-22-Verslag van de geologisch secretaris over 1986.
De zomerexcursie vormde een trekpleister voor een zeer klein gezelschap.
Hierbij werd het Aquitaine-gebied in het Z.W. van Frankrijk weer bezocht. Een aantal vindplaatsen uit de gids, verleden jaar door Arie Janssen samen-gesteld, kon succesvol worden bemonsterd.
De najaarsexcursie in oostelijk Nederland, waar een groot aantal interes-sante punten is bezocht, vormde evenmin een hoogtepunt in bezoekersaantal.
Op de aan deze excursie volgende verzameldag, naar de in het Duitse Nord-lohne gelegen tijdelijke ontsluiting in de Miocene Twistringenklei, hoefde
er niet gedrongen te worden om wat leuks te verzamelen.
Het
programma voor het komende
jaar ziet er alsvolgt uit: Pasen, bezoek aan Zuid Engeland, zie Afzettingen van november j.1.. Pinksteren, de ver-leden herfst geplande Pleistoceen-excursie naar Herzeele en Sangatte in Frans Vlaanderen. Zomer, een onderzoekskamp in zuid-oostelijk Bretagne. Als
najaarsactiviteit: boortechnieken in de praktijk in de omgeving van Winterswijk, aangevuld met de plaatselijke attracties van het seizoen.
Anton Janse. De vier voor dit jaar geplande excursies hebben met wisselend succes
plaats-gevonden.
De Paasexcursie, zeer vroeg in het jaar, voerde langs een aantal rijke
vindplaatsen in Duitsland. Het weer vormde een echte spelbreker. Alle laat-winterse onaangenaamheden werden over de deelnemers uitgestort. De laatste
dag zijn de weinige manmoedige overblijvers huiverend huiswaards getogen, nadat in de loop van de excursie de ene na de andere deelnemer moest afhaken.
Het Pinkstergebeuren in het Bekken van Mons vormde een zonnige tegenhanger. Een flink aantal geologisch interessante
punten werd bezocht. Over het al-gemeen kon er weinig worden verzameld, maar dank zij de goede leiding is er een hoop geleerd over dit tamelijk onbekende gebied dicht bij huis. Bei-de voorjaarsexcursies werden goed bezocht.