• No results found

Buiten bereik

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Buiten bereik"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE VOLKSKRANT 40

Reportage

O

p een kleed in een verlaten duin-pan lag eens een vrouw. Er was zand, er gonsden insecten, de zon scheen. Verder was er niets. Of wacht even, 4G, ja dat was er ook.

De vrouw hoorde de golfslag in de verte en voelde een lome slape-righeid opkomen tot haar hand – swipe, klik, scroll – Facebook opende. Hé, ze zitten op het terras. Wat zit haar haar toch altijd goed. Weer een baby. Black lives matter. Eva is jarig, feliciteer haar. Kijk die salto. Moet je lezen. Festival. Like mijn pagina. Vluchtelingen. Is-ie in Berlijn?

Als een geconditioneerd labdier had de hand het mobieltje gevonden. De duinpan was naar

De smartphone ligt eeuwig onder handbereik, we zijn altijd

bereikbaar én nieuwsgierig. Kan het ook een tijdje zónder?

Ja dat kan. Verslaggever Ianthe Sahadat dééd het. Even.

Foto’s Niels Stomps

Buiten bereik

de achtergrond verdwenen. De stilte werd niet gevuld door eigen gedachten, maar door de tijdlijn van een sociaal medium.

We leven in een verbonden

we-reld, zeggen bedrijven als Google en Facebook vaak bijna poëtisch. Alle wereldburgers aan een draad-loos infuus van internet. Iedereen altijd en overal online. Dat klinkt fraai, maar heeft een keerzijde – die steeds meer mensen beginnen te voelen.

De meeste plekken adverteren

nog met een kosteloze en uitste-kende wifi-dekking, maar het tij lijkt te keren. Bij het raam van een koffietent in mijn buurt prijkt het bordje: wifi-vrij. Binnen ontbre-ken de laptops, de meeste mobiel-tjes blijven verstopt.

Documentairemaakster Bregje

van der Haak maakte recent voor

VPRO-Tegenlicht de documentaire Offline als luxe. Gelijktijdig

lan-ceerde de omroep – o, ironie – de white spots app, die provider- en wifi-vrije zones in de omgeving

Ik hunker naar

dode tijd waarin

mijn brein kan

dwalen en

mijmeren

(2)

41 V ZOMER MaGaZINE • 13 aUGUSTUS 2016

opzoekt. In Nederland blijken die nogal schaars. Behalve het ondergrondse aquarium van de Arnhemse dierentuin, een enkele ‘stra-lingsvrije’ camping en een kleine cirkel op de Veluwe is er geen ontsnappen aan.

Ook ik hunker naar dode tijd waarin mijn brein kan dwalen en mijmeren. Want hoewel ik doorgaans redelijk gedisciplineerd in het leven sta, lukt het me niet om mijn smartpho-negebruik aan banden te leggen.

De eindeloze stroom berichten en achte-loos te openen apps zijn als het obligate tijd-schrift in de wachtkamer van de tandarts. Toch maar even bladeren. Maar bij de tand-arts kom ik vrijwel nooit en die smartphone wóónt in mijn broekzak, tas of op de bank naast me.

Ben ik het, of is het mijn generatie? Derti-gers en ouder, digitale migranten die pas als volwassenen kennismaakten met e-mail en mobieltjes. Apparaten zijn gemaakt om te multitasken, mensen niet. Tal van neurowe-tenschappers schreven de laatste jaren over het thema. De multitaskende mens is een my-the. Ook het kind dat eerder kan swipen dan praten, kan het niet.

Herhaaldelijk heeft onderzoek uitgewezen dat multitasken niets anders is dan het uit-voeren van losse taken achter elkaar. Het brein springt als het ware van de ene naar de andere taak en heeft telkens tijd (alleen over de hoeveelheid tijd verschillen de meningen) nodig om weer in de diepe concentratie te ko-men die je nodig hebt om een taak zo goed mogelijk af te ronden.

Maar hoe komt het dan dat we ons zo moei-lijk kunnen onttrekken aan iets dat ons zo af-leidt, opjaagt en misschien zelfs minder ge-lukkig maakt? Het is allemaal de schuld – god-dank, we doen het niet zelf – van ons reflex-brein dat als een dopaminejunk zoekt naar vonkjes bevrediging. Elk appje, elk berichtje, elke ping doet dat brein opveren als een kleu-ter in een speelgoedwinkel – zelfs als de ont-vangen informatie volslagen oninteressant of irrelevant is.

Dat reflexbrein, ook wel het intuïtieve brein genoemd, stuurt ons gedurende de dag. Het reageert op emoties en gemoedstoestanden en vooral op het hier en nu, legt psychologie-hoogleraar aan de Universiteit Twente José Kerstholt uit.

Er is een soort ‘strijd’ gaande met ons den-kende brein, dat reflecteert, logisch, analy-tisch en creatief denkt, vooruitkijkt en proble-men oplost. Maar juist dat reflecterende deel heb je nodig om de informatie te selecteren en er zin en betekenis aan te geven.

Voor optimale creativiteit heb je nog een deel van het brein nodig dat de Vlaamse neu-rowetenschapper en publicist Theo Comper-nolle het archiverende brein noemt. Om zijn werk te kunnen doen, het leggen van nieuwe associatieve verbindingen, wacht dit deel van

de hersenen permanent op pauze-momenten. Al duren die maar een paar minuten. Geen wonder dat goede ideeën geregeld onder de douche ontstaan.

Volgens Compernolle zien men-sen rustpauzes tegenwoordig al snel als verloren tijd die ze opvul-len met kleine taakjes. Even wat mail wegwerken, denken ze tevre-den over hun eigen efficiëntie. Maar wanneer je die tijd leeg houdt verhoog je juist je producti-viteit en tevredenheid is de ge-dachte.

Minder internetten bevordert ons concentratievermogen. En hoe beter we ons kunnen concen-treren, des te tevredener, gelukki-ger, creatiever én productiever we zouden zijn, volgens Comper-nolle.

Zou het echt? Om dat te

onder-zoeken leg ik mezelf een digitale pauze op en reis af naar Wapser-veen. Daar organiseert ‘stiltema-ker’ Sharon Huisman stilteretrai-tes, inclusief ingeleverd mobiel-tje. Huisman (36) en haar vriend verruilden zes jaar geleden hun stadse leven in Utrecht voor een bestaan in een vijftig jaar oude Drentse leefgemeenschap aan de rand van de hei. Aan een Wapser-veens landweggetje, ingeklemd tussen Darp, Havelte en Uffelte. Waar niemand techniekschuw (er is gewoon wifi en een communegroepsapp) is, maar het dagelijks leven toch vooral bestaat uit moestuinieren, tim-meren en andere neo-hippieëske activiteiten.

Huisman – type zachte stem, lichte tred, Vrije School – deed een jaar of tien geleden eens een vi-passana, zo’n Indiase meditatie-meerdaagse, ‘waar je per dag tien uur zwijgend op een kussentje zit’. Vond ze niks. Later volgde ze een ander soort stiltekamp bij een vrijwilligersclub. Daar werd fikkie gestookt, gezwommen in een meer en geschilderd. Als je ie-mand aankeek mocht je gewoon glimlachen. Dat leek er meer op en enkele jaren terug besloot ze zelf iets soortgelijks aan te bie-den.

Dus lopen op zomaar een vrij-dag in juli vijf vrouwen en een man in stilte achter elkaar op de heide bij Halsterberg. Het is

Patty Golsteijn(31) Ondernemer en coach

Ze beantwoordt haar mail niet elke dag. Zo-als veel digitale lijners is ze een potentieel grootgebruiker. En-thousiasme, altijd meer, altijd ‘aan’, noemt ze haar valkuil. Om zichzelf in be-scherming te nemen experimenteerde ze met het verwijderen van alle sociale apps van haar telefoon. ‘Die heb ik toch jaren níét gehad, maar ik heb ze teruggezet en

ze beginnen alweer te veel van mijn aan-dacht op te slokken.’ Ze probeerde ook de telefoon van reclame-maker John Doe: John’s Phone, een mobiel waarmee je al-leen kunt bellen. Hield ze vier maanden vol. ‘Je kan er niet mee sms’en en ik miste Google Maps.’ Golsteijn wil ook niet echt stoppen, zoals de meeste minde-raars. Want wifi en so-ciale media zijn vooral hartstikke leuk en handig. Het is zoe-ken naar ‘de juiste mix’.

(3)

DE VOLKSKRANT 42

nog vroeg, de dauw dampt boven de grond, de zon kruipt boven de boomkruinen uit. Een groep militairen van de nabijgelegen basis jogt rakelings voorbij. Goedemorgen roept de voorste. Het klinkt als een com-mando. Een iemand zegt iets terug.

Vijf vrouwen en een man, globaal tussen de 30 en de 40, levend in steden, vastgeklonken aan hun smartphones, drukke banen, de helft een gezin, zoeken stilte. Een voor een leveren ze hun telefoon in. Twee deelnemers besluiten hun apparaat uitgeschakeld in hun tas te be-waren. Achteraf zegt een van hen: ‘Ik heb er drie keer mee in mijn hand gestaan en moest mezelf enorm bedwingen.’

Een paar seconden lang voelt het alsof ik al mijn vrienden en het contact met de wereld weggeef. Een genante observatie, al verzocht de kalme stem van Huisman ons zojuist geen oordelen te vellen over de dingen die we zou-den gaan voelen. Het duurt even voordat de tijd verstild. Als we na het avondmaal de heide opwandelen denk ik nog een paar keer aan de foto’s die ik met mijn telefoon had kunnen ma-ken.

Het zwijgen is daarentegen vrijwel onmid-dellijk weldadig. Geen beleefdheidsfrasen, niet luisteren naar ratelende mensen die een reac-tie verwachten. Maar hoe stiller het om me heen wordt, hoe drukker het van binnen blijkt. In mij is het helemaal niet stil. Het lijkt er wel een overvol café. Gedachten die zich aandie-nen als rinkelende glazen, gelach, muziek, ge-schreeuw en geroezemoes. Grote Levensvra-gen afgewisseld met alledaagse trivia. Wat zal ik morgen eten? Ben ik wel gelukkig? Alsof je

met een bekende probeert te pra-ten, terwijl een dronken passant iets onbegrijpelijks in je oor tet-tert.

Het is best een schokkende ge-dachte dat dit interne café elke dag open is, terwijl ik met andere dingen bezig ben en niet eventjes ga zitten voor een drankje.

Terug op het terrein steekt Huisman een kampvuur aan. Het vuurstaren maakt loom. De enige aanwezige man legt als eerste nieuwe blokken op het vuur. In bed denk ik even aan mijn bank thuis, aan de laatste aflevering van een serie die ik zou kunnen kijken, met een glas wijn in mijn hand. Met het geluid van een zoe-mende vlieg val ik in slaap.

Het eerste dat opvalt is de lege

tijd. Waar je normaal een soort ta-kenlijst hebt die je afwerkt, hoef je hier zelfs niet voor je eigen eten te zorgen. ‘Uit de doe-modus gaan’, noemt Huisman het en ‘gewoon zíjn’. Het tweede zijn de geluiden. Alsof oren in de stilte scherper zijn afgesteld: vliegen, de kra-kende deur, regen op het dak, vo-gels, wind, de deur van de hout-oven.

Een van mijn collega’s keek me verwonderd aan bij mijn zoek-tocht naar digitale rust. Kijk je dan de hele dag op je telefoon, ook in het weekend? Vroeg hij als een 19de-eeuwse antropoloog die een inboorling ontmoet. Hij, een veertiger, is een bewust digibete burger. Geen smartphone, geen Facebook. Whatsapp kent hij al-leen van horen zeggen. Hij ver-geet gerust dagen achtereen zijn telefoon op te laden. Tot hij een boos mailtje van zijn chef krijgt, in kapitalen: ZET JE TELEFOON AAN EN NEEM OP. Hij – immer goed geluimd, zou het zijn digi-betisme zijn? – vaart er wel bij, al-leen mensen in zijn omgeving stoort het soms.

Alle deelnemers zoeken een

deel van het kwaad buiten zich-zelf: ánderen verwachten dat je snel reageert op een mail of appje. Je moet wel. Maar moet je ook de hele dag door, voor het slapen-gaan en meteen na het ontwa-ken?

Ik besluit dat ik het niet meer wil. Iedereen heeft zijn eigen

ver-Wouter van der Goes(43) Radio-dj

Van der Goes stopte zijn smartphone en iPad afgelopen win-ter een week in een kluis en deed op de radio verslag van zijn experiment. Tot zijn ergernis vond hij het afschuwelijk. Dat vreesde hij al. Het idee voor het experi-ment ontstond tij-dens een autorit naar huis toen hij per on-geluk zijn telefoon in zijn jas laten zitten en die achter in de auto gegooid. Hij kon er niet bij en ‘dat trok hij niet’. Op een parkeer-plaats haalde hij zijn geliefde object terug, om tijdens het rijden wat berichtjes te kun-nen sturen.

Om de ingesleten ge-woonte van het tele-foon grijpen te door-breken, begon hij zijn

detox-week. Goed, de rust en stilte wa-ren weldadig, maar hij had vooral continu het gevoel dingen te missen.

De week kreeg geen vervolg, al probeert hij zijn mobiel nu iets vaker in zijn tas te la-ten en als hij met ie-mand uit eten is en diegene gaat naar de wc weerstaat hij de aandrang om meteen zijn telefoon te grij-pen. Hij blijft soms dromen van de goede oude pre-digi-tale tijd maar hij is er-van overtuigd dat echt minder bereik-baar zijn gewoonweg niet kan. ‘In die week had ik iedereen inge-licht dat we afspra-ken moesten maafspra-ken en gewoon op tijd moesten komen. Voor even kan dat, maar dat accepteren mensen niet meer zo-maar.’

Dromen van de pre-digitale tijd

Fo

to

(4)

Jojanneke van den Bosch(41) Onlinestrateeg, schrijver en spreker.

Van den Bosch is een early adopter. Ze blogt sinds 2002 en was een van de eer-ste honderd twitteraars in Nederland. In april van dit jaar nam ze een digitale pauze omdat ze niet meer kon ontspannen. De eerste week wilde ze continu foto’s nemen en dingen delen. Wat niet vreemd is, als je van veertig tweets per dag naar nul gaat.

Het voelde goed. Het leek zelfs alsof ze zelf ook min-der meningen had, nu ze ze niet meer deelde. Ze voelde

zich vrijer, zonder de eeu-wige zoektocht naar waar-dering van de buitenwereld via het nauwgezet bijhou-den van je likes. Alsof ze meer op haar eigen koers kon varen. Ook prettig: geen batterijstress meer.

Een week was het plan, het werd een maand. Omdat het zo lekker was: meer ge-moedsrust, meer inspiratie, meer zien, meer buiten zijn, gewoon foto’s maken met haar camera. Maar omdat sociale media ook geweldig zijn en het bovendien haar broodwinning is, keerde ze terug. De haat-liefdeverhou-ding met haar telefoon, die ze als earlyadopter járen ge-leden ontdekte, zal blijven. lokkingen. Of het nu het nieuws, buienradar of

Snapchat is. Elke duim maakt een eigen routi-neuze rondgang. Ik wil minder onrust, minder Whatsapp, minder foto’s maken, minder Face-book en minder mail checken.

Die avond krijgen we onze telefoons terug. Heel even kijken we als verlamd naar de leven-loze apparaten in onze handen. Een voor een gaan ze aan en stromen de rode pushberichti-coontjes met getallen vol. Whatsapp, klinkt het als uit een mond, op de vraag waar we het eer-ste naar gaan kijken. De een wacht iets langer dan de ander, maar uiteindelijk verliezen we ons allemaal in onze 104, 84, 78, 71 en 53 ongele-zen berichten.

Een week later probeer ik niet meer

onmid-dellijk op appjes te reageren – wat overdag aar-dig gaat, maar ’s avonds niet. Ik wil Facebook van mijn telefoon gooien maar stel het vooralsnog uit. En de pas aangeschafte wekker heeft er nog niet voor kunnen zorgen dat ik mijn telefoon al vaker dan één nacht in de huiskamer heb achter-gelaten. Verslavingen doorbreek je blijkbaar niet met één stiltepauze.

Kijk je de hele dag

op je telefoon, ook

in het weekend?

Meer een eigen koers varen

Fo to Ad riaan va nd er Ploeg

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met

De jongeren hebben wekelijks met elkaar contact en gaan daarnaast samen iets doen voor een ander of de samenleving?. Jongeren groeien naar volwassenheid door vrienden te maken

relatie thema’s: dit onderwerp heeft een relatie met de volgende thema’s: landschap, cultuurhistorie, natuur, verkeer en vervoer, landbouw, water, wonen en leefbaarheid.... 4 Fiets-

Wim Sleeuw benadrukt dat Fietsmaatjes niet alleen voor degene die rechts op de fiets zit gezond en goed is, maar ook voor de vrijwilliger aan de linkerkant: ‘Mensen en

“Zo’n hoger minimumloon heeft ook op andere vlakken positieve gevolgen: (1) het dringt de armoede terug (2) het draagt bij aan de economische relance en leidt dus tot meer

Beschrijf welk natuurgebied het dichtst bij jou in de buurt ligt, wat voor soort natuur je daar vindt en welke insecten je daar vaak tegenkomt.. Noem twee redenen waarom de

Zo is er de transitie naar 'aardgasvrij', maar ook het pro- gramma Samen voor Overvecht, om de sociaaleconomische problemen aan te pakken. De drie corporaties en enkele

De opdeling naar geslacht leert dat niet alleen het totaal aandeel overwerkende loontrekkenden een stuk hoger ligt bij mannen (16,7%) dan bij vrouwen (9,9%), maar dat ook het