• No results found

EU-subsidies ondermijnen gebiedgericht beleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EU-subsidies ondermijnen gebiedgericht beleid"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

EU-SUBSIDIES ONDERMIJNEN GEBIEDSGERICHT BELEID

Stijn Reinhard

Veel beleid van het ministerie van LNV wordt uitgevoerd op gebiedsniveau. Daarentegen worden keuzes over subsidies voor het landelijk gebied vooral genomen op EU- of rijksniveau. Het blijkt dat deze subsidies de doelen die het gebied zich heeft gesteld kunnen ondermijnen. Dit kan met een case 'De Venen' worden geïl-lustreerd. Verreweg het meeste geld dat via LNV-regelingen neerslaat in het gebied 'De Venen' stuurt niet op gebiedskwaliteit. Het geld dat specifiek is bedoeld voor gebiedsgericht beleid is maar een fractie van deze geldstromen. Het gebied 'De Venen' in gelegen in het Groene Hart en ligt op het grondgebied van de provin-cies Utrecht, Zuid-Holland en voor een klein deel op dat van Noord-Holland.

Economische instrumenten en ruimtelijke kwaliteit

Voordat gebiedsgericht beleid ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van de groene ruimte door LNV in praktijk kan worden gebracht in de regio, is inzicht nodig in de effecten van het huidige (en LNV-gerelateerd) beleid op de ruimtelijke kwaliteit. Het doel van het onderzoek is tweeledig. Eerst worden de huidige geldstromen die gerelateerd zijn aan LNV of daarmee samenhangende beleidsinstrumenten en die in het gebied 'De Venen' neerdalen, geïnventariseerd. Vervolgens wordt de invloed die economische beleidsin-strumenten via de beheerders van het landelijk gebied hebben op de kwaliteit van de groene ruimte in De Venen geanalyseerd. De relatie tussen economische instrumenten en ruimtelijke kwaliteit loopt via de ge-dragsveranderingen die deze instrumenten teweegbrengen bij de grondgebruikers. De wijzigingen in het gedrag hebben effect op de ruimtelijke kwaliteit. 'Economische instrumenten' zijn in dit onderzoek instru-menten van het overheidsbeleid (met name van het LNV-beleid) die door financiële prikkels gedragveranderingen bij agrarische producenten teweeg kunnen brengen. Deze gedragsveranderingen kun-nen wederom consequenties hebben voor de ruimtelijke kwaliteit in het gebied. Voor het werkbaar maken van het begrip ruimtelijke kwaliteit is teruggegrepen op de volgende drie begrippen: gebruikswaarde, bele-vingswaarde en toekomstwaarde. Voor het gebied De Venen zijn deze begrippen als volgt gedefinieerd: belevingswaarde is vertaald als aantrekkelijkheid van het landschap, gebruikswaarde als agrarische en re-creatieve geschiktheid, toekomstwaarde is uitgewerkt als ecologische waarde en geschiktheid

.

Melkveebedrijven minder intensief

Er zijn relatief veel melkveebedrijven en glastuinbouwbedrijven in het gebied De Venen. Ook worden er veel schapen gehouden. Het gemiddelde melkveebedrijf produceert minder melk dan het landelijk gemiddelde en de melkproductie per koe is lager, evenals het maaipercentage van het grasland. Wel ontvangen deze be-drijven meer beheersvergoedingen. Aangezien ook de arbeidskosten lager zijn, is het verschil in gezinsinkomen met andere melkveebedrijven klein.

Directe inkomensondersteuning minder relevant

Op basis van informatie van LASER over het gebied De Venen en gegevens van de productschappen op na-tionaal niveau zijn de geldstromen die samenhangen met aan LNV-gerelateerd beleid voor dit gebied in kaart gebracht voor het jaar 2000. Met ruim 21 miljoen euro komt er behoorlijk veel geld via aan LNV gerelateer-de instrumenten terecht in het gebied. Ongeveer gerelateer-de helft hiervan is bestemd voor gerelateer-de productiekant van gerelateer-de agrarische bedrijven. Directe inkomensondersteuning maakt maar een klein deel van deze gelden uit (6%). Indirecte inkomensondersteuning (48%), regeling beëindiging veehouderijtakken (14%) en grondaankopen in het kader van landinrichting (21%) vormen het grootste deel van deze geldstromen. Met behulp van het Be-drijven-Informatienet van het LEI is gekeken hoe dit op bedrijfsniveau uitpakt. De omvang van ontvangen subsidies op melkveebedrijven wijkt in de Venen niet af van het gemiddelde van melkveebedrijven in Neder-land. Er zijn weinig bedrijven die een snijmaïspremie ontvangen, wel is het ontvangen bedrag per bedrijf

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, februari 2004 pagina 2

groot.

Beleid beïnvloedt ruimtelijke kwaliteit

De ooipremie heeft geleid tot een toename van het aantal schapen in De Venen. De invoering van de melk-quotering in 1984 heeft echter meer invloed gehad op de schapenstapel. De melkmelk-quotering leidde tot een afname van het aantal melkkoeien en een deel van de vrijgekomen productieruimte is vervolgens ingevuld met schapen. De invoering van de snijmaïspremie heeft geleid tot uitbreiding van het snijmaïsareaal. De ooi-premie werkt neutraal door op de ruimtelijke kwaliteit. Tegenover de voordelen voor de agrarische geschiktheid, staan nadelen voor de ecologische geschiktheid. De snijmaïspremie heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit, omdat deze alleen op het onderdeel agrarische geschiktheid positief scoort.

Boeren ontevreden

Uit de gehouden gesprekken blijkt dat boeren overwegend ontevreden zijn over zowel generieke als ge-biedsspecifieke doelstellingen omdat deze in hun beleving vaak geen recht doen aan de situatie van een laagveengebied (bijvoorbeeld verplichte mestinjectie) of aan bijzondere bedrijfsomstandigheden. Door veel melkveehouders wordt melkgeld (opbrengsten van de verkoop van melk) als een beloning van onderne-merschap gezien en een subsidie niet. Een aantal regelingen, zoals de maïspremie, hebben een grote negatieve uitwerking op de gebiedskwaliteit. Nadere analyse is nodig om na te gaan of deze geldstromen kunnen worden omgebogen naar doelen die meer sporen met de ruimtelijke plannen van en voor het gebied. Meer informatie:

Rapport 4.03.04

Naar ruimtelijke kwaliteit in De Venen; Effecten van financiële strumenten van het

LNV-beleid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van literatuurstudies zijn voor de drie gekozen dimensies voor gebiedsgericht beleid 10 indicatoren gekozen. Die indicatoren hebben tot doel om antwoord op de derde

Vanuit de Somalische gemeenschap werd ervoor gewaarschuwd dat, als er niets aan voorlichting en begeleiding wordt gedaan, „het gevaar van massale besnijdenis op de loer ligt."

Uitgangspunten voor het experiment zijn naar zijn mening (1) een zo ver mogelijke doorgevoerde decentralisatie van het probleemeigendom en (2) een inrichting van het

terselfdertyd leerling asook leerlingleier is. Hy staan in verhouding teenoor sy medeleerlinge wat bepaalde verwagtinge van hom koester asook teenoor die

The study intentionally selected participants in the environmental management and social performance departments of Anglo American Platinum to attempt to answer the

The stud y examined personal and job characteristics and the socio-economic status of farm workers in the Mafikeng area, North West province, South Africa..

The project activity aims to implement new technology in the gold mining sector of South Africa to improve the energy efficiency of their clear water pumping systems.. This

Hoewel niet alle onderzochte pilots aangeven opgestart te zijn naar aanleiding van deze ambitie, is het evident dat de pilots nooit opgestart hadden kunnen worden zonder de