25 AFZETTINGENWTKG 21 (2), 2000
WTKG
paasexcursie
2000
naar
het Bekken
van
Parijs.
Stef Mermuys
*Het Lutetien III is zeerfossielhoudendenmet name
rijk
aan
grotere
soortenwaarbij
Turritella imbricatariaenCrassatella
plumbea
massaal voorkomen.Kenmerkendesoorten
zijn
Turritellacarinifera,
Campa-nile
giganteum (uitsluitend
sterk verweerdefragmenten),
Pyrazus angulatus,
Xenophora
agglutinans,
Murextri-carinatus,
Clavilithesparisiensis,
Mitraelongata,
Crypto-chordastromboides,
Volutiliresmuricinus,
Athletaspi-nosa, A.
cithara, Harpa murica,
Fussusserratusen Crypto-conussubdecussatus. Zeldzameresoortenzijn:
Rostellariafissura,
Semicassisharpaeformis, Siphonalia
scalarinaenLyria turgidula.
Defaunaisopvallend rijk
aangastropoden
enrelatiefarm aanbivalven. Naast Crassatellaplumbea
werden vooral diverse Ostreaspec., Pecten spec.,Glycy-meris
pulvinata,
Carditaimbricata,
Crassatellacompressa enMeretrix
laevigata gevonden.
Delaag
isduidelijk
eengetijdenafzetting
zonderduidelijke gelaagdheid.
Over hetalgemeen
ontbrakenfragiele
soortenengoed
bewaardfijn
gruis.
Dedonkergele laag
met Turritella wordt aan de onderkantbegrensd
dooreenin dikteverlopende
bandmetfijn grijs
zandrijk
aankleineresoortenenfragiele
bivalven. Onder hetgrijze
zand islichtgeel
compactzand ontsloten metmeerverspreide afgerolde
fossielen. De fauna komtoverigens
overeenmethethoger liggende
“Turritella-ni-veau”,
deondergrens
is niet bekend.Op
ongeveer 40 meter afstand van deontsluiting
met Lutetien IIIlagen
dichtbij
elkaar vierhopen fijn
witzand,
vermoedelijk
afkomstig
uit vossenholen. Het zand trokonmiddellijk
onzeaandacht omdat de(weinige)
zichtbareschelpjes
sterk afweken van de verzamelde Lutetien III fauna. Allereerstwashet zand helderwit,
integenstelling
tothetdonkergele
Lutetien III zandende los verzamelde fossielenwaren nietaangetroffen
in deLutetienIIIont-sluiting.
Metnamede soorten Carditaplanicosta
(frag-menten)
enCrassatellagibbosula bevestigen
ons vermoe-den dat het hierom eenLutetien IIafzetting
betrof.Op
de laatstedag
vande excursie iseenschuttersputje
gegraventot circa
1,25
meter onder het maaiveld. Het fossiel-houdende zandbegint
op ongeveer 70cm beneden het maaiveldengaat
vanlichtgeel lemig
zandoverin wit zand metnaarondertoeverkitte lenzenenglauconiet
houdendegruislagen.
Hoeweldeondergrens
vandelaag
niet is be-reiktendefossielinhoudindiepte
toeneemt ishet materi-aal in detoplaag
betergeconserveerd.
Daarentegen
ko-men groteresoorten in de onderste niveausalgemener
voor. Ondanks hetprachtige
lenteweerwas het leem-houdendezand niet dooreenfijne
zeeftekrijgen.
Om tocheenbeeldte
krijgen
van de fauna is ruim 220 liter zand meegenomeneneldersineenbeekgespoeld. Tegen
ver-wachting
in bleefernog veel residu op de zeefachter. De meestopvallende
soortenzijn: Capulus,
Calyptraea,
Murex
tripteroides,
Athletacrenulifera,
Volutilithestoru-losus,
diverseTurridae, Olividae,
Arcabiangula,
Spon-dylus,
Chamasulcata,
Cardiumgigas (steenkem)
enveel kleinesoorten.Hetis
opvallend
dat opdezeplaats (Ferme
de1’Orme)
de verschillendelagen
naast elkaar voorkomen ennergens alscompleet profiel zijn
teontsluiten(in
Villiers is dat wel hetgeval).
Het istevensopmerkelijk
dat het Lutetien II sediment alhierzosterk in kleurafwijkt
vanhet eldershoger liggende
Lutetien 111.Daarentegen
hebben het Lutetien II enIII, langs
despoorlijn
tussen Villiers-St. Frederic en St. Germaine-de-leGrange
, een nagenoeg
identieke
geelbruine
kleur met tevens veel Turritella imbricataria.Het weekend na de
paasexcursie
heeftRobertMarquet
getracht
om onder betereweersomstandigheden
in het Lutetien IIIvanFermeteverzamelen. Onverwachtskreeg
Robert bezoekvan eenboswachteren heeftuiteindelijk
zijn
verzamelactiviteitenmoeten staken. Het bos hoortbij
een
groter
reservaatengraafactiviteiten zijn
absoluut ver-boden.Gelijktijdig
methet bemonsterenvanhet Lutetien III in het bosvanFerme hebben demeestedeelnemersverza-meldin deklassieke
ontsluiting
vanFermedietemidden Deelnemers; LenVaessen,RuudWiggers,
StefMermuys,
Roberten Annemarie
Marquet,
YvonneButaye,
HenkMulder,
familieBol,
AdriaanDorst,
Henk Janvan Vliet enintroducee,
Hilda BakkerenJoof Tummers.Op
deeerstedag
vande excursie is in het bos vanFerme de 1’Orme onder de stromende regeneenontsluiting
in het Lutetien IIIgegraven.In hetbos, grenzend
aande ak-kerwaarde bekende klassiekeontsluiting
vanFerme de 1’Orme isgelegen, zijn
in de bosrand diverse kleine kui-lenaanwezig.
Dezerestanten van vroegeregraafactivi-teiten lateneenLutetien III fauna zien dieoverhet
alge-meensterk
afgerold
is ennietuitnodigt
omde bodemterplaatse
aan eengrondiger
onderzoekteonderwerpen. Op
ruime afstand van de betreffende kuilen istijdens
denajaarsstorm
van 1999 eengroteboom ontworteld.Tij-densde voorexcursie bleek de
laag
metLutetien IIIte-vensindeontstane ‘krater’
aanwezig
tezijn.
Integenstel-ling
tot de oude kuilenaan de rand van het bos is het Lutetien III in de ‘krater’redelijk goed geconserveerd
enrijk
aangrotesoorten.Tijdens
depaasexcursie
isnaastdeomgewaaide
boomeennieuweontsluiting
gegraven. Hetaanvankelijke ploeteren
in demodderige,
doorworteldeAFZETTINGENWTKG 21 (2), 2000 26
vande
aangrenzende
akkersligt.
Hier is het Lutetien IV ontsloten met bovenaanhetprofiel
hetniveaumetMurexcalcitrapoides.
Hoewel het niveaumetMurexaanzienlijk
dunner is dan in Villiers is het in Ferme veel beter ont-wikkeld. Het is een mariene faunametlacustrieneele-menten waaronder desoorten Potamides
lapidum,
P.angulosum,
BatillariaechinoidesenSigmesalia fasicata.
Hetlager gelegen
niveaumet Lithocardiumaviculaire, Serratocerithiumserratum en Terebellum convolutum bestaat uitzeercompactzanden wastijdens
de excursiegoed
ontsloten.De fauna isongekend rijk
aankleinesoor-tenmolluskenenforaminiferen. Wellicht vanwege de
in-teressantevondsten in het bosenhet
verschrikkelijk
harde zand is erslechtsbeperkt
in de akker verzameld.Op
detweededag
vande excursie is inCressay
onder de stromende regen verzameld. Ineenbosje tegen
dehelling
tennoordenvanhetdorp zijn
diverseontsluitingen
uit het Lutetien lilen IV. De kuilen onder in het bos meteenLutetienIII faunadoenaan
mijnbouw denken,
ditom deomvangen
diepte
aan tegeven.Omdat de faunagroten-deels overeenkwam metde
ontsluiting
in het bos van Fermeenhetweertegenwerkte
is hiernauwelijks
verza-meld.Bovendien had hetzoveel
geregend
dat hetland-weggetje
naarhetbosje ontoegankelijk
wasgeworden
voor de colonne auto’s. Hetgesjouw
metschoppen
enzevenwas iedereenmeerdanzat.
Uiteindelijk zijn
enkele zeef-residu’s verzameld ineenputje
metLutetienIV,
boven in hetbos.De fauna steldeonsnietteleur,
eriseenduidelijk
verschilmetdezelfde
lagen
in Ferme de 1’Ormeen Villiers-St. Frederic. Naast enkele fraaiekleppen
vanPhacoides werden ookregelmatig
fragmenten
van Semicassisharpaeformis gevonden.
Integenstelling
totFermezijn
hiermeerCerithiumenPotamidessoorten tevinden. Het niveaumet Murex
calcitrapoides
is inCressay
nietaan-getroffen,
wellicht dateenuitgebreider
onderzoekmeer inzichtgeeft
van delaag opbouw.
Het istyperend
daterzoveel faunaverschillen
aanwezig zijn
tussendevindplaat-sen
Ferme, Cressay
en Villiers, die hemelsbreed op eensteenworpafstandvanelkaar
liggen.
*Stef Mermuys, Loodsmandreef 18,
2661 SW
Bergschenhoek,
tel. 010-521 4771,
emails.mermuys@bergschenhoek.nl
Aylacostoma browni
Macedonia, Colombia.Pebqs Form., Miocene.
(tek.
FrankWesselingh)
Aytacosfoma browni Los Chorros, Colombia.
Pebas Form., Miocene