Vaardigheden 1.
Normale verdeling 1. er zijn maar 249 metingen.
a.
b. 2,25 2,75 3,25 3,75 … 5,75 6,25
c. Voer in: L1 de klassenmiddens en L2 de aantallen.
1-var stats L1, L2: x 4,25 en 0,80 d. … tussen 3,45 en 5,05 ligt: 1 1 1029 51 61 50 10 29 168 Dat is ongeveer 168 249100 67% 2. … tussen 2,65 en 5,85 ligt: 7 7 1011 29 51 61 50 29 10 12 236 Dat is ongeveer 236
249100 95% . De tweede vuistregel klopt ook. 3.
a./b.
4.
a. De top van grafiek B ligt meer naar rechts. B heeft een groter gemiddelde. b. De grafiek van B is breder, dus de spreiding is groter.
Rekenen met de normale verdeling 5.
a. P L( 130)normalcdf(130, 1 99,127.5, 3.1) 0,2100E 21,0%
b. P L( 125)normalcdf( 1 99,125,127.5, 3.1) 0,21 E
c. Op 0,21 500 105 haspels zal naar verwachting te weinig draad zitten. 6. a. P(124,0 h 125,0)normalcdf(124, 125, 124.2, 0.23) 0,8075 81% b. P h( 123)normalcdf( 1 99, 123, 124.2, 0.23) 9,1 10 E 8 9,1 10 6 % c. P(123,7 h 124,7)normalcdf(123.7,124.7,124.2, 0.23) 0,9703 97% 7. a. P L( 30)normalcdf( 1 99, 30, 31, 2) 0,309 E b. P(29 L 31)normalcdf(29, 31, 31, 2) 0,341 8. P G g( ) 0,20
solver: normalcdf( 1 99, , 3715, 1270) 0,20 0 E x solve: x3488 gram
9. P L l( ) 0,05
solver: normalcdf( 1 99, , 31, 2) 0,05 0 E x solve: x 27,7 meter. 1
10.
a. P(S s) 0,25
solver: normalcdf( 1 99, , 47.2, 8.5) 0,25 0 E x solve: x41,5
Een kandidaat zal worden afgewezen met 41 punten of minder.
b. P S s( ) 0,10
solver: normalcdf(x, 1 99, 47.2, 8.5) 0,10 0E solve: x 58,1
Die kandidaat heeft dan 58 punten of meer gehaald.
c. P S r( ) 0,25 ( ,1 99, 47.2, 8.5) 0,25 0 52,9 normalcdf x E x
Die kandidaten scoren tussen de 41 en 53 punten. Onbekend gemiddelde of standaardafwijking
11. P G( 800) 0,01
solver: normalcdf( 1 99, 800, , 3) 0,01 0 E x solve: x 807gram 12. P D( 0,15) 0,05
solver: normalcdf( 1 99, 0.15, , 0.03) 0,05 0 E x solve: x 0,20mm 13. P S( 40,5) 0,35
Extra oefening Basis.
B-1.
a. Als v constant is bestaat er een recht evenredig verband tussen A en t en als t constant is bestaat er tussen A en v een recht evenredig verband.
b. Als A constant is krijg je een omgekeerd evenredig verband tussen v en t. B-2.
a. y 15
b. 24 0
x voor alle waarden van x. Alle uitkomsten zijn groter dan 15.
B-3.
a. T 0,2 149,4 1,5 365 dagen b. 0,2A1,5 687
Voer in: y10,2x1,5 en y2 687 intersect: x 227,7
De gemiddelde afstand van Mars tot de zon is ongeveer 227,7 miljoen km. B-4. a. 25 2,8 0,8 a 1,2 15 0,8 4,2 5,25 a a km b. B 2,8 0,8 10 1,2 t 10,8 1,2 t
Als de rit twee keer zo lang duurt wordt de prijs niet twee keer zo hoog. B-5. 30660 c 28700,67 207,4c 148 c B-6. a. 35 3 B8A b. 3 25,8 3 25,8 1,5 4 6 k k n 3 3 8 8 8 3 35 4 A B A B 25,8 3 1 6 6 2 4,3 n k k B-7.
a. je betaalt een vast bedrag plus een bedrag per kWh wat je verbruikt: lineair.
b. A v t : niet lineair want de tijd varieert ook.
c. procentuele daling; het verband is exponentieel.
d. zie de formule bij b: de snelheid v is nu constant en is het verband lineair. B-8.
a. 5000 15
25000
25000 (( ) )t 25000 0,72t
W
b. De groeifactor moet dan in maanden gegeven worden:
1 60 5000 25000 25000 (( ) )t 25000 0,97t W 3 Uitwerkingen 5 havo wiskunde A, vaardigheden 1
B-9. a. 0 500 500 (0) 1 1 499 0,75 1 499 1 A
b. Als t heel groot wordt (‘op den duur’), wordt 0,75t nagenoeg 0. A nadert dan de
grenswaarde 500.
Het meertje is dan helemaal bedekt met eendenkroos. De oppervlakte van het meertje is 500 m2.
B-10. a.
b. In de jaren 90. Het toenamediagram gaat dan van
positief naar negatief. c.
d. De staafjes worden steeds langer: er is sprake van een toenemende daling.
B-11. a.
0 , 2
(2) (0) 35 2 0 h h h t
(4) (3) 3 , 4 10 4 3 h h h t
4.5 , 9
(9) (4,5) 22,5 9 4,5 h h h t b.
2 , 2.1
(2,1) (2) 24,5 2,1 2 h h h t . Bij een kleiner interval komt deze waarde steeds
dichter bij de 25 te liggen. De snelheid op tijdstip t 2 is 25 m/s.
jaar 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 P 17 27 36 42 44 40 28 toenam e 10 9 6 2 -4 -12 t P (in %) 1 2 3 4 5 6 7 10 20 30 40 50 60 -10
Extra oefening Gemengd.
G-1.
a. bier: 250 5 1250 cola-tic: 160 8 1280 wijn: 100 12 1200
sherry: 50 18 900 jenever: 35 35 1225
b. De genuttigde pure alcohol is ongeveer gelijk. c. Een glas sherry wijkt het meest af.
d. 24 p 1200
50
p Het alcoholpercentage van wodka zal ongeveer 50% zijn.
e. I p 1200 of I 1200 p of p 1200 I G-2.
a. Voor K moet je 650 invullen.
b. 2 1,4 30.000 42 900 650 A werknemers. c. 30.0001,42 1.000.0001,4 900 A K K (teller en noemer delen door 900) d. e. 100 1.000.0001,4 K Voer in: y1100 en 2 1,4 1.000.000 y x intersect: x 720 Ongeveer € 720.000,-G-3. a. l b h 24 2 2 24 6 h h
Voor de vier wanden is dan 4 2 6 48 dm2 karton nodig.
b. OB b 2 c. b h2 24 2 2 2 24 24 96 96 4 h b b OW b b b b
d. De hoogte van de doos is dan nog maar 0,1dm. De bijdrage aan de wanden is dan
nihil. G-4.
a. Bij punt M is de toename het grootst.
b. Er is dan nog steeds sprake van een toename. De grafiek ligt boven de horizontale as.
c. De toename moet dan 1,8 miljoen zijn: als de visstand 3 miljoen of 7 miljoen is. d. Tot 10 miljoen vissen is er sprake geweest van een toename van de visstand. Bij 10
miljoen vissen is de groei 0.
5 Uitwerkingen 5 havo wiskunde A, vaardigheden 1
K A 0 200 400 600 800 1000 0 100 200 300 400 500 600
e. De toename is 1,4 miljoen vissen (punt C), dus op tijdstip t 1 zijn er 3,4 miljoen vissen.
f.
g.
-G-5.
a. 23,5 30 6,5 18,4 23,5 5,1: niet gelijk dus niet lineair.
b. 23,5 30 0,78 18,4 23,5 0,78 14,5 18,4 0,79 11,3 14,5 0,78 11,38,9 0,79 7,08,9 0,79 De groeifactoren zijn ongeveer gelijk (exponentieel) en kleiner dan 1 (afname).
c. g20s 0,78 1 2 10s 0,78 0,88 g d. Vdicht 10 Vopen 10 Voer in: 1 20 0,9920 x y en y2 10 Voer in: 1 20 0,9879 x y en y2 10 Intersect: x86,3 Intersect: x 56,9
Het verschil is ongeveer 29,4 s.
tijdstip 0 1 2 3 4 5 6
visstan
d 2 3,4 5,3 7,25 8,85 9,8 10,0
Extra oefening Vaardigheden.
Rekenen 1. a. 12,3 23000 2,829 10 5 e. 6344,21 781,98 4,96 10 6 b. 0,057 5 10 6 2,85 10 5 f. 2,5 10 9245 10 6 2,745 10 9 c. 32500 17500 5,6875 10 8 g. 0,003 : 45075 1,35 10 2 d. 0,0002 0,0075 1,5 10 6 h. 0,00007 0,098 6,86 10 6 2. a. 380 320 320 100 18,75% gestegen c. 2010 12202010 100 39,3% gedaald b. 23,80 17,2023,80 100 27,7% gedaald d. 5,60 3,453,45 100 62,3% gestegen Herleiden 3. a. 2 12 24 c c c. 3a 5b 15ab e. 12r 4r 124rr 31 b. 2 12 12 6 2 c c c d. 3,25 1 12 39 B B f. 1 2 8 3 5 4b 15b 4. a. x4(x 1) x 4x 4 5x4 b. 3(q 1) 2(1q) 3 q 3 2 2q5q5 c. s s( 1) s2 s d. 3(a 1) 5a3a 3 5a8a3 e. 2 (1b b) 2 b2b2 f. 2(c3) 3( c2) 2 c 6 3c 6 c 5. a. k (c3)(c2)c25c6 b. b t t ( 3) 4( t5)t23t4t20t27t20 c. h(3x1)(1,2x5) 3,6 x213,8x5 d. v 4,3d0,4(3 2 ) 4,3 d d1,2 0,8 d 5,1d1,2 Vergelijkingen 6. a. 2x 1 16 b. 12 6 x 0 c. 13 4 x 1 2 15 7,5 x x 6 12 2 x x 4 12 3 x x d. 2a 6 3a9 e. 34 7 p30 f. 22 t 23t 3 a 4 7 7p 4 p 1 2 2t 1 t 7. a. Voer in: 1 7,28 2 x y en y2 0,36 intersect: x 4,34 b. Voer in: 1 2 2,78 9,3 y x en y2 12 intersect: x 9,52 7 Uitwerkingen 5 havo wiskunde A, vaardigheden 1c. Voer in: y13,025x7,45 en y2 0,235x1,03 intersect: x 1,97 d. Voer in: 1 1 2,5 2 8 y x en y2 1,5 intersect: x 3,5 8. a. b. c. K 4 x x( 5)x25x4
d. Voer in: y1 4 x x( 5) minimum: y 2,25 Voor a 2,25 en a4 heeft de vergelijking twee oplossingen. Groeifactoren 9. a. g 1,12 c. g 0,96 e. g 2,5 b. g 1,0012 d. g 0,9959 f. g 0,9901 10. a. gjaar 0,97 b. 0,97121 0,9975 maand g c. S 500 0,97 1515 Bq d. S 515 0,97 t e. 515 0,97 t 257,5 Voer in: 1 515 0,97 x y en y2 257,5 intersect: x 22,76 De halveringstijd is 22 jaar en 9 maanden.
Kansen 11. a. 11 10 12 12 (3 ) 1 0,76 P verschillende maanden b. 1 1 1 12 12 12 (3 ) 0,00058 P in juni c. 1 1 12 12 ( ) 1 0,0069 P in dezelfde maand 12. a. b. 7 6 7 10 9 15 ( ) P WW c. 3 2 1 10 9 15 ( ) P RR d. 3 7 7 10 9 15 ( ) 2 P RW of WR e. 7 6 19 10 10 25 ( ) P WW , 3 2 3 10 10 50 ( ) P RR en 3 7 21 10 10 50 ( ) 2 P RW of WR x 0 1 2 3 4 5 6 7 8 K 4 0 -2 -2 0 4 10 18 28 x K 1 2 3 4 5 6 7 8 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 -2 -4