s van de omroepen een goede afspiegeling van onze maatschappij, die toch echt voor de helft uit mannen en voor de helft uit vrouwen bestaat?17 Het antwoord op deze vragen is een eenvoudig, ijskoud: ‘nee’. Beide organisaties

zijn zich ervan bewust dat ze tekortschieten wat betreft de representatie van vrouwen. Zo wordt de worsteling van de NPO met zijn eigen gebreken pijnlijk duidelijk uit een aantal publicaties van de laatste jaren. Een korte reconstructie. In de ‘Meerjarenbegroting 2012-2016’ vermeldt de NPO een prestatieafspraak:

“Over vijf jaar is de representatie van vrouwen en allochtonen op de gezichtsbepalende televisieprogrammakanalen verbeterd”.18

Drie jaar later, in de ‘Meerjarenbegroting 2015-2019’, besluit de NPO om de doelstelling eenvoudigweg nog eens op te nemen, in exact dezelfde bewoordingen.19 Dat betekent dat de

publieke omroep opnieuw vijf jaar de tijd neemt om verbeteringen door te voeren. Er volgt kritiek. In juni 2015 concludeert het Commissariaat voor de Media dat de representatie van vrouwen bij de NPO tekortschiet. Hierover wordt een brief verzonden naar de verantwoordelijke staatssecretaris, Sander Dekker.

“Van de prestatieafspraken over representatie van vrouwen en allochtonen op radio en televisie wordt de afspraak over de representatie van vrouwen op televisie niet gerealiseerd. Vrouwen zijn in 2015 zowel op de gezichtsbepalende televisieprogrammakanalen als ook op de

toonaangevende radioprogrammakanalen in onvoldoende mate gerepresenteerd. Het aandeel vrouwen op de gezichtsbepalende televisieprogrammakanalen is ten opzichte van 2010 zelfs gedaald.20

Kenniscentrum voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, Atria, publiceert in 2017 eveneens een kritisch rapport. Hierin staat:

“In de prestatieovereenkomst is de NPO met het ministerie van OCW overeengekomen dat de vertegenwoordiging van vrouwen en ‘niet-westerse allochtonen’ tussen 2010 en 2015 zou moeten verbeteren. Wat het aandeel vrouwen in televisieprogramma’s betreft is dit niet gelukt: de ‘representativiteit’ van de NPO daalde tussen 2010 en 2015 van 37,6 procent naar 35,4 procent”.21

Atria trekt vervolgens de schrijnende conclusie dat commerciële zenders (die niet op dezelfde manier gesubsidieerd worden om een maatschappelijke functie te vervullen) vrouwen beter

representeren.22

De NPO wordt dus sterk bekritiseerd; vanuit de overheid, de wetenschap, en ook de journalistiek. De gendergelijkheid bij de BBC wordt eveneens nauwlettend in de gaten gehouden.

17 ‘The World Factbook’ (2016) Central Intelligence Agency, geraadpleegd op 17-01-2018,

https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/fields/2018.html.

18 ‘Meerjarenbegroting 2012-2016, paragraaf 3.1.2’ (2011) Nederlandse Publieke Omroep, geraadpleegd op

19-07-2017, https://over.npo.nl/uploads/media_item/media_item/126/66/NPO_MJB_2012-2016.def-1455102783.pdf.

19 ‘Meerjarenbegroting 2015-2019, paragraaf 2.2.1’ (2014) Nederlandse Publieke Omroep, geraadpleegd op

19-07-2017, https://over.npo.nl/uploads/media_item/media_item/64/26/MJB_2015-2019-1410608433.pdf.

20 ‘Naleving prestatieovereenkomst NPO 2014’ (2015) Commissariaat voor de Media, geraadpleegd op

19-07-2017, https://www.cvdm.nl/wp-content/uploads/2015/07/de-brief-aan-staatssecretaris-Dekker-van-OCW.pdf.

21 ‘Representatie van vrouwen in de media’ (2017) Atria, geraadpleegd op 19-07-2017,

https://www.atria.nl/sites/atria/files/atoms/files/representatie_van_vrouwen_in_de_media_def.pdf.

(8)

5 Ook dit leidt, met name in de media, tot commotie.23 Er bestaat nog geen consensus over de exacte

oorzaak van deze gebrekkige representatie van vrouwen. In verschillende publicaties wordt gesuggereerd dat de volgende vier begrippen een rol spelen: de man-vrouwverhoudingen in de maatschappij, benaderwijze, behandeling en ‘gender bias’. Ik zal deze begrippen kort toelichten.

Niet in iedere sector van de samenleving is de man-vrouwverhouding gelijk. Zo was in 2017 slechts 19,3% van de hoogleraren vrouw.24 Dit vergroot uiteraard de kans dat de representant van

een dergelijke groep een man is. Volgens veel mediamakers slaan vrouwen bovendien vaker dan mannen een uitnodiging om op televisie te komen af.25 Kennelijk sluit de benaderwijze niet altijd aan

bij vrouwen, of voelen ze zich niet op hun gemak op televisie. Dit laatste hangt samen met de behandeling van vrouwen. Vrouwen op televisie worden vaak afgebeeld in geseksualiseerde, stereotiepe en/of ondergeschikte rollen.26 In de recensies van programma’s waarin een vrouw

prominent in beeld komt, wordt er bovendien veel nadruk gelegd op het uiterlijk van de vrouw.27

Hierdoor gaat er weinig aandacht naar de inhoud van haar optreden. Het gevolg hiervan is dat vrouwen kwetsbaar zijn in de televisiewereld, en het voor hen minder aantrekkelijk is om op televisie te verschijnen.28 Tot slot zou de zogenoemde ‘gender bias’ een rol kunnen spelen. Iedereen heeft

(onbewuste) vooroordelen. Vooroordelen op basis van geslacht vallen onder de term gender bias. Stel dat een redacteur van een televisieprogramma een expert zoekt voor een bepaald onderwerp. Wanneer deze redacteur het vooroordeel heeft dat een man beter geschikt is als expert dan een vrouw, wordt er waarschijnlijk eerder een man gevraagd voor het programma. Gender bias draagt op deze manier bij aan de problematiek rondom de representatie van vrouwen op televisie.29

Misschien ontstaat er in de komende jaren consensus over wat de oorzaak van

genderongelijkheid op televisie is. Wat de oorzaak ook moge zijn, op dit moment is deze ongelijkheid op de nationale televisiekanalen van beide landen een verhitte kwestie. Hierdoor is een onderzoek naar televisieprogramma’s van de Nederlandse en Britse publieke omroepen in potentie relevant en actueel. Als historicus kies ik er uiteraard voor om hierbij in te zoomen op geschiedenistelevisie.

Ik acht mijn keuze voor programma’s van de publieke omroep voldoende onderbouwd. Wat ik nog niet heb verduidelijkt, is de keuze voor Groot-Brittannië en Nederland. Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Nederland vormen samen de top drie in de wereldwijde verkoop van

televisieformats.30 Dit geldt uiteraard voor alle formats die de landen voortbrengen, en niet alleen

23 Jan Benjamin, ‘Publieke omroep onderscheidt zich van RTL en SBS, maar bereik blijft achter’ (2016) NRC,

geraadpleegd op 19-07-2017, https://www.nrc.nl/nieuws/2016/07/28/publieke-omroep-onderscheidt-zich-van-rtl-en-sbs-maar-bereik-blijft-achter-3433060-a1513714; Anita Singh, ‘BBC gender pay gap revealed: two-thirds of top earners are men’ (2017) The Telegraph, geraadpleegd op 19-07-2017,

http://www.telegraph.co.uk/news/2017/07/18/bbc-gender-pay-gap-revealed-two-thirds-top-earners-men/; Jasper Jackson, ‘BBC and ITV flagship news shows 'still fail to represent women fairly'’ (2016) The Guardian, geraadpleegd op 19-07-2017, https://www.theguardian.com/media/2016/may/18/bbc-itv-flagship-news-shows-still-fail-to-represent-women-fairly.

24 ‘Monitor vrouwelijke hoogleraren 2017’ (2017) Landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren, geraadpleegd op

31-12-2017, https://www.lnvh.nl/site/Publications/Monitor/Monitor-Vrouwelijke-Hoogleraren-2017.

25 Rachel Franse, De slag om de gast of de kunst van het verleiden (Amsterdam 2014) 201-202 ; ’Beperkt zicht –

de rol van mediamakers in beeldvorming’ (2017) Women Inc., geraadpleegd op 31-12-2017,

https://www.womeninc.nl/Uploaded_files/campagne/beperktzicht/beperkt-zicht-de-rol-van-mediamakers-in-beeldvorming-799def-d7ef28.1de268.pdf.

26 Rebecca Collins, ‘Content Analysis of Gender Roles in Media: Where Are We Now and Where Should We

Go?’, Sex Roles 64 (2011) 290-298, aldaar 293-294.

27 Ann Gray & Erin Bell, History on Television (London/New York 2013) 56-57.

28 ’Beperkt zicht – de rol van mediamakers in beeldvorming’ (2017) Women Inc., geraadpleegd op 02-01-2018,

https://www.womeninc.nl/Uploaded_files/campagne/beperktzicht/beperkt-zicht-de-rol-van-mediamakers-in-beeldvorming-799def-d7ef28.1de268.pdf.

29 Ibidem; Janita Naaijer, ‘Waar blijft de vrouwelijke expert?’ (2016) De Volkskrant, geraadpleegd op

02-01-2018, https://www.volkskrant.nl/opinie/waar-blijft-de-vrouwelijke-expert~a4258698/.

30 Andrea Esser, ‘Television Formats: Primetime Staple, Global Market’, Popular communication: the

(9)

6 die van de publieke omroepen. Omdat de Verenigde Staten geen vergelijkbare publieke omroep kennen, heb ik besloten dit land buiten beschouwing te laten. Ik beperk me dus tot Groot-Brittannië en Nederland, waarbij de eerste duidelijk de grootste speler is.31 Samen staan deze twee landen aan

het begin van een stroom formats, die ook voor de geschiedenistelevisie van belang kan zijn. De overige criteria voor televisieprogramma’s in mijn selectie zijn mogelijk ietwat

vanzelfsprekend, maar daarom niet minder belangrijk. Dit is een onderzoek naar de manier waarop rollen van mannen en vrouwen in functies vóór de schermen vormgegeven worden in het heden. Kostuumdrama’s en andere volledig geacteerde programma’s neem ik daarom niet onder de loep, ondanks het feit dat acteurs zich in zekere zin voor de schermen bevinden. Ik maak deze keuze omdat ik onderzoek doe naar de genderverhoudingen zoals die zich in het heden manifesteren bij geschiedenistelevisie. Geacteerde televisieprogramma’s over geschiedenis zeggen eerder iets over de moderne interpretatie van het verleden. Een andere manier om mijn resultaten relevantie voor het heden mee te geven, is door alleen televisieprogramma’s in mijn selectie op te nemen die in de laatste vijf jaar zijn uitgezonden. Ik houd de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2016 aan.32

Nu ik de gemaakte keuzes heb verduidelijkt en verdedigd, zal ik in het volgende hoofdstuk ingaan op de eerste deelvraag.

in selling global TV formats’ (2010) The Guardian, geraadpleegd op 08-04-2017,

https://www.theguardian.com/media/2010/apr/05/britain-tv-formats-sales; Ian Burrell, ‘Why British TV rules the world’ (2014) The Independent, geraadpleegd op 08-04-2017, http://www.independent.co.uk/arts-entertainment/tv/features/why-british-tv-rules-the-world-9590481.html.

31 Het is lastig om het aandeel dat de beide landen in de wereldwijde formathandel hebben, exact percentueel

uit te drukken. Het Britse aandeel wordt over het algemeen rond de 40% geschat. Publicaties melden

consequent dat Nederland op de derde plaats staat (na de Verenigde Staten en Groot-Brittannië), maar geven geen percentage. Michael Clarke, ‘Outsourcing The Office’ in: Denise Mann ed., Wired TV: Laboring Over an

Interactive Future (New Brunswick 2014) 176-196, aldaar 187; Jan Benjamin ‘Buitenland houdt van Hollandse

tv-ideeën’ (2012) NRC, geraadpleegd op 12-07-2017, https://www.nrc.nl/nieuws/2012/06/23/buitenland-houdt-van-hollandse-tv-ideeen-1116752-a650678.

32 Aan het begin van deze periode heetten de drie televisiekanalen van de Nederlandse Publieke Omroep

Nederland 1, 2 en 3. Dat is in 2014 veranderd naar NPO 1, 2 en 3. Jan Benjamin, ‘Nederland 1 vanaf vandaag NPO 1. Waarom is dat nodig en wat kost dat?’ (2014) NRC, geraadpleegd op 22-02-2018,

https://www.nrc.nl/nieuws/2014/08/19/nederland-1-vanaf-vandaag-npo-1-waarom-is-dat-nodig-en-wat-kost-dat-a1423002.

(10)

7

1. Man en vrouw in aantallen

Is er een verschil tussen de hoeveelheid mannen en vrouwen in televisieprogramma’s over

geschiedenis? Dat vrouwen over het algemeen slechter gerepresenteerd worden op televisie, wordt duidelijk uit de verschillende geciteerde publicaties.33 In dit hoofdstuk wordt er specifiek op

geschiedenistelevisie ingegaan. Omdat dit het eerste kwantitatieve onderzoek naar

geschiedenisprogramma’s uit zowel Nederland als Groot-Brittannië is, kan ik mijn bevindingen helaas niet vergelijken met eerdere studies.34 Wel zouden de resultaten uit mijn onderzoek kunnen worden

afgezet tegen het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nederland en Groot-Brittannië: 21,65%.35

De experts die te zien zijn in informatieve programma’s hebben tenslotte vaak een hoge

academische titel. Maar omdat er niet bij alle geschiedenisprogramma’s een expert in beeld is, en niet iedere expert ook hoogleraar is, is het misschien beter om de bevindingen te vergelijken met de representatie van vrouwen op de gehele Nederlandse Publieke Omroep: het eerdergenoemde percentage van 35,4% in 2015.36 Er is nog één andere optie. Het is het mijns inziens het beste om de

representativiteit van geschiedenistelevisie te vergelijken met de opbouw van de wereldbevolking. Moreel gezien zou ik stellen dat er pas gesproken kan worden van representatieve programma’s wanneer het aandeel vrouwen op televisie gelijk is aan het aandeel vrouwen in de wereld: 50%. Zoals ik in de inleiding heb aangegeven, is het van groot belang dat niet alleen mannen, maar ook vrouwen goed in beeld worden gebracht. Hoogleraar kunst, cultuur en diversiteit Rosemarie Buikema zegt hierover:

“Na een patriarchaal georiënteerde cultuur zijn we op weg naar een wereld waarin de rollen veranderen, maar dat gaat niet vanzelf. De media hebben een enorme verantwoordelijkheid, de wereld is de verhalen die we erover vertellen”.37

33 Zoals genoemd in de inleiding. De problematische presentatie van vrouwen in de media blijkt zich bovendien

niet te beperken tot geschiedenistelevisie. Vrouwelijke bètawetenschappers worden op eenzelfde manier benadeeld: Mwenya Chimba & Jenny Kitzinger, ‘Bimbo or boffin? Women in science: an analysis of media representations and how female scientists negotiate cultural contradictions’, Public Understanding of Science 19 (2010) 609-624, aldaar 610.

34 Er zijn wel enkele kwantitatieve studies gedaan naar de representatie van vrouwen in geschiedenistelevisie

van de beide landen afzonderlijk. Voor Groot-Brittannië, zie Gray & Bell, History on Television, 214; Erin Bell, ‘‘No one wants to be lectured at by a woman’: Women and history on TV’, Women’s History Magazine 59 (2008) 4-12, aldaar 4. In deze publicaties wordt gesproken over een meerderheid van mannen in

geschiedenisprogramma’s. Er worden geen concrete aantallen gegeven. Hierin verschillen deze publicaties van mijn onderzoek. Voor Nederland, zie Anne Verwaaij, Hoe brengen we onze geschiedenis in beeld? Verschillen en

overeenkomsten tussen professionele en niet-professionele visuele geschiedschrijving (Amsterdam 2016) 38.

Verwaaij stelt dat er minder vrouwen dan mannen te zien zijn in het ooggetuigenprogramma Andere Tijden, maar staaft dit niet met cijfers. Omdat alle publicaties over dit onderwerp slechts spreken over relatieve aantallen, is het niet mogelijk om dit te vergelijken met de absolute aantallen uit mijn onderzoek.

35 Het percentage vrouwelijke hoogleraren was in Groot-Brittannië en Nederland in 2017 respectievelijk 24% en

19,3%. Het gemiddelde hiervan is 21,65%. Jack Grove, ‘One in three UK universities going backwards on female professorships’ (2017) Times Higher Education, geraadpleegd op 12-01-2018,

https://www.timeshighereducation.com/news/one-in-three-uk-universities-going-backwards-on-female-professorships; ‘Monitor vrouwelijke hoogleraren 2017’ (2017) Landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren, geraadpleegd op 12-01-2018, https://www.lnvh.nl/site/Publications/Monitor/Monitor-Vrouwelijke-Hoogleraren-2017.

36 Zie voetnoot 20 voor rapport Atria. Er is geen vergelijkbaar onderzoek gedaan naar de representatie van

vrouwen in programma’s van de BBC. Het enige onderzoek dat er is, gaat uit van medewerkers voor én achter de schermen en geeft daarom een vertekend beeld: ‘Diversity and equal opportunities in television –

monitoring report on the UK broadcasting industry’ (2017) Ofcom, geraadpleegd 28-05-2018,

https://www.ofcom.org.uk/__data/assets/pdf_file/0017/106343/diversity-television-report-2017.pdf.

37 Citaat van Buikema in: Janita Naaijer, ‘Waar blijft de vrouwelijke expert?’ (2016) De Volkskrant, geraadpleegd

(11)

8 Een man-vrouwverhouding van 1:1 draagt dus bij aan een inclusieve presentatie van de wereld. Wanneer 50% van de belangrijke rollen bij geschiedenisprogramma’s vervuld wordt door vrouwen, is er sprake van de grootste representativiteit. Hoe verder dit percentage afwijkt van de 50%, hoe lager de representativiteit is. Wel zal ik rekening houden met historische ongelijkheid tussen mannen en vrouwen die doorwerkt in het heden. In het verleden werden er over het algemeen minder

sleutelposities ingevuld door vrouwen. Volgens researcher Carolien Brugsma van Andere Tijden leidt dit ertoe dat er minder vrouwen dan mannen geschikt zijn als ooggetuige in

geschiedenisprogramma’s.38 Toch wil ik waarschuwen voor een te snelle rechtvaardiging van het niet

in beeld brengen van vrouwen. In de aflevering ‘Mijnsluiting’ van Andere Tijden wordt de sluiting van de mijnen bijvoorbeeld enkel beschouwd vanuit het mannelijke perspectief.39 Misschien waren er

inderdaad geen vrouwen die in de mijn werkten, of die een sleutelpositie in het management

vervulden, maar vanwege de gebruikte werkwijze van Andere Tijden rechtvaardigt dit het gebrek aan vrouwen niet. In deze aflevering wordt er namelijk meer autoriteit toegekend aan twee

hooggeplaatste oud-bestuurders dan aan ‘de gewone man’. De oud-bestuurders reflecteren op het verleden en plaatsen de gebeurtenissen in context. De ‘gewone man’ vertelt wat de mijnen

betekenden voor het dagelijks leven.40 Waarom zou dit geen ‘gewone vrouw’ kunnen zijn? Kennelijk

is het vervullen van een sleutelpositie in werkelijkheid geen vereiste om een rol te spelen in Andere

Tijden. Het perspectief van een vrouw zou bij een onderwerp als de mijnsluiting een waardevolle

aanvulling zijn, juist omdat het een andere kant van de situatie kan belichten. Dit voorbeeld laat zien waarom een man-vrouwverhouding van 1:1 niet altijd haalbaar is bij programma’s over historische mannenbolwerken. Tegelijkertijd toont het het belang van een kritische blik, omdat historische ongelijkheid niet hoeft te leiden tot de onzichtbaarheid van vrouwen.

Met al het bovenstaande in gedachten heb ik de geschiedenistelevisie van de NPO en de BBC kwantitatief onderzocht. Ik deed dit aan de hand van gegevens die verzameld zijn in Appendix I en Appendix II. Voor de lezer kan het prettig zijn om deze appendices bij de hand te houden. Hierin zijn alle geschiedenistelevisieprogramma’s opgenomen die in Nederland (Appendix I) en Groot-Brittannië (Appendix II) zijn uitgezonden op de publieke omroep in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2016. In de appendices staan de programma’s op alfabetische volgorde van titel in een tabel. Ook andere informatie wordt in deze tabel vermeld: de leidende figuren, hun gender, en het jaar binnen de geselecteerde periode waarin het programma voor het laatst is uitgezonden. Ik zal deze waarden kort toelichten.

Leidende figuren

Leidende figuren zijn mensen die een televisieprogramma zichtbaar of hoorbaar dragen.

Voorbeelden van dergelijke figuren zijn presentatoren, experts, ooggetuigen en deelnemers. Alle leidende figuren zijn hedendaags. In een documentaire over president Kennedy kan Kennedy zelf dus niet de leidende figuur zijn. Er zijn maximaal drie leidende figuren per programma opgenomen. Wanneer het niet duidelijk is of er een leidend figuur is, of wanneer een hele groep een gelijke importantie voor het programma heeft, gebruik ik de aanduiding ‘niet van toepassing’ (n.v.t.). Bij ieder televisieprogramma in de appendices heb ik, zo mogelijk, de namen van de leidende figuren en hun gender genoteerd. Gender kan worden gezien als een spectrum; binnen de genderstudies worden er meer opties onderscheiden dan ‘man’ of ‘vrouw’.41 Maar is de gemiddelde televisiekijker

zich hier altijd van bewust? Ik acht het waarschijnlijker dat bepaalde (uiterlijke) kenmerken nog sterk

38 Interview met Carolien Brugsma in: Karin Veldwachter, Geschiedenis op televisie. Academische literatuur over

geschiedenistelevisie tegenover de dagelijkse praktijk van de makers van Andere Tijden (Utrecht 2014) 68. Andere Tijden is een programma van de NTR en de VPRO. Het wordt sinds het jaar 2000 wekelijks uitgezonden,

momenteel op NPO 2.

39 De aflevering ‘Mijnsluiting’ werd op 10 juni 2006 uitgezonden. 40 Verwaaij, Hoe brengen we onze geschiedenis in beeld?, 38-40.

41 Jessica MacNamara e.a., ‘Experiencing Misgendered Pronouns: A Classroom Activity to Encourage Empathy’,

(12)

9 worden geassocieerd met ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. Daarom heb ik me bij gender beperkt tot man en vrouw. Om het gender van mensen te bepalen, keek ik naar hun naam, hun uiterlijke verschijning en de persoonlijk voornaamwoorden waarmee er aan hen gerefereerd werd in de beschrijving van het programma.

Laatst uitgezonden

Om diachrone ontwikkelingen waar te kunnen nemen, heb ik van ieder televisieprogramma

aangegeven in welk jaar (binnen de periode 2012 tot en met 2016) het voor het laatst is uitgezonden. Ik heb besloten om onderzoek te doen naar wat er in de afgelopen jaren op televisie is geweest, niet naar wat er in die tijd is geproduceerd. Sommige televisieprogramma’s waren nog in de maak gedurende de geselecteerde periode, en ontspringen daarom de dans van dit onderzoek. Andere programma’s zijn misschien al ouder, maar waren nog zodanig relevant dat ze zijn uitgezonden als herhaling.

In mijn onderzoek maak ik onderscheid tussen televisieprogramma’s met één leidende figuur en programma’s waarin meerdere leidende figuren samenwerken. De resultaten van beide categorieën worden hieronder weergegeven.

Man-vrouwverhouding – individuele leiding

Tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 zijn er op de NPO 19 historische televisieprogramma’s uitgezonden met één leidende figuur. In Groot-Brittannië zond de BBC in dezelfde periode 279 programma’s onder leiding van één individu uit. Ik zal de man-vrouwverhouding in deze

programma’s zichtbaar maken. Vervolgens zal ik ingaan op de vraag of mannen een grotere kans maken om terug te keren als leidende figuur dan vrouwen.

In Nederland werden van 17 van de 19 individueel gedragen programma’s geleid door een man.42 Bij twee programma’s, Het Duitsland van mijn moeder en 2doc: Elke dag 4 mei, was een

vrouw de leidende figuur.43 Dit resulteert in de volgende percentages:

Zoals duidelijk wordt uit de bovenstaande diagram, worden vrouwen bij de

geschiedenisprogramma’s met één leidende figuur zeer slecht vertegenwoordigd. Vrouwen hebben slechts bij 10,5% van dergelijke programma’s van de NPO de leidende rol.

42 Het betreft de volgende zeventien programma’s: Andere Tijden, Bodar en de droom van Constantijn, Brieven

boven water, De dag dat Kennedy werd vermoord, De Gouden Eeuw, De grote geschiedenisquiz, De IJzeren Eeuw, De Langste Dag, Drie vorstinnen van Oranje, God in de Lage Landen, Groeten uit Azerbeidzjan, Kindsoldaat van Hitler, O’Hanlons Helden, Van alle tijden, Van Dis in Indonesië, Waterloo: dagboek van een veteraan en 2Doc: Rebelse stad: Provo in Amsterdam.

43 Het Duitsland van mijn moeder is een programma van de VPRO, dat vanaf 8 november 2015 werd

uitgezonden op NPO 2. Op 28 april 2014 werd 2doc: Elke dag 4 mei uitgezonden op Nederland 2.

89,5% 10,5%

Manvrouwverhouding NPO

-individueel

(13)

10 0 5 10 15 20 2012 2013 2014 2015 2016

Representativiteit bij individueel

geleide programma's - NPO

Representativiteit van vrouwen in %

Vrouwen worden beter vertegenwoordigd in de Britse programma’s onder individuele leiding. Zoals eerder vermeld, zijn er in de geselecteerde periode 279 individueel geleide programma’s uitgezonden op de BBC. Hiervan hadden er 222 een man als leidende figuur. 57 programma’s werden gedragen door een vrouw.

Uit deze diagram wordt duidelijk dat het individuele leiderschap van programma’s bij de BBC in 20,4% van de gevallen wordt ingevuld door een vrouw. Bij de NPO was dit 10,5%. De

geschiedenistelevisie van de BBC is – wat dit soort programma’s betreft – dus 9,9% meer

genderrepresentatief dan die van de NPO. Hoe deze representativiteit van de beide omroepen zich door de jaren heen ontwikkeld heeft, is te zien in de volgende grafieken.44

Zoals af te lezen is van deze grafiek, werd er in 2012 en 2013 geen enkel historisch programma van de NPO geleid door een vrouw. De representativiteit bleef in die jaren dan ook steken op 0%. In 2014 was de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke leidende figuren het meest evenwichtig. Er werd dat jaar één individueel programma geleid door een vrouw: de documentaire Elke dag 4 mei van Natasha van Weezel.45 Hierdoor werd 16,7% van het totale aanbod aan individuele

geschiedenisprogramma’s dat jaar gedragen door een vrouw. Dan de Britse situatie.

44 Televisieprogramma’s die meerdere jaren zijn uitgezonden, zijn in al deze jaren meegeteld. 45 Deze NRCV documentaire werd op 28 april 2014 uitgezonden op NPO 2.

79,6% 20,4%

Manvrouwverhouding BBC

-individueel

(14)

11 Het laagste percentage programma’s dat werd geleid door een vrouw werd behaald in 2013: 11,6%. In 2015 was de representativiteit het hoogst. 26,9% van het aanbod aan dergelijke

geschiedenisprogramma’s werd in dat jaar geleid door een vrouw.

Helaas blijkt uit deze twee grafieken dat de vertegenwoordiging van vrouwen niet per se verbetert met de jaren. De geboekte vooruitgang kan snel weer verminderen, of zelfs verdwijnen. Vrouwen lijken dus in het nadeel te zijn bij geschiedenisprogramma’s met één leidende figuur, omdat er meer van zulke programma’s worden uitgezonden met een man in de leidende rol. Hebben mannen daarom ook een grotere kans om terug te keren in een leidende rol bij een ander programma?

Bij de NPO keren leidende figuren niet vaak terug. Vrouwen maken hier gemiddeld 1

programma, mannen 1,3. Er waren slechts drie mannen die in verschillende programma’s op televisie te zien waren: Hans Goedkoop, Joost Karhof en Redmond O’Hanlon. Gemiddeld genomen lijkt het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke terugkerende figuren klein. Toch is het opvallend dat Hans Goedkoop, de meest terugkerende figuur bij geschiedenisprogramma’s van de NPO, in de

onderzochte periode vijf seizoenen van het programma Andere Tijden en nog twee losse

documentaireseries presenteerde, terwijl er geen enkele vrouw meer dan één programma maakte. Natuurlijk kan dit gedeeltelijk verklaard worden vanuit praktische overwegingen. Goedkoop is bekend bij zowel programmamakers als publiek, en wat dat betreft is het voorstelbaar dat hij geregeld wordt gekozen als het gezicht van een nieuw programma. Maar in het licht van de door de NPO gemaakte prestatieafspraken die nog niet zijn nagekomen, is het merkwaardig dat er niet vaker voor een vrouw wordt gekozen.

Bij de BBC keren leidende figuren vaker terug. Het gemiddeld aantal programma’s gemaakt door vrouwen is 1,6; door mannen 1,7. De man die het meeste terugkeert bij de BBC is presentator Dan Snow, die maar liefst elf programma’s individueel presenteerde in de onderzochte periode. In diezelfde periode maakte de vrouwelijke toppresentator Lucy Worsley zeven programma’s.

Uit alle manieren waarop individueel gedragen programma’s door mij zijn onderzocht, blijkt dat vrouwen hierin matig tot slecht worden gerepresenteerd. De man-vrouwverhouding in deze programma’s is bij de BBC evenwichtiger dan bij de NPO.

Man-vrouwverhouding – samenwerkingen

In de voorgaande paragraaf heb ik aangetoond dat de individueel gedragen

geschiedenisprogramma’s van de NPO en de BBC niet genderrepresentatief zijn. Er is een tekort aan vrouwen in leidende rollen. In deze paragraaf zal blijken of dit ook geldt voor programma’s waarin meerdere leidende figuren samenwerken.

In de periode tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 heeft de NPO 10 programma’s uitgezonden waarin meerdere leidende figuren samenwerken. Bij 8 van deze programma’s werden de leidende rollen uitsluitend door mannen vervuld. In 2 programma’s (De Slavernij en De Strijd)

0 10 20 30

2012 2013 2014 2015 2016

Representativiteit bij individueel

geleide programma's - BBC

(15)

12 werkten mannen en vrouwen samen.46 Er was geen enkel programma dat alleen door vrouwen werd gedragen. Dat kan als volgt worden verbeeld:

De BBC zond in dezelfde periode 35 programma’s uit waarin meerdere leidende figuren samenwerkten. Bij 16 van deze programma’s waren deze leidende figuren allen man. 17

programma’s werden geleid door zowel mannen als vrouwen. Bij 2 programma’s waren de leidende figuren uitsluitend vrouwen. Dat resulteert in de volgende diagram:

Hieruit wordt duidelijk dat de BBC vaak kiest voor meerdere leidende figuren van een verschillend gender. Desalniettemin zijn mannen ook in deze categorie programma’s in de meerderheid, omdat veel samenwerkingen bestaan uit meerdere mannen en één vrouw.

Ik concludeer uit de bovenstaande resultaten dat er ook bij samenwerkingen sprake is van kwantitatieve genderongelijkheid, waarbij vrouwelijke leidende figuren in de minderheid zijn. Dit geldt zowel voor de NPO als voor de BBC. Wel is de man-vrouwverhouding evenwichtiger in de Britse samenwerkingen dan in de Nederlandse. Het is opvallend dat er bij beide omroepen nauwelijks programma’s zijn waarin meerdere vrouwen samenwerken. Met dergelijke programma’s kan de representatie van vrouwen worden verbeterd.

Conclusie

In dit hoofdstuk is de mate van gendergelijkheid en representativiteit op verschillende manieren in kaart gebracht. Het is gebleken dat de getalsmatige vertegenwoordiging van vrouwen structureel beter is bij de BBC dan bij de NPO. Toch is er bij geen van beide omroepen sprake van een

46 De Slavernij (NTR) werd vanaf 18 september 2011 uitgezonden op Nederland 2. De Strijd is een programma

van BNNVARA. De eerste aflevering werd uitgezonden op 9 oktober 2015, op NPO 2.

80% 20%

Manvrouwverhouding NPO

-samenwerkingen

Uitsluitend mannen Uitsluitend vrouwen Mannen en vrouwen 45,7% 5,7% 48,6%

Manvrouwverhouding BBC

-samenwerkingen

Uitsluitend mannen Uitsluitend vrouwen Mannen en vrouwen

(16)

13 gebalanceerde man-vrouwverhouding. Vrouwen vervullen aanzienlijk minder frequent een leidende rol dan mannen. Deze situatie kan alleen verbeteren wanneer geschiedenisprogramma’s meer vrouwen in beeld brengen.

In het volgende hoofdstuk zal ik onderzoeken of de ongelijkheid die hier cijfermatig is aangetoond ook herkend kan worden in de bredere, historische televisiecultuur.

(17)

14

2. Blikveld en lacune: het landschap van geschiedenistelevisie

In het vorige hoofdstuk bleek dat de vertegenwoordiging van vrouwen bij de Britse en Nederlandse publieke omroepen tekortschiet. Dat is een getalsmatige vorm van genderongelijkheid, maar het zegt niets over de inhoud van de programma’s en de ervaringen van de betrokkenen. Daar zal ik in dit hoofdstuk op ingaan, aan de hand van de volgende deelvraag: wat betekenen de hedendaagse genderverhoudingen voor de historische televisiecultuur?

Het is binnen de grenzen van deze scriptie niet mogelijk om exact vast te stellen wat deze hedendaagse genderverhoudingen zijn. Dit zal bovendien verschillen in de diverse onderdelen van de samenleving. Daarom beperk ik me tot de genderverhoudingen zoals die te zien zijn op Britse en Nederlandse televisie. De contouren hiervan beginnen zich af te tekenen in dit onderzoek. Zo is in de inleiding naar voren gekomen dat vrouwen in de gehele breedte van televisie vaker te zien zijn in geseksualiseerde en ondergeschikte rollen. Ook bleek uit verschillende publicaties dat vrouwen minder autoriteit wordt toegekend in wetenschappelijke televisieprogramma’s. Tezamen met de getalsmatige ongelijkheid die is aangetoond in het eerste hoofdstuk, schetst dit het beeld dat de hedendaagse genderverhoudingen niet gelijk zijn voor man en vrouw. De positie van vrouwen is over het algemeen nadelig. Is dit ook het geval binnen de historische televisiecultuur?

Laat ik allereerst uitleggen wat er met de historische televisiecultuur bedoeld wordt.47 De

historische televisiecultuur is de visuele ‘geschiedschrijving’, de zogenaamde historiofotie, die gevormd wordt door het geheel van geschiedenisprogramma’s.48 Ruim de helft van de Nederlanders

maakt gebruik van de historische televisiecultuur om in aanraking te komen met het verleden.49 Het

bereik ervan is dus groot. Maar wat heeft deze televisiecultuur te maken met gender? Dit wordt misschien het beste duidelijk door middel van een vergelijking met de conventionele historiografie.

De kans is groot dat een geschiedkundige vragen stelt aan het verleden op basis van zijn of haar eigen ervaringen, perspectieven en interesses. De ideale wetenschap is in de hoofden van veel mensen een wetenschap die objectief en misschien wel verheven is, onaangetast door het

alledaagse. In de praktijk beïnvloedt het wie, waar, waarom, wanneer en waarmee van de

wetenschapper zijn of haar werk wel degelijk. Als alle geschiedkundigen een soortgelijke achtergrond zouden hebben, en ook vergelijkbare ervaringen, perspectieven en interesses, kan dit leiden tot een monotone geschiedschrijving. De historiografie heeft dus baat bij heterogene beoefenaars, om zo tot een completer en meer divers resultaat te komen. Verschillende soorten mensen stellen

waarschijnlijk immers verschillende soorten vragen aan het verleden, wat leidt tot een breder inzicht in de geschiedenis.50 Dit geldt ook voor de historiofotie. Als er sprake is van diversiteit onder de

beoefenaars van historiofotie (waaronder de leidende figuren die betrokken zijn bij het maken van geschiedenistelevisie) maken zij geschiedenisprogramma’s met allerlei verschillende en elkaar aanvullende thema’s, invalshoeken en technieken. Dit leidt vervolgens weer tot een betere visuele geschiedvertelling. Natuurlijk hangt diversiteit niet alleen af van gender, maar bijvoorbeeld ook van etniciteit en geaardheid. In deze scriptie zal de relatie tussen gender en de historische

televisiecultuur worden uitgelicht.

47 De term ‘historische televisiecultuur’ is een door mij bedachte afgeleide van het meer algemene ‘historische

cultuur’. Dit wordt door Ribbens beschreven als: de wijze waarop er gestalte wordt gegeven aan de omgang met het verleden. Kees Ribbens, ‘De vaderlandse canon voorbij?: een multiculturele historische cultuur in wording’, Tijdschrift Voor Geschiedenis 117 (2004) 500-521, aldaar 500.

48 De term historiofotie is bedacht door historicus Hayden White. Hij geeft de volgende definitie: “the

representation of history and our thought about it in visual images and filmic discours”. Hayden White, ‘Historiography and Historiophoty’, The American Historical Review 93 (1988) 1193-1199, aldaar 1193.

49 Kees Ribbens, Een eigentijds verleden: alledaagse historische cultuur in Nederland, 1945-2000 (Hilversum

2002) 101.

50 Douglas Medin & Carol Lee, ‘Diversity Makes Better Science’ (2012) Association for Psychological Science,

geraadpleegd op 08-04-2018, https://www.psychologicalscience.org/observer/diversity-makes-better-science; Thomas von der Dunk, ‘Diversiteit leidt tot een bredere kijk op de zaak’ (2016) De Volkskrant, geraadpleegd op 08-04-2018, https://www.volkskrant.nl/opinie/diversiteit-leidt-tot-een-bredere-kijk-op-de-zaak~a4390736/.

(18)

15 Tussen 2012 en 2016 werd slechts 10,5% van de Nederlandse historische programma’s met één leidende figuur gepresenteerd door een vrouw. Bij de BBC was dit percentage 20,4%.51 Van het

hierboven geschetste ideaalbeeld van diversiteit is dan ook geen sprake. Veruit de meeste leidende figuren in de onderzochte historiofotische werken zijn mannen. Heeft dit gevolgen voor de

historische televisiecultuur, en zo ja, welke? Is de doorwerking van deze kwantitatieve ongelijkheid ook kwalitatief waar te nemen? Dit zal ik onderzoeken aan de hand van twee noemers:

 Andermans veren. Wat is er door anderen gezegd en geschreven over het verband tussen de huidige man-vrouwverhouding en de historische televisiecultuur?

 Schitterend door afwezigheid. De getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen in geschiedenisprogramma’s is niet evenwichtig. Leidt dit tot opvallende lacunes bij de behandelde historische onderwerpen in de programma’s van Appendix I en II?

Na de bespreking van deze twee noemers, zal ik de resultaten van een enquête die ik heb afgenomen onder vrouwelijke betrokkenen bij historische televisieprogramma’s presenteren. Deze enquête betreft hun werkrelatie met de BBC of de NPO. Ik hoop meer inzicht te krijgen in de productie van de programma’s. Worden vrouwen actief benaderd om geschiedenisprogramma’s te leiden, of komen de programma’s voort uit hun eigen initiatief? Hoe zit het met de financiering? En voelen ze zich gerespecteerd tijdens het proces? Door middel van deze vragen wil ik onderzoeken of de man-vrouwverhouding gedeeltelijk verklaard kan worden vanuit de werkrelatie met de publieke

omroepen. Ik hoop dat dit een beeld schetst van de mogelijke invloed van de publieke omroepen op de historische televisiecultuur. Na dit onderdeel rond ik dit hoofdstuk af met een conclusie.

Andermans veren

Deze scriptie is geschreven in een voor de publieksgeschiedenis roerige tijd. Zo’n zestien jaar geleden werden de Britse vrouwelijke pioniershistorici op televisie gevierd en verguisd.52 Wat gemengde

reacties betreft is er sindsdien niet veel veranderd. Wat wel is veranderd, is dat er meer vrouwelijke historici op televisie zijn gekomen. Ze vallen op, ze worden gezien.53 Er wordt regelmatig aandacht

besteed aan deze vrouwen, en ook hun invloed op de historische televisiecultuur wordt bijgehouden. Alhoewel het lastig is om uitspraken te doen over veranderingen en invloed terwijl een proces nog gaande is, proberen de betrokkenen dit zo goed mogelijk te beschrijven. In deze paragraaf zal ik uit hun bijdragen putten. Ik beschrijf een paneldiscussie en een aantal artikelen, die ik samen zal brengen in een korte conclusie.

Paneldiscussie Women in popular history

In het voorjaar van 2017 spraken vier vrouwelijke geschiedkundigen met elkaar over hun vakgebied, bezien vanuit hun beleving als vrouw. Het waren Janina Ramirez, Anna Whitelock, Joann Fletcher en Fern Riddell. Zij waren hiervoor gevraagd door de redactie van History Extra (de website van het BBC History Magazine en het BBC World Histories Magazine).54 Deze paneldiscussie leverde interessante

resultaten op. De vrouwen waren het erover eens dat het televisielandschap aan het veranderen is. Zij meenden dat dit mede te danken is aan sociale media, omdat het hebben van een uitgesproken

51 Zie ‘Man-vrouwverhouding – individueel’ in hoofdstuk één.

52 Maggie Brown, ‘The history of women’ (2002) The Guardian, geraadpleegd op 09-04-2018,

https://www.theguardian.com/women/story/0,,846843,00.html.

53 Zie bijvoorbeeld het optimistische onderstaande artikel. De historici worden hier geportretteerd als kleurrijk

en nadrukkelijk vrouwelijk. Dit wordt ingezet als middel om de vernieuwing ten opzichte van vroegere historici aan te stippen. Lisa Hilton, ‘The History Girls: meet the women building a bright future from the past’ (2013)

Daily Mail, geraadpleegd op 09-04-2018,

http://www.dailymail.co.uk/home/you/article-2479096/The-History-Girls-meet-women-building-bright-future-past.html.

54 ‘Video: women in history panel discussion’ (2017) History Extra, geraadpleegd op 10-04-2018,

(19)

16 identiteit hierdoor belangrijker is geworden. De vrouwen wijken af van het conventionele beeld van de historicus als autoritaire man van middelbare leeftijd, maar in de huidige tijd is dit steeds minder nadelig voor hun succes. Individualiteit wordt namelijk steeds belangrijker. Toch vonden deze historici het heel moeilijk om een televisiecarrière op te bouwen, en ze hebben wel degelijk het gevoel dat dit te maken heeft met gender. Vrouwen op televisie, stelt Anna Whitelock, moeten zich altijd verantwoorden. Niet alleen wat betreft expertise, maar ook wat betreft hun uiterlijk. Fern Riddell voegt hier even later aan toe dat veel bekende mannelijke televisiehistorici geen

doktersgraad hebben behaald, en alle vrouwen met hetzelfde beroep wel.55 Het panel bespreekt dat

deze graad onderdeel uitmaakt van het metaforische ‘harnas’ dat vrouwen op televisie nodig hebben om succesvol te kunnen worden.

Wat deze experts betreft speelt gender dus een substantiële rol voor vrouwelijke geschiedkundigen die televisiewerk willen doen. De invloed van gender eindigt niet wanneer ze eenmaal op televisie zijn. Ze merken dat het ook van invloed is op de onderwerpen die mannelijke en vrouwelijke historici kiezen, en dus op de gemaakte programma’s. Televisiegeschiedenis is volgens Anna Whitelock van oorsprong mannelijk, omdat de eerste programma’s werden gepresenteerd door mannelijke presentatoren die ‘zware’ onderwerpen zoals oorlog behandelden.56 Nog steeds

bestaat het vooroordeel dat militaire en politieke geschiedenis mannelijke onderwerpen zijn. De geschiedenis die behandeld wordt door vrouwen zou lichter van aard en minder serieus zijn. Janina Ramirez zegt hierover dat zij juist wel militaire geschiedenis behandelt in haar programma’s, maar dat ze daar een culturele dimensie aan heeft toegevoegd. Ze vermoedt dat dit gezien wordt als een vrouwelijke invalshoek, maar is van mening dat een nieuw perspectief ook veel oplevert.57 Het panel

is het erover eens dat vrouwelijke tv-historici nieuwe soorten geschiedvertellingen hebben geïntroduceerd in hun programma’s, die bijvoorbeeld meerstemmig zijn of zich richten op de materiële cultuur.58

Het panel ervaart het als problematisch dat vrouwengeschiedenis meestal door vrouwen behandeld wordt. Conferenties over vrouwengeschiedenis worden volgens Whitelock vrijwel alleen door vrouwen bezocht.59 Dit leidt ook tot disciplinaire problemen. De geschiedenis van het

vrouwenstemrecht wordt bijvoorbeeld vooral onderzocht vanuit de discipline van

vrouwengeschiedenis (waarvan veel beoefenaars op hun beurt ook weer vrouw zijn). Hierdoor is er geen sprake van interdisciplinariteit, en blijft het zich op deze geschiedenis vertroebeld door de intrinsieke beperkingen die iedere discipline, dus ook de vrouwengeschiedenis, met zich

meebrengt.60 Wat het panel betreft is daarom van groot belang dat de geschiedenis van de vrouw

wordt geïntegreerd in de grotere geschiedenis.61

Andere media

Geschreven publicaties waarin de relatie tussen gender en de historische televisiecultuur wordt behandeld, zijn zeldzaam. Ook wordt er weinig geschreven over afzonderlijke aspecten van deze cultuur. Ik behandel hier dan ook slechts drie artikelen, uit 2002, 2009 en 2010. Deze zijn afkomstig uit reguliere media.

In het eerste artikel bespreekt journalist Maggie Brown de opkomst van vrouwelijke televisiegeschiedkundigen.62 Zij stelt, net als de historici in de eerder besproken paneldiscussie, dat

televisiegeschiedenis in eerste instantie vaak over oorlog ging.

55 De uitspraak van Whitelock begint op 6:40, die van Riddell op 9:00. 56 Dit fragment begint op 5:40.

57 Dit fragment begint op 22:00. 58 Dit fragment begint op 10:30. 59 Dit fragment begint op 16:25. 60 Dit fragment begint op 18:20.

61 De discussie eindigt met dit fragment, op 26:10.

62 Maggie Brown, ‘The history of women’ (2002) The Guardian, geraadpleegd op 09-04-2018,

(20)

17

“TV history developed from an obsession with war, above all the second world war, and anything with Hitler and tanks in it”.63

Volgens Brown zijn er ook vrouwen die militaire geschiedenis behandelen, maar met een ander perspectief. Zo gaan zij bijvoorbeeld meer in op individuen, en komt ook sociale geschiedenis meer aan bod in hun programma’s.

In het tweede artikel bespreekt geschiedkundige Amanda Vickery het concept huiselijkheid.64

Vickery was te zien in meerdere televisieprogramma’s, maar gaat daar in dit artikel niet op in. Ze richt zich hier op geschreven geschiedvertelling. Omdat Vickery ook bekend is van televisie, neem ik dit artikel toch op in mijn selectie.

Huiselijkheid wordt gezien als een typisch vrouwelijk onderwerp. Ook zou het huis gezapig zijn, en niet relevant voor de geschiedschrijving. Vickery is het hier niet mee eens, en citeert schrijver en biograaf Kathryn Hughes:

“Every one of us – male, female, child, adult or elderly – lives in a home. So, far from being a marginal subject, domesticity is the universal subject”.65

Vickery citeert nog meer schrijvers en onderzoekers, die haar eigen interesse in huiselijkheid delen. In het artikel zet ze uiteen wat de huiselijke omgeving kan opleveren voor de geschiedschrijving. Ze toont aan dat de geschiedenis van het huis ook economische en culturele geschiedenis kan zijn, of architectuurgeschiedenis en emotiegeschiedenis. Allerlei aspecten van het leven van vroeger kunnen onderzocht worden aan de hand van het huiselijke. Uit Vickery’s artikel wordt duidelijk dat dit nu nog weinig gebeurt, omdat deze discipline ondergewaardeerd wordt. De onderzoekers die wel

geïnteresseerd zijn in dit onderwerp, zijn overwegend vrouwen. Ik zal later ingaan op de gevolgen hiervan.

Tv-historicus David Starkey staat centraal in het derde artikel.66 Hij stelt dat het

geschiedenisberoep is gefeminiseerd, en dat veel onderzoekers daardoor de nadruk leggen op, wat hem betreft, de verkeerde dingen. Als voorbeeld neemt hij de geschiedenis van Henry VIII, die zes vrouwen had. Wat Starkey betreft hoort de nadruk op het leven van Henry te liggen, en op zijn politieke handelen. Starkey lijkt niet te geloven in een geschiedvertelling waarin vrouwen zijn geïntegreerd:

“If you are to do a proper history of Europe before the last five minutes, it is a history of white males because they were the power players, and to pretend anything else is to falsify”.67

Starkey is dus een voorstander van een geschiedwetenschap die vooral uitgaat van de politieke en militaire gebeurtenissen in het verleden, ook al maakten bepaalde bevolkingsgroepen hier geen deel van uit.

Verdeeld door gender?

Uit de hierboven besproken bronnen komt naar voren dat een verdeling in ‘mannelijke’ en

‘vrouwelijke’ onderwerpen en invalshoeken door de betrokkenen wordt gezien als een gevolg van de

63 Ibidem.

64 Amanda Vickery, ‘Home truths: Amanda Vickery on why David Starkey is wrong about women’s history’

(2010) The Independent, geraadpleegd op 10-04-2018, https://www.independent.co.uk/arts- entertainment/books/features/home-truths-amanda-vickery-on-why-david-starkey-is-wrong-about-womenrsquos-history-2124451.html.

65 Ibidem.

66 Stephen Adams, ‘History has been 'feminised' says David Starkey as he launches Henry VIII series’ (2009) The

Telegraph, geraadpleegd op 11-04-2018,

https://www.telegraph.co.uk/culture/tvandradio/5077505/History-has-been-feminised-says-David-Starkey-as-he-launches-Henry-VIII-series.html.

(21)

18 hedendaagse genderverhoudingen, dat invloed heeft op historische televisieprogramma’s. Hierbij zijn deze termen ook normatief. ‘Mannelijke’ onderwerpen zouden serieus zijn, en de geschiedenis mede bepaald hebben. Dit is bijvoorbeeld politieke of militaire geschiedenis; disciplines die al behandeld werden in de eerste geschiedenisprogramma’s, en die daarom de norm hebben gesteld. De betrokkenen lijken te ervaren dat alles wat hiervan afwijkt geschaard kan worden onder

‘vrouwelijke’ onderwerpen. Deze zouden alledaags en minder van belang zijn. De vrouwelijke betrokkenen zijn het niet eens met deze opvatting, en zij pleiten voor een integratie van deze onderwerpen in de bredere geschiedwetenschap, om zo tot een meer holistisch beeld van het verleden te komen. Dit wordt bemoeilijkt door het feit dat deze onderwerpen vooral behandeld worden door vrouwen.

Ik vind het opvallend dat de hierboven geciteerde betrokkenen gender allemaal als een verdelende factor lijken te ervaren. Ik weet niet of gender zo bepalend hoeft te zijn voor de inhoud van televisieprogramma’s, maar kennelijk is dat in de ogen van deze geschiedkundigen op het moment wel de realiteit. Wel zijn al deze geschiedkundigen Brits. Ik heb geen Nederlandse publicaties over het onderwerp kunnen vinden, en kan daarom helaas ook weinig zeggen over de Nederlandse situatie.

Schitterend door afwezigheid

In deze paragraaf zoek ik de grenzen op van wat ik als wetenschappelijk beschouw. Ik zal namelijk benoemen wat mij, als onderzoeker, opvalt aan de lijst met programma’s in Appendix I en II, waarbij ik uitga van de vastgestelde getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen bij

geschiedenistelevisie. Leidt de onbalans in deze verhouding ertoe dat er historische onderwerpen schitteren door afwezigheid? Het problematische aan deze aanpak is dat wat mij opvalt

waarschijnlijk niet hetzelfde is als wat een andere lezer of onderzoeker zal opvallen. Het is goed mogelijk dat iemand die in mijn voetsporen treedt, niet tot dezelfde conclusies komt. Ik ben me hiervan bewust, en wil de lezer daarom juist aanmoedigen om de appendices zelf te bekijken. Het antwoord verschilt misschien per persoon, maar dat wil niet zeggen dat het niet de moeite is om de vraag te stellen. Als het publiek van de geschiedenisprogramma’s zich kritisch afvraagt aan welke onderwerpen er meer aandacht besteed zou moeten worden, kan dit op den duur immers leiden tot een meer inclusieve en completere historische televisiecultuur.

Het is me opgevallen dat de volgende historische thema’s en onderwerpen niet behandeld worden in de programma’s uit de onderzoeksperiode:

 De verdeling van zorgtaken binnen het gezin. Dit is een onderwerp dat iedereen aangaat. Arm en rijk, man en vrouw, jong en oud. Iedereen heeft een thuisbasis, waarin men zorgt of verzorgd wordt. Bovendien is de verdeling van de zorgtaken in de loop der tijd veranderd. Het viel mij daarom op dat er geen programma is dat hier expliciet aandacht aan besteedt.  Vrouwen en gezondheidszorg. Mensen dokteren waarschijnlijk al sinds het begin der tijd,

maar de verschillen tussen mannen- en vrouwenlichamen zijn lange tijd genegeerd. Op het moment is gendersensitieve geneeskunde in opkomst. Eerder waren artsen vaak mannen, die soms bevooroordeeld over vrouwen hebben geschreven. Zo zouden vrouwen minder geschikt zijn als proefpersoon, vanwege hun maandelijkse cyclus.68 Tot welke misstanden

heeft dit in het verleden geleid? Of kan de gezondheidszorg uit het verleden ons juist verrassen, wat betreft inzicht in het vrouwenlichaam?

 Vrouwen en kunst. Er zijn heel wat programma’s over bijvoorbeeld kerken en andere grootse uitingen van kunst die de tand des tijds hebben doorstaan. Ook heb ik programma’s gezien die aandacht besteden aan ambacht door de tijd heen. Aan individuele kunstenaars worden

68 Jos Leijen, ‘Gendersensitieve zorg wint terrein’ (2017) Zorginstituut Magazine, geraadpleegd op 13-04-2018,

https://www.zorginstituutnederland.nl/publicaties/magazine/2017/09/29/zorginstituut-magazine-september-2017.

(22)

19 minder programma’s gewijd, maar de programma’s die er zijn, gaan over mannen

(bijvoorbeeld Wainwright: The Man Who Loved the Lakes, uit 2014). In de onderzochte periode is er geen enkel programma uitgezonden over een vrouwelijke kunstenaar en haar invloed op de geschiedenis.

Dit zijn onderwerpen die kennelijk niet binnen het blikveld van de huidige programmamakers vallen. Het zou kunnen dat dit te maken heeft met het feit dat de leidende figuren vooral mannen zijn. Tegelijkertijd is het waarschijnlijk dat ook de geschiedenis van de man niet zonder lacunes wordt verbeeld op televisie. Tijdens mijn appendixonderzoek viel het me bovendien juist op dat er aan veel onderwerpen uit de geschiedenis van de vrouw wel degelijk aandacht wordt besteed.

Uitgaande van de uitspraken door historici in het voorgaande onderdeel, stel ik dat politieke en militaire geschiedenis in principe onder ‘mannelijke’ onderwerpen vallen, tenzij er expliciet wordt uitgegaan van het perspectief van vrouwen uit het verleden. Sociale geschiedenis en geschiedenis van het huiselijke vallen onder ‘vrouwelijke’ onderwerpen (opnieuw: tenzij er expliciet wordt uitgegaan van het perspectief van mannen uit het verleden). Op basis van deze onderwerpen en invalshoeken, geef ik hieronder een weergave van de thema’s uit de geschiedenis van de vrouw die zijn behandeld in 21 televisieprogramma’s in de onderzochte periode. Al deze programma’s zijn afkomstig van de BBC; de NPO heeft in de onderzochte periode geen programma’s uitgezonden die wat deze factoren betreft onder vrouwengeschiedenis vallen.

Programma Laatst

uitgezonden

Beschrijving69 Geselecteerd omdat

At Home with the Georgians

2015 In this three part series, historian Amanda Vickery explores how the great British obsession with our homes began 300 years ago.

Geschiedenis van het huiselijke A Very British Romance with Lucy Worsley

2015 Lucy Worsley delves into the history of romance to uncover the forces shaping our very British happily ever after and how our feelings have been affected by social, political and cultural ideas.

Emoties worden meer tot het vrouwelijke gerekend (BSRI, figuur 1) Banished

Women

2016 From 1787 to 1853, over 25,000 women, nearly half of them Irish, were

transported in the dark holds of ships on a 16,000-mile journey to the other side of the world as bonded labour. […] In a two-year period during the Famine, over 4,000 young orphan girls, inmates of the overcrowded Irish workhouses, were carefully selected and transported on what became known as the “Famine Bride Ships”, to colonies where men outnumbered women by 9 to 1 in the outback.

Gaat uit van het perspectief van een groep vrouwen uit het verleden Black Nurses: The Women Who Saved the NHS

2016 Documentary which tells the story of the thousands of Caribbean and African women who answered the call 70 years ago to come to the UK to save the then ailing health service. It's a tale of a struggle to overcome racism, their fight for career progression and their battle for national recognition.

Gaat uit van het perspectief van een groep vrouwen uit het verleden

(23)

20

Clarissa and the King's Cookbook

2012 Self-confessed medieval foodie Clarissa Dickson Wright tracks down Britain's oldest known cookbook, The Forme of Cury. This 700-year-old scroll was written during the reign of King Richard II from recipes created by the king's master chefs. How this ancient manuscript influenced the way people eat today? On her culinary journey through medieval history she reawakens recipes that have lain dormant for centuries and discovers dishes that are still prepared now.

Geschiedenis van het huiselijke

Divine Women

2012 Bettany Hughes sets out on an epic journey across continents and back in time to trace the hidden and often controversial history of women in religion.

Gaat uit van het perspectief van een groep vrouwen uit het verleden Ian Hislop's Stiff Upper Lip - An Emotional History of Britain

2012 Ian Hislop asks when and why we British have bottled up or let out our feelings and how this has affected our history.

Emoties worden meer tot het vrouwelijke gerekend (BSRI, figuur 1) If Walls Could Talk: The History of the Home

2012 Lucy Worsley, chief curator of the historic royal palaces, takes us through 800 years of domestic history by exploring the British home through four rooms, meeting experts and historians on the way.

Geschiedenis van het huiselijke

Kate Adie's Women of World War One

2014 Distinguished war reporter Kate Adie examines the impact of women's work on the Home Front during the First World War. Innovations included the first women's police force, women's football and female surgeons operating on men. Adie argues that what truly mattered though was whether these changes in women's lives were long-lasting or viewed as 'only for the duration'.

Gaat uit van het perspectief van een groep vrouwen uit het verleden

Medieval Lives: Birth, Marriage, Death

2015 Series in which historian and author Helen Castor explores how the people of the Middle Ages handled the most fundamental moments of transition in life - birth, marriage and death

Geschiedenis van het alledaagse

Nurses on the Frontline

2015 They were, overwhelmingly, women - very young women.

They cared for Catholics and Protestants, police and army, gunmen and bombers, perpetrators and victims. Innocent civilians. The eye-opening, untold story of Ulster's nurses across more than three decades of the Troubles.

Gaat uit van het perspectief van een groep vrouwen uit het verleden

Oh Do Shut Up Dear!

2014 From torn-out tongues to internet trolls, Mary Beard explores how women's

Gaat uit van het perspectief van een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The optokinetic reflex (OKR), the reflex that stabilize the eyes based on visual information, the vestibulo-ocular reflex (VOR), the reflex that relies on signal from the

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

kwestie en geen inhoudelijk. Want de alinea begint met het onderwijs als instru.ent. Maar daar zullen we nu niet verder induiken.. Zodra de tekst gewijzigd zal

Zodra een eicel bevrucht is, kunnen er geen andere zaadcellen meer in?. 7c Een twee-eiige tweeling kan uit een jongen en een

Het extra laagje is niet meer nodig, en slijm en bloed komen door de vagina naar buiten.. Dat is

4a Als een rijpe eicel niet wordt bevrucht, wordt een vrouw ongesteld.. Zet de stappen van de menstruatie in de

Zodra een eicel bevrucht is, kunnen er geen andere zaadcellen meer in.. 7c Een twee-eiige tweeling kan uit een jongen en een

De redenen om deze rechtvaardiging van de norm die moord verbiedt af te wijzen zijn dezelfde als de redenen van Den Hartogh om de opvallendheid van rechts houden als