• No results found

Molecular aspects of the interaction between tomato and Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici - Samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Molecular aspects of the interaction between tomato and Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici - Samenvatting"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Molecular aspects of the interaction between tomato and Fusarium oxysporum

f.sp. lycopersici

Mes, J.J.

Publication date

1999

Link to publication

Citation for published version (APA):

Mes, J. J. (1999). Molecular aspects of the interaction between tomato and Fusarium

oxysporum f.sp. lycopersici.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s)

and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open

content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please

let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material

inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter

to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You

will be contacted as soon as possible.

(2)

Moleculaire aspecten van de interactie tussen Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici en tomaat werden onderzocht en staan beschreven in dit proefschrift. Het onderzoek begon met het zoeken naar additioneel (indirect) bewijs voor het bestaan van een gen-om-gen relatie voor deze interactie. Daartoe werden zowel isolaten van F. oxysporum f. sp. lycopersici verzameld, als ook tomatenlijnen die de verschillende fysio's kunnen onderscheiden. De collectie van fysio 1 en 2 isolaten van F. oxysporum f.sp. lycopersici werd vervolgens bekeken op het vóórkomen van vegetative compatibiliteit en werd gekarakteriseerd met de Random Amplified Polymorphic DNA (RAPD) methode om de genetische variatie en verwantschap van deze isolaten vast te kunnen stellen (hoofdstuk 2). Op basis van de RAPD patronen konden twee groepen onderscheiden worden die correleerden met de vegetative compatibiliteitsgroepen. Naast isolaten die in deze twee groepen vielen, werd nog een aantal uitzonderingen gevonden die een andere genetische herkomst hebben. Hieruit blijkt dat de F.

oxysporum, isolaten die gegroepeerd worden op basis van het veroorzaken van

verwelkingsziekte bij tomaat, een verschillende onafhankelijke oorsprong kunnen hebben. Om fysio 1 isolaten verder op te kunnen delen op basis van de aanwezigheid van het avirulentie gen avrI-2 werd gezocht naar tomatenlijnen die alleen resistent zijn tegen fysio 2 en niet meer tegen fysio 1. OT364 bleek zo'n tomatenlijn te zijn. Naast deze lijn werd gebruik gemaakt van een 1-2 transgene lijn, zodat de invloed van andere factoren dan de fysio-specifieke resistentie respons vermeden konden worden. Resultaten van infectieproeven gaven aan dat beide lijnen (OT364 en de 1-2 transgene lijn) werden aangetast door vier fysio 1 isolaten, terwijl zeven andere fysio 1 en fysio 2 isolaten daar niet toe in staat waren. Fysio 1 isolaten kunnen dus verder opgedeeld worden op basis van de aan- of afwezigheid van het

avrI-2 gen dat complementair is aan het resistentie gen 1-2 (hoofdstuk 2). Daar deze resultaten

een gen-om-gen relatie ondersteunen werd aangenomen dat er een avrI-2 eiwit bestaat en dat dit het signaal is dat de 1-2 afhankelijke afweerrespons van tomaat initieert.

Een deletie mutagenese werd vervolgens gestart om het avrI-2 gen van F. oxysporum f.sp.

lycopersici uiteindelijk te kunnen doneren. Uit een grootschalig gamma mutagenese

experiment werd een mutant van F. oxysporum f.sp. lycopersici fysio 2 geselecteerd, die in staat bleek om de 1-2 resistentie te doorbreken, waarschijnlijk door het verlies van avirulentie (hoofdstuk 3). Naast het verlies van avirulentie was deze mutant ook verminderd in

pathogeniteit voor tomatenlijnen die geen resistentie tegen Fusarium bevatten. Chromosoom-vergelijkingen tussen de mutant en het oorspronkelijke isolaat, gaf aan dat er een

(3)

Samenvatting

Amplified Fragment Length Polymorphism methoden werd vervolgens gezocht naar verschillen in het genoom tussen de mutant en het oorspronkelijke isolaat (hoofdstuk 3). De verschillen die werden gevonden bleken te zijn gegenereerd door nieuwe inserties van een kort repetitief DNA fragment (SINE geheten). We hebben deze SINEs Foxy genoemd naar Fusarium oxysporum (hoofdstuk 4). Deze SINEs, die nooit eerder gevonden waren bij

Fusarium, wijken af van SINEs uit andere organismen omdat de RNA polymerase

bindingsplaats verder van het 5' uiteinde ligt dan normaal en omdat er zich herhalingen van vier nucleotiden aan het 5' uiteinde bevinden. Het aantal en de sequentie van deze herhalingen variëren voor de verschillende gevonden Foxy elementen. In het genoom van F. oxysporum f.sp. lycopersici zijn minimaal 160 copieën van Foxy aanwezig. De mutant heeft 13 nieuwe inserties ten op ziehte van het oorspronkelijke isolaat. Dit, samen met de gevonden variatie tussen isolaten binnen dezelfde vegetative compatibiliteitsgroep én de aanwezigheid van een RNA transcript van Foxy, geeft aan dat Foxy nog steeds actief is in Fusarium en

waarschijnlijk bijdraagt aan de genetische variatie (hoofdstuk 4).

Naast deze analyse van F. oxysporum f.sp. lycopersici en het zoeken van het avrI-2 gen hebben we ook onderzoek gedaan aan het Fusarium 1-2 resistentie gen van tomaat. Het karakteriseren van de activiteit van de 1-2 promoter kan resulteren in inzicht omtrent de plaats van herkenning en het resistentie-mechanisme, en kan tevens mogelijke andere functies van resistentie genen aantonen. Met behulp van Northern blot analyse was het niet mogelijk een transcript aan te tonen. Echter, RT-PCR experimenten toonden aan dat er naast 1-2 nog minstens 5 homologen van 1-2 tot expressie komen in wortels, stengels en bladeren

(hoofdstuk 5). Tomatenplanten die getransformeerd waren met DNA contructen bestaande uit een functionele 1-2 promoter gefuseerd aan het GUS marker gen werden vervolgens gebruikt voor een gedetailleerde analyse. GUS activiteit werd al waargenomen in gezonde, Fusarium-vrije planten. Infectie van de GUS planten met F. oxysporum f.sp. lycopersici veranderde de expressie niet. Histochemische analyse toonde aan dat de 1-2 promoter 'aan staat' in een cellaag aan de basis van een zijwortelknop, in volwassen wortels, aan de basis van adventieve wortels en in het vaatweefsel van stengels, bladeren en tomatenvruchten. De vaatspecifieke expressie werd bevestigd door microscopische analyse. Expressie van de 1-2 promoter werd hiermee aangetoond in de endodermis, de cambiale zone, in het phloem, in xyleem

parenchymcellen, in niet volgroeide xyleem vezels en in mergstraalcellen. In resistente planten kan de schimmel niet in al deze vaatweefselcellen komen, wat zou kunnen betekenen dat 1-2 een directe rol speelt in de afweer van tomaat tegen F. oxysporum f.sp. lycopersici (hoofdstuk 5).

Het doel van het hier beschreven onderzoek was het isoleren en karakteriseren van het avirulentie gen avrI-2 van F. oxysporum f.sp. lycopersici. Van een bladschimmel van tomaat,

Cladosporium fulvum, zijn al avirulentie genen gedoneerd. De eiwitproducten van de twee

(4)

te initialiseren in tomatenlijnen die de complementaire resistentie genen Cf-9 en Cf-4 hebben. Er werd onderzocht of een afweerrespons tegen F. oxysporum f.sp. lycopersici geïnitialiseerd kan worden in deze tomatenlijnen als de Cladosporium fulvum avirulentie genen in F.

oxysporum f.sp. lycopersici tot expressie gebracht worden (hoofdstuk 6). Het bleek mogelijk

om transformanten van F. oxysporum f.sp. lycopersici te maken die een actief AVR9 konden produceren. Isogene lijnen van tomaat, met en zonder Cf-9 resistentie gen zijn vervolgens geïnoculeerd met deze transformanten. Zowel wortel- als vaat-inoculatie met een wildtype isolaat, en met isolaten die AVR9 produceerden, bleken dezelfde mate van aantasting te geven op deze tomatenlijnen (hoofdstuk 6). Dit geeft aan dat de Cf-9 gebaseerde AVR9 herkening niet kan optreden in wortels en xyleem weefsel, ofwel, dat de Cf-9 gebaseerde afweerrespons wel optreedt maar niet voldoende is om F. oxysporum f.sp. lycopersici tegen te houden.

Onderzoek naar de moleculaire basis van de interactie tussen tomaat en F. oxysporum f.sp.

(5)

Samenvatting

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

That is, the development of a method for reliable and accurate prostate localization for online or offline image-guided radiotherapy (IGRT) using a CBCT device!. To

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

The research described in this thesis was performed at The Netherlands Cancer Institute – Antoni van Leeuwenhoek Hospital, Department of Radiation Oncology,

Online Ultrasound Image-guidance for Radiotherapy of Prostate Cancer: Impact of Image Acquisition on Prostate Displacement. International Journal of Radiation Oncology, Biology

An example of a transverse, sagittal, and coronal view of a successful grey- value registration ( F IGURE 4 A - C), using the correlation ratio cost function and filtering

A Pearson chi-squared test (at a 95% confidence level) was performed on the assessment results to determine whether there was a significant difference in the

The aim of this study is to evaluate the influence of a dietary protocol on CBCT image quality, which influences performance of automatic 3D-GR

KEYWORDS: angiotensin-convering enzyme inhibitor; angiotensin II recep- tor blocker; chronic kidney disease; dialysis; evidence-based; GLP-1 receptor agonist; glycemia;