• No results found

Inleiding. Innovatie in Europese arbeidsverhoudingen - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inleiding. Innovatie in Europese arbeidsverhoudingen - Downloaden Download PDF"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kees

Vos*

Inleiding

Innovatie in Europese arbeidsverhoudingen

Tripartite samenwerking is bij uitstek geschikt om economische en sociale belangen met elkaar te verzoenen. Dit is een conclusie uit een on­ langs verschenen rapport van de Internationale Arbeidsorganisatie (ia o)1. Dit rapport staat op de agenda van de in juni van dit jaar te houden 83e Internationale Arbeidsconferentie. Zo'n twee duizend afgevaardigden uit alle delen van de wereld zullen zich dan verdiepen in de vraag welke rol de oudste tripartite mondiale organi­ satie kan spelen om tripartisme op internatio­ naal en nationaal niveau te bevorderen.

De huidige werkelijkheid biedt volgens de IAO overigens een gevarieerd beeld. In sommige de­ len van de wereld is tripartisme in opkomst. Dat geldt vooral voor Centraal en Oost-Europa, waar vanaf het eind van de jaren tachtig in lan­ den als Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Polen tal van tripartite organen in het leven zijn geroepen. Dat geldt ook voor landen in La­ tijns Amerika (Uruguay en Chili), in Azië (Ko­ rea en Japan), voor enkele West-Europese landen (Spanje en Portugal) en voor de Europese Unie

(e u). Wat de EU betreft wordt gewezen op het ontstaan van een groot aantal mechanismen ten behoeve van consultatie en samenwerking tus­ sen de Europese sociale partners en de Commis­ sie. Elders, vooral in die landen die een langdu­ rige traditie op dit gebied kennen, staat het tri­ partiet overleg onder grote druk. In Engeland en Zweden zijn de tripartite organen vrijwel ont­ manteld, terwijl Nederland als voorbeeld wordt genoemd van de landen waar het overleg steeds moeizamer verloopt en de overheid bestaande tripartite overlegvormen in toenemende mate omzeilt.

Ter verklaring van de erosie van het tripartisme in de traditionele gidslanden wijst de ia o op re­

cente economische, technologische en sociale veranderingen. Deze hebben ertoe geleid dat de machtsbalans tussen werkgevers en werkne­ mers is gewijzigd en de invloed van de vakbe­ weging is afgenomen. Bovendien vooronderstelt tripartite samenwerking een zekere mate van centralisering in de arbeidsverhoudingen, ter­ wijl vrijwel overal de barometer op decentrali­ sering staat. Bij dit laatste speelt een belangrijke rol de vrij algemeen bestaande opvatting, dat ge­ decentraliseerde arbeidsverhoudingen meer kan­ sen bieden voor economische groei, verbetering van de nationale concurrentiepositie en toena­ me van de werkgelegenheid.

Het zijn juist deze ambitieuze doelstellingen, die de kans op succes van tripartite onderhande- lingen verkleinen. In veel landen tracht de over­ heid de laatste jaren instemming van de sociale partners te verwerven voor omvangrijke pakket­ ten maatregelen, terwijl met name van de vak­ beweging belangrijke concessies worden ver­ langd in de zin van loonmatiging en verhoging van de flexibiliteit. Daar staat in veel gevallen een nauwelijks aantoonbare groei van de werk­ gelegenheid tegenover, hetgeen niet bevorder­ lijk is voor de geloofwaardigheid van het con- cessiemodel. Recente ontwikkelingen in een tweetal EU-lidstaten lijken deze analyse te be­ vestigen.

Het eerste voorbeeld betreft de situatie in Duitsland. Daar heeft de werkloosheid met bij­ na 11 % van de beroepsbevolking een naoorlogs record bereikt. Daarom heeft de Bondsregering eind januari van dit jaar een 'Bündnis für Arbeit und Standortsicherung' gelanceerd. Doel daar­ van is de halvering van de werkloosheid in het jaar 2000 door middel van maatregelen als be­ perking van de brutoloonkosten, meer

flexibili-* Dr. C.J. Vos is lid van de redactie van het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken.

(2)

Inleiding sering van de werktijden en op de arbeidsmarkt

en een herziening van het sociale-zekerheids- stelsel. Voor commissievoorzitter Santer vormt dit inmiddels voldoende inspiratie om ook op EU-niveau de discussie over een 'sociaal pact' te openen. De praktijk in Duitsland wijst echter uit dat de voorgestelde maatregelen op grote weerstand bij de vakbeweging stuiten. Het is daarom nog de vraag of de 'Bündnis' tot een (h)echt sociaal akkoord zal leiden.

Een soortgelijke situatie doet zich in België voor. Daar trachtte begin april van dit jaar pre­ mier Dehaene overeenstemming te bereiken met de sociale partners over een 'toekomstcon­ tract voor de werkgelegenheid'. Ook hier met als doel halvering van de werkloosheid rond de eeuwwisseling door middel van loonmatiging en vormen van arbeidsherverdeling. Met name de manier van loonmatiging vormt een staaltje van innovatie in de arbeidsverhoudingen. Uit­ gangspunt is dat de lonen niet méér mogen stij­ gen dan die van de belangrijkste handelspart­ ners. Een geleide loonpolitiek als het ware, waarbij de via decentrale onderhandelingen in Duitsland, Frankrijk en Nederland vastgestelde loonniveaus als ijkpunt fungeren. Maar ook in België heeft de socialistische vakbond ABW eind april het toekomstcontract vrijwel unaniem af­ gekeurd, omdat het te weinig garantie biedt voor extra werkgelegenheid. De regering Dehae­ ne werkt de beginselen van het toekomstcon­ tract nu op eigen initiatief uit in wetsontwer­ pen, waarbij de techniek van de zgn. opdracht­ wetten wordt toegepast.

Het is het niet ondenkbaar dat met het Belgi­ sche loonmatigingsinitiatief een trend is gezet. In Nederland hebben de sociale partners al in een in 1991 verschenen advies van de Stichting van de Arbeid gewezen op de noodzaak om bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden ook een blik over de grenzen te werpen, omdat het

om de internationale concurrentie het hoofd te blijven bieden van belang is 'de arbeidskosten te beheersen en terzake van de inrichting van de beloningsstructuur en de beloningsverhoudin- gen acht te slaan op de situatie in het relevante buitenland'2. Met de nadering van de Economi­ sche en Monetaire Unie (e m u) zal het buiten­ land op dit punt steeds meer relevant worden. Bij het ontbreken van de wisselkoers als aanpas- singsinstrument zullen verschillen in arbeids­ productiviteit dan vooral via de loonontwikke­ ling moeten worden opgevangen. Dit is aanlei­ ding tot de volgende observatie.

De discussie over arbeidsverhoudingen wordt de laatste tijd vaak gevoerd in termen van con­ vergentie en/of fragmentatie3. Met als verwach­ ting dat zich op nationaal niveau vooral toene­ mende fragmentatie zal manifesteren. Maar daar kan in het perspectief van de e m u een

groeiende convergentie op Europees niveau te­ genover staan. De mechanismen voor tripartite samenwerking zijn inmiddels beschikbaar en worden via de sociale dialoog - met als lichtend voorbeeld de eind 1995 gesloten overeenkomst over het ouderschapsverlof - verder uitge­ bouwd. Zal de échte innovatie van de arbeids­ verhoudingen in de toekomst vooral via het e u-

niveau plaatsvinden?

Noten

1 International Labour Office (1996), Tripartite con- sultation at the national level on economie and social policy, Report VI, Geneva

2 Stichting van de Arbeid (5 februari 1991) Advies 'Enkele aspecten van de sociale dimensie van Eu­ ropa 1992', publicatienummer 1/91

3 Zie hierover bijvoorbeeld: Joris van Ruysseveldt, Rien Huiskamp &. Jacques van Hoof eds. (1995) Comparative Industrial & Employment Relations, Sage, London, blz. 14/15.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This type of research demonstrated that elaborated texts and the presence of connectives facilitated text-based learning, but it cannot be taken as evidence that deep processing had

First, when an event happens, the sensor node detecting it becomes a Points of Interest (POI) and records corresponding data, which should be collected as soon as possible. In

(a) Radiation Limit 1: optically thin atmosphere / black body upper limit For an airless body (the Moon for example), or an atmosphere with no green- house gases or clouds,

The aim of this thesis has been to explain the implications of Öcalan's theory of democratic confederalism and his account of the Kurdish Question for understanding the

The fit to the ND280 data reduces the flux and the ND280-constrained interaction model uncertainties on the predicted event rate at the far detector from 11% –14% to 2.5% –4% for

Numbers of events observed in the signal and control regions used for the vector-like T - quark search, together with the estimated SM backgrounds in the fit to data, under

117 Stress tensors calculated for the northern and southern Queen Charlotte fault using moment tensor solutions (top), first motion solutions (middle) and

Having described some broad concepts for understanding genders and sexualities in the global context in the previous chapter, this chapter details the methods by which I went about