• No results found

Hoe Volkswagens dieselmotor langzaam vastliep : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar de relatie tussen de toon van het nieuws en de nabijheid van het nieuws

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoe Volkswagens dieselmotor langzaam vastliep : een kwantitatieve inhoudsanalyse naar de relatie tussen de toon van het nieuws en de nabijheid van het nieuws"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe Volkswagens dieselmotor langzaam vastliep

Een kwantitatieve inhoudsanalyse naar de relatie tussen de toon van het nieuws

en de nabijheid van het nieuws

Jeroen Seelt 10559671

Afstudeerproject Corporate Communicatie Dr. Jelle Boumans

Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam 13 januari 2017

(2)

1

Samenvatting

Over de relatie tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws is nog weinig bekend. Er is veel onderzoek naar de toon van het nieuws en andere variabelen gedaan, maar nabijheid wordt niet genoemd. Daar brengt dit onderzoek verandering in. Aan de hand van de Volkswagen case over de fraude software in de dieselmotoren is door middel van een inhoudsanalyse onderzocht of er een relatie is tussen de toon van de berichtgeving in het nieuws en de nabijheid van het nieuws. Ook is gekeken of er een relatie is tussen het gebruiken van een bepaalde crisis response strategie en de toon van de berichtgeving. Voor dit onderzoek zijn 189 Nederlandse krantenartikelen geanalyseerd. Hierbij is ook gekeken of het type krant nog van invloed is op de toon van de berichtgeving. Uit de analyses blijkt onder andere dat de toon rondom Volkswagen vaker negatief is als het nieuws zich afspeelt buiten Europa en dat kwaliteitskranten vaker negatief berichtten over de regelgeving in de Verenigde Staten dan populaire kranten.

(3)

2

Inleiding

Begin 2014 besloot de International Council on Clean Transportation (ICCT) in de Verenigde Staten een onderzoek in te stellen naar de uitstoot van Volkswagen (VW) diesels naar

aanleiding van verschillende meldingen over een afwijkende uitstoot. De metingen van de ICCT vertoonden grote verschillen met de metingen van de California Air Resources Board (CARB). De test van de ICCT was echter gedaan op de openbare weg, terwijl de tests van het CARB op een rollerbank worden gedaan. De software herkent wanneer een auto op een rollerbank staat en zorgt er vervolgens voor dat de NOx (stikstofoxiden) uitstoot extra geneutraliseerd wordt door middel van een slim systeem. Op de openbare weg werkt dit systeem ook, maar in mindere mate dan wanneer het systeem een test herkent. Dat zorgt ervoor dat de Volkswagen Jetta 15 tot 35 keer meer NOx uitstootte op de openbare weg dan is toegestaan. Ook de Volkswagen Passat stootte 5 tot 20 keer meer uit. Toen men hierover vragen stelde heeft Volkswagen het genegeerd, totdat Volkswagen erachter kwam dat de goedkeuring van de auto's voor 2016 deels afhankelijk was van het beantwoorden van de tijdens deze tests ontstane vragen. Daarna hebben ze uiteindelijk toegegeven dat ze inderdaad de motorsoftware hadden gemanipuleerd om de uitstoot te beperken bij de motoren in de Amerikaanse auto’s (Volkswagen, 2015). Op 29 september 2015 kondigde Volkswagen een terugroepactie aan voor 11 miljoen auto’s wereldwijd. Niet alleen Volkswagens bleken de fraudesoftware te hebben, ook Škoda’s, Audi’s, Seats en enkele bedrijfswagens (‘’VW roept 11 miljoen auto's terug voor nieuwe software,’’ 2016). Onderling wisselen ze veel motoren uit, vandaar dat ook andere merken motoren hebben met de fraudesoftware.

Toen bekend werd dat in de Verenigde Staten auto's werden teruggeroepen, was dit nog niet relevant voor Nederland. Dit veranderde toen bekend werd dat er ook in Nederland auto’s rondreden met de manipulatie software. Uit onderzoek van Wu (1998) blijkt dat de locatie van het land waar het nieuws zich afspeelt ten opzichte van het land waar het nieuws wordt gepubliceerd een belangrijke factor is in het bepalen van de nieuwswaardigheid van een gebeurtenis. De fraude van Volkswagen werd volgens deze redenering dus een stuk nieuwswaardiger toen ook Nederland betrokken raakte. Ook op de televisie wordt meer nieuws uitgezonden van naburige landen dan van landen die ver weg liggen (Kolmer & Semetko, 2010). Het is duidelijk dat nieuws dat dichterbij is, sneller wordt besproken dan nieuws dat ver weg is.

(4)

3 Uit onderzoek is gebleken dat journalisten die geografisch gezien verder van een verhaal afstaan vaak oppervlakkigere bronnen gebruiken dan journalisten die dichtbij het nieuws zijn. Daarnaast gebruiken journalisten die dichtbij het nieuws zijn vaker betrokkenen als bron (Berkowitz & Beach, 1993). Ook is gebleken dat journalisten die geografisch gezien ver afstaan van het nieuws vaak een eenzijdig verhaal vertellen en dat zij zich vaker baseren op bronnen uit eigen land en weinig gebruik maken van plaatselijke bronnen dichtbij het nieuws (Galander, 2012). Dit geeft aanleiding te verwachten dat de toon van nieuws dat zich

geografisch gezien ver weg afspeelt anders is dan de toon van nieuws dat geografisch gezien dichtbij is. Met toon wordt bedoeld op wat voor manier het nieuws wordt gebracht. Dit kan zowel negatief, neutraal als positief zijn. Uit een onderzoek van Shen, Ahern en Baker (2014) bleek dat nieuws onder andere de attitudes van de ontvangers beïnvloedt. Ook bleek uit onderzoek van Boukes, Boomgaarden, Moorman en de Vreese (2014) dat nieuws waarin een mening naar voren komt zowel een positief als een negatief effect kan hebben op de

ontvangers. Zo’n mening kan bijvoorbeeld blijken uit de toon in een artikel. Het is daarom van belang om de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws te onderzoeken, omdat dit dus mogelijk de attitudes van de ontvangers beïnvloedt.

Bij een crisis als deze zal Volkswagen op een gegeven moment met een reactie moeten komen. Volgens Coombs (2006) zijn er drie manieren waarop een organisatie op een crisis kan reageren: ontkennen, reduceren of opbouwen. Dit wordt een crisis response strategie genoemd. Er zou een relatie kunnen zijn tussen zo’n strategie en de toon van een artikel omdat het gebruik van een bepaalde strategie een bepaalde reactie kan opwekken bij de journalist, die dit vervolgens zou kunnen uitten in het artikel. Ook deze relatie zal onderzocht worden in dit onderzoek.

De gebruikte bronnen voor nieuwsartikelen kunnen dus verschillen afhankelijk van de nabijheid van het nieuws. De vraag is echter of er een relatie is tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van het artikel. Er bestaat wel onderzoek dat het soort bronnen heeft vergeleken voor verschillende locaties, maar er is nog geen onderzoek gedaan dat onderzoekt of er daadwerkelijk verschillen zijn in de toon van de betreffende artikelen. Dat zal in dit onderzoek onderzocht worden aan de hand van de volgende vraag: In hoeverre is er een relatie tussen de nabijheid van het nieuws omtrent een crisis en de toon van de berichtgeving van dit nieuws? Dit onderzoek focust zich hierbij op de Volkswagen case. Hierbij zal

(5)

4 onderzocht worden of er een verschil te zien is tussen kwaliteitskranten en populaire kranten. Vijf verschillende relevante subthema’s zullen hierbij apart besproken worden: de autosector, Volkswagen, de Europese regelgeving, de Nederlandse regelgeving en de regelgeving in de Verenigde Staten. Voor deze subthema’s is gekozen omdat ze allemaal een belangrijke factor zijn in de Volkswagen case. In dit onderzoek zullen eerst de relaties tussen de vijf betreffende subthema’s en de variabelen besproken worden, daarna zal er onder andere een eenwegs-variantieanalyse (ANOVA) gedaan worden om uitsluitsel te kunnen geven of er een relatie is tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van het nieuws.

Conceptueel model

Aangezien er bekend is dat het nieuws de attitudes van de lezers beïnvloedt, is het belangrijk om te weten of er een relatie is tussen bepaalde factoren en de attitudes van de lezers. Uit de hiervoor besproken literatuur blijkt dat er nog geen onderzoek is gedaan naar de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws. Dit

onderzoek zal zich daar voornamelijk op richten. Om de hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden is een aantal deelvragen opgesteld. Deze deelvragen zullen bij de resultaten steeds per subthema besproken worden.

De afhankelijke variabele is de toon van de berichtgeving en de onafhankelijke variabele is de nabijheid van het nieuws. Verwacht wordt dat type krant een modererende variabele is, dat wil zeggen dat deze eventueel een effect heeft op de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele. Dit houdt in dat, afhankelijk van of het gaat om een populaire of kwaliteitskrant, de relatie tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws wordt versterkt of juist verzwakt. De toon van de berichtgeving zal gemeten worden door te kijken of er wel of geen negatieve evaluatie aanwezig is in het artikel ten aanzien van het subthema. De subthema’s die onderzocht zullen worden zijn: de autosector, Volkswagen, de Europese regelgeving, de Nederlandse regelgeving en de regelgeving in de Verenigde Staten.

Uit onderzoek van Berkowitz en Beach (1993) bleek dat journalisten die geografisch gezien verder van een verhaal afstaan vaak officiële, minder diepgaande bronnen hebben dan journalisten die dichtbij de locatie van het nieuws zijn. Zij gebruiken vaker betrokkenen als bronnen. Daarnaast blijkt ook dat verslaggeving over een land dat ver weg is vaak heel eenzijdig is en dat het nieuws vaak is gebaseerd op bronnen uit eigen land en dat men geen gebruik maakt van bronnen uit het land of de plaats van het nieuws (Galander, 2012).

(6)

5 Bovenstaande zou ook kunnen leiden tot een andere toon in de berichtgeving, omdat een verhaal een heel andere toon kan krijgen als men slechts een kant van het verhaal belicht. Daarnaast hebben bronnen uit eigen land vaak geen ervaring met de gebeurtenis die in het nieuws is, waardoor zij er een andere kijk op kunnen hebben, wat weer kan leiden tot een andere toon in het artikel. Deze relatie zal onderzocht worden aan de hand van de volgende deelvraag:

RQ1: In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws?

Nabijheid wordt hierbij in drie categorieën onderverdeeld: Buiten Europa, binnen Europa, maar buiten Nederland en in Nederland.

Uit onderzoek van Schaap en Pleijter (2012) is gebleken dat populaire kranten over het algemeen een hoger sensatiegehalte bevatten dan kwaliteitskranten. Volgens Lengauer, Esser en Berganza (2012) is de mens van nature aangetrokken tot negatief nieuws en nieuws over bedreigingen. Kranten die dus op zoek zijn naar veel lezers, wat populaire kranten vaak zijn, zullen dus waarschijnlijk vaker negatief nieuws publiceren om zo de aandacht van de lezers te trekken. Volgens Arbaoui, de Swert en van der Brug (2016) gebruiken sensatiegerichte kranten vaker iets dat de aandacht trekt, zoals bijvoorbeeld negativiteit. Aangezien men in kwaliteitskranten minder sensatiegericht is valt te verwachten dat de toon in kwaliteitskranten minder vaak negatief is dan in populaire kranten. Vandaar dat de volgende vraag is opgesteld:

RQ2: In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en het type krant?

Er wordt verwacht dat er een relatie is tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van het nieuws. Ook wordt er verwacht dat er een relatie is tussen het type krant en de toon van het nieuws. Een bepaald type krant kan dus leiden tot een andere toon. Dit zou er toe kunnen leiden dat het type krant ook een effect heeft op de relatie tussen nabijheid en toon. Als een bepaald nabijheid namelijk leidt tot een bepaalde toon en een bepaald type krant leidt ook tot een bepaalde toon, dan zouden deze elkaar kunnen versterken of juist kunnen afzwakken. Dit leidt tot de volgende deelvraag:

RQ3: In hoeverre heeft type krant een effect op de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws?

(7)

6 Zoals al eerder besproken zal Volkswagen uiteindelijk wel moeten reageren op het feit dat is aangetoond dat ze opzettelijk frauderen. De manier waarop Volkswagen reageert zou echter best belangrijk kunnen zijn, omdat er misschien een verband is tussen de reactie en de toon van de berichtgeving. Volgens de Situational Crisis Communication Theory van Coombs (2006) kan een organisatie, zoals Volkswagen, op een aantal manieren reageren op een crisis: ontkennen, reduceren en opbouwen. Zo’n manier van reageren wordt een crisis response strategie genoemd. Bij de ontkennende strategie ontkent de organisatie dat er een crisis is of de organisatie wijst iemand buiten de organisatie aan als verantwoordelijke of ze vallen degene die ze beschuldigt aan. Bij een reducerende strategie biedt een organisatie of haar excuses aan of men probeert de schade minder te laten lijken. Bij een opbouwende strategie toon de organisatie haar medeleven, biedt haar excuses aan of ze compenseert de getroffenen. Het zou kunnen dat het gebruik van een bepaalde strategie leidt tot een andere toon in de berichtgeving. Het ontkennen van de crisis door Volkswagen heeft een hele andere reactie tot gevolg dan het aanbieden van excuses. Daarom zal er onderzocht worden in hoeverre er een relatie is tussen het gebruiken van een bepaalde crisis response strategie en de toon van de berichtgeving omtrent deze crisis. Hierbij zal gekeken worden naar de Volkswagen case. Dit zal gedaan worden aan de hand van de volgende deelvraag:

RQ4: In hoeverre is er een relatie tussen het gebruiken van een crisis response strategie en de toon van de berichtgeving omtrent deze crisis?

Methode- en analyseplan

De hoofdvraag in dit onderzoek is: In hoeverre is er een relatie tussen de nabijheid van het nieuws omtrent een crisis en de toon van de berichtgeving van dit nieuws?

Om deze vraag zo goed mogelijk te beantwoorden is een inhoudsanalyse de beste optie. Met name de toon van de berichtgeving is het beste te meten bij nieuwsberichten uit kranten, omdat nieuwsberichten uit kranten relatief eenvoudig te analyseren zijn door gebruik te maken van een codeboek. In dit codeboek staat precies genoteerd welke kenmerken van een artikel op wat voor manier gecodeerd moeten worden. Daarna zijn alle antwoorden

samengevoegd en zijn de resultaten geanalyseerd aan de hand van verschillende analyses in SPSS.

(8)

7 Bij het meten van de toon van een artikel zal de volgende methode worden toegepast: De waarde 1 werd toegekend aan een artikel waar geen sprake is van een negatieve evaluatie van het subthema. De waarde 2 werd toegekend aan een artikel waar wel sprake is van een

negatieve evaluatie van het subthema. Voor deze verdeling is gekozen, omdat de verwachting was dat er veel negatieve evaluaties zouden zijn van de subthema’s in verband met het feit dat het hier ging om opzettelijk frauderen.

Sample

De data die gebruikt is in deze inhoudsanalyse komt uit de database van LexisNexis. In deze database is gezocht met de zoekterm: Volkswagen AND diesel AND sjoemel OR fraude. Dit leverde uiteindelijk 189 artikelen op in de periode van 21 september 2015 tot en met 19 november 2016. 40 artikelen hiervan zijn van vóór 29 september 2015, de dag waarop Volkswagen bekend maakte ook auto’s terug te roepen in Nederland in verband met het installeren van de fraudesoftware. De geselecteerde artikelen komen uit de volgende kranten: de Volkskrant (n=37), Het Financieele Dagblad (n=32), Het Algemeen Dagblad (n=17), NRC handelsblad (n=32), Trouw (n=27), De Telegraaf (n=9), NRC.Next (n=25) en Parool (n=12). Alle geselecteerde artikelen zijn gecodeerd. Voor het onderzoek waarbij ‘type krant’ wordt betrokken worden de Volkskrant en NRC handelsblad onder ‘kwaliteitskranten’ gerekend en De Telegraaf en Het Algemeen Dagblad worden gerekend als ‘populaire kranten’.

Om te kunnen vaststellen of er daadwerkelijk sprake is van een relatie tussen de verschillende variabelen die in het conceptueel model besproken worden, is in SPSS een aantal analyses gedaan. Om RQ1 (In hoeverre verandert de toon van de berichtgeving naarmate de nabijheid van het nieuws dichterbij komt?) te beantwoorden is gebruik gemaakt van een eenwegs-variantieanalyse (ANOVA), omdat de afhankelijke variabele (toon) van interval meetniveau is en de onafhankelijke variabele nominaal. Na het uitvoeren van deze test is duidelijk of er sprake is van een significante relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van het nieuws. Om RQ2 (In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en het type krant?) te beantwoorden is een t-test voor het verschil tussen twee gemiddelden gebruikt, omdat de afhankelijke variabele (toon) van interval meetniveau is en de onafhankelijke variabele (type krant) dichotoom is.

Voor RQ3 (In hoeverre heeft het type krant een effect op de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws?) is gebruik gemaakt van een

(9)

8 meerwegs-variantieanalyse, omdat de afhankelijke variabele (toon) van interval meetniveau is en de onafhankelijke variabelen (type krant en nabijheid) categorisch zijn.

Om RQ4 te beantwoorden is gebruik gemaakt van een eenwegs-variantieanalyse (ANOVA). De afhankelijke variabele (toon) is van interval meetniveau en de onafhankelijke variabele (strategie) is nominaal.

Intercodeurbetrouwbaarheid

Om de intercodeurbetrouwbaarheid vast te stellen is een random steekproef getrokken van 25 artikelen. Deze artikelen zijn door 2 codeurs gecodeerd om zo eventuele fouten in het

codeboek vast te stellen. 5 van de geselecteerde artikelen zijn door beide codeurs als niet relevant gemarkeerd, omdat ze niet over het dieselschandaal gingen en zijn daarom niet meegenomen in de analyse. Om de intercodeurbetrouwbaarheid te analyseren is gebruik gemaakt van Lotus. De resultaten hiervan zijn te vinden in Appendix II. Uit de resultaten blijkt dat alle vragen voldoende scoren en er hoeven daarom geen aanpassingen gedaan te worden. De laagste score was hierbij 0,69 en de hoogste score was 1,00.

Resultaten

Van de in totaal 189 geanalyseerde artikelen speelde in 23,8% van de artikelen het nieuws zich af buiten Europa (n=45), 48,7% binnen Europa, maar buiten Nederland (n=92) en in 27,5% van de artikelen speelde het nieuws zich af in Nederland (n=52).

Relatie tussen toon en nabijheid

De gemiddelde waarde van toon is 1,21. Dit houdt in dat er weinig sprake is van een

negatieve toon. De waarde van toon loopt namelijk van 1 tot 2, waarbij er bij 1 geen sprake is van een negatieve evaluatie en bij een waarde van 2 wel.

Om RQ1 (In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws?) te beantwoorden is gebruikt gemaakt van een eenwegs-variantieanalyse (ANOVA). Deze vraag zal per subthema besproken worden en in het algemeen. De volgende drie subthema’s zullen besproken worden: de autosector, Volkswagen en de Europese

regelgeving.

Er is geen sprake van een significante relatie tussen de toon van de berichtgeving in het algemeen en de nabijheid van het nieuws F(2, 186) = 0,42, p = ,661. De toon van het nieuws als dit zich afspeelt buiten Europa (M=1,24 SD=0,21) verschilt niet veel van de toon van het nieuws als dit zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,21 SD=0,19) of in

(10)

9 Nederland (M=,21 SD=,19). Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn, is er een test op de homogeniteit van de varianties gedaan. Hieruit bleek dat de varianties niet gelijk zijn (F(2, 186) p = ,814).

Er is geen sprake van een significante relatie tussen de toon van de berichtgeving rondom de autosector en de nabijheid van het nieuws, F(2, 186) = 0,74, p = ,479. Als het nieuws zich buiten Europa afspeelt (M=1,18 SD=0,39) verschilt de toon van het nieuws niet veel van de toon als het nieuws zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,27 SD=0,45) of in Nederland (M=1,23 SD=0,43). Aangezien de groepen niet ongeveer even groot waren, is er een test op de homogeniteit van de varianties gedaan. Hieruit bleek dat de varianties niet gelijk zijn (F(2, 186) p = ,040).

Er is sprake van een significante, zeer zwakke relatie tussen de toon van de berichtgeving rondom Volkswagen en de nabijheid van het nieuws F(2, 186) = 4,36, p = ,014, ƞ2 = 0,04. Als het nieuws zich buiten Europa afspeelt, is er vaker sprake van een negatieve toon (M=1,78 SD=0,41) dan als het nieuws zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M =1,54 SD=0,50) of in Nederland (M=1,52 SD=0,51) (zie Figuur 1). Uit een post-hoc meervoudige vergelijkingstoets blijkt dat zowel het verschil tussen de toon van het nieuws buiten Europa en binnen Europa, maar buiten Nederland (Mverschil = 0,234, p = ,025) als het

verschil tussen de toon van het nieuws buiten Europa en in Nederland (Mverschil = 0,259, p =

,028) significant is. Het verschil tussen de toon van het nieuws binnen Europa, maar buiten Nederland en in Nederland is niet significant. Aangezien de groepen niet ongeveer even groot waren, is er een test op de homogeniteit van de varianties gedaan. Hieruit bleek dat de

varianties niet gelijk zijn (F(2, 186) p = ,040).

Er is geen sprake van een significante relatie tussen de toon van de berichtgeving rondom de Europese regelgeving en de nabijheid van het nieuws F(2, 186) = 0,32, p = ,730. De toon van het nieuws als dit zich afspeelt buiten Europa (M=1,13 SD=0,34) verschilt niet veel van de toon van het nieuws als dit zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,18 SD=0,39) of in Nederland (M=1,15 SD=0,36). Aangezien de groepen niet ongeveer even groot waren, is er een test op de homogeniteit van de varianties gedaan. Hieruit bleek dat de varianties niet gelijk zijn (F(2, 186) p = ,040).

(11)

10 Figuur 1

De mate van negatieve evaluatie van Volkswagen in het nieuws gesorteerd op nabijheid van het nieuws

Opmerking. 1 = geen negatieve evaluatie, 2 = wel een negatieve evaluatie.

Uit deze analyses is een aantal dingen gebleken. Allerleest bleek dat er geen significante relatie was tussen de toon van de berichtgeving in het algemeen en de nabijheid van het nieuws. Ook tussen de toon van het nieuws omtrent de autosector en de nabijheid van het nieuws bleek geen significante relatie te bestaan. Daarnaast bleek er ook geen significante relatie te zijn tussen de toon van de berichtgeving rondom de Europese regelgeving en de nabijheid van het nieuws. Wel is er een significante relatie gevonden tussen de berichtgeving omtrent Volkswagen en de nabijheid van het nieuws. Nieuws dat zich buiten Europa afspeelt, blijkt significant te verschillen qua toon van het nieuws dat zich binnen Europa, maar buiten Nederland en in Nederland afspeelt.

Relatie toon en type krant

RQ2: In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en het type krant? Om te onderzoeken of er een relatie is tussen de toon van de berichtgeving en het type krant is er een t-test voor het verschil tussen 2 gemiddelden uitgevoerd. De resultaten hiervan

(12)

11 zullen per subthema besproken worden en in het algemeen. De volgende vijf subthema’s zullen besproken worden: de autosector, Volkswagen, de Europese regelgeving, de

Nederlandse regelgeving en de regelgeving in de Verenigde Staten. De toon wordt als volgt gemeten: 1 = geen negatieve evaluatie, 2 = wel een negatieve evaluatie.

In het algemeen is geen significante relatie gevonden tussen de toon van de berichtgeving en het type krant. Verder blijkt slechts één relatie significant te zijn, namelijk die tussen de toon van de berichtgeving rondom de regelgeving in de Verenigde Staten en het type krant. De resultaten van de niet significante relaties zijn te zien in Tabel 1.

De toon van de berichtgeving rondom de regelgeving in de Verenigde Staten is in kwaliteitskranten vaker negatief (M=1,07 SD=0,27) dan in populaire kranten (M=1,00 SD=0,00). Deze relatie is significant, t(91) = 1,43, p = ,024, 95% CI [-0,03, 0,18], d = 0,53. Er is dus sprake van een middelmatig verband.

De toon van de berichtgeving in het algemeen is in kwaliteitskranten iets vaker negatief (M=1,24 SD=0,21) dan in populaire kranten (M=1,22 SD=0,19). Deze relatie is niet significant, t(91) = 0,34, p = ,737, 95% CI [-0,08, 0,11].

Uit de analyses blijkt dat op één subthema na, geen enkele relatie significant is. Alleen de relatie tussen de toon van de berichtgeving omtrent de regelgeving in de Verenigde Staten en het type krant is significant. Kwaliteitskranten berichten significant vaker negatief over de regelgeving in de Verenigde Staten dan populaire kranten.

Het sample van de populaire kranten binnen de variabele type krant bevatte slechts n = 26 artikelen. Voor een statistische toets wordt een grens van minimaal n = 30 gehanteerd. Hieraan is in dit geval niet voldaan en hier zal verder op in worden gegaan in de discussie.

Effect type krant op relatie tussen nabijheid en toon

RQ3: In hoeverre heeft het type krant een effect op de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws?

Om RQ3 (In hoeverre heeft het type krant een effect op de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws?) te beantwoorden is gebruik gemaakt van een meerwegs-variantieanalyse. Uit deze analyses is gebleken dat er geen significante interactie effecten zijn. De uitgebreide resultaten van de analyses staan in Appendix I.

(13)

12 Tabel 1

Hoe vaak er gemiddeld sprake is van een negatieve evaluatie bij verschillende type kranten, per subthema

Subthema Type krant

N Mean Std.

Deviation Is er sprake van een negatieve

evaluatie van de autosector?

Kwaliteits

krant 67 1,28 ,454

Populaire

krant 26 1,19 ,402

Is er sprake van een negatieve evaluatie van Volkswagen (VW)?

Kwaliteits

krant 67 1,55 ,501

Populaire

krant 26 1,65 ,485

Is er sprake van een negatieve evaluatie van de Europese regelgeving?

Kwaliteits

krant 67 1,21 ,410

Populaire

krant 26 1,19 ,402

Is er sprake van een negatieve evaluatie van de Nederlandse regelgeving?

Kwaliteits

krant 67 1,07 ,265

Populaire

krant 26 1,08 ,272

Is er sprake van een negatieve evauluatie van de regelgeving in de Verenigde Staten?. Kwaliteits krant 67 1,07 ,265 Populaire krant 26 1,00 ,000 Toonalgemeen Kwaliteits krant 67 1,2388 ,20667 Populaire krant 26 1,2231 ,19038

Opmerking. 1 = geen sprake van negatieve evaluatie, 2 = wel sprake van negatieve evaluatie.

Relatie crisis response strategie en toon

RQ4: In hoeverre is er een relatie tussen het gebruiken van een crisis response strategie en de toon van de berichtgeving omtrent deze crisis?

Vanwege het gebrek aan genoemde reacties van Volkswagen in de onderzochte artikelen zal er enkel gekeken worden of het gebruiken van opbouwende strategie leidt tot een verschil in

(14)

13 toon. Hier zal in de discussie verder op in worden gegaan. Omdat de onafhankelijke variabele nu dichotoom is, is er gebruikt gemaakt van een t-test voor het verschil tussen twee

gemiddelden.

Uit de t-test voor het verschil tussen twee gemiddelden blijkt dat het gebruik van een opbouwende strategie vaker tot een negatieve toon leidt (M=1,67 SD=0,48) dan als er geen gebruik gemaakt wordt van een opbouwende strategie (M=1,57 SD=0,50). Deze relatie is niet significant t(61,103) = 6,63, p = ,285, 95% CI [-0,27, 0,08].

Het gebruiken van een opbouwende strategie leidt dus vaker tot een negatieve toon in de berichtgeving dan als men geen gebruik maakt van een opbouwende strategie, alhoewel deze relatie niet significant is.

Discussie

Het hoofddoel van dit onderzoek was de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws onderzoeken. Om dit goed te onderzoeken is

onderzoek gedaan naar de relatie tussen de nabijheid en de toon, maar ook naar de relatie tussen de toon en het type krant. Daarnaast is er gekeken of type krant nog een modererend effect had op de relatie tussen toon en nabijheid en is onderzocht of er een relatie is tussen het gebruiken van een opbouwende reactie en de toon van de berichtgeving. Uit al deze analyses is een aantal resultaten gekomen en deze zullen hier onder andere besproken worden. Eerst zullen de wetenschappelijke en praktische implicaties besproken worden, daarna de limitaties en de richtingen voor vervolgonderzoek en als laatste zal de conclusie besproken worden.

Dit onderzoek heeft op een aantal manieren bijgedragen aan zowel de wetenschap als de praktijk. Ten eerste heeft dit onderzoek een bijdrage geleverd aan de wetenschap door weer een andere potentiële factor te onderzoeken die van invloed kan zijn op de toon van de berichtgeving. De nabijheid van het nieuws is namelijk al onderzocht, maar de relatie tussen de nabijheid en de toon van het nieuws nog niet.. Er is dus een begin gemaakt met het onderzoeken van deze factor. Ook bleek een van de uitkomsten van het onderzoek tegen de huidige literatuur in te gaan. Op basis van de voorgaande onderzoeken werd namelijk verwacht dat populaire kranten vaker negatief zouden zijn dan kwaliteitskranten omdat populaire kranten vaker sensatie gericht zijn en er een verband is tussen sensatie en negativiteit (Arbaoui, de Swert & van der Brug, 2016; Schaap & Pleijter, 2012). Uit de analyses bleek echter dat met betrekking tot de regelgeving in de Verenigde Staten

(15)

14 kwaliteitskranten vaker negatief waren dan populaire kranten. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken wat de waarheid is.

Daarnaast is er ook een praktische bijdrage geleverd. Zo blijkt dat de toon rondom

Volkswagen vaker negatief is als het nieuws zich afspeelt in de Verenigde Staten. Dit zou van invloed kunnen zijn op het imago van Volkswagen en zou daarom een reden kunnen zijn voor Volkswagen om hier iets aan te doen door bijvoorbeeld te proberen door middel van een campagne haar imago te verbeteren in de hoop dat dit zich weerspiegelt in de toon van het nieuws.

Dit onderzoek kent een aantal limitaties. Zo bevatte de groep van de populaire kranten bij RQ2 (In hoeverre is er een relatie tussen de toon van de berichtgeving en het type krant?) slechts 26 resultaten, wat eigenlijk niet genoeg is voor statistische analyses. Deze analyses zijn toch uitgevoerd, maar de resultaten zijn dus niet volledig betrouwbaar. De kans dat het resultaat van de populaire kranten vertekend is, is hierdoor groter. Daarnaast was de groep van de kwaliteitskranten met een n = 67 een stuk groter. Dit heeft er ook aan bijgedragen dat de resultaten van de analyses vertekend kunnen zijn. Dit kan in vervolgonderzoek verder onderzocht worden met een grotere steekproef om dit probleem te voorkomen.

De varianties van de groepen bij RQ3 (In hoeverre heeft type krant een effect op de relatie tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving omtrent dit nieuws?) waren niet gelijk, waarschijnlijk omdat de groepen ook niet van gelijke grootte waren. Dit kan ervoor zorgen dat de resultaten van deze analyse vertekend zijn. Bij vervolgonderzoek zou men hier meer op kunnen letten en proberen om de groepen in ieder geval ongeveer van gelijke grootte te laten zijn, zodat dit geen probleem meer is.

Een algemene limitatie van dit onderzoek is de grootte van de steekproef. In dit onderzoek zijn slechts 189 artikelen gecodeerd. Dit zorgt ervoor dat en de resultaten vertekend kunnen zijn, omdat uitschieters zwaarder meetellen en omdat er door de kleine steekproef sommige groepen, zoals die van de populaire kranten, eigenlijk niet genoeg samples bevatten om statistisch geldige analyses te doen. Aan de andere kant waren dit wel alle beschikbare artikelen over de Volkswagen case, dus in dat opzicht is er niks aan het toeval overgelaten.

(16)

15 Ook bij RQ4 (In hoeverre is er een relatie tussen het gebruiken van een crisis response

strategie en de toon van de berichtgeving omtrent deze crisis?) zorgde de kleine steekproef voor problemen, omdat er niet genoeg reacties van Volkswagen in de gecodeerde

onderzoeken werden gevonden om de relatie tussen de drie reacties en de toon van de berichtgeving te analyseren. Omdat slechts voor een van de drie reacties genoeg data was verzameld, is ervoor gekozen om deze reactie te vergelijken met het geven van een andere reactie of geen reactie. Ook dit moet in toekomstig onderzoek verder onderzocht worden om hier echt zinnige uitspraken over te kunnen doen.

Het nadeel van het onderzoeken van een specifieke case zoals in dit onderzoek is gedaan, is dat het de vraag blijft of en hoe de resultaten generaliseerbaar zijn naar andere cases. Zeker in het geval van de Volkswagen case is dit een ingewikkelde vraag. Volkswagen heeft namelijk op grote schaal opzettelijk gefraudeerd, iets dat niet heel vaak voorkomt. Het is lastig te zeggen of de resultaten generaliseerbaar zijn, omdat het dus weinig voorkomt en elke geval waarschijnlijk zeer anders is. Dit moet de toekomst uitwijzen en kan ook door middel van toekomstig onderzoek onderzocht worden.

In dit onderzoek is voor het bepalen van de toon gebruik gemaakt van twee antwoord categorieën: 1 = geen negatieve evaluatie en 2 = wel een negatieve evaluatie. Dit is echter niet echt genuanceerd en zorgt ervoor dat het nog niet duidelijk is. Zo is er geen onderscheid tussen een neutrale toon of een positieve toon. Verwacht werd dat er met betrekking tot de Volkswagen case weinig sprake zou zijn van een positieve toon, omdat sprake is van opzettelijk frauderen. Toekomstig onderzoek zou zich hier verder op kunnen focussen, door meerdere antwoordcategorieën met positief, enigszins positief, neutraal, enigszins negatief en negatief, om een duidelijker beeld te krijgen, ook met betrekking tot de relatie met andere variabelen zoals nabijheid en krant.

Vervolgonderzoek zou zich ook kunnen richten op de vraag of er een verschil zit in toon in de berichtgeving in Nederland tussen de periode dat nog niet bekend was dat ook de Nederlandse auto’s getroffen waren en de periode dat dat wel bekend was. Dit zou een interessant beeld kunnen geven over de relatie tussen de betrokkenheid van een land bij een crisis en de toon van de berichtgeving omtrent die crisis.

(17)

16 Een andere factor die in vervolgonderzoek onderzocht kan worden is of het soort crisis van invloed is op de relatie tussen de toon en de nabijheid. Het zou zo kunnen zijn dat de relatie tussen toon en nabijheid heel anders is bij een fout die per ongeluk tot stand is gekomen, dan bij een opzettelijke fout, zoals bij Volkswagen.

Conclusie

In dit onderzoek is onder andere onderzoek gedaan naar de relatie tussen de toon van het nieuws en de nabijheid van het nieuws. Over het algemeen is geen relatie gevonden tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws. Wel blijkt er een relatie te zijn tussen de toon van de berichtgeving rondom Volkswagen en de nabijheid van het nieuws. De toon van de berichtgeving rondom Volkswagen blijkt namelijk vaker negatief te zijn als het nieuws zich afspeelt buiten Europa dan als het zich binnen Europa of in Nederland afspeelt.

Ook is er onderzoek gedaan naar de relatie tussen de toon van de berichtgeving en het type krant. In het algemeen is er geen significante relatie gevonden. Alleen bij het subthema rondom de regelgeving in de Verenigde Staten werd een significante relatie gevonden tussen de toon en het type krant. Ook dit gaat enigszins tegen de verwachting in, omdat net als bij de regelgeving in de Verenigde Staten verwacht werd dat de populaire kranten vaker negatief zouden zijn dan de kwaliteitskranten, maar er blijkt dus geen significant verschil te zijn. Dit zou te maken kunnen hebben met het grote verschil in groepsgrootte. Hieruit kwam dat er slechts bij een subthema, namelijk de regelgeving in de Verenigde Staten, een relatie was. Kwaliteitskranten zijn namelijk vaker negatief met betrekking tot de regelgeving in de Verenigde Staten dan populaire kranten. Dit gaat tegen de theorie in, omdat er op basis van de theorie werd verwacht dat populaire kranten juist vaker negatief zouden zijn dan

kwaliteitskranten omdat deze vaker sensatiegericht zijn (Arbaoui, de Swert & van der Brug, 2016; Schaap & Pleijter, 2012).

In dit onderzoek is verder onderzocht of het type krant een modererend effect heeft op de relatie tussen de toon van de berichtgeving en de nabijheid van het nieuws. Het type krant bleek geen modererend effect te hebben op deze relatie, niet in het algemeen en niet bij een specifiek subthema. Dit gaat tegen de verwachting in, omdat verwacht werd dat dit wel een effect zou hebben, omdat er verwacht werd dat populaire kranten vaker negatief zouden zijn dan kwaliteitskranten en er dus gedacht werd dat dit tot uiting zou komen als interactie effect.

(18)

17 Ook bleek dat er geen relatie is tussen het wel of niet gebruiken van een opbouwende

strategie en de toon van het nieuws. Verwacht werd dat het gebruik van een opbouwende strategie zou leiden tot het minder vaak gebruiken van een negatieve toon. Een van de dingen waar Volkswagen het over heeft gehad is ofwel het terugkopen van de auto voor de

nieuwprijs of het betalen van een schadevergoeding. Het zou enigszins logisch zijn dat dit gewaardeerd zou worden en uiteindelijk zou leiden tot het minder vaak gebruiken van een negatieve toon, maar dat was niet het geval. Dit zou echter te maken kunnen hebben met het feit dat Volkswagen opzettelijk heeft gefraudeerd en dat ze het niet meer goed kunnen doen in de ogen van de journalisten.

Uiteindelijk heeft dit onderzoek niet veel significante relaties kunnen bewijzen. Wel heeft dit onderzoek weer een nieuwe factor onderzocht die mogelijk van invloed zou kunnen zijn op de toon van de berichtgeving, namelijk de nabijheid van het nieuws. De hoofdvraag van dit onderzoek is: In hoeverre is er een relatie tussen de nabijheid van het nieuws omtrent een crisis en de toon van de berichtgeving van dit nieuws? Er is in dit onderzoek geen significante relatie tussen deze twee variabelen gevonden, maar verder onderzoek zal moeten uitwijzen of dit in andere omstandigheden ook zo is.

Literatuurlijst

Arbaoui, B., De Swert, K., & van der Brug, W. (2016). Sensationalism in News Coverage: A Comparative Study in 14 Television Systems. Communication Research. Advance Online Publication.

Berkowitz, D., & Beach, D. W. (1993). News sources and news context: the effect of routine news, conflict and proximity. Journalism Quarterly, 70(1), 4-12.

Galander, M. M. (2012). News values, cultural proximity and cross-cultural media framing: How western and Muslim media covered Darfur. Journal of Arab & Muslim Research, 5(2), 113-128.

Kolmer, C., & Semetko, H. A. (2010). International television news. Journalism Studies, 11(5), 700-717.

(19)

18 Lengauer, G., Esser, F., & Berganza, R. (2011). Negativity in political news: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 13(2), 179-202.

Schaap, G., & Pleijter, A. R. J. (2012). Het sensatiegehalte van voorpaginafoto’s: Een inhoudsanalyse van populaire en kwaliteitskranten in Nederland. Tijdschrift voor de Communicatiewetenschap, 40(1), 71-86.

Volkskrant. (2015, 29 september). VW roept 11 miljoen auto's terug voor nieuwe software. Geraadpleegd op 13-12-2016 via http://www.volkskrant.nl/economie/vw-roept-11-miljoen-auto-s-terug-voor-nieuwe-software~a4152386/

Volkswagen. (2015). Statement by Prof. Dr. Winterkorn.[Persbericht]. Geraadpleegd van:

http://media.vw.com/release/1070/

Wu, H. D. (1998). Investigating the determinants of international news flow: a meta-analysis. International Communication Gazette, 60(6), 493-512.

Appendix

Appendix I: Analyses RQ3

Er is bij de meerwegs-variantieanalyse geen significante relatie gevonden tussen type krant en de toon van de berichtgeving omtrent de autosector, F(1, 87) = 0,12, p = ,732. Ook is er geen significante relatie gevonden tussen de nabijheid van het nieuws en de toon van de berichtgeving rondom de autosector F(2, 87) = 1,17, p = ,316. Er blijkt weinig verschil te zitten tussen de gemiddelde toon, zo is de gemiddelde toon als het nieuws zich buiten Europa afspeelt iets vaker negatief (M=1,29 SD=0,47) dan als het nieuws zich afspeelt binnen

Europa, maar buiten Nederland (M=1,26 SD=0,44). Als het nieuws zich in Nederland afspeelt is de toon iets minder vaak negatief (M=1,14 SD=0,44) dan als het nieuws zich in binnen Europa, maar buiten Nederland afspeelt. Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingentoets blijkt dat geen van de verschillen significant is. Daarnaast blijkt er geen significant interactie effect tussen het type krant en de nabijheid van het nieuws. Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn is er een test gedaan op de homogeniteit van de varianties, F(5, 87) = 3,58, p = ,005. De varianties zijn dus niet gelijk.

(20)

19 Er is geen significante relatie gevonden tussen type krant en de toon van de berichtgeving omtrent Volkswagen, F(1, 87) = 1,27, p = ,262. Ook is er geen significante relatie gevonden tussen de nabijheid van het nieuws en de toon omtrent Volkswagen, F(2, 87) = 2,12, p = ,126. Het blijkt dat de toon rondom Volkswagen vaker negatief is als het nieuws zich buiten

Europa afspeelt (M=1,82 SD=0,39) dan als het nieuws zich binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,51 SD=0,51) of in Nederland (M=1,55 SD=0,51) afspeelt. Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingentoets blijkt dat geen van de verschillen significant is. Daarnaast blijkt er geen significant interactie effect tussen het type krant en de nabijheid van het nieuws. Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn is er een test gedaan op de homogeniteit van de varianties, F(5, 87) = 15,52, p < ,001. De varianties zijn dus niet gelijk.

Er is geen significante relatie gevonden tussen type krant en de toon van de berichtgeving omtrent de Europese regelgeving, F(1, 87) = 0,57, p = ,452. Ook is er geen significante relatie gevonden tussen de nabijheid van het nieuws en de toon omtrent de Europese

regelgeving, F(2, 87) = 0,48, p = ,623. De toon rondom de Europese regelgeving is iets vaker negatief als het nieuws zich buiten Europa (M=1,24 SD=0,44) afspeelt dan als het zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,21 SD=0,41) of in Nederland (M=1,18 SD=0,39). Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingstoets blijkt dat geen van de verschillen significant is. Daarnaast blijkt er geen significant interactie effect tussen het type krant en de nabijheid van het nieuws. Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn is er een test gedaan op de homogeniteit van de varianties, F(5, 87) = 3,69, p = ,004. De varianties zijn dus niet gelijk.

Er is geen significante relatie gevonden tussen type krant en de toon van de berichtgeving omtrent de Nederlandse regelgeving, F(1, 87) = 0,035, p = ,853. Ook is er geen significante relatie gevonden tussen de nabijheid van het nieuws en de toon omtrent de Nederlandse regelgeving, F(2, 87) = 1,24, p = ,294. De toon omtrent de Nederlandse regelgeving blijkt het vaakst negatief te zijn als het nieuws zich afspeelt in Nederland (M=1,15 SD=0,36). Buiten Europa (M=1,00 SD=0,00) en binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,05 SD=0,21) is de toon minder vaak negatief. Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingstoets blijkt dat geen van de verschillen significant is. Daarnaast blijkt er geen significant interactie effect tussen het type krant en de nabijheid van het nieuws. Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn is er een test gedaan op de homogeniteit van de varianties, F(5, 87) = 5,42, p < ,001. De varianties zijn dus niet gelijk.

(21)

20 Er is geen significante relatie gevonden tussen type krant en de toon van de berichtgeving omtrent de regelgeving in de Verenigde Staten, F (1, 87) = 3,81, p = ,054. Ook is er geen significante relatie gevonden tussen de nabijheid van het nieuws en de toon omtrent de regelgeving in de Verenigde Staten, F (2, 87) = 1,81, p = ,170. De toon omtrent de

regelgeving in de Verenigde Staten is het vaakst negatief als het nieuws zich buiten Europa afspeelt. (M=1,24 SD=0,44). Als het nieuws zich afspeelt binnen Europa, maar buiten Nederland (M=1,00 SD=0,00) of in Nederland (M=1,03 SD=0,17) is de toon minder vaak negatief. Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingstoets blijkt dat geen van de verschillen significant is. Daarnaast blijkt er geen significant interactie effect tussen het type krant en de nabijheid van het nieuws. Omdat de groepen niet ongeveer even groot zijn is er een test gedaan op de homogeniteit van de varianties, F(5, 87) = 24,81, p < ,001. De varianties zijn dus niet gelijk.

(22)

21

Appendix II: ICB

Intercodeurbetrouwbaarheid codeur

Total Jeroen Seelt Johan Willems Codeur -1,00 -1,00 -1,00 Krant 1,00 1,00 1,00 Datum 1,00 1,00 1,00 Relevantie 1,00 1,00 1,00 Nabijheid ,85 ,85 ,85 Link met NL ,70 ,70 ,70 Verantw. autosector ,70 ,70 ,70 Verantw. VW ,70 ,70 ,70 Verantw. EU ,90 ,90 ,90 Verantw. NL 1,00 1,00 1,00 Verantw. VS 1,00 1,00 1,00 Hoofd verantw. ,70 ,70 ,70 Verantw. door: ,69 ,69 ,69 Neg. autosector ,70 ,70 ,70 Neg. VW ,70 ,70 ,70 Neg. EU 1,00 1,00 1,00 Neg. NL 1,00 1,00 1,00 Neg. VS 1,00 1,00 1,00 Reactie VW ,70 ,70 ,70 Total ,85 ,85 ,85 Opmerking. > 0,80 = betrouwbaar, 0,80 – 0,68 = redelijk betrouwbaar en < 0,68 = niet betrouwbaar.

Appendix III: Codeboek

Bij het coderen van de artikelen dient de hieronder beschreven volgorde aangehouden te worden.

A. Algemene informatie A 1. Naam codeur

(23)

22 A 2. Uit welke krant is het artikel afkomstig?

1. De Volkskrant

2. Het Financieele dagblad 3. Het NRC handelsblad 4. Trouw

5. De Telegraaf

6. Het Algemeen Dagblad 7. NRC.Next

8. Het Parool

A 3. Wat is de datum van publicatie? (DD-MM-JJJJ)

A 4. Wat is de titel van het artikel?

A 5. Wanneer is het artikel gepubliceerd? 1. Vóór 29 september 2015

2. Op of na 29 september 2015

A 6. Gaat het artikel over het dieselschandaal bij Volkswagen iets dat daaraan gerelateerd is? (zoals bijvoorbeeld een uitspraak van iemand bij de regering over het schandaal etc.)

1. Nee 2. Ja

B. Locatie van het nieuws

B 1. Waar speelt het nieuws zich voornamelijk af? 0. Buiten Europa

1. Binnen Europa, maar buiten Nederland 2. In Nederland

Toelichting: Het gaat hier om het continent Europa, dus niet de Europese Unie. Waar het nieuws zich afspeelt kan bepaald worden door te kijken of het onderwerp zich in Nederland afspeelt, bijvoorbeeld dat er in Nederland auto’s teruggeroepen worden. In dat geval speelt het nieuws zich in Nederland af. Als er bijvoorbeeld sprake is van een bepaalde uitspraak van een Duitse minister dan speelt het nieuws zich in Europa af, maar buiten Nederland. Als een instantie in de Verenigde Staten een onderzoek

(24)

23 publiceert of een uitspraak doet, dan speelt het nieuws zich buiten Europa af. Bij twijfel of een land tot Europa behoort kan dit opgezocht worden op het internet. Het nieuws speelt zich voornamelijk af in een bepaald land als daar het grootste gedeelte van het artikel over gaat, in vergelijking met de andere plaats(en) die genoemd word(t)(en).

B 2. Indien antwoord 0 bij B 1 (zo niet, ga door naar C 1): Wordt er in het artikel een link gelegd met Nederland?

0. Nee 1. Ja

C. Verantwoordelijkheid

C 1. Wordt de autosector verantwoordelijk gesteld? 0. Nee

1. Ja

C 2. Wordt Volkswagen (VW) verantwoordelijk gesteld? 0. Nee

1. Ja

C 3. Wordt de Europese regelgeving verantwoordelijk gesteld? 0. Nee

1. Ja

C 4. Wordt de Nederlande regelgeving verantwoordelijk gesteld? 0. Nee

1. Ja

C 5. Wordt de Amerikaanse regelgeving verantwoordelijk gesteld? 0. Nee

1. Ja

C 6. Welke actor wordt er hoofdzakelijk verantwoordelijk gesteld?

Hiermee wordt bedoeld welke actor het meeste de schuld krijgt. Dit kan blijken doordat het grootste gedeelte van het artikel over de schuld van deze actor gaat of doordat men deze actor als hoofdverantwoordelijk of iets dergelijks aanmerkt.

0. De autosector 1. Volkswagen

2. De Europese regelgeving 3. De Nederlande regelgeving 4. De Amerikaanse regelgeving

(25)

24 5. Anders, namelijk:

C 7. Door wie wordt deze actor verantwoordelijk gesteld? 0. Door iemand van Volkswagen

1. Door een auto-expert (bv een autojournalist)

2. Door iemand van de overheid of een overheidsinstantie 3. Dat blijkt niet duidelijk uit het artikel

4. Anders, namelijk:

D. Actor evaluatie

D 1. Is er sprake van een negatieve evaluatie van de autosector?

Er is sprake van een negatieve evaluatie van de autosector als de grote meerderheid van of de gehele autosector beschuldigd wordt van het bewust installeren van sjoemelsoftware, het bewust in gevaar brengen van de volksgezondheid et cetera.

0. Nee 1. Ja

D 2. Is er sprake van een negatieve evaluatie van Volkswagen (VW)?

Van een negatieve evaluatie is sprake als er wordt gesproken over onverantwoorde ondernemen, onethisch ondernemen, het in gevaar brengen van de volksgezondheid et cetera.

0. Nee 1. Ja

D 3. Is er sprake van een negatieve evaluatie van de Europese regelgeving?

Er is sprake van een negatieve evaluatie als er wordt gesproken over het gebrek aan doeltreffende regels, het gebrek aan een verbeterde test waar men al jaren over praat, het indirect in gevaar brengen van de volksgezondheid et cetera.

0. Nee 1. Ja

D 4. Is er sprake van een negatieve evaluatie van de Nederlande regelgeving? Er is sprake van een negatieve evaluatie als er wordt gesproken over het gebrek aan doeltreffende regels, het gebrek aan een verbeterde test waar men al jaren over praat, het indirect in gevaar brengen van de volksgezondheid et cetera.

0. Nee 1. Ja

(26)

25 Er is sprake van een negatieve evaluatie als er wordt gesproken over het gebrek aan doeltreffende regels, het gebrek aan een verbeterde test waar men al jaren over praat, het indirect in gevaar brengen van de volksgezondheid et cetera.

0. Nee 1. Ja

E. Communicatiestrategie Volkswagen

E 1. Wat is de reactie van Volkswagen op de beschuldigingen? Kies hierbij de strategie die het meest voorkomt.

0. Volkswagen schuift de schuld af op iemand binnen de organisatie 1. Volkswagen schuift de schuld af op iemand buiten de organisatie 2. Volkswagen bekent schuldig te zijn

3. Volkswagen biedt aan om auto’s terug te kopen

4. Volkswagen biedt aan om eigenaren een vergoeding te betalen 5. Volkswagen geeft de regelgeving omtrent uitstoot tests de schuld 6. Er wordt geen reactie genoemd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

21-03-2013 De startbijeenkomst op 13 maart was er op gericht gemeenten, UWV, uitzendorganisaties en SW-bedrijven te informeren over de kaders van het project, te inspireren en

26-06-2013 Gebaseerd op de brief van 5 maart 2013 en verzamelbrief 2013-1 van SZW zijn de volgende criteria te benoemen waaraan het plan van aanpak moet voldoen (in het Format....

09-10-2013 Alle arbeidsmarktregio’s hebben een projectplan ingediend voor het project ‘Ontsluiting werkzoekendenbestand’?. en voldoen aan de vereisten van het

21-06-2012 De Programmaraad biedt een ondersteunend platform via één overall secretariaat, beleidsondersteuning en communicatie. De communicatie verloopt via

De Eeuwige is in dit soort bidden meer gesprekspartner van de mens dan een grote Oplosser, eerder Iemand die ons leven richting geeft, begaanbare wegen wijst, levenswijsheid

Je krijgt de auto alleen uit de slip als je kijkt en stuurt waar je heen wilt en niet waar je heenrijdt (die boom, die groter en groter wordt…) Als je alleen maar naar Corona

De overeenkomst waarin nage- noeg iedereen zich kon vinden (348 stemmen voor, 1 tegen) houdt in dat parochies in de toekomst de kans krijgen vast te houden aan mannelijke

Maar dat bewijst enkel dat wij zondaars werden door Adams ongehoorzaamheid; dit vers zegt ons niet wat de gevolgen zijn van die ongehoorzaamheid.. Romeinen 6:23: “Want het loon van