• No results found

Braille_Nederlands_VWO_2011_deel 2 van 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Nederlands_VWO_2011_deel 2 van 2"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage VWO 2011

Nederlands

tevens oud programma Nederlands

deel 2 van 2

Tekstboekje tijdvak 1

(2)

Symbolenlijst

& ampersand " aanhalingsteken ( ronde haak openen ) ronde haak sluiten * sterretje

(3)

Inhoud

Tekst 1 Pleidooi voor onzekerheid 2

(4)

bladzijde 2

Tekst 1 Pleidooi voor onzekerheid

naar: Chris van der Meulen, winnaar van de Banning-essaypijs 2008 uit: Socialisme & Democratie, nummer 6, 2008

alinea 1

1. Weinig is mooier dan een zoekende 2. spreker, iemand die zonder meel in de 3. mond, vol oprechte twijfel, zoekt naar 4. de nuance en naar manieren om de 5. eigen beweringen te falsifiëren. De 6. Nederlandse taal en de gebaren van de 7. ledematen lijken welhaast niet toe-8. reikend voor het leggen van alle 9. denkbare nuance in een betoog. Bij 10. sommige sprekers lopen de woorden 11. achter bij de gedachten, zij bedenken 12. halverwege een zin dat er nog een 13. bijzin nodig is. Vaak komt dit voor bij 14. mensen die weten dat ze niet overal 15. pasklare antwoorden op hebben of 16. hoeven te hebben. Wat ik me nu af-17. vraag, is of de richting waarin het 18. publieke debat zich in Nederland ont-19. wikkelt de biotoop oplevert waarin mijn 20. zoekende spreker het best gedijt.

alinea 2

21. De waardering van dat publieke 22. debat is aan nogal wat erosie onder-23. hevig. Nuanceren heeft aan populariteit 24. verloren en wordt gezien als een teken 25. van zwakte. Onder het mom van 26. 'benoemen' en 'duidelijkheid' wordt de 27. schijn van onzekerheid met zorg ver-28. meden. De verering van de doener 29. boven de denker viert hoogtij. Deel-30. nemers aan het debat lijken minder dan 31. voorheen geneigd tot openlijke zelf-32. kritiek en zelfrelativering. Het lijkt er

(5)

33. soms zelfs op dat de stelling van de 34. Pruisische generaal Clausewitz "Oorlog 35. is de voortzetting van politiek met 36. andere middelen" omgedraaid wordt en 37. dat de politiek - en in bredere zin het 38. debat - wordt gezien als de voortzetting 39. van de oorlog met andere middelen.

alinea 3

40. We zouden echter moeten erkennen 41. dat het in het debat en in de politiek -42. anders dan in een oorlog - niet primair 43. gaat om het behalen van een over-44. winning, maar vooral om het inzichtelijk 45. maken en bediscussiëren van verschil-46. lende (morele) argumenten. Het uit-47. gangspunt zou moeten zijn dat een 48. debat ertoe dient om de kwaliteit van 49. ons denken naar een hoger niveau te 50. tillen. Dat lukt alleen als deelnemers 51. zich niet vastleggen op in steen 52. gebeitelde standpunten. Zij moeten 53. kritisch kunnen kijken naar hun eigen 54. redeneringen en die van anderen.

alinea 4

55. Toen enkele jaren geleden de

56. aanval werd geopend op het cultuur-57. relativisme en het postmodernisme, 58. raakte 'onzekerheid' pas goed in dis-59. krediet. Onzekerheid, het zoeken naar 60. nuance, het aftasten van de verschil-61. lende morele argumenten, moest het 62. afleggen tegen 'duidelijkheid', 'recht-63. lijnigheid' en 'onwankelbare principes'. 64. Een in het oog springende aanval op 65. het cultuurrelativisme kwam van de 66. Italiaanse premier Berlusconi, die 67. zonder omhaal stelde dat de westerse 68. cultuur superieur is aan de islamitische. 69. Velen voelen zich ongemakkelijk bij dit 70. soort uitspraken en velen haastten zich 71. dan ook om er afstand van te nemen, 72. maar bij anderen vielen ze juist in 73. vruchtbare aarde. Immers, het mis-74. lukken van het integratiebeleid - 'het

(6)

75. doodknuffelen van de allochtonen' -76. was aan dat cultuurrelativisme te wijten. 77. Veel politici hebben een broertje dood 78. aan onzekerheid en relativisme, zij 79. gaan voor duidelijkheid en rechtlijnig-80. heid, hoe ongenuanceerd ook.

alinea 5

81. Het ruwe debat dat daardoor ont-82. staat, heeft zijn eigen idioom, met 83. termen als 'ieder weldenkend mens 84. weet...', 'natuurlijk', 'duidelijk' en 85. 'helder'. Het doet denken aan wat er 86. gebeurt in echtelijke ruzies. Naarmate 87. het conflict verergert, vallen de

(7)

bladzijde 3

89. ("Jij doet nooit wat, ik moet altijd alles 90. doen!").

alinea 6

91. Intussen zijn politici en opinieleiders 92. bang geworden voor de burger die on-93. geduldig is en in hun ogen zogenaamd 94. altijd gelijk heeft. Niet gehinderd door 95. de erkenning van een complexe en 96. weerbarstige werkelijkheid legt die 97. ongeduldige burger, vol vertrouwen in 98. het eigen gelijk, zijn verlanglijstje op 99. tafel. Deze ongeduldige burger - ook 100. bekend onder de naam 'hard werkende 101. Nederlander' - heeft voor velen de 102. intellectueel van het toneel verdrongen.

alinea 7

103. Gegeven de impliciete ontkenning 104. van politici dat onzekerheid een voor-105. waarde is voor een vruchtbaar debat, is 106. het niet verwonderlijk dat mensen zich 107. bedienen van dogma's en quasi-108. zekerheden. Gemak dient de mens en 109. waarom keer op keer een fijnzinnige 110. redenering opzetten als je het ook met 111. een vuistregel, principe, gedragscode 112. of gebod af kunt? Mensen verleren het 113. ook om met de onzekerheid die hoort 114. bij het maken van keuzes om te gaan 115. wanneer - zoals dat heet - 'de moraal 116. wordt ondersteund door de markt'. 117. Waarom nog nadenken over een donor-118. registratie als je korting krijgt op de 119. aanschaf van een nieuw paspoort - een 120. voorstel van PvdA'er Wouter Bos - als 121. je op het registratieformulier 'ja' aan-122. kruist? De voorliefde voor gedrags-123. codes en het aanvullen van morele 124. overwegingen met financiële prikkels 125. getuigt van een vrij pessimistisch mens-126. beeld. Ik vraag me af waar dat eindigt.

(8)

127. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je 128. mensen de verantwoordelijkheid ont-129. neemt om na te denken over hun eigen 130. gedrag, ze die verantwoordelijkheid 131. uiteindelijk zullen verleren.

alinea 8

132. De kennelijke afkeer van het debat 133. en de anti-intellectualistische sfeer die 134. is gaan heersen, hangen ten dele 135. samen met de misvatting dat het 136. moreel-ethische debat per definitie 137. elitair is. Maar wanneer je een moreel 138. dilemma isoleert en het van alle kanten 139. belicht, dan is dat toch geen elitaire 140. aangelegenheid? Het debat is bij 141. uitstek het instrument om de eigen 142. ideeën en idealen aan te scherpen dan 143. wel bij te stellen. Juist in een politiek 144. landschap waarin de verschillende 145. partijen in het midden naar elkaar toe 146. lijken te kruipen en de uitersten zich 147. verder van elkaar verwijderen, is debat 148. gewenst. En in dat debat is onzekerheid 149. niet alleen gepast, maar ook geboden.

alinea 9

150. Een andere belemmering voor een 151. goed debat is de wens van veel politici 152. om snel tot overeenstemming te komen. 153. Die zogenaamde 'pacificatie' komt van 154. oudsher voort uit de wens om winnaars 155. en verliezers in het debat te kunnen 156. verenigen. Angst voor polarisatie zit 157. een oprechte ideeënstrijd in de weg.

alinea 10

158. Bij een goed debat is het ook van 159. belang realistisch te zijn over waar 160. twijfel en onzekerheid te verwachten 161. zijn. Vaak geldt: hoe groter de wil om te 162. overtuigen, hoe groter de stelligheid 163. waarmee de argumentatie wordt

(9)

164. gevoerd. Maar wat mag je verwachten 165. van bijvoorbeeld de pogingen van de 166. darwinist Richard Dawkins om

167. gelovigen te bekeren tot het atheïsme? 168. De stelligheid waarmee hij zijn lezers 169. wil overtuigen, laat geen onzekerheid 170. toe en biedt daardoor nauwelijks ruimte 171. voor een vruchtbare gedachtewisseling 172. tussen andersdenkenden. Zijn verhaal 173. is een preek voor eigen parochie.

alinea 11

174. Het gebrek aan vertrouwen in

175. cultuur- en religiekritiek is een ander 176. obstakel. Het politieke midden en 177. sommige politieke partijen zijn nog 178. steeds bang hun vingers te branden 179. aan heikele kwesties zoals het recht op 180. geloofsafval en gaan daarom het debat 181. maar uit de weg. Daar komt bij dat in de 182. minst succesvolle debatten de islam als 183. geheel en als enkelvoudig wordt be-184. sproken, terwijl er grote verschillen 185. bestaan tussen gematigde en funda-186. mentalistische aanhangers van de

(10)

bladzijde 4

187. islam. Argumentaties die beginnen en 188. eindigen met 'omdat het in de Bijbel 189. staat' of 'omdat het in de Koran staat' 190. bieden weinig stof voor een zinvolle 191. uitwisseling van gedachten.

alinea 12

192. In zijn boek 'Moreel Esperanto'*1 193. pleit Paul Cliteur voor het scheiden van 194. moraal en religie.

*1 Esperanto is een kunsttaal, ontworpen om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren.

194. De politiek zou zich

195. moeten oriënteren op een moraal die 196. mensen gemeenschappelijk hebben en 197. niet op een moraal die mensen ver-198. deeld houdt. Een religieuze moraal 199. houdt mensen per definitie verdeeld. 200. Cliteur pleit daarom voor een 'moreel 201. Esperanto', dat gespeend is van ieder 202. religieus uitgangspunt. Zo'n moreel 203. Esperanto zou succesvol kunnen zijn 204. als de focus in het debat niet ligt op 205. een religie als gedeelde levens-206. beschouwing, maar op het naar voren 207. brengen van die elementen die het 208. individu dierbaar of minder dierbaar 209. zijn. Een dergelijke poging komt in 210. wezen neer op het aangaan van het 211. debat met gematigden onder de 212. religieuzen. Fundamentalisme aan de 213. kant van religies en aan de kant van de 214. Verlichting zijn de extremen die het 215. debat frustreren en overbodig lijken te 216. maken. De politiek zou ervoor moeten 217. waken dat deze twee extremen de toon 218. en inhoud van het debat bepalen.

(11)

alinea 13

219. Het is vooral de taak voor politici 220. en opiniemakers om mensen mee te 221. nemen in het moreel-ethische debat. 222. Het zou ongewenst zijn om mensen met 223. principes, vuistregels, gedragscodes en 224. een rijtje normen en waarden het bos in 225. te sturen. Principes - de uitkomst van 226. een onzichtbare morele argumentatie -227. zijn er voor mensen van wie de hoop op 228. eigen morele argumentatiekracht is 229. opgegeven. Het in twijfel trekken van 230. principes, het wellicht vermoeiende 231. proces van telkens nieuwe afwegingen 232. maken, is de belangrijkste voorwaarde 233. voor een zinvol debat en voor de 234. democratie.

alinea 14

235. Niet iedereen zal of moet een 236. zoekende spreker worden, maar

237. mensen zijn niet gek. Ze zijn in beginsel 238. prima in staat hun (morele) argumenten 239. op een goede, genuanceerde manier 240. voor het voetlicht te brengen. Stel hen 241. dan echter wel in staat om dat te doen. 242. Pas dan zal onzekerheid in een beter 243. daglicht komen te staan en een nieuwe 244. waardering krijgen.

(12)

bladzijde 5

Tekst 2 Geen nationale identiteit zonder historisch besef

naar: Jan Bank en Piet de Rooy

uit: NRC Handelsblad, 4 en 5 oktober 2008

Jan Bank is emeritus hoogleraar vaderlandse geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Piet de Rooy is hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

alinea 1

1. In 1878 werd vaderlandse

2. geschiedenis een verplicht vak op de 3. lagere school. Doel was te verhelderen 4. hoe de Nederlandse staat zich in

5. historisch opzicht ontwikkeld had. Daar-6. naast diende dit vak als middel voor het 7. opwekken van vaderlandsliefde en het 8. aankweken van een gevoel van natio-9. nale identiteit. In de toelichting bij de 10. wet stond duidelijk wat moest worden 11. geleerd en hoe dat onderwezen moest 12. worden. De bloederige Tachtigjarige 13. Oorlog, de kansrijke Gouden Eeuw en 14. de Franse Tijd vol staatsgrepen werden 15. gepresenteerd als belangrijke periodes 16. uit onze 'vaderlandse geschiedenis'.

alinea 2

17. Dat de mensen een historische 18. identiteit in de negentiende en in de 19. eerste helft van de twintigste eeuw van 20. groot belang achtten, was niet alleen 21. het gevolg van deze wet maar ook van 22. de verzuiling. De katholieken,

23. protestanten en socialisten bezagen het 24. verleden vanuit een verschillend per-25. spectief. In 1872 werd bijvoorbeeld een 26. nationale herdenking van het innemen 27. van Den Briel (1572) georganiseerd.

(13)

28. Die inname was het begin van de on-29. afhankelijkheid van de Republiek, maar 30. het katholieke volksdeel wenste vooral 31. te herdenken dat de watergeuzen deze 32. inname indertijd hadden gevierd met 33. het ter dood brengen van negentien 34. katholieke geestelijken, de martelaren 35. van Gorkum.

alinea 3

36. Dergelijke verschillen in beleving 37. van historische gebeurtenissen leidden 38. niet tot relativering van de geschiede-39. nis. Integendeel: alle verschillende 40. zuilen verklaarden indertijd hun plaats 41. in de samenleving in termen van 42. emancipatie en verwezen daarbij naar 43. voor hen markante momenten uit de 44. eigen geschiedenis. De verzuilde 45. burgers, of ze nu van katholieke, 46. protestantse of socialistische huize 47. waren, vonden - terugkijkend op het 48. verleden - ieder hun eigen identiteit.

alinea 4

49. Met de ontzuiling en de secularisatie 50. vanaf de jaren zestig in de twintigste 51. eeuw is deze identiteit op basis van een 52. eigen geschiedenis weggevallen. Soms 53. ging dat met opluchting gepaard.

54. Binnen de zuilen bestond indertijd heel 55. weinig geduld met afwijkende opvat-56. tingen, de emancipatie bleek in een 57. aantal opzichten slechts schijn en de 58. interne groepsdwang bleek vooral een 59. zeer onaangename herinnering, die 60. liefst werd verdrongen. Bovendien, wie 61. had er, op de drempel van een totaal 62. nieuwe samenleving, nog behoefte aan 63. inzicht in het verleden? De rugzakken 64. met het belaste, verzuilde verleden 65. werden dan ook snel afgeworpen.

(14)

alinea 5

66. Met dit alles viel de bodem onder 67. het vaderlandse geschiedenisonderwijs 68. weg. Het werden de jaren waarin

69. geschiedenis door maatschappijleer 70. werd vervangen. De vaderlandse ge-71. schiedenis legde het af tegen een 72. breed gedragen kosmopolitisme. Met 73. het historisch besef ging het vervolgens 74. snel bergafwaarts. Van zoiets als een 75. gemeenschappelijke identiteit was 76. nauwelijks nog sprake.

alinea 6

77. Inmiddels is het tij gekeerd en staat 78. de vaderlandse geschiedenis weer vol-79. op in de belangstelling en daarmee het 80. historisch besef. Enerzijds heeft dat te 81. maken met het feit dat de idealen van 82. de jaren zestig zijn verouderd, ander-83. zijds spelen internationale ontwikke-84. lingen een rol. Zo bleek het einde van 85. de Koude Oorlog met de val van de 86. Berlijnse muur niet het begin te zijn van 87. een totaal nieuwe wereld, maar her-88. haalde de bloedige geschiedenis zich

(15)

bladzijde 6

89. eerst op de Balkan en daarna verkilde 90. de verstandhouding tussen het westen 91. en Rusland wederom. Zelfs de

92. geschiedenis in het Midden-Oosten 93. bleek te zijn doorgegaan langs oude 94. patronen. Ook leek het proces van 95. Europese integratie sluipenderwijs te 96. leiden tot een verlies van nationale 97. zelfstandigheid. Belangrijker wellicht 98. nog was het gegeven dat de migranten 99. uit de jaren zestig en hun kinderen -100. niet voldoende integreerden in de 101. samenleving, maar een parallelle 102. samenleving opbouwden.

alinea 7

103. Dit alles heeft geleid tot een nieuwe 104. zoektocht naar identiteit en een her-105. bezinning op het nationale verleden. 106. Niet langer hield alleen een handjevol 107. historici zich bezig met de vraag naar 108. de Nederlandse identiteit, maar de 109. gehele samenleving stortte zich op dit 110. vraagstuk. Ook de overheid kon niet 111. achterblijven. Vanuit Den Haag werd 112. verordonneerd dat het geschiedenis-113. onderwijs versterking behoefde en men 114. stelde een geschiedeniscanon verplicht. 115. Daarnaast klonk het startschot voor een 116. Nationaal Historisch Museum en veel 117. erfgoed wordt niet langer verkwanseld, 118. maar juist veiliggesteld.

alinea 8

119. Ook hier herhaalt zich in zekere zin 120. de geschiedenis. Want net als in de 121. jaren zestig, toen men het belang van 122. het vak vaderlandse geschiedenis niet 123. langer inzag, dreigt men nu weer door 124. te slaan naar de andere kant: een 125. dwangmatig streven naar nationale

(16)

126. homogeniteit. Het onderwijs moet dit 127. alles verankeren: grote heldendaden uit 128. het verleden moeten een plekje krijgen 129. in een begrijpelijk historisch overzicht. 130. De pleitvoerders voor gedegen onder-131. wijs in de vaderlandse geschiedenis 132. krijgen soms het verwijt dat het hier 133. gaat om een hernieuwd, bekrompen 134. nationalisme. Dit verwijt kan worden 135. gepareerd door te wijzen op het ont-136. breken van basale historische kennis, 137. waarvan het, los van enig hoger doel, 138. van belang is dat elke burger daarover 139. beschikt. Zoals telkens weer uit onder-140. zoek blijkt, zijn er tal van mensen die 141. denken dat Willem van Oranje tegen de 142. Romeinen in opstand kwam en dat de 143. Eerste Wereldoorlog in 1550 begon.

alinea 9

144. De oorzaak van deze onwetendheid 145. lijkt snel gevonden: het falende onder-146. wijs. Dat verklaart echter niet alles. In 147. landen die niet hebben gezucht onder 148. Nederlandse eigenaardigheden als 149. Mammoetwet, basisvorming en studie-150. huis, is het net zo slecht gesteld met 151. het algemene historisch besef van de 152. bevolking. In Canada bijvoorbeeld 153. schatte zestien procent van de 154. bevolking het aantal Joodse slacht-155. offers op minder dan een miljoen. In 156. Engeland beweerde bijna de helft van 157. de Engelsen nog nooit van Auschwitz te 158. hebben gehoord. In Griekenland dacht 159. een student aan de universiteit dat de 160. SS een van de grootste verzetsgroepen 161. was. In de Verenigde Staten waren er 162. studenten die dachten dat de

163. Russische Revolutie in 1970 had 164. plaatsgevonden, dat de eerste atoom-165. bom in 1915 was gevallen en dat de 166. slaven in de Verenigde Staten in 1835 167. waren vrijgelaten, hoewel anderen 168. dachten dat dit in 1910 was gebeurd. 169. Ook waren er studenten die dachten 170. dat de Volksrepubliek China in 1790 tot

(17)

171. stand was gekomen, Israël in 1810 was 172. opgericht, Napoleon vóór de Franse 173. Revolutie aan het bewind was, maar 174. misschien ook pas in 1880, dat Darwin 175. een auteur was uit de achttiende eeuw 176. en dat vrouwen al in 1810 het kiesrecht 177. hadden verworven.

alinea 10

178. Dit alles wijst erop dat de situatie 179. in Nederland niet uniek is. Verder blijkt 180. hieruit dat geschiedenis vooral een veel 181. lastiger vak blijkt te zijn dan doorgaans 182. wordt aangenomen, wat op zich weer 183. dwingt tot een diepgaande bezinning op 184. de didactiek ervan.

alinea 11

185. Een laatste belangrijke oorzaak 186. van het gebrekkige historische besef

(18)

bladzijde 7

187. van de Nederlandse bevolking is dat 188. nogal wat burgers het gevoel hebben 189. dat geschiedenis in het gewone leven 190. er helemaal niet toe doet. Voor veel 191. leerlingen is geschiedenis een 'school-192. vak', dat men na het verlaten van de 193. school kan 'deleten'. Dit gevoel wordt 194. versterkt door het vrijwel ontbreken van 195. een historische dimensie in het open-196. bare debat. Aan het Binnenhof wordt 197. dagelijks slag geleverd over van alles 198. en nog wat, maar een historisch argu-199. ment valt daar zelden te beluisteren. 200. Al was het maar, bijvoorbeeld, een 201. opmerking waaruit het besef blijkt dat 202. Nederland tijdens de koloniale periode 203. over verschillende uitheemse volkeren 204. de baas speelde of dat Nederlanders 205. ooit voor hun eigen vrijheid hebben 206. moeten vechten. Vanwege deze 207. geringe interesse kan het historisch 208. aanbod van de Nederlandse publieke 209. omroepen niet in de schaduw staan van 210. wat de BBC, Canvas of ZDF op dit 211. terrein bieden, al zijn er wel enkele 212. historische programma's zoals 'Andere 213. Tijden'. Belangstelling voor de ge-214. schiedenis lijkt haast een kwestie van 215. persoonlijke smaak, een hobby voor 216. vitale senioren. En voor de elite lijkt 217. historische kennis eerder een distinctie-218. middel: men kan er zo prettig mee laten 219. merken niet van de straat te zijn.

alinea 12

220. Zolang dat het overheersende 221. beeld is, zolang de politieke belang-222. stelling voor de geschiedenis beperkt 223. blijft tot het bestellen van een canon 224. voor het onderwijs en zolang burgers 225. onverschillig staan tegenover de eigen 226. historische achtergrond zal het

227. historisch besef van de bevolking niet 228. toenemen. En zonder historisch besef

(19)

229. zal er van een nationale identiteit geen 230. sprake zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nordrhein-Westfalen darf einen Polizeibewerber wegen seiner Tätowierungen nicht generell ablehnen.. Das verstoße gegen das Grundrecht

Bentall 1 Despite advances in our understanding of mental illness, treatments leave patients no better off today than they did almost half a century ago―according to..

The durability of the cat has facilitated the notion that cats have “nine lives” and a common veterinary legend holds that cats are able to reassemble their bones when placed in

De ge- dachte is dat het politieke gezag bij de Tweede Kamer hoort te liggen en dat de Nederlandse rechter zich niet heeft uit te spreken over de − per definitie politieke

Alleen zo krijgen we meer diepgang in het publieke debat en kan de desinteresse bij de burger door- broken worden. naar: Rob Wijnberg, filosoof en columnist uit: NRC Handelsblad,

[r]

− De ouders maken eten steeds op dezelfde manier klaar (en dat gaat de kinderen vervelen).. − De kinderen lusten

B hacer deporte acuático y visitar un pueblo de arte C hacer un trabajo voluntario y ayudar a los indígenas D participar en un taller de arte mixteca y