University of Groningen
A phantom medium?
de Jong, Bas
DOI:
10.33612/diss.107823182
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2019
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
de Jong, B. (2019). A phantom medium? the SDAP, the Labour Party and the politics of radio broadcasting in the Netherlands and Great Britain (1920-1940). A comparative study. Rijksuniversiteit Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.107823182
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Stellingen behorende bij het proefschrift
A phantom medium?
The SDAP, the Labour Party and the politics of radio broadcasting in the Netherlands and Great Britain (1920-1940)
A comparative study
Bas de Jong
1. Er waart een spook door het denken over de relatie tussen politiek en media. (dit proefschrift)
2. De relatieve afwezigheid van radio in de politieke geschiedschrijving van de 20e
eeuw lijkt te suggereren dat de komst van dit medium een beperkte betekenis heeft gehad voor de politieke cultuur van de jaren twintig en dertig. Het tegendeel is waar. (dit proefschrift)
3. Het onderscheid tussen politieke geschiedenis en mediageschiedenis maskeert een relatie die wederzijds constitutief is. De erkenning hiervan vraagt om een meer structurele inbedding van het onderzoek naar de relatie tussen politiek en media op het grensvlak van beide disciplines. (dit proefschrift)
4. De suggestie van stabiliteit en onveranderlijkheid die het beeld van ‘verzuiling’ oproept, heeft er mede toe bijgedragen dat de dynamiek van verandering die de komst van radio met zich meebracht onvoldoende gesignaleerd is. (dit proefschrift)
5a. De gebrekkige bereidheid in de Britse politiek om een compromis te sluiten over het gebruik van radio heeft de democratische inpassing van het medium in het interbellum ernstig belemmerd. (dit proefschrift)
5b. Dat de bereidheid om wel een compromis te sluiten ook tot ernstiger misstanden kan leiden, bewijst het optreden van de Radio Omroep Controle Commissie in Nederland. (dit proefschrift)
6. De centraliteit van het idee van samenkomst in de politieke cultuur van de jaren twintig en dertig heeft de politieke integratie van radio ernstig bemoeilijkt; tegelijkertijd heeft dit niet kunnen verhinderen dat de komst van radio het idee van politieke samenkomst wezenlijk veranderd heeft. (dit proefschrift)
7. De censuur op radio-uitzendingen door de Radio Omroep Controle Commissie heeft een tekstarchief nagelaten dat even uniek als ontoegankelijk is. Dat dit archief nog niet gedigitaliseerd is, onderstreept dat de gevolgen van censuur langer doorwerken dan het kortstondige moment van het verbod. (dit proefschrift)
8. Het historiografisch gebruik van de metafoor van politiek als theater vereist een constante reflectie op de vraag welke ontwikkelingen zich voorbij het politieke toneel hebben voorgedaan die niet zichtbaar zijn geworden op het toneel, maar mogelijk wel een cruciale betekenis hebben gehad voor het theater van de politiek. (dit proefschrift) 9. Het voorstel uit 1926 van SDAP-secretaris Cornelis Werkhoven om een
verkiezingselement te introduceren in het ontwerp van het omroepbestel sluit nauw aan op de aanbeveling van Pierre Rosanvallon om ‘de democratie complexer te maken om haar te verwezenlijken’. Ruim honderd jaar later verdient Werkhovens voorstel een serieuze heroverweging, niet alleen ter compensatie van het afgenomen draagvlak voor de omroepverenigingen, maar ook en vooral ter ondersteuning van het toegenomen belang van een sterke publieke omroep voor de 21e eeuw. (dit proefschrift)
10. Het sociale medium Twitter vormt een treffende illustratie van wat Claude Lefort de paradox van de democratie heeft genoemd: waar het enerzijds het publiek in staat stelt haar stem te laten horen, toont het anderzijds de ontbinding van diezelfde publieke opinie in een kakofonie van ophef en verdeeldheid.
11. De uitdrukking dat de politiek een stip op de horizon moet zetten, is symptomatisch voor de blikvernauwing in het politieke denken over de samenhang tussen het heden, het verleden en de toekomst.
12. Wil de festivalisering van de wetenschap recht doen aan de aard van de wetenschappelijke arbeid, dan dient zij ook de triomf te vieren van de ‘saaiheid’ en ‘traagheid’ (F. Nietzsche, ‘De vrolijke wetenschap’, 42) die de wetenschap ook eigen is.
13. De fixatie op excellentie in het huidige wetenschapsbeleid staat haaks op het experimentele karakter van de wetenschap.
14. Het boek ‘Olifant en de tijdmachine’ van Max Velthuijs biedt een prima alternatief voor wie dit proefschrift niet zal lezen, maar wel wil begrijpen wat de dialectiek van omarming en verwerping inhoudt die de politieke omgang met radio in de jaren twintig en dertig gevormd heeft.
15. Hoe stellig de stellingen bij een proefschrift ook zijn, in de wetenschap is twijfel boven elke stelligheid verheven.