Opgaven Meetkunde MULO-B 1920 (
1 21
uur)
Opgave 1.
Gegeven is een trapezium.
Construeer een vierkant, waarvan de oppervlakte gelijk is aan 3
5 van de oppervlakte van het
trapezium.De constructie zuiver uitvoeren.
Opgave 2.
In een cirkel met straat R beschrijft men een ABC zoodanig, dat AB de zijde van de
ingeschreven regelmatige driehoek en AC de zijde van de ingeschreven regelmatige vierhoek is. Wanneer de hoogtelijn AH wordt getrokken, vraagt men te bewijzen:
1) 1
2
HC AC; 2) HB HA
en verder de zijden van ABC in R uit te drukken.
Opgave 3.
Van een gelijkbeenig trapezium zijn de evenwijdige zijden 42 en 12 cm en de opstaande zijden 39 cm. Bereken de straal van de omgeschreven cirkel van dat trapezium.