• No results found

Technologie en de Muziekindustrie: Een filosofische analyse van tien jaar innovatie in online distributievormen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Technologie en de Muziekindustrie: Een filosofische analyse van tien jaar innovatie in online distributievormen"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TECHNOLOGIE EN DE

MUZIEKINDUSTRIE

EEN FILOSOFISCHE ANALYSE VAN TIEN JAAR

INNOVATIE IN ONLINE DISTRIBUTIEVORMEN

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT GEESTESWETENSCHAPPEN

BEGELEID DOOR PIM KLAASSEN

(2)

Technologie en de muziekindustrie

Een filosofische analyse van tien jaar innovatie in online distributievormen

Richard Zevenbergen Universiteit van Amsterdam Faculteit Geesteswetenschappen Begeleid door Pim Klaassen 29 oktober 2014

Technologie en de muziekindustrie

Een filosofische analyse van tien jaar innovatie

in online distributievormen

door Richard Zevenbergen

(3)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Inhoudsopgave 5

Inhoudsopgave MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

4

Inleiding

Theorie

1.1 Actor-Network-Theory 1.2 Dichotomieën en hypocrisie

1.3 Macht en controle of micro- en macro-actoren

De casus

Analyse

3.1 Het netwerk

3.1.1 Na de val van Napster 3.1.2 Spotify

3.1.2.1 Spotify en muzikanten

3.2 Technologische mediatie in de muziekindustrie 3.2.1 Peer-to-peer technologieën

3.2.2 Peer-to-peer vs. Streaming 3.2.3 Spotify Artists

Implicaties en conclusies

4.1 Actor Network Theory: de juiste theorie?

4.2 Intellectueel eigendom en macht in het internettijdperk 4.3 Betekenis en implicaties voor de muziekindustrie

Literatuurlijst

Bijlagen

6

11

11 12 16

18

24

24 34 36 41 43 44 46 50

52

52 55 56

59

62

Inhoudsopgave

A B C 1 2 3 4

(4)

Inleiding MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

A

6

Inleiding

De verspreiding van auteursrechtelijk beschermd materiaal via het internet is, sinds het mogelijk gemaakt werd, een controversieel onderwerp. Juridisch gezien was er aanvankelijk twijfel of het wel een overtreding betrof. Het delen van bestanden is niet hetzelfde als diefstal in de ouderwetse zin van het begrip omdat de oorspronkelijke bezitter zijn of haar eigendom naderhand niet kwijt is. Vanuit economisch en juridisch perspectief wordt er meestal gekeken naar gederfde inkomsten; doordat iemand een product gratis heeft gedownload lopen de producent en verkoper inkomsten mis. Er is hier sprake van een dader en een slachtoffer, of gedupeerde. Wie de dader is en wie het slachtoffer is, verschilt in de praktijk, afhankelijk van welk auteursrechtelijk bescherm materiaal op welke manier toegeëigend is.

Besprekingen van de distributie van auteursrechtelijk beschermd materiaal gaan veelal uit van een tweedeling tussen ‘dader’ en ‘slachtoffer’. Hierbij staat degene die muziek deelt of downloadt tegenover ‘de muziekindustrie’ in zijn geheel, zoals in artikelen van Denegri-Knott (2004), Jordan (1999) en Lessig (2004). In een soortgelijk kader wordt de muziekindustrie tegenover de artiest, auteur, ontwerper of regisseur gezet. Deze tweedeling van actoren geeft een te simplistisch beeld van de daadwerkelijke situatie. Hierdoor schieten analyses vaak tekort. De hoeveelheid groeperingen die betrokken zijn bij de distributie van auteursrechtelijk beschermd materiaal is vele malen complexer dan de gewone tweedeling in slachtoffers en daders.

Daar komt bij dat analyses die gebruikmaken van de ‘dader’ / ‘slachtoffer’ scheiding gaandeweg de rollen van slachtoffer en dader omdraaien, zonder dit te benadrukken. Het slachtoffer in juridische zin, met name de muziek- en filmindustrie, wordt veelal beschouwd als tegenwerker van creativiteit en innovatie. Hiermee perkt het oorspronkelijke slachtoffer de vrijheid van artiesten en consumenten in. Artiest en consument worden daarmee slachtoffer van het machtsmisbruik van “corporate elites” (Denegri-Knott, 2004).

De muziekindustrie neemt een belangrijke plek in bij de discussie rondom de verspreiding van digitale bestanden (Mortimer et al 2012, 1). Zowel de media als de wetenschap gebruiken de muziekindustrie als voorbeeld van de ‘strijd’ om auteursrechtelijk beschermd materiaal en de distributie ervan. Een goede reden hiervoor is dat muzikanten, als publieke figuren, veel aandacht genieten waardoor zij hun standpunten goed kunnen formuleren voor het publiek. Hierdoor is het eenvoudig om de actoren te volgen en om erachter te komen wat er speelt. Dit biedt de

7

Inleiding

mogelijkheid om het auteursrechtelijke probleem in de digitale wereld te analyseren. Verder biedt het de mogelijkheid om te laten zien hoe machtsstructuren door middel van technologieën ontstaan en geconsolideerd worden.

In deze scriptie wil ik laten zien dat het netwerk van actoren in en rondom de muziekindustrie vele malen complexer is dan de gewoonlijk aangehouden tweedeling. Dit zal ik laten zien door gebruik te maken van Bruno Latours Actor-Network-Theory (ANT). ANT is een theorie die de nadruk legt op onderlinge verhoudingen van actoren. Hierbij spelen technologieën een even grote rol als menselijke actoren. Een van Latours centrale punten is een kritiek op gebruikelijke dichotomieën en de huichelaarij (vertaling van “duplicity”) van analyses. Dit zal, samen met andere belangrijke concepten van ANT, in sectie 3.1 behandeld worden.

Door gebruik te maken van deze theorie hoop ik tegelijkertijd de daadwerkelijke motieven van actoren te laten zien. Om hierin te slagen blijf ik zo dicht mogelijk bij de methode van The

Pasteurization of France (Latour 1984[1988]). In dit boek laat Latour aan de hand van een casus

zien dat wetenschappelijke successen afhankelijk kunnen zijn van het vermogen van een enkele wetenschapper om bondgenoten te sluiten en een politieke, of zelfs militaire, strategie erop na te houden. Dit maakt de wetenschapper afhankelijk van de samenleving en instituties waarmee deze in aanraking komt, waardoor de analyse sociologisch van aard wordt. Dit staat in contrast met de gewoonlijke manier om de wetenschap te bestuderen, namelijk door de wetenschapper alleen in het laboratorium te beschouwen.

De manier waarop men naar de successen die toegeschreven worden aan een individu worden volgens Latour duidelijk in Oorlog en Vrede van Leo Tolstoj. In dit boek wordt de veldslag tussen de Russische generaal, Kutuzov, en de Grande Armée van Napoleon bij Tarutino beschreven. Terwijl Kutuzov gevierd en geërd wordt vraagt Tolstoj zich af of de veldslag überhaupt heeft plaatsgevonden. Kutuzov wilde het gevecht niet aangaan en vertraagde de gang van zijn leger telkens. Toch beschouwt men het geheel als een ingenieus doordachte strategie die ertoe leidde dat de Fransen niet verder kwamen. Van heldendom, genialiteit en strategie kan men volgens Tolstoj in dit geval niet spreken. En op dezelfde manier begint Latour met de analyse van Pasteur, door niet te kijken naar wat Pasteur naderhand beschreef als een uitgedachte strategie maar te kijken naar de gedachtes van Pasteur en de mensen om hem heen ten tijde van het onderzoek en

(5)

Inleiding MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

8 Inleiding 9

de wetenschappelijke ontdekkingen.

De noodzaak om een casus te behandelen volgt uit het advies van Latour om de actoren te volgen (Latour 2005, 12). Het kader waarin een controverse zich afspeelt, wordt duidelijk gemaakt door de actoren zelf. Dit verschilt per geval. Het is nodig om zonder a priori kader te beginnen aan een analyse omdat vormgeving van het kader overgelaten moet worden aan de actoren.

De casus die ik zal behandelen betreft een specifieke controverse in de muziekindustrie rondom de online distributie van muziek, namelijk de strijd om controle over de distributie van muziek die heavy-metal band Metallica sinds het begin van de 21e eeuw is gaan voeren

met online distributeurs. Dit begon met een rechtszaak tegen het bedrijf achter het bestand-uitwisselingsprogramma Napster. Een aantal soortgelijke programma’s volgden Napster nadat het werd gesloten. Deze hadden zich vooral gericht op het delen van (muziek)bestanden. In 2012 sloot Metallica een overeenkomst met Daniel Ek van de streaming-service Spotify om hun muziek in het bestand op te nemen. Een streaming-service laat mensen naar muziek luisteren via een internetverbinding, waarbij nummers niet op de computer worden opgeslagen. De video website YouTube wordt daarom ook beschouwd als een streaming-service voor muziekbestanden, hoewel er niet uitsluitend muziek beschikbaar wordt gesteld via de site. De casus zal ik uitgebreid behandelen in sectie 2.

Aan de hand van deze casus wil ik ingaan op veranderingen die technologieën teweeg kunnen brengen in de muziekindustrie. Het voorbeeld van online distributie laat zien dat de manieren van distributie invloed hebben op veel meer dan alleen de manier waarop mensen muziek ontvangen. Hierbij wil ik het er niet over hebben of technologieën wenselijk zijn of niet. Het is mijn bedoeling om te reflecteren op de manier waarop het internet, P2P-sharing en streaming-services invloed uitoefenen op machtsstructuren rondom intellectueel eigendom in de muziekindustrie en op de manier waarop machtsstructuren bepalen hoe technologieën gebruikt worden. Computers die op een P2P-netwerk zijn aangesloten kunnen met elkaar bestanden uitwisselen, zoals muziek-, foto- of videobestanden. Streaming-services maken over het algemeen gebruik van centrale servers. Inmiddels bestaan hybride programma’s die zowel als streaming-service en een vorm van P2P-netwerk werken, zoals bijvoorbeeld Popcorn-Time voor films.

Daarnaast heeft de casus raakvlaak met twee bredere onderwerpen. Ten eerste de belang van muziek over het algemeen. Het bestuderen van dit onderwerp met betrekking tot technologie is niet alleen op zich interessant, maar de muziek heeft ook een culturele betekenis. Muziek bestaat al lang in verschillende vormen en is waardevol voor menselijke samenlevingen. Op welke manier muziek belangrijk is veel bestudeerd en ik zal hiervan een aantal conclusies bespreken. Ten tweede heeft de machtsstrijd in de muziekindustrie verdere implicaties voor machtsstructuren rondom intellectueel eigendom in het algemeen. De manier waarop verschillende partijen proberen controle te krijgen over de distributie van online-bestanden speelt ook een rol voor de film-, boeken-, en softwareindustrieën. Daarnaast laat de analyse van de casus zien dat groepen nog niet bekend zijn met de manier waarop het internet machtsstructuren vormgeeft waardoor sommige pogingen om controle te krijgen naderhand onhandig en naïef blijken te zijn.

De invloed van technologieën op machtsstructuren zal ik analyseren door te kijken naar de betrokkenen in de casus en de manier waarop zij beïnvloed zijn door nieuwe technologieën. Voorbeelden van interactie tussen actoren vormen de leidraad voor sectie 3. De gevolgen van veranderingen en de implicaties hiervan voor onderlinge verhoudingen zullen hierbij expliciet aan bod komen. Om te bepalen of een bepaalde ontwikkeling wenselijk is of niet vergt het onderzoek een ethisch kader. Dit wordt bewust vermeden omdat de morele waardering voor gevolgen verschilt per groep of actor en het is niet de bedoeling om een kant te kiezen. Integendeel, aan het eind van sectie 3 hoop ik elk standpunt evenveel gewicht te hebben gegeven. Een compromisoplossing probeer ik niet te verzinnen omdat pogingen hiertoe al ondernomen worden. Het is voor een analyse als deze interessanter om te onderzoeken op welke manier conflicterende groepen met elkaar omgaan en op welke manier bepaald wordt welke distributievormen mogen blijven bestaan. Aan de hand van de analyse die in deze scriptie uitgevoerd wordt zal blijken dat dominante technologieën het vermogen hebben om machtige groepen bijelkaar te brengen.

(6)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

10 Inleiding 11

De hoofdvraag van deze scriptie is daarmee:

Hoe veranderen distributietechnologieën machtsstructuren in de muziekindustrie en wat zijn de gevolgen van veranderingen in deze machtsstructuren?

De subvragen zijn:

• Welke aspecten van Actor-Network-Theory zijn belangrijk om de strijd over controle over distributievormen te analyseren? (Sectie 1.1, 1.2, en 1.3)

• Wat is de casus? (Sectie 2.1)

• Welke plek neemt muziek in in onze samenleving en waarom is het belangrijk om deze te bestuderen? (Sectie 2.2)

• Hoe kan het netwerk in de muziekindustrie geschetst worden zonder a priori de micro- en macro-actoren te bepalen? Hoe is dit netwerk veranderd sinds Napster? (Sectie 3.1) • Wat laat de ontwikkeling van de muziekindustrie zien over technologische mediatie?

Wat zijn de gevolgen voor de actanten van sectie 3.1? (Sectie 3.2)

• In hoeverre is deze analyse van betekenis voor de muziekindustrie? Wat zegt dit over de muziekindustrie? (Sectie 4.1)

• Wat voegt deze benadering toe aan theorievorming rondom analyses van macht in het internettijdperk? (Sectie 4.2)

• In hoeverre heeft ANT bijgedragen aan het beantwoorden van de vraag? Wat is er aan de theorie verandert door het toe te passen op een dergelijke casus? (Sectie 4.3)

Theorie

1.1 Actor-Network-Theory

Actor-Network-Theory (ANT) is een theorie die het mogelijk maakt om te bestuderen op welke

manier mensen en artefacten invloed uitoefenen op elkaar. Zowel menselijke als niet-menselijke entiteiten worden door Latour aangeduid als actanten. Reden hiervoor is de actieve rol die beide spelen in het vormgeven van de samenleving. Mensen ontwikkelen technologieën om taken uit te voeren of te vergemakkelijken. De manier waarop technologieën vormgegeven worden bepaalt tegelijkertijd de manier waarop mensen omgaan met deze technologieën. Technologieën die een grote rol spelen in ons dagelijks leven geven daarmee vorm aan mensen en hoe wij ons gedragen. Onze onderlinge verhoudingen worden beïnvloed door technologieën, maar wij gaan ons ook ten opzichte van technologieën op een bepaalde manier verhouden. In ANT krijgen artefacten een actieve rol in de samenleving die gelijk kan komen te staan aan de rol van personen. Om niet bij voorbaat een onderscheid te maken tussen persoon en object worden beiden aangeduid als

actanten. Deze benaming is afgeleid van het begrip actoren maar vermijdt juist het menselijke

aspect hiervan. Het verschil tussen actanten bestaat slechts uit de relaties die zij met andere actanten hebben. Deze relaties zijn vormgevend en bepalen ook het gedrag van actoren. Belangrijk is dat artefacten ook een actieve rol toegewezen krijgen in vormgeving en handelingen. In deze casus zijn er talrijke niet-menselijke technologieën die een actieve rol spelen in de verspreiding van muziek en daarmee de onderlinge machtsverhoudingen beïnvloeden. Onder niet-menselijke actanten vallen bijvoorbeeld programma’s, het internet, en muziek-bestandstypen.

Doordat de nadruk ligt op verhoudingen tussen actanten kunnen nieuwe actanten pas toegevoegd worden aan het netwerk als men van een relatie tussen actanten kan spreken. De casus, die in de volgende sectie beshandeld wordt, begint met twee actanten die in conflict met elkaar geraken. Een andere actant is pas belangrijk voor het netwerk rondom de thematiek zodra deze in conflict geraakt of een bondgenootschap sluit met een van de twee oorspronkelijke actanten.

Bruno Latour is een van de grondleggers van Actor-Network-Theory. Eén van zijn belangrijkste bijdragen aan deze discipline is zijn bijdrage aan de wetenschapsantropologie. Daarnaast heeft hij zich beziggehouden met allerlei aspecten van de samenleving, zoals techniek, politiek en sociologie. Het doel van zijn wetenschapsantropologische analyses is het om te laten zien dat wetenschap en maatschappij nauw verweven zijn. Dit doet hij onder andere door te laten zien hoe wetenschappers relaties aangaan met mens, techniek en de natuur. Het ouevre van Latour spant

1

(7)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

12 Theorie 13

meer dan dertig jaar en tientallen teksten, wat te veel stof is voor deze scriptie. Om verwarring en tegenstrijdigheid te voorkomen richt ik mij hoofdzakelijk op drie teksten van Latour, namelijk

The Pasteurization of France (1984), Unscrewing the Big Leviathan: How Actors Macro-structure Reality and How Sociologists Help Them To Do So (Callon & Latour, 1981) en How to Write ‘The Prince’ for Machines As Well As Machinations (1988). Deze bronnen leggen allen een nadruk op

het manifesteren van machtsposities door middel van strategische allianties. Voordat ik dit kan beschrijven is het nodig om het ontologisch fundament van de theorie toe te lichten. Latour schrijft in We Have Never Been Modern (1993) dat ANT een tegenreactie is op het modernisme. Vandaar dat het in deze context nodig is om kort uit te leggen wat er bedoeld wordt met ‘modernisme’.

1.2 Dichotomieën en hypocrisie

De ideeën van de Verlichting legden het fundament voor een modernistische kijk op de wereld. In de Middeleeuwen speelden metafysische en bovennatuurlijke verklaringen voor verschijnselen een belangrijke rol. Hierbij namen religie en mythen het voortouw in het verklaren van natuurlijke en niet-natuurlijke fenomenen. Zowel natuurrampen als de monarchie waren door een hogere macht gekozen fenomenen. De Verlichting wordt gekenmerkt door het centraal stellen van de menselijke vrije wil in ontologische theorieën. De mens wordt gekenmerkt door de ratio, het vermogen om zelfstandig en zonder invloed van buitenaf na te denken. Alleen de rede zou leiden tot ware kennis.

Het verschil tussen mensen en niet-menselijke entiteiten is gelegen in het vermogen om rationeel na te denken. Dieren reageren volgens Verlichtingsdenkers slechts instinctief, en materiele objecten zijn onderhevig aan de natuurkundige wetten van oorzaak en gevolg. Dankzij het vermogen om rationeel na te denken zijn mensen verheven boven de wetten der natuur.

Het modernisme kenmerkt zich door de scheiding tussen mens en niet-mens, of anders gezegd, tussen cultuur en natuur. Latour verduidelijkt deze scheiding bovenaan in afbeelding 1, die gekopieerd is uit We Have Never Been Modern (1993, 11).

Theorie

Aan de linker kant komt alles te staan wat te maken heeft met niet-mensen en natuur, zoals dieren, natuurfenomenen en de materiële wereld. Dit is hetgene dat bestudeerd wordt in de natuurwetenschappen. Voor Verlichtingsdenkers was de wereld te voorspellen omdat het onderhevig was aan de natuurwetten. Vandaar dat determinisme een belangrijke rol speelt in het modernistische denken.

Aan de rechter kant staat al dat heeft te maken met het menselijke aspect, dat wil zeggen alles dat te maken heeft met de ratio, het vermogen om rationeel na te denken en zich af te scheiden van de natuur. Dit is het terrein van de sociale wetenschappen maar ook van de wetenschapper zelf. De wetenschapper staat hier los van de natuur op dezelfde manier als de ratio onafhankelijk is van de materiële wereld.

Latour benadrukt de relaties tussen mensen onderling en tussen mensen en niet-mensen. Actanten gaan pas een rol spelen in analyses als zij een relatie aangaan met andere actanten in een netwerk. De manier waarop relaties geconceptualiseerd worden in ANT zorgt er voor dat de scheiding tussen mens en niet-mens geen rol meer speelt. Dit wordt gedaan door zich in eerste instantie te richten op handelingen. Alles dat handelingen kan uitvoeren of beïnvloeden kan het

(8)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

14 Theorie 15

gedrag van anderen beïnvloeden en kan daarmee een relatie aangaan met anderen.

Deze conceptualisering zorgt ervoor dat de scheiding tussen mens en niet-mens geen rol meer speelt in de analyse. Sterker nog, alle a priori scheidingen en categorieën komen te vervallen. Het enige waar de onderzoeker zich op moet richten is datgene waar actanten mee in aanraking komen. Hierdoor wordt het netwerk waarmee de onderzoeker zich bezighoudt bepaald door de actanten. Hoe men een dergelijke analyse moet beginnen leg ik uit aan de hand van Latours The

Pasteurization of France. Daarvóór wil ik nog toelichten waar de hypocrisie van veel analyses

voor komt in de sociologie en geschiedenis volgens Latour, en waarom dit relevant is voor deze casus.

Met hypocrisie worden de tegenstrijdige conclusies van één en dezelfde analyse bedoeld. In How

to Write ‘The Prince’ for Machines and Machinations haalt Latour geschiedkundige analyses aan

die op een voor hem arbitraire manier onderscheid maken tussen deugd en ondeugd. Historici prijzen Hannibals vermogen aan om een leger bestaande uit verschillende volkeren te verenigen en te besturen terwijl zij zijn wrede aard verafschuwen. Volgens Latour was het voor Hannibal helemaal niet mogelijk geweest om een dergelijk leger in toom te houden zonder die wreedheden. Hierdoor is het tegenstrijdig van historici om de ene eigenschap te prijzen zonder te beseffen dat dit niet mogelijk was geweest zonder de andere. Het advies dat Machiavelli geeft in De Heerser vermijdt volgens Latour het probleem van deze hypocrisie door gewone ethiek te ontstijgen. “Instead of contenting yourself with ethics, enlist allies, fight enemies and beware of all.” (Latour 1988, blz. 2)

Machiavelli keek in eerste instantie naar de wereld waarin een prins zich bevindt. Om macht te behouden moet de prins niet leven volgens ethische regels. Hij moet beseffen dat zijn macht behouden wordt door bondgenoten naar zich toe te trekken en zijn vijanden klein te houden. Het doel van Machiavellis advies was het om macht voor zo lang mogelijk te behouden in een wereld van bondgenoten. In de bespreking van de casus en de analyse hiervan zal blijken dat actanten hier bewust mee bezig zijn. Door zich telkens te positioneren tussen actanten lukt het bepaalde personen om macht te behouden, waardoor diegene invloed kan blijven uitoefenen op de distributie van muziek.

Theorie

De enige niet-menselijke entiteiten volgens Machiavelli waren kastelen en wapens. Latour voegt aan deze niet-menselijke entiteiten technologieën (“machines”) toe. De wereld is sinds Machiavellis tijd veranderd onder meer doordat technologieën een veel belangrijkere rol zijn gaan spelen. De moderne heerser kan niet ontsnappen aan de invloed van technologieën. Om zijn macht te behouden zal hij hier gebruik van moeten maken. “It is impossible to grasp the modern forms of power if we do not first understand that what is called ‘society’ and what is (wrongly) called technology are two artefacts created simultaneously and symmetrically by analysts who have too narrow a definition of power to track down the powerful.” (Latour 1988, blz. 3)

Historische analyses van macht behouden een hypocrisie door de, volgens Latour onnatuurlijke, scheiding tussen technologie en de samenleving. Een actor houdt zich niet aan de ene kant bezig met de samenleving en los daarvan met technologie. Technologieën zijn inherent sociale objecten, en de samenleving wordt mede gevormd door technologieën.

Dit kan men zien aan de manier waarop muziek online gepresenteerd wordt. Veel mensen gebruiken bijvoorbeeld YouTube om naar muziek te luisteren (Nielsen, 2012). Hiermee gaat de ervaring van naar muziek luisteren gepaard met een bijbehorende video. Beeld en audio worden daarme samen gepresenteerd en een video gaat deel uitmaken van de muziekervaring. Ook wordt er een extra sociale dimensie toegevoegd aan het naar muziek luisteren doordat online muziekdiensten graag op sociale media delen naar welke muziek iemand luistert. Dit zal invloed hebben op de muziek waar iemand naar luistert doordat diegene zich ervan bewust is dat andere meekijken. Ook zal het anderen de mogelijkheid bieden om nieuwe muziek te ontdekken door online contacten te volgen.

De invloed van deze technologieën is ook bepalend voor muzikanten en platenmaatschappijen. Toen men begon popmuziek uit te zenden via de radio werden nummers ingekort om zo meer afwisseling en een sneller tempo te behouden in de uitzendingen. Dit leidde ertoe dat de meeste popnummers werden geschreven zodat ze goed gepresenteerd konden worden op de radio. Platenmaatschappijen drongen erop aan dat muziekschrijvers dit in acht hielden. Als Spotify een belangrijke inkomstenbron wordt voor platenmaatschappijen zou het kunnen dat nummers nog korter worden (Cowen 2014), want na dertig seconden afspeeltijd krijgen platenmaatschappijen al geld uitgekeerd. Economisch gezien zou het produceren van langere nummers irrationeel

(9)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

16 Theorie 17

zijn omdat dit niet de winst maximaliseert. Ongewilde en onverwachte consequenties van technologieën zal ik uitgebreider behandelen in sectie 3.2.

1.3 Macht en controle of micro- en macro-actoren

In The Pasteurization of France begint Latour door de wetenschappelijke literatuur van de tijd van de Hygiënisten en de Pasteurianen open te slaan. Als onderwerp neemt hij de wetenschappelijke revolutie die het werk van Louis Pasteur teweeg heeft gebracht. Vervolgens laat hij zien dat de actoren en hun bedoelingen gevonden en bepaald worden in deze literatuur: “The fact that we do not know in advance what the world is made up of is not a reason for refusing to make a start, because other storytellers seem to know and are constantly defining the actors that surround them—what they want, what causes them, and the ways in which they can be weakened or linked together” (Latour 1984, blz. 10). Deze methode pas ik ook toe in deze scriptie. Het netwerk en de actanten worden bepaald door de actoren zelf. Hiervoor maak ik gebruik van verschillenden bronnen die allen dateren tussen juli 1999, toen Napster begon, en het heden.

Niet alleen laat Latour hier zien hoe men hoort te beginnen aan een dergelijk onderzoek, hij beschrijft hier ook op welke manieren volgens hem actoren gedefinieerd moeten worden. Ten eerste moet men achterhalen wat zij willen. De bedoelingen van actoren kunnen moeilijk te achterhalen zijn als hier niet over is gesproken of geschreven. Zelfs als dit niet zo is kan men niet zeker weten of dit de daadwerkelijke bedoelingen van actoren zijn. Vaak zullen individuen naderhand beweren dat het bereiken van een groot doel de hele tijd hun strategie bepaald heeft. Pasteur beweert altijd al geweten te hebben welke kant hij op wilde met zijn onderzoek. Volgens Latour is dit niet waar want “the strategists cannot themselves be analysed in terms of strategy” (1984, blz. 60). Strategie is een te rationeel begrip voor datgene wat de Pasteurianen hebben uitgevoerd. Men zou moeten spreken van verschuiving (“displacement”). De Pasteurianen deden alsof zij hetzelfde doel hadden als de hygiënisten en verworven hiermee het recht om voor hen te spreken. Toen werd het mogelijk voor ze om de koers van de hygiënisten te veranderen. Volgens Latour was de ‘strategie’ van Pasteur er een van continue verschuiving. Zodra hij een succes boekte in een richting en het gelukt was om daar de belangrijke allianties te sluiten, stopte hij met dat onderzoek en begon elders aan een nieuw onderzoek. Elke keer zette hij ‘het laboratorium’ in als uniek middel om pure wetenschap te beoefenen. Elke keer ontkende hij de betrokkenheid van diegenen die hem hadden geholpen, zodat het steeds leek alsof alle successen door hem alleen

Theorie

behaald waren. Als een actant kan spreken voor een andere actant of groep actanten dan spreekt Latour van translatie. Pasteur vertaalde de bedoelingen van hygiënisten in de samenleving tot doelen die te behalen waren in het laboratorium.

Op dezelfde manier kan translatie ook betekenen dat artefacten voor personen gaan spreken, of dat personen voor artefacten gaan spreken. Een actor verwerft echt macht wanneer het lukt om succesvol voor andere artefacten en instituties te spreken: “A difference in relative size is obtained when a micro-actor can, in addition to enlisting bodies, also enlist the greatest number of durable goods” (Latour 1981, blz. 284). Durable goods kunnen voor de heerser kastelen en legers zijn. Voor houders van auteursrechten kunnen dit juridische middelen en opsporingstechnologieën zijn. Door auteursrechtelijke bestanden te kunnen volgen over het internet is het mogelijk om te zien wie mogelijk auteursrechten schendt. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om overtreders op te sporen en te bestraffen.

De vraag is of houders van auteursrechten daadwerkelijk de macro-actoren zijn. In Sinking the

Online “Music Pirates”: Foucault, Power and Deviance on the Web (2004) concludeert Janice

Denegri-Knott dat houders van auteursrechten niet in staat zijn om “deviants” te bestraffen. Dit komt doordat de downloaders innovatief en creatief omgaan met de technologische middelen, of in andere woorden, dat zij zich hebben verbonden met het internet en de technologieën daaromheen. Dit betekent dat zij mogelijk “the greatest number of durable goods” aan hun kant hebben weten te krijgen. In dit geval zouden de downloaders, volgens Latour, de macro-actoren zijn en niet de platenmaatschappijen.

(10)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Casus

2

18

De casus

Het moment waarop een machtsstrijd over distributievormen in de muziekindustrie vorm kreeg was in 2000 toen de rockband Metallica stelling nam tegen de distributie van hun muziek via het downloadprogramma Napster (Ulrich, 2000). Het conflict begon tussen deze twee partijen maar al snel sloten muzikanten, platenmaatschappijen, hackers, luisteraars en andere groepen zich aan bij één van de twee partijen. Dit conflict spant meer dan tien jaar waarin de verhoudingen tussen groepen telkens opnieuw gedefiniëerd werden door nieuwe technologieën. In deze casus begin ik met de rechtszaak die nu bekendstaat als Metallica vs. Napster, Inc. maar het is niet de bedoeling om een chronologische aanpak te hanteren. Soms zal het nodig zijn om terug in de tijd te gaan om te zien wat bepaalde groepen bewoog om zich te mengen in de machtsstrijd.

Aan het eind van de 20e eeuw begon er frictie te ontstaan tussen Metallica en een tot dan toe nog

weinig bekend bedrijf, Napster. Napster maakte een programma dat het delen van bestanden via zogenaamde peer-to-peer (P2P) netwerken populair maakte. P2P-sharing maakte het voor internetgebruikers mogelijk om met elkaar bestanden te delen via directe verbindingen naar elkaars computers. Voorheen moesten bestanden op een centrale server opgeslagen zijn om ze te kunnen downloaden. Doordat dit niet meer hoefde, was het niet duidelijk of er daadwerkelijk iets illegaals gebeurde. Napster maakte het alleen mogelijk om auteursrechtelijk beschermde muziek te delen, maar het stelde die bestanden niet zelf ter beschikking. Daarbij werden de bestanden niet in origineel format maar als MP3s gedeeld. De kwaliteit van de bestanden konden hierdoor vrij slecht zijn. Een vergelijkbaar voorbeeld is het opnemen van cassettes voor vrienden. Het is niet illegaal om een cassette voor iemand anders op te nemen, tenzij men eraan verdient. Doordat gebruikers niet verdienden aan het delen van bestanden was het lastig om dit fenomeen juridisch in te delen.

Toch spande de Recording Industry Association of America (RIAA) in december 1999 een rechtszaak aan tegen Napster wegens het schenden van auteursrechten. Kort hierop startte Metallica een rechtszaak tegen Napster. Aanleiding hiervoor was dat hun single, I Disappear, verspreid werd voordat deze officieel uitgebracht was. Nadat de single meerdere malen op radio afgespeeld werd, ontdekte de band dat dit nummer, en al hun andere albums, via Napster beschikbaar gesteld waren (Ulrich, 2000). In eerste instantie vroegen zij Napster om deze bestanden van hun “site” te halen. Dit was aanvankelijk niet mogelijk omdat de bestanden niet op een centrale server opgeslagen waren. Voor zowel muzikanten als platenmaatschappijen was P2P-sharing een nieuw

19

Casus

fenomeen dat nog niet begrepen werd. Het was niet mogelijk om de muziek van Metallica van een “site” af te halen omdat het een programma betreft en de muziekbestanden niet centraal opgeslagen werden. Zelfs als Napster de muziekbestanden van Metallica zou blokkeren konden er telkens nieuwe bestanden door gebruikers aangemaakt en gedeeld worden. Toch werden de ontwikkelaars van Napster verantwoordelijk gehouden door de RIAA en Metallica.

De oprichters van Napster waren John Fanning, Shawn Fanning en Sean Parker. Sean Parker was na de rechtszaken en het faillissement van Napster in 2001 vastberaden om zijn oorspronkelijke doel met Napster voort te zetten. Dit doel was het om macht over de rechten van muziek weg te nemen van platenmaatschappijen en meer macht te geven aan luisteraars en artiesten: “We’ve been dreaming about a world where the traditional gatekeepers no longer determine what music the public heard--that was the promise of social media and social music discovery.” (Bertoni, 2013)

Sociale media spelen hierbij tegenwoordig een belangrijke rol. Volgens Parker zouden zij eraan bijdragen dat gebruikers invloed uitoefenen op elkaars luistergedrag. Daarbij zou de invloed van platenmaatschappijen op dit luistergedrag verkleind moeten worden. Dit verklaard de investeringen in projecten die hij maakte na het faillissement van Napster.

In de jaren tussen de val van Napster en het opkomen van Spotify heeft Parker weinig gedaan met muziek. Hij ondersteunde allerlei start-ups en sites zowel financieel als bestuurlijk, waaronder ook als “Founding President” van Facebook. Toen hij op Spotify stootte, stuurde hij meteen een e-mail naar de oprichter van Spotify, Daniel Ek (Sean Parker 2014). Hierna volgde samenwerking al snel en werd Spotify geïntegreerd in Facebooks social-media plan. Met de samenwerking tussen Parker en Ek werd de oprichter van Facebook, Mark Zuckerberg, ook betrokken bij het doel om de muziekindustrie te ‘democratiseren’.

In 2012 sloot Metallica zich aan bij Spotify. Kort na het faillissement van Napster liep het contract met hun platenmaatschappij af en nam de band de rechten over hun eigen muziek over. Hiermee hadden zij volledige controle verworven over het auteursrechtelijk beschermd materiaal. De stap om zich aan te sluiten bij Spotify verbaasde velen. Ten eerste ging men ervan uit dat Metallica tegen alle vormen van online distributie was. Daarnaast dacht men dat het motief voor de

(11)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

20 Casus Casus 21

aversie jegens online distributie bestond uit een angst voor gederfde inkomsten. De inkomsten via Spotify lagen in 2012 voor een grote band of muzikant nog ver onder de inkomsten van de verkoop van cd’s.

Volgens Lars Ulrich van Metallica ging het niet om geld of een aversie jegens online distributie maar om controle: “I was also stunned that people thought it was about money. People used the word, “greed” all the time, which was so bizarre. The whole thing was about one thing and one thing only - control.” (Ulrich, 2014)

De oorspronkelijke aanleiding voor de rechtszaak tegen Napster was het vroegtijdig lekken van I

Disappear. Hiermee raakte de band de controle over de verspreiding van hun muziek kwijt. Eerst

eisten de bandleden vergoeding voor de gederfde inkomsten van Napster. Tijdens het conflict met Napster heeft Metallica ook universiteiten aangeklaagd die weigerden Napster te blokkeren omdat studenten de meeste muziekbestanden hebben gedownload. Daarnaast huurde Metallica een bedrijf in om erachter te komen welke gebruikers van Napster hun bestanden downloaden en dwongen Napster om deze gebruikers te blokkeren, dat wil zeggen, de toegang tot het programma te weigeren. Waarom was het nodig om compensatie te eisen als het de band niet om gederfde inkomsten ging? Wat hoopte de band te bereiken met het censureren van universiteitsnetwerken? En waarom moesten naast Napster ook fans die muziek downloaden aangeklaagd worden? Het antwoord op deze vragen is meestal dat het Metallica erom ging om geld, waardoor de band op fora de spottende naam “Metallica, Inc.” heeft gekregen (Mel C, 2000). Maar dit voorbeeld is net zo goed zo te interpreteren dat het past bij Ulrichs verklaring dat het om controle ging. De hoge bedragen die geëist werden ter compensatie van het downloaden waren bedoeld om andere downloadprogramma’s af te schrikken. Als de straf te laag is schrikt men programmaontwikkelaars niet af. Daarnaast laten inkomsten zien wie er controle heeft over distributie. Metallica en de RIAA gingen ervan uit dat elk gedownload nummer gekocht zou zijn als het niet gedownload werd. Hierdoor waren de schattingen van gederfde inkomsten veel hoger dan waarschijnlijk terecht is. Men beschouwde dit als geld dat de downloadende partijen verdienden. Zodra iemand anders van de distributie van muziek profiteert, waarvan diegene niet de auteursrechten bezit of toestemming ervoor heeft gekregen, dan gebeurt dit buiten de macht van de eigenaar van dit intellectueel eigendom. Dit werd dus beschouwd als een vorm van

diefstal. Onderzoek wijst uit dat dit niet klopt en dat downloaden in sommige instanties zelfs de verkoop van cd’s kan bevorderen (Piolatto & Schuett 2012, blz. 31). Maar het was niet vreemd dat bands en platenmaatschappijen het beschouwden als een vorm van diefstal aan het begin van de 21e eeuw. Controle over de distributie van muziek houdt in dat men controle heeft over

de geldstromen rondom de verspreiding van muziek. De vergelijking met traditionele vormen van diefstal is overtuigender als men het heeft over de verminderde controle over distributie die daarmee gepaard gaat.

De samenwerking tussen Metallica en Spotify schept voor velen verwarring, maar als men het beschouwt in termen van controle is het helemaal geen vreemde stap. Spotify wordt door de zanger Thom Yorke beschreven als een laatste poging om de oude distributievormen van de muziekindustrie in stand te houden (Young 2013), waarbij bezitters van auteursrechten de meeste macht in handen hebben. Een band als Metallica, die zelf de auteursrechten bezit, profiteert hiervan. In sectie 3 zal ik uitvoerig de machtsvormen bespreken die bevorderd worden door verschillende technologieën en zal ik laten zien in hoeverre Spotify wél een nieuwe machtsstructuur creëert ten opzichte van de machtsstructuur die Napster bevorderde .

Elke nieuwe technologie brengt weer nieuwe mogelijkheden om muziek op te slaan, bijvoorbeeld als digitaal bestand op een harde schijf of op een cassette. Verschillende technologieën bieden nieuwe mogelijkheden om muziek te verspreiden. De gevolgen hiervan voor de muziekindustrie zijn vaak ingrijpend. Het heeft zelfs invloed op de manier waarop muziek gemaakt wordt. Er is bijvoorbeeld reden om aan te nemen dat het grootschalig gebruik van radio als massamedium de lengte van nummers heeft beïnvloedt (Karp 2014).

Verschillende technologieën en de invloed die zij hebben op de muziekindustrie komen aan bod in sectie 3.2. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan de reacties van betrokken groepen en de manier waarop zij omgaan met beïnvloeding.

Het belang van muziek in samenlevingen

Muziek neemt een belangrijke rol in in onze samenleving. Maar het is niet een fenomeen dat uitsluitend bestaat in onze Westerse samenleving. Het heeft zijn in oorsprong in prehistorische culturen (Wallin, Brown & Merker 2001). Bijna alle culturen kennen een vorm van muziek en de

(12)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

22 Casus 23

invulling ervan is meestal van sociale aard. Het kan gebruikt worden als vorm van overlevering of bestaan als kunstvorm en zelfs polariserend werken. Al deze aspecten zijn al te vinden in onze huidige samenleving in de vorm van gospel, klassiek (of alle muziek) en punk respectievelijk. De grenzen hiertussen zijn niet strikt. Maar over de exacte oorsprong en functie van muziek kan men slechts speculeren.

Als men dieper op het onderwerp ingaat ontstaan al de eerste twijfels over de universaliteit van muziek. Zo is gebleken dat muziek bij mensen van verschillende culturen, die opgegroeid zijn met andere muziek, andere emoties opwekt (Cihodariu 2011). Daarnaast klinkt muziek in andere culturen vaak heel anders, waarbij andere toonladders gehanteerd worden of toonladders überhaupt geen rol spelen.

Over de oorsprong van muziek bestaat ook veel twijfel. Neo-Darwinistische verklaringen leggen de nadruk op vier aspecten, namelijk het sexuele, het sociale, de pre-linguïstische communicatie en de manier waarop muziek communicatie verandert (Idem). Hierbij wordt de nadruk gelegd op de rol die muziek speelt in overleving en voortplanting.

Deze korte behandelingen van muziek helpen verder niet om het onderwerp te doorgronden en dat is niet de bedoeling in deze sectie. Het is belangrijk om te laten zien op welke aantoonbare manieren muziek belangrijk is in onze samenleving. Die zijn in een aantal categorieën op te delen.

Ten eerste vervult muziek een politieke rol. In onderdrukte samenleving wordt muziek vaak gebruikt als een van de weinige uitlaatkleppen om toch te protesteren. Het kan mensen ook verbinden en helpen om een gezamenlijke identiteit te creëeren. Zoals hierna te lezen is zijn Silicon Valley entrpreneurs grotendeels beïnvloedt door een ideologie die is ontstaan uit de hippiebeweging van de jaren ‘60. Deze beweging heeft zijn oorsprong in de folk- en rockmuziek van die tijd. De beweging omarmde protestmuziek en muziek die de oudere generatie schokeerde. Het heeft aangezet om te protesteren tegen oorlog, discriminatie en kapitalisme en bevorderde een hele nieuwe manier van leven. Doordat de muziek wereldwijd verspreid werd, werd de hippiebeweging in de jaren ‘60 ook een wereldwijd fenomeen.

Casus

Daarnaast heeft muziek altijd een spirituele waarde gehad. Bijna elk geloof maakt op de een of andere manier gebruik van muziek om met spirituele of hogere machten te communiceren of om die te eren. In het geloof dient muziek meestal als onderdeel van rituelen. Een van deze rituelen, de hymne, is in de commerciële wereld geïntroduceerd als gospelmuziek.

Naast gospelmuziek is er veel muziek die commercieel verkocht wordt. Doordat er een grote vraag is ontstaan naar muziek zijn er ook grote industrieën rondom de muziek ontstaan. Muziek is daarmee ook belangrijk geworden als economisch goed. Hoewel men muziek niet graag zo beschouwt is er wel degelijk een grote industrie ontstaan die het als doel heeft om hits te produceren en winst te maximaliseren. De massaproductie van hits leidt er soms zelfs toe dat aan sommige muzikanten dezelfde muziek verkocht wordt (Michaels 2009).

Hiermee is niet antwoord gegeven op existentiele vragen rondom muziek maar deze voorbeelden laten zien dat muziek veel rollen vervult voor mensen en dat het altijd op de een of andere manier voorkomt in menselijke culturen. De muziekindustrie is maar een aspect hiervan. Doordat de muziekindustrie het mogelijk maakt om allerlei muziek te verspreiden bepaalt de manier waarop muziek gedistribueerd wordt daarom ook voor een deel de rol die muziek kan vervullen in een samenleving.

(13)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Analyse

3

24

Analyse

In deze sectie wordt de verandering van Metallica als ‘tegenstander’ van online distributie tot fervente voorstander ervan beschreven aan de hand van ANT. Hiermee wil ik laten zien dat deze verandering, of hypocrisie van standpunten, ontstaat door de manier waarop de analyse uitgevoerd wordt. Daarnaast zal duidelijk worden hoe machtsstructuren veranderen door de invloed van technologieën hierop.

Voor de bandleden van Metallica is er sprake van een ontwikkeling van muziekplatformen, niet een verandering van hun eigen standpunten. De actoren geven hierdoor kleur aan het kader waarin de ontwikkeling geanalyseerd dient te worden. De bandleden willen controle houden over de manier waarop muziek gedistribueerd wordt. Dit doel keert keer op keer terug in deze sectie. De manier waarop men controle krijgt over de distributie van muziek verandert voortduren met de invoering van nieuwe technologieën. Metallica en de RIAA willen controle houden, terwijl Napster er juist voor zorgt dat hen controlemogelijkheden ontnomen worden en de vormgeving van de distributieketen in handen van de gebruikers ligt. Volgens de woordvoerders van het bedrijf behartigt Spotify de belangen van de muzikanten.

De ontwikkeling van machtsstructuren wordt beschreven aan de hand van de diagrammen in sectie 3.1.

3.1 Het netwerk

Het conflict over macht in de muziekindustrie rondom de distributie van muziek wordt meestal geschetst aan de hand van Metallica en Napster omdat dit conflict twee tegenovergestelde standpunten zou weergeven. Parker en Fanning, de oprichters van Napster, zouden zich bewust tegen de status quo hebben gekeerd en een reactie van de RIAA hebben willen uitlokken. Dit is niet waar. Parker en Fanning hebben altijd met de platenmaatschappijen samen willen werken (Ugwu 2013) om Napster tot een voor iedereen acceptabele technologie te maken. Uiteindelijk is het alleen gelukt om met BMG samen te werken en ook deze samenwerking was heel beperkt. Als het conflict over de verspreiding van muziek daadwerkelijk bestond uit een ruzie tussen Napster en Metallica, dan had dit conflict nooit zo veel aandacht gekregen. Om te zeggen dat deze twee partijen, die in de media geschetst worden als bestaande uit Lars Ulrich en Kirk Hammet van Metallica en Sean Parker en Shwan Fanning van Napster, de muziekindustrie voorgoed zouden hebben veranderd, schrijft een kleine groep actoren te veel macht toe:

25

Analyse

“Pasteur did everything by his own power, or at least through the power of his ideas. Such a view is no more tenable than is the statement that Kutuzov defeated Napoleon.” (Latour 1984, blz. 14) Pasteurs wetenschappelijke ontdekkingen worden meestal beschouwd als inzichten die hij kreeg terwijl hij in zijn eentje in het laboratorium aan het experimenteren was. Dit beeld is volgens Latour onjuist. Pasteur heeft veel bondgenoten moeten werven en gebruik moeten maken van bestaande groepen en instituties om te bereiken wat er is bereikt. Het zou net zo onrealistisch zijn om te beweren dat alle ontwikkelingen in de online distributie van muziek het resultaat zijn van het conflict tussen Napster en Metallica.

Om het netwerk te ontdekken begin ik in eerste instantie met de software waar het conflict mee is begonnen, namelijk Napster. Het netwerk vóór het faillissement van Napster is te zien in diagram 1.

(14)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

26 Analyse 27

Deze groep heeft gezamenlijk ervoor gezorgd dat een eerste versie van Napster ontwikkeld werd. Het beeld van de eenzame hacker die dankzij zijn eigen visie en genialiteit een revolutie in de muziekindustrie veroorzaakt, klopt dus niet. Net zo min als het beeld van Pasteur als eenzame onderzoeker in het laboratorium waarheidsgetrouw is, is het beeld van Shawn Fanning als eenzame revolutionair onjuist. Terwijl het idee als eerste wel van Fanning komt, is te zien dat Napster het resultaat is van een samenkomst van ideologie, techniek, visie, muzikanten, luisteraars en nog veel meer. Het wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat dit allemaal te vinden is in de persoon, Shawn Fanning, maar dit geeft hem een bovenmenselijk karakter.

In The Pasteurization of France wordt beschreven hoe Pasteur gebruik maakt van zijn bondgenoten en na behaalde successen hun deelname aan het proces ontkent. Fanning was niet op zoek naar erkenning voor zijn werk en vermeed in eerste instantie de media (Meyer 2006). Tegenwoordig als Napster behandeld wordt in de media dan wordt Fannings partner, Sean Parker, meestal aangehaald als oprichter. Dit is geen misinterpretatie, aangezien hij medeoprichter van het bedrijf is, maar door alsmaar de aandacht van media op te zoeken heeft Parker zich weten neer te zetten als revolutionaire bedenker van een nieuwe beweging. De rol van Fanning wordt hierbij snel vergeten.

De manier waarop Parker te werk gaat na het faillissement van Napster lijkt erg veel op de strategie van verschuiving en translatie van Pasteur. Als medeoprichter van het snelst groeiende bedrijf ooit (Menn 2003) beweert hij een unieke visie te bezitten en het vermogen om groeipotentieel te erkennen. Deze talenten van de ondernemer worden net zo ingezet als het laboratorium en de methodes van Pasteur. Als een andere wetenschapper een experiment van Pasteur nabootste en niet dezelfde resultaten kreeg, dan beschuldigde Pasteur diegene ervan de methode niet correct toegepast te hebben. Dit gaf hem een manier om elke op wetenschap gebaseerde kritiek te weerstaan. Het uiteindelijke faillissement van Napster wordt gewijd aan het feit dat de wereld nog niet klaar was voor een dergelijk programma (Constine 2013). Daarmee kan Parker de successen toewijzen aan zijn talenten en de wereld de schuld geven van mislukkingen. Inmiddels neemt Parker belangrijke functies in bij grote bedrijven zoals Facebook, Airtime, Causes en Spotify. Latour schetst de verschuiving van Pasteur als een baan of weg die Pasteur volgt (zie bijlage 1). Een soortgelijk pad is op de volgende bladzijde weergegeven in aangepaste vorm voor Sean Parker.

Analyse

Het netwerk is het resultaat van een uitvoerige bestudering van de casus. Het is niet van tevoren opgesteld om te bepalen welke actanten belangrijk zijn. Welke actanten een rol spelen in de machtsverhouding en de distributie van muziek wordt duidelijk door persberichten, interviews, online-fora en nieuwsberichten door te spitten. “The method I use does not require us to decide in advance on a list of actors and possible actions. If we open the (…) literature of the time, we find stories that define for us who are the main actors, what happens to them, what trials they undergo.” (Latour 1988, blz. 9)

Latour begint in The Pasteurization met de microben, maar hij had net zo goed met Pasteur, de hygiënisten of het laboratorium kunnen beginnen.

Napster begon als een idee op een netwerksite voor hackers. Het heersende gedachtegoed op de site kan beschreven worden als een die beheerst wordt door de Californian Ideology, waarbij ondernemerschap en het vrij delen van kennis centraal staan (Barbrook & Cameron 1995). De naam Californian Ideology is bedacht door Richard Barbrook en Andy Cameron in een essay dat kritiek uitoefent op juist deze ideologie. Het is een verzamelnaam voor libertaire high-tech entrpreneurs uit Silicon Valley. Veel jonge entrepreneurs in Silicon Valley voelen zich door deze ideologie aangetrokken. Het verbindt aspecten van de San Francisco hippie beweging met de technologie-industrie van Silicon Valley. Internet-entrpreneurs die zichzelf met deze beweging identificeren geloven dat het vrij delen van kennis en informatie zal leiden tot een wereld met perfecte sociale mobiliteit en waarin iedereen vrij is om eigen ideeën online te verspreiden. Het heeft inmiddels zo veel invloed gekregen in Silicon Valley dat men probeert dit gebied af te scheiden van Californië en de VS (Wohlsen 2014 en Kleinpaste 2014). De invloed van deze ideologie op Napster is te zien , in dit netwerk een rol als actant aan. Dit is noodzakelijk omdat de ideologie zelf bondgenoten werft en gedrag beïnvloedt. Ook heeft het een centrale rol in het ontstaan van Napster gespeeld.

Op de hackersites deelden gebruikers allerlei data en bestanden vrij met elkaar (Nieva 2013). Napster ontstond als manier om makkelijker muziekbestanden uit te wisselen. Het was oorspronkelijk bedoeld voor gebruik van een relatief kleine groep mensen. Het ontwikkelen van de software gebeurde in eerste instantie door een groep hackers. Aan deze beginselen is te zien dat Napster ontstond als resultaat van een heersende ideologie binnen een bepaalde groep.

(15)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

28 Analyse 29

Parker neemt telkens een officiële rol in maar houdt hij zich niet meer of nog maar weinig bezig met de bedrijfsvoering. Hij heeft daarmee wel het recht verworven om namens elk bedrijf te spreken, maar zodra het van de grond is gekomen onttrekt hij zich van verantwoordelijkheid. Deze manier om zich aan te sluiten aan bedrijven is het duidelijkst te zien in zijn functie bij Facebook als ‘Founding President’. Hiermee is zijn rol als bestuurder bij voorbaat begrensd tot het opzetten van het bedrijf, waarna hij de rol van vertegenwoordiger op zich neemt.

Parkers verschuivingen zijn op deze manier goed te vergelijken met de verschuivingen van Pasteur. Dit wil niet zeggen dat de twee casus hetzelfde zijn. ANT pleit er juist voor om per casus opnieuw te beginnen zonder een a priori opgesteld kader omdat elke casus weer een geheel nieuw netwerk, nieuwe inzichten en nieuwe manier van kijken kan opleveren. In The

Pasteurization zijn de microben eerst de onbedwingbare meesters. Vóór Pasteur bestonden zij

niet als zodanig. Pasteur heeft ze geschapen als actanten en relaties tussen microben en ziektes, hygiëne, wetenschap en medicijnen laten ontstaan. Hij kon ze bedwingen in het laboratorium en daarmee voor ze spreken. Analoog hieraan heeft het ontwikkelen van Napster een groep van ‘deviants’ gecreëerd die voorheen niet als zodanig bestonden, namelijk ‘music pirates’.

Analyse

Terwijl muziek door hackers wel al werd gedownload, werd dit door de muziekindustrie nog niet als probleem gezien en was het voor de gewone gebruiker nog niet toegankelijk. Maar de muziekpiraten kunnen niet vergeleken worden met microben omdat zij niet eenzelfde relatie met Parker of met de muziekindustrie hadden als microben met Pasteur. Parker zag downloaders van muziek nooit als probleem en de muziekindustrie heeft geen alliantie met hun gesloten.

Daarmee is een vergelijking tussen casussen beperkt. De concepten die aan bod komen in sectie 2.1 worden gebruikt als houvast voor het theoretisch model en The Pasteurization of France wordt hier gebruikt als leidraad, maar de muziekindustrie in de 21e eeuw en de wetenschap ten tijde van

Pasteur zijn twee erg verschillende netwerken. Dit moet in het achterhoofd gehouden worden bij deze vergelijking. Afbeelding 2 moet niet beschouwd worden als precieze loop van Parkers carrière. Het dient slechts als grof voorbeeld van hoe de strategie van verschuiving eruit kan zien, maar de lengte van elk segment en elke lijn heeft geen betekenis. Ook het aantal segmenten is arbitrair overgenomen aangezien het discutabel is of hiermee wel alle belangrijke stappen weergegeven worden of dat er ook onbelangrijke stappen bij staan.

Om weer terug te keren naar het netwerk, Napster bestond aan het begin slechts uit de oprichters Fanning en Parker. De hackers die hadden geholpen om de eerste versie van het programma te ontwikkelen maakten geen deel uit van het bedrijf. Het doel van de oprichters was het om alsmaar te voldoen aan de vraag naar meer capaciteit voor gebruikers. Naarmate het aantal gebruikers toenam moesten de servers vergroot worden, waardoor de kosten stegen. Hierboven beweerde ik dat Parker zijn ‘gave’ gebruikte zoals Pasteur het laboratorium gebruikte, namelijk om mensen te overtuigen en investeerders te vinden. Hoe kan Napster voordat Parker en Fanning bekend waren aan investeerders zijn gekomen? Dit is niet duidelijk te vinden in de bronnen. Wat wel vermeld wordt is dat Fannings oom, John Fanning, een aanzienlijke eerste investering heeft gedaan. Toen de gebruikersaantallen stegen, wat al vrij snel gebeurde, begonnen andere investeerders interesse te tonen in het bedrijf. De snel groeiende gebruikersaantallen werden al snel genoemd als bewijs dat Fanning en Parker iets hadden ontdekt waar veel vraag naar was, waarmee het begin van het verhaal rond Parkers ‘gave’ is ontstaan.

Waarom groeide het aantal gebruikers zo snel? Het bedrijf bestond maar twee jaar voor het faillissement in 2001 maar het had op zijn hoogtepunt meer dan 80 miljoen gebruikers. De meeste

(16)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

30 Analyse 31

van deze gebruikers waren studenten (h2g2 2002 [2011]) in de VS. De software sprak studenten aan doordat het als ‘music-sharing service’ gepresenteerd werd. Het delen van bestanden staat centraal aan de California Ideology en had veel aansprak op studenten die een ideologisch beeld van het internet hadden. Het einddoel van de ideologie is het om internet gebruikers over heel de wereld met elkaar te verbinden en data te laten uitwisselen. Het feit dat dit kosteloos en gemakkelijk gebeurde, betekende ook dat bevolkingsgroepen niet uitgesloten hoefden te worden. Hiermee verwierf Napster een groot aantal studenten als bondgenoten. Studenten hadden natuurlijk ook toegang tot de snelle internet servers van universiteiten waardoor bekendheid van het programma zich snel verspreidde.

Toen Metallica zich ervan bewust werd dat hun muziek online beschikbaar was, had de RIAA al een rechtszaak tegen Napster aangespannen. Deze rechtszaak zou bepalend zijn voor de manier waarop anderen het bedrijf benaderden. Eén van de grote platenmaatschappijen, Bertelsmann Music Group (BMG), was investeerder in Napster en werd zodanig mede aangeklaagd (Ewing & Lowry 2004). Dit was in 2004 maar in 1999 was Bertelsman mede aanklager tegen Napster. Hoe kan deze hypocrisie verklaard worden?

Bertelsmann hoopte met de investering ervoor te kunnen zorgen dat Napster een bedrijf zou worden dat zich zou houden aan de auteursrechten op muziek. Dit was een ontwikkeling die tijdens de rechtszaak tegen Napster door de RIAA werd aangemoedigd: “Today’s announcement of a strategic alliance between Napster and Bertelsmann AG makes clear that Napster has come to the same conclusion we have been urging from the start: that it is better to work with the creative community than against it.” (Rosen, 2000)

Dit is een uitspraak van de toenmalige president van de RIAA, Hilary Rosen. Het feit dat Bertelsmann vier jaar later door dezelfde groep werd aangeklaagd voor het steunen van Napster laat zien dat er geen duidelijke lijn was in de aanvankelijk gezamenlijke aanpak. Latour beschrijft samenwerking tussen groepen als een tijdelijke overeenkomst tussen de doelen van verschillende groepen. Deze overeenkomst kan op de lange termijn niet blijven bestaan, want in dat geval zouden de groepen eigenlijk één zijn geweest. Per definitie moeten de lange-termijn doelen verschillen om te kunnen spreken van verschillende groepen. Weder de RIAA nog Bertelsmann was het gelukt om “the greatest number of durable goods” naar zich toe te trekken. Dit was wel

Analyse

hetgeen waar de RIAA in eerste instantie voor pleitte door samen te werken met de “creative community”.

Na Napsters faillissement bleek er weinig geld van het bedrijf te zijn opgehaald ter compensatie voor het downloaden. De manier waarop de platenmaatschappijen in 2004 handelden was voor een groot deel bepaald door berekeningen van Metallicas advocaten in hun rechtszaak tegen Napster. Metallica had een bedrijf ingehuurd om te traceren en vervolgens een schatting te maken van hoe vaak hun muziek gedownload werd. Aan de hand hiervan werd een simpele berekening gemaakt. Elke keer dat een nummer werd gedownload heeft men het niet gekocht, waardoor de band inkomsten misliep. Door het gemiddelde van het aantal downloads per nummer te nemen werd geschat dat de band en hun platenmaatschappij per nummer dat online beschikbaar was $10.000 aan inkomsten misliepen (Borland 2000).

Deze berekening zou tegenwoordig geen stand houden in een rechtszaal want inmiddels weet men dat één download niet gelijk staat aan de verkoop van één nummer. Sommige downloaders hebben de muziek al eens aangeschaft op een platform, bijvoorbeeld op lp of cassette, maar willen hem ook graag op MP3. Andere downloaders zouden de muziek nooit hebben gekocht of gebruiken de download om te bepalen of zij de cd zouden willen kopen. De legitimiteit van deze handelingen zal ik hier niet bespreken aangezien dat niet relevant is voor mijn analyse. Een belangrijke observatie is dat platenmaatschappijen en muzikanten jarenlang een sterkere juridische positie hadden dan gebruikers. Nadat Metallica een aanklacht had ingediend tegen Napster gingen zij ook achter de downloaders aan. Omdat dit voornamelijk studenten waren probeerden zij de studenten toegang tot de online nummers te bemoeilijken door ervoor te zorgen dat netwerken van universiteiten de service gingen blokkeren (Borland 2000). Dit was een poging om de technologieën, het internet en het netwerk van de universiteiten, voor hen te laten werken. De fout die zij hierbij maakten lag in de overtuiging dat dit het beste bereikt werd door het juridisch op te leggen aan de gebruikers. Het ideaal van de studenten, dat van de Californian

Ideology, pleitte voor een open en ongecensureerd internet. Door de universiteiten aan te klagen

ontstond er ineens ook weerstand vanuit de leiding van deze instituties, omdat zij niet bereid waren om het gebruik van hun servers van buitenaf te laten censureren. Met het opleggen van censuur en een poging tot disciplinering zorgde Metallica er voor dat er daadwerkelijk een conflict ontstond. Het ging vanaf dat moment niet alleen meer om de controle om auteursrechten

(17)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

32 Analyse 33

of de controle om muziek, maar om de controle over ‘het internet’.

Downloaders die aangeklaagd werden voelden zich machteloos in de rechtszaal omdat P2P aanbieders en de manier waarop het internet werkte niet begrepen werd door juridische instituties (Zevenbergen 2014). De enige manier om zich te verzetten tegen deze juridische macht was via het platform waar zij de bovenhand hadden, namelijk online. Bijvoorbeeld, toen faillissement dreigde voor Napster probeerden gebruikers alle bestanden die beschikbaar waren te downloaden en deze weer via nieuwe P2P diensten aan te bieden. Voordat Napster van het internet gehaald werd bestonden er al tallozen alternatieve programma’s die ongeveer hetzelfde deden. Het aanklagen van universiteiten en gebruikers was een bepalend moment voor de strijd om de macht over auteursrechten online omdat de twee partijen voor het eerst tegenover elkaar stonden. Actieve weerstand tegen de RIAA, Metallica, Dr. Dre1 en andere actoren die compensatie

voor downloads wilden kwam in eerste instantie slechts van groepen hackers. Niet eens Napster kan hierbij geteld worden omdat het bedrijf zelf op zoek was naar allianties in de muziekindustrie. Met het aanklagen van downloaders en universiteiten werd een strijd om controle over de manier waarop het internet functioneert gevoerd die nog steeds bezig is. De “creative community” waar Rosen het over heeft bestaat uit gebruikers en ontwikkelaars die proberen de grenzen van het mogelijke op te zoeken, vooral op juridisch vlak. Diensten zoals MegaUpload (Ernesto 2014) en The Pirate Bay (Pakinkis 2014) zijn twee van de bekendste voorbeelden hiervan, maar ook de zaak rond klokkenluider Edward Snowden en de NSA kan in lijn met deze strijd gezien worden. De controle over data op het internet spelen bij deze zaken namelijk een belangrijke rol. Het feit dat de machtsverhoudingen niet duidelijk zijn biedt meer ruimte voor pogingen om macht toe te eigenen en controle over te nemen. De voorbeelden van MegaUpload en The Pirate Bay hebben beiden te maken met intellectueel eigendom, en de juridische zaken eromheen zijn geïnitieerd door filmproducenten in de Verenigde Staten. Klokkenluider Edward Snowden liet onder andere zien dat de NSA probeerde om alle mogelijke data van het internet te verzamelen en zo mensen in de gaten te houden.

Waarom zijn deze machtsverhoudingen zo belangrijk voor het distributienetwerk in de muziekindustrie? In diagram 2 is het netwerk dat Napster mogelijk maakt te zien.

Het distributienetwerk dat hiermee bevorderd werd was er een waarin de platenmaatschappij en de muzikant buiten beeld vielen. Uit het voorbeeld van Metallica en het vroegtijdig uitlekken van het nummer I Disappear is te zien dat de muziek niet eens hoeft uitgebracht te zijn om via P2P gedeeld te worden. Dit betekent dat het op de een of andere manier vanuit de platenmaatschappij gelekt moet zijn, of dat hackers toegang hadden tot de servers van platenmaatschappijen. Daarmee hoefde er slechts een opname te bestaan van de muziek om het in het bovenstaande netwerk te krijgen.

Als Napster de grootste distributeur van muziek was gebleven dan zou het distributienetwerk volledig anarchistisch zijn geworden, zolang Napster hetzelfde platform had gehouden. Hoe hadden de actoren in het netwerk van diagram 1 hierop gereageerd? Over de mogelijke gevolgen hiervan zal ik in sectie 4 op ingaan. Wat aan dit netwerk af te zien is, is dat de platenmaatschappijen en grote bands goede reden hadden om vol tegen Napster in te gaan. Zolang controle over de distributie van muziek een rol speelt is het een logische stap voor actoren om hun macht over auteursrechtelijk beschermd materiaal vast te willen houden. Velen beschouwen de beschermende,

Analyse

Diagram 2: Distributienetwerk dat mogelijk gemaakt werd door Napster (anarchistisch)

1 Dr. Dre, de artiestennaam van André Romelle Young, heeft ook compensatie geëist van Napster. Zijn rol hierbij was

minder beduidend voor de bespreking van deze casus omdat hij zich niet richtte op universiteiten, fans of andere derde partijen, in tegenstelling tot Metallica.

(18)

MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM MASTERSCRIPTIE RICHARD ZEVENBERGEN - UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

34 Analyse 35

conservatieve houding van platenmaatschappijen als irrationeel maar tot nu toe heeft het de platenmaatschappijen veel opgeleverd. Nog steeds bepalen zij voor het grootste deel de manier waarop muziek gebracht wordt aan de man. Dit hebben zij voor een groot deel bereikt door Napster en downloaders aan te pakken.

3.1.1 Na de val van Napster

Toen Napster niet meer in bezit was van Fanning en Parker werd het bedrijf alsnog aangeklaagd door de RIAA om compensatie te krijgen voor de schending van auteursrechten, grofweg volgens de hierboven genoemde berekening. Het conflict in de muziekindustrie om auteursrechten wordt soms aangeduid als het conflict tussen de platenmaatschappijen en hackers, soms tussen Metallica en hun fans, andere keren tussen artiesten en platenmaatschappijen. Deze verscheidenheid wordt ingegeven doordat de actoren van tevoren bepaald worden. Zoals in de weergave van het conflict hierboven te zien is kan men zich niet beperken tot twee groepen om greep te krijgen op het conflict. In eerste instantie ging ik uit van het conflict tussen één band en één online distributeur. Door de actoren te volgen is duidelijk geworden dat het niet eenvoudigweg om ‘Metallica tegen Napster’ ging. De ontwikkelaars van Napster hebben in werkelijkheid nadat zij het platform gemaakt hebben nog weinig te maken met de daadwerkelijke strijd. Metallica speelt in het geheel niet de rol van oorzaak van de strijd. Metallica staat niet alleen in hun poging om controle te houden over auteursrechtelijk beschermd materiaal. Wat opvalt is dat er aan de kant van platenmaatschappijen en muzikanten geen eenheid gevormd wordt terwijl downloaders een sterk bondgenootschap vormen. Dit bondgenootschap bestaat uit directe verbindingen die gemaakt worden tussen computers en het uit zich in daden en schrift op online fora. Denegri-Knott (2004) maakt in Sinking the Online “Music Pirates:” Foucault, Power and Deviance on the

Web bijna uitsluitend gebruik van deze fora als bron om hackers te representeren als eenheid.

Er bestond onenigheid aan beide kanten maar waarom uitte zich het meningsverschil wel in daden aan de kant van platenmaatschappijen en muzikanten en niet aan de kant van downloaders? Eén verklaring is mogelijk te vinden in het feit dat er een scheiding bestond tussen platenmaatschappijen en muzikant, waarbij er binnen die afzonderlijke groepen ook nog eens scheidingen bestonden. Zoals hierboven al genoemd werd, waren niet alle platenmaatschappijen tegen online distributie an sich. Dit uitte in de rechtszaak van de RIAA tegen Bertelsmann. Artiesten vormden tegelijkertijd ook verschillende fronten. Doordat dit conflict op verschillende

Analyse

manieren beschreven werd konden bands en artiesten zich op verschillende manieren opstellen. Bijvoorbeeld, nadat Metallica de eerste aanklachten tegen downloaders hadden ingediend werd het neergezet als ondankbaar naar hun fans toe. Als band was het hierna een slimme zet om zich tegen het standpunt van Metallica te kiezen. Hoewel de meeste artiesten controle over hun eigen creaties willen houden stelde men zich al snel tegen Metallica op omdat het conflict op een andere manier beschreven werd, namelijk als een conflict om geld en niet controle. Andere artiesten namen een positie in als voorstander van vooruitgang nadat Metallica werd neergezet als tegenwerker van innovatie. Er zijn nog meer posities te formuleren maar een precieze weergave hiervan is niet belangrijk om het volgende punt te verduidelijken. Wat belangrijk is, is dat de belangen aan de kant van platenmaatschappijen en muzikanten verschillen, terwijl hetgene dat de downloaders verenigt het vrij delen van data via het internet is. De sterkte van een alliantie wordt daarom gevormd door overeenkomsten van belangen. Zoals Latour schrijft: “The human or nonhuman agents are interested in some other alliance only if they see that their interests, or what they are led to believe are their interests, are served by it.” (Latour 1984, blz. 65)

Het was vanuit het perspectief van ANT bezien niet een translatie van de intenties van downloaders die uitgevoerd werd door Napster, maar juist andersom; downloaders gingen spreken voor Napster. Het aparte aan dit geval is dat men niet één representant aanwijst die spreekt voor een hele groep, maar dat een groep gaat spreken voor het programma. Na het faillissement van Napster begint Parker zich te positioneren als vertegenwoordiger van deze beweging en wordt hij in de media neergezet als aanvoerder van deze beweging vanaf het begin2.

Het faillissement van Napster betekende een rustige periode van experimenteren en groei voor de groep downloaders. De platenmaatschappijen waren na 2001 nog steeds bezig met het aanklagen van BMG en Napster om compensatie te krijgen voor de gedownloade nummers. Terwijl de RIAA zich hiermee bezig hield werden honderden P2P en download programma’s gemaakt (Suskind 2014) en zij werden uitgebreid om allerlei verschillende soorten bestanden uit te kunnen wisselen. Juridisch gezien leek het niet mogelijk om achter al deze nieuwe actoren aan te gaan. Metallica hield zich hier niet meer mee bezig omdat de rechtszaak tegen Napster en de rechtszaken tegen universiteiten en downloaders veel schade hadden aangericht aan hun reputatie (Hammet 2014).

2 Bijvoorbeeld “Sean Parker, founder of Napster, early investor in Facebook and Spotify is a figure head in the digital

revolution of the past 15 years.” op https://storify.com/StopPressNZ/stoppress-at-sxsw-sean-parker-and-friends-the-digital/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Het doel is zo optimaal mogelijke zorg bieden aan mensen met autisme, wanneer face-to-face contacten niet mogelijk zijn..

This investigation brought to light a clear difference in poetic form be twe en the med.i eva.l and Renaissance poets chosen for discussion. 1:;e- dieval metrical verse generally

The microRNA (miRNA) assay identified 23 miRNAs with lower expression levels in the prefrontal cortex (PFC) of the Flinders Sensitive Line (FSL) depression model

KEY WORDS/PHRASES CUSTOM CULTURE COMPLEXITY CONSTITUTION UBUNTU MODERNITY TRADITIONAL TRANSFORMATION AFRICAN AFROCENTRIC XHOSA CULTURE CUSTOMARY LAW SPATIAL PLANNING

Kijkend naar de verschillen in ervaringen tussen de groepen valt op dat beide PGB groepen (ouderen en mensen met een beperking) een overwegend vergelijkbaar beeld laten zien,

The key question is, “to what extent are mass media and new technologies used to contextualize the growth of the churches in the DRC?” The study focussed on the

Transformatieprocessen van woonmilieus zijn complexe processen. Om de gestelde doelen te bereiken in het transformatieproces van het woonmilieu in Noorderpark-Oost is integrale