• No results found

Van schedel tot gezicht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van schedel tot gezicht"

Copied!
162
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAN SCHEDEL TOT GEZICHT.

D

E MOGELIJKHEDEN VOOR HET TOEPASSEN VAN EEN APP OP HET WEERGEVEN VAN EEN

GEZICHTSRECONSTRUCTIE

.

V

ERANTWOORDINGSDOCUMENT

(2)

1 Colofon

Tweede versie juli 2020 © Loeka Meerts Opdrachtgever Anouk Veldman Huis van Hilde

Archeologiecentrum van Noord-Holland Westerplein 6, 1901 NA Castricum Opdrachtnemer

Loeka Meerts

HBO archeologie, Hogeschool Saxion te Deventer Studentnummer: 439077

Begeleiders

Jop Brijker, Hogeschool Saxion Paul Aris, Huis van Hilde Afbeelding voorblad

Fasen van de gezichtsreconstructie van Casimir voor de Augmented Reality-app Tijm Lanjouw, 4D Research Lab

Afbeeldingen en figuren

Loeka Meerts tenzij anders aangegeven.

Titel

Van schedel tot gezicht. De mogelijkheden voor het toepassen van een app op het weergeven van een gezichtsreconstructie.

(3)

2

VOORWOORD

Dit document dient ter verantwoording voor het adviesrapport ‘Van schedel tot gezicht’ en het document ‘Methoden en Technieken’ en bijbehorende onderdelen zoals de enquête. Dit adviesrapport is opgesteld in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Archeologie aan hogeschool Saxion en in opdracht van archeologisch museum Huis van Hilde. Van september 2019 tot en met februari 2020 ben ik bezig geweest met het onderzoek en het schrijven van het

adviesrapport.

Samen met mijn begeleider, Paul Aris, heb ik de onderzoeksvraag voor dit afstudeerwerkstuk opgesteld. Om goed onderzoek uit te voeren heb ik gebruikgemaakt van verschillende

onderzoeksmethoden. Het adviesrapport is zodanig uitgewerkt dat voor de opdrachtgever, Anouk Veldman, directeur Huis van Hilde, in een keer het advies helder is met de achterliggende

beweegredenen. Het adviesrapport is opgesteld voor Huis van Hilde.

Bij deze wil ik graag mijn afstudeerbegeleider vanuit Huis van Hilde, Paul Aris, bedanken voor de goede begeleiding. Verder wil ik de vrijwilligers van Huis van Hilde bedanken voor het verlenen van hulp tijdens de afname van de enquête en het beschikbaar stellen van informatie over het museum. Daarnaast wil ik Jitte Waagen van het 4D Research Lab bedanken voor het delen van informatie over de demo-app samen met de vragen die hierover gesteld zijn. Tenslotte wil ik Lisette Kootker, Eveline Altena en Maja d’Hollosy bedanken voor het delen van hun kennis over onderzoeksmethoden die gebruikt worden voor gezichtsreconstructies.

Ik wens u veel leesplezier toe! Loeka Meerts

(4)

3

SAMENVATTING

Van september 2019 tot februari 2020 heeft in het kader van afstuderen aan de opleiding HBO Archeologie bij Saxion Deventer een onderzoek plaatsgevonden naar de toepassing van een app in Huis van Hilde. Het onderzoek vond plaats in opdracht van het archeologisch museum Huis van Hilde. Huis van Hilde is momenteel sterk aan het onderzoeken of, en hoe verschillende digitale

hulpmiddelen kunnen worden toegepast. Omdat het museum de leeftijdsgroep tussen de 12 en 18 jaar mist, willen ze daarbij onderzoeken hoe ze deze groep naar het museum kunnen trekken. Het 4D Research Lab uit Amsterdam heeft een app ontwikkeld waarin aan de hand van Augmented

Reality de opbouw van een gezichtsreconstructie in verschillende fasen getoond wordt. De app is

toegespitst op de gezichtsreconstructie van Casimir, een van de mensfiguren die in Huis van Hilde wordt tentoon gesteld.

Om te achterhalen of de toepassing van deze app mogelijk en verstandig is, heeft Huis van Hilde de volgende hoofdvraag opgesteld: ‘Welke mogelijkheid of mogelijkheden zijn geschikt voor het aanbieden van een app voor gezichtsreconstructies in Huis van Hilde gecombineerd met informatie over onderzoeksmethoden die zijn gebruikt voor het vervaardigen van gezichtsreconstructies?.’ Daarbij is gevraagd in hoeverre het publiek geïnteresseerd is in een app en als deze kan worden toegepast, op welke voorwaarden en manier dit het beste kan. De app, die ontwikkeld is door het 4D Research Lab te Amsterdam, toont aan de hand van Augmented Reality de opbouw van een

gezichtsreconstructie door middel van verschillende fasen.

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van meerdere onderzoeksmethoden. Als eerste zijn alle mensfiguren die gemaakt zijn door Maja d’Hollosy geïnventariseerd. Hierna is per mensfiguur door middel van literatuuronderzoek achterhaald welke onderzoeksmethoden waren toegepast. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat DNA-onderzoek, isotopenonderzoek en fysische antropologie het meest voor kwamen. Per onderzoeksmethoden is uitgebreid beschreven wat het is, wat het

weergeeft en hoe het wordt toegepast bij gezichtsreconstructies. Van deze versie is een informatieve flyer opgesteld voor de vrijwilligers van Huis van Hilde.

In de tweede stap van het onderzoek is per mensfiguur is kort beschreven tijdens welke opgraving het menselijk skelet gevonden is, hoe het mensfiguur heet en waar het zijn of haar naam aan te danken heeft, hoe oud hij of zij was en uit welke periode deze persoon komt. Ten slotte is

beschreven welke onderzoeksmethoden op het skelet zijn toegepast en welke resultaten hieruit naar voren zijn gekomen.

Als derde stap van het onderzoek zijn meerdere musea bezocht waarbij gekeken is naar welke digitale platformen gebruikt worden in de tentoonstelling. Om de verschillen en overeenkomsten vast te stellen is ook op dezelfde manier gekeken naar Huis van Hilde en zijn alle musea bezocht waar gezichtsreconstructies van Maja d’Hollosy staan.

Ten vierde zijn de belangen van de betrokken partijen achterhaald door het houden van interviews. Ook is achterhaald hoe de app precies werkt. Als laatste is een enquête gehouden onder de

bezoekers om de mate van interesse te meten.

Uit bovenstaande informatie is het volgende advies opgesteld:

Huis van Hilde wordt geadviseerd verder onderzoek te doen naar de werking/gebruik van de app en deze op korte termijn niet toe te passen in het museum. Voor een uitgebreide uitleg wordt

(5)

4

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord ... 2 Samenvatting ... 3 Inhoudsopgave ... 4 1. Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Probleem- en doelstelling ... 8 1.3 Hoofd- en deelvragen ... 9 1.4 Leeswijzer ... 10 2. Methoden ... 11 2.1 Onderzoekende fase... 11 2.1.1. Methoden en Technieken ... 11 2.1.2. Mensfiguren ... 12 2.1.3. Museumbezoeken ... 12 2.1.4. Belanghebbenden ... 12 2.1.6. App ... 13 2.2 Uitwerkende fase ... 14 3. Methoden en Technieken ... 15 3.1 DNA-onderzoek ... 15 3.2 Sr-Isotopen onderzoek ... 18 3.3 Fysische antropologie ... 21 4. Mensfiguren ... 24 5. Museumbezoeken ... 31 6. Belanghebbenden ... 37 7. Enquête ... 39 8. App ... 45 9. Discussie ... 49 10. Conclusie ... 51 11. Aanbevelingen ... 57 Bronnen ... 59

Bijlage 1: Methoden en Technieken ... 64

Bijlage 2: Transcriptie interview Eveline Altena ... 65

Bijlage 3: Transcriptie interview Lisette Kootker... 67

Bijlage 4: Transcriptie interview Maja d’Hollosy ... 69

Bijlage 5: Lege enquête ... 71

(6)

5 Bijlage 7: Tabel enquêtes ... 156 Bijlage 8: Samenvoeging gesprekken 4D Research Lab (Jitte Waagen) ... 158 Bijlage 9: Adviesrapport ... 161

(7)

6

1. INLEIDING

1.1 AANLEIDING

Dit verantwoordingsdocument is geschreven als onderdeel van het afstudeerproject van de opleiding Archeologie van hogeschool Saxion. Het bijgevoegde adviesrapport en de informatieve flyer zijn geschreven in opdracht van Huis van Hilde te Castricum.

Huis van Hilde is een archeologisch museum waar de bezoeker leert over de bewoningsgeschiedenis van de provincie Noord-Holland. Tevens bewaart Huis van Hilde alle archeologische vondsten van Noord-Holland in het depot. Het museum staat voornamelijk bekend om haar reconstructies van mensfiguren. Een aantal bevatten een gezichtsreconstructie die gebaseerd is op de menselijke resten. Anderen mensfiguren zijn een correcte vertoning op basis van de historische gebeurtenissen. Het afstudeeronderzoek richt zich op de beleving die bezoekers van Huis van Hilde hebben met betrekking op reconstructies van mensfiguren. Hierbij gaat het specifiek over hoe deze reconstructies onder de aandacht van het publiek gebracht kunnen worden.

Het 4D Research Lab1 van de Universiteit van Amsterdam heeft op eigen initiatief een demo-app

ontwikkeld die aanvullende informatie over gezichtsreconstructies geeft. Deze app werkt door middel van het scannen van markers op een schedel. De schedel waar de eerste versie van de demo-app op gebaseerd is, is die van een Russische soldaat die gesneuveld is op 6 oktober 1799 tijdens de Slag van Castricum2. De gezichtsreconstructie is gemaakt door Maja d’Hollosy. Zij is fysisch

antropoloog en heeft meerdere gezichtsreconstructies voor Huis van Hilde gemaakt. De opbouw van de gezichtsreconstructie in de app wordt weergeven door middel van Augmented Reality. Bij

Augmented Reality ziet de bezoeker de verschillende fasen van de gezichtsreconstructie voor zich

door een scherm geprojecteerd over de werkelijke wereld. Er is onderzoek gedaan naar de werking en mogelijkheden van de app.

Het onderzoek richt zich op het verkennen van de mogelijkheden die de app die door het 4D

Research Lab mee is ontwikkelt, met zich mee kan brengen voor Huis van Hilde. Hierbij is gekeken op welke manier dit de betrokkenheid van de bezoekers kan vergroten. De ontwikkeling van de app door het 4D Research Lab is via Maja d’Hollosy terecht gekomen bij Huis van Hilde. Hieruit is het idee tot stand gekomen om de mogelijkheden tot het gebruik van de app binnen Huis van Hilde verder te onderzoeken.

Theoretisch kader

Als basis is er kort vooronderzoek gedaan naar het gebruik en effect van Augmented Reality in musea. Hiervoor is gekozen omdat de app die door het 4D Research Lab ontwikkeld is, de opbouw van een gezichtsreconstructie geeft aan de hand van Augmented Reality. Uit het onderzoek zijn de volgende punten naar voren gekomen. In een artikel geschreven in een wetenschappelijk tijdschrift wordt gesproken over hoe Augmented Reality het mogelijk maakt wetenschappelijke informatie te begrijpen. Augmented Reality baant zich langzaam een weg in de museale wereld.3 In 2010 is een

studie uitgevoerd door Asia, Sugimoto en Billinghurst. Bij deze studie werd Augmented Reality toegevoegd aan een computer waarop de gebruiker over de maan rijdt en missies uitvoert. Uit deze studie is gebleken dat dit experiment de interactie tussen ouder en kind verhoogd.4 Uit een andere

studie is gebleken dat de interactie en interesse stijgt van kinderen wanneer zij interactie hebben

1 4D Research Lab s.a. 2 Huis van Hilde 2014. 3 Yoon et al. 2017, 158. 4 Asia et al. 2010, 123.

(8)

7 met verschillende museale artefacten in Augmented Reality.5 Er zijn ook studies uitgevoerd waarbij

gekeken is naar in hoeverre de bezoeker kennis heeft van Augmented Reality en weet hoe hij/zij er mee om moet gaan. Tijdens een onderzoek is er gekeken in welke mate studenten kunst kunnen waarderen door een Augmented Reality rondleiding, een audiotour en niks. Het gedrag en de tijd die besteed werd bij de schilderijen was ongeveer gelijk bij de Augmented Reality rondleiding en de audiotour. Ook werd de Augmented Reality rondleiding meer gewaardeerd omdat deze beter te begrijpen informatie bevatte door het gebruik van visueel beeld.6 Deze studies tonen aan dat

Augmented Reality ondersteuning kan bieden tijdens het leren en het een toegevoegde waarde geeft

aan een tentoonstelling.7 Dit betekent dat het toepassen van Augmented Reality in een museum

potentieel meerwaarde heeft. In dit kader zou ook de app van het 4D Research Lab een waardevolle toevoeging kunnen zijn.

In musea wordt steeds vaker gebruikgemaakt van digitale elementen zoals tablets, smartphones of tv-schermen waar filmpjes op worden getoond om bezoekers te informeren en te betrekken. Huis van Hilde is een museum dat sinds 2015 bestaat. Toch bevat het museum voor het grootste gedeelte ‘traditionele media’ zoals schermen waar filmpjes op worden getoond, touchscreen schermen waar informatie op staat over de mensfiguren en vondsten, soms gekoppeld aan audioapparatuur met koptelefoon. De centrale projectie in het midden van de tentoonstelling toont periodiek op de vloer in een aantal minuten de geschiedenis van Noord-Holland. Deze projectie staat ten opzichte van de tv-schermen waar filmpjes op worden getoond nieuwer op het vlak van de digitale wereld.

Huis van Hilde en de provincie Noord-Holland zijn op zoek naar de beste manier hoe zij mee kunnen gaan met deze nieuwe stroming waarbij digitalisering hoog op de relevantie-as staat. Reden hiervoor is dat Huis van Hilde de beleving voor de bezoeker wil versterken. Als archeologisch museum is het van belang dat de bezoeker geboeid blijft en de informatie op een juiste manier tot zich kan nemen. Digitalisering binnen het museum wordt verkend omdat een app aangeboden is door het 4D

Research Lab. Digitalisering betekent in dit geval dat tentoonstellingen informatie op een digitale manier aan kunnen bieden en niet per se op een ‘traditionele manier’. Echter, het is lastig te

voorspellen of het aanbieden van informatie op een digitale manier positief uit kan pakken omdat er grote onduidelijkheden zijn over of de nieuwe media de rol van oude media over gaan nemen en de mate en richting waarin nieuwe media zich zullen ontwikkelen.

Volgens de agenda 2026, samengesteld door de Museumvereniging zijn een aantal trends te benoemen die invloed hebben op de museale sector. Dit zijn de volgende: de mensen die tot de generatie van de babyboom behoren gaan met pensioen, de groei op het vlak van internationaal cultuurtoerisme, minder subsidie, de ontwikkeling van de Randstadmetropool, de gedigitaliseerde samenleving en de Europese invloed die toeneemt. Het onderzoek richt zich op de gedigitaliseerde samenleving.8 De bezoeker krijgt door de trend dat alles gedigitaliseerd wordt de kans dichter bij het

verleden te staan. Een voorbeeld hiervan is virtual reality. Bij virtual reality waant de bezoeker zich in een andere wereld. De bezoeker krijgt als het ware een bril op waarin een scherm zit. Door dit scherm beleeft de bezoeker een andere wereld.

Huis van Hilde vindt het belangrijk om te verkennen welke mogelijkheden er zijn voor het museum omdat zoals hierboven aangegeven meerdere ontwikkelingen en veranderingen plaats vinden in de museale wereld. Het museum heeft in 2019 in de tijdelijke tentoonstelling gebruikgemaakt van

5 Hall, T/L. Bannon 2006, 242. 6 Chang et al. 2014, 195. 7 Yoon et al. 2017, 158.

(9)

8

virtual reality. De tijdelijke tentoonstelling ging over schatten uit de Bronstijd. In de tentoonstelling

stond ook een menselijke reconstructie van een meisje uit de Bronstijd tentoongesteld. Bij deze tentoonstelling was een tablet aanwezig. De gebruiker hield de tablet op ooghoogte en bewoog hier horizontaal mee. Op het scherm was door het gebruik van virtual reality een rondleiding te volgen door Julia in de Bronstijd. Deze tijdelijke tentoonstelling is over het algemeen goed ontvangen. Het is niet bekend of het museum hiermee verder wil gaan.

1.2 PROBLEEM- EN DOELSTELLING

Het hoofddoel van dit onderzoek is het vergroten van de betrokkenheid van bezoekers van Huis van Hilde en het versterken van het verhaal achter de gezichtsreconstructie.Daarbij wilt het museum onderzoeken hoe ze de leeftijdsgroep tussen de 12 en 18 jaar naar het museum kunnen trekken. Ten slotte wil het museum de bezoeker blijven interesseren en verkent het nieuwe manieren waarop informatie aan de bezoeker over kan worden gebracht. Deze doelstelling wordt uitgewerkt door middel van de app die door het 4D Research Lab9 wordt ontwikkeld. Hiervoor is gekozen omdat de

app aangeboden is bij Huis van Hilde en goed aansluit bij de ontwikkelingen die zich nu voordoen in de museale sector.

Er is onderzoek uitgevoerd welke methoden en technieken het meest worden toegepast om het uiterlijk van mensen of basis van menselijke resten te achterhalen. Ook is onderzocht welke onderzoeksmethoden zijn toegepast op reconstructies die in Huis van Hilde aanwezig zijn. Dit onderzoek is uitgevoerd omdat de informatie die uit dit onderzoek naar voren kwam eventueel content voor de app zou zijn. Tot slot was er de vraag vanuit Huis van Hilde om een of meerdere opties te bedenken voor het plaatsen van de app die door het 4D Research Lab wordt aangeboden. Denk hierbij aan de plek waar de app geplaatst kan worden, welke borden met informatie over de werking van de app hier omheen geplaatst moeten worden of een kostenplaatje.

Het 4D Research Lab heeft op eigen initiatief een demo-app ontwikkeld die door middel van het scannen van markers op een schedel, de opbouw van de bijpassende gezichtsreconstructie weergeeft. De app was oorspronkelijk niet bedoeld voor het publiek, maar opgestart als een eigen project. Het 4D Research Lab is via Maja d’Hollosy, de maker van de reconstructie van de schedel van Casimir, bij Huis van Hilde terecht gekomen. Op basis van dat contact is het idee tot stand gekomen om de mogelijkheden tot het gebruik van deze app binnen Huis van Hilde verder te onderzoeken. Verder zijn bij het onderzoek een aantal partijen betrokken. Dit zijn Huis van Hilde, Provincie Noord-Holland, het 4D Research Lab, Skullpting (Maja d’Hollosy) en de bezoekers van Huis van Hilde. Er is onderzoek gedaan wat de randvoorwaarden en eisen van deze partijen zijn wanneer de app in werking zou treden. Het onderzoek naar de bezoekers is in een apart hoofdstuk beschreven. Dit laatste onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête onder de bezoekers van Huis van Hilde. Het onderzoek heeft geleid tot een adviesrapport waarin meerdere opties voor het gebruiken van deze app in Huis van Hilde worden gepresenteerd. In het advies is ingegaan op welke, creatieve manier de app wel of niet gecombineerd wordt met een weergave van de verschillende

onderzoeksmethoden die zijn gebruikt om het uiterlijk van de gezichtsreconstructies te bepalen. Naast een adviesrapport is er een informatieve flyer gemaakt voor de vrijwilligers van Huis van Hilde. De vrijwilligers kunnen deze informatieve flyer gebruiken om te lezen. De informatie die zij uit deze tekst hebben opgedaan kunnen zij gebruiken om de bezoeker te informeren. Deze kan gebruikt worden door vrijwilligers die meer willen weten over isotopenonderzoek, DNA-onderzoek en fysische

(10)

9 antropologie. In de informatieve flyer worden de belangrijkste methoden en technieken uitgelegd die van toepassing zijn op de reconstructies in Huis van Hilde. Het betreft de bekendste en meest

gebruikte technieken in Huis van Hilde. Deze methoden en technieken zijn: DNA-onderzoek, isotopenonderzoek en fysische antropologie. Deze flyer is terug te vinden in bijlage 1.

1.3 HOOFD- EN DEELVRAGEN

Het onderzoek is benaderd op twee schaalniveaus, namelijk op macro- en microniveau. Voor deze schaalniveaus is gekozen omdat deze het beste tonen dat er verder gekeken kan worden dan het eigen onderzoek. Op macroniveau wordt gekeken naar de kennis en het gebruik van methoden en technieken van gezichtsreconstructies en de algemene trends in musea. Op microniveau wordt gekeken hoe de opgedane kennis concreet kan worden toegepast in Huis van Hilde.

De hoofdvraag die hierbij hoort luidt:

Welke mogelijkheid of mogelijkheden zijn geschikt voor het aanbieden van een app voor

gezichtsreconstructies in Huis van Hilde gecombineerd met informatie over onderzoeksmethoden die zijn gebruikt voor het vervaardigen van gezichtsreconstructies?

De bijbehorende deelvragen worden hieronder gepresenteerd op macro- en microniveau.

Macroniveau

1. Hoe worden gezichtsreconstructies in Nederlandse musea gebruikt?

2. Welke onderzoeksmethoden worden gebruikt om het uiterlijk van een gezichtsreconstructie te bepalen?

3. Hoe komt men tot de (regionale) herkomst van de menselijke resten?

4. Hoe wordt een gezichtsreconstructie gemaakt op basis van de menselijk schedel? 5. Hoe functioneert de app die het 4D Research Lab heeft ontworpen voor het publiek?

Microniveau

6. Welke digitale platforms worden ingezet in de tentoonstellingen van Huis van Hilde? 7. Op welke manier kan de gezichtsreconstructie app optimaal worden gebruikt voor het

publiek in Huis van Hilde?

8. Welke archeologische informatie is naast de gezichtsreconstructie app noodzakelijk om de bezoeker te informeren over gezichtsreconstructies?

9. Hoe groot is de behoefte bij bezoekers van Huis van Hilde aan een app die de opbouw van een gezichtsreconstructie weergeeft?

(11)

10

1.4 LEESWIJZER

Het verantwoordingsdocument is verdeeld in tien hoofdstukken. In hoofdstuk twee worden de onderzoeksmethoden besproken die zijn toegepast gedurende het afstudeerproject. Deze worden behandeld per omschrijvend kopje. In hoofdstuk drie tot acht worden de resultaten van het onderzoek besproken. In hoofdstuk drie worden de Methoden en Technieken besproken en in hoofdstuk vier worden de reconstructies van mensfiguren behandeld. In hoofdstuk vijf komen de museumbezoeken aan bod, de belanghebbenden komen in hoofdstuk zes aan bod. In hoofdstuk zeven worden de resultaten van de enquête besproken. Ten slotte worden de resultaten uit het onderzoek naar de app besproken in hoofdstuk acht. In hoofdstuk negen wordt het onderzoek geëvalueerd. Om eventuele tekortkomingen van het onderzoek helder te krijgen worden er een aantal discussiepunten uitgelicht. In hoofdstuk tien, de conclusie, worden de hoofd- en deelvragen beantwoord. Hierna volgt hoofdstuk elf met de aanbevelingen. Na de aanbevelingen volgt

(12)

11

2. METHODEN

In dit hoofdstuk worden de verschillende toegepaste onderzoeksmethoden toegelicht. Het

onderzoek is in twee fasen uitgevoerd: de onderzoekende fase en de uitwerkende fase. De gebruikte onderzoeksmethoden voor de onderzoekende fase zijn op een chronologische volgorde van

uitvoeren beschreven. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke onderzoeksmethoden gebruikt zijn. Daarnaast wordt beschreven met welk doel de onderzoeksmethoden zijn toegepast. De resultaten van de onderzoeksmethoden worden in dezelfde volgorde besproken in hoofdstuk drie tot acht. Hiernaast is per onderwerp aangegeven welke deelvragen hiermee kunnen worden beantwoord. Het doel van de onderzoekende fase was het verzamelen van informatie over verschillende onderwerpen. In deze fase is de informatie verzameld door middel van het houden van interviews, het uitvoeren van literatuuronderzoek, het afnemen van een enquête en tot slotte het uitvoeren van veldbezoeken.

Het doel van de uitwerkende fase was het samenbrengen van alle informatie die verzameld is. Op basis van deze gegevens is de hoofdvraag beantwoord. De methoden die tijdens deze fase zijn toegepast zijn het overleggen met de opdrachtgever en betrokken partijen.

2.1 ONDERZOEKENDE FASE

In de onderzoekende fase zijn meerdere onderzoeksmethoden toegepast. Een aantal van deze onderzoeksmethoden zijn bij meerdere onderwerpen met bijbehorende deelvragen toegepast. De onderzoeksmethoden zijn toegepast in deze fase omdat deze bijdragen aan de doelstelling van de onderzoekende fase. Dit was het verzamelen van informatie over onderwerpen die betrekking hebben op het onderzoek. De volgende onderzoeksmethoden zijn toegepast: literatuuronderzoek, enquêtes afnemen, interviews afnemen en het bezoeken van musea.

2.1.1.

M

ETHODEN EN

T

ECHNIEKEN

De onderzoeksmethoden die het meest toegepast worden op menselijke resten waarvan vervolgens een gezichtsreconstructie gemaakt is, zijn op een rijtje gezet. Vervolgens is elke methode uitgebreid omschreven door middel van literatuuronderzoek en het houden van interviews met professionals. De professionals die benaderd zijn waren Eveline Altena10, Lisette Kootker11 en Maja d’Hollosy. Voor

het literatuuronderzoek zijn verschillende bronnen onderzocht. Zo is JSTOR12 geraadpleegd. JSTOR is

een database die toegang biedt tot wetenschappelijke artikelen en boeken. Op deze site is

vervolgens onderzoek verricht naar DNA-onderzoek, fysische antropologie en isotopenonderzoek. Verder is de collectiesite13 van provincie Noord-Holland geraadpleegd. Hierbij zijn wetenschappelijke

rapporten zoals archeologische rapporten, DNA-onderzoek verslagen en isotopenonderzoek verslagen geraadpleegd.

De verkregen informatie uit de interviews is verwerkt tot een tekst waarin vraag en antwoord zich afwisselen. De interviews zijn telefonisch of in persoon gehouden. Voorafgaand aan het interview waren vragen opgesteld zodat het interview soepel zou verlopen. Wanneer de persoon die geïnterviewd zou worden toestemming gaf, werd het interview opgenomen. Hiervoor is gekozen omdat op deze manier alle aandacht gevestigd blijft op het onderwerp. Zo niet, dan werden de antwoorden in steekwoorden uitgeschreven tijdens het interview. Na afloop van het interview werd de opgenomen sessie uitgeschreven of werden de steekwoorden omgevormd tot duidelijke zinnen.

10 Oud-DNA specialist 11 Isotopenonderzoeker 12 JSTOR 2020.

(13)

12 De informatie die voortgekomen is uit het literatuuronderzoek is per onderwerp uitgeschreven tot een duidelijke tekst waarbij op de juiste manier gebruik is gemaakt van de bronvermelding. Deze tekst is vervolgens uitgeschreven tot een informatieve flyer. De doelgroep van deze flyer zijn de vrijwilligers van Huis van Hilde. Deelvraag 2, 3 en 4 worden hiermee beantwoord.

2.1.2.

M

ENSFIGUREN

De mensfiguren staan in de permanente tentoonstelling centraal. Door middel van moderne technieken zijn deze levensechte mensfiguren gereconstrueerd. De aanwezige mensfiguren in Huis van Hilde zijn bekeken. Vervolgens is per mensfiguur bepaald of deze gemaakt is door Maja d’Hollosy of door een andere specialist. Hiervoor is gekozen omdat de app die gemaakt wordt door het 4D Research Lab een gezichtsreconstructie van Maja d’Hollosy weergeeft. Hierna is door middel van literatuuronderzoek onderzocht welke onderzoeksmethoden zijn toegepast voor het maken van een reconstructie van een mensfiguur. De informatie die voorgekomen is uit het literatuuronderzoek is per onderwerp uitgeschreven tot een duidelijke tekst waarbij op de juiste manier gebruik is gemaakt van de bronvermelding. Deze tekst staat onder het hoofdstuk mensfiguren. Deelvraag 2 wordt hiermee beantwoord.

2.1.3.

M

USEUMBEZOEKEN

Er zijn vergelijkingen gemaakt met andere musea om een goed beeld te creëren welke (digitale) elementen Huis van Hilde mist of juist wel heeft. Ook zijn andere musea onderzocht zoals het Rijksmuseum van Oudheden, het Fries Museum en het Südtiroler Archaeologiemuseum om het uiteindelijke advies goed te onderbouwen. Voor deze musea is gekozen omdat deze reconstructies van mensfiguren bevatten waarvan de reconstructie van het gezicht gebaseerd is op het skelet. Daarnaast zijn alle gezichtsreconstructie van de mensfiguren behalve dat van het Südtiroler Archaeologiemuseum gemaakt door Maja d’Hollosy. Voor het Südtiroler Archaeologiemuseum is gekozen omdat de menselijke reconstructie gemaakt is door een bekend Nederlands duo, Alfons en Adrie Kennis. Zij maken reconstructies van uitgestorven diersoorten, voornamelijk mensachtigen.14

Om de vergelijkingen zo goed mogelijk te stellen werd ook gekeken naar de indeling en aanwezigheid van digitale elementen in de vaste en tijdelijke tentoonstelling van Huis van Hilde.

Deze informatie is achterhaald door het uitvoeren van veldbezoeken. Hierbij zijn drie musea naast Huis van Hilde zelf bezocht. De musea zijn uitgekozen omdat zij gebruik maken van menselijke reconstructies waarvan de reconstructie van het gezicht gebaseerd is op de schedel. De musea die voldeden aan deze eisen zijn gekozen omdat de gezichtsreconstructie van Casimir ook gebaseerd is op de schedel. Tijdens een dergelijk bezoek is gekeken naar de aan- en afwezige digitale elementen. Ook is er gekeken welke informatie aanwezig is over de gezichtsreconstructies in andere musea. Naast het uitvoeren van veldbezoeken is ook literatuuronderzoek uitgevoerd. Dit werd gedaan omdat het Südtiroler Archaeologiemuseum zich in Italië bevindt en het dus niet mogelijk was het museum te bezoeken. Om een beeld te krijgen van de indeling van het museum en voor aanvullende informatie werden de sites van de musea bezocht. Ook is gekeken naar de indeling van de vaste tentoonstelling van Huis van Hilde zelf om de vergelijking uit te kunnen voeren. Dit geeft antwoord op deelvraag 1 en 6.

2.1.4.

B

ELANGHEBBENDEN

Alle belanghebbenden voor de app zijn op een rijtje gezet. De belanghebbenden zijn Huis van Hilde, provincie Noord-Holland, het 4D Research Lab, Skullpting (Maja d’Hollosy) en de bezoekers van Huis van Hilde. De belangen van de bezoekers zijn in een apart hoofdstuk beschreven. Er is onderzocht

(14)

13 wat de randeisen en voorwaarden van de belanghebbenden zijn. Het doel van dit onderzoek was het vaststellen wat de belangen waren van de belanghebbenden. De resultaten hiervan zijn

meegenomen in het advies.

Het belang per betrokkenen is uitgezocht door literatuuronderzoek en het houden van interviews. De interviews zijn telefonisch of in persoon gehouden. Voorafgaand aan het interview waren vragen opgesteld zodat het interview soepel zou verlopen. Wanneer de persoon die geïnterviewd zou worden toestemming gaf, werd het interview opgenomen. Hiervoor is gekozen omdat op deze manier alle aandacht gevestigd blijft op het onderwerp. Zo niet, dan werden de antwoorden in steekwoorden uitgeschreven tijdens het interview. Na afloop van het interview werd de opgenomen sessie uitgeschreven of werden de steekwoorden omgevormd tot duidelijke zinnen.

De informatie die voorgekomen is uit het literatuuronderzoek is per onderwerp uitgeschreven tot een duidelijke tekst waarbij op de juiste manier gebruik is gemaakt van de bronvermelding. De verkregen informatie uit de interviews is verwerkt tot een tekst waarin vraag en antwoord zich afwisselen. Dit geeft antwoord op deelvraag 9 en 10.

2.1.5. ENQUÊTE

Het was van belang dat gemeten werd hoe groot de interesse is in de onderzoeksmethoden die toegepast zijn op de menselijke resten om de fysieke kenmerken te bepalen, en welke leeftijdsgroep dit beslaat. De resultaten van de enquête hadden invloed op, en onderbouwen de keuze van het adviesrapport. Voor het belang van de bezoekers is een enquête opgesteld. De enquête is

geanalyseerd door het programma SPSS15. Voor het programma SPSS is gekozen omdat deze gebruikt

wordt bij opleidingen aan Fontys in Sittard. Als eerste zijn de vragen opgesteld met hulp van Paul Aris en Jop Brijker. Vervolgens is gekeken wat het doel van de enquête is en welke informatie er uit de enquête naar voren moest komen. Ook is aan Ilse Koster16 gevraagd of er vragen waren die Huis van

Hilde zelf beantwoord wilde zien. De enquête is uitgevoerd door het aanspreken van bezoekers in de vaste tentoonstelling. Hierbij zijn twee verschillende tactieken toegepast. De eerste paar dagen zijn de bezoekers aan het begin van de tentoonstelling benaderd. Op de dagen hierna zijn de bezoekers aan het einde van de tentoonstelling benaderd. Ten slotte zijn de enquêtes door baliemedewerkers van Huis van Hilde meegegeven aan bezoekers. De enquête is geanalyseerd met het programma SPSS. Alle vragen en antwoorden zijn op het programma ingevuld. Eenmaal ingevuld zijn een aantal formules over de resultaten gelegd. De resultaten hiervan zijn samen gevoegd met bijbehorende argumentatie. Dit geeft antwoord op deelvraag 9 en 10.

2.1.6.

A

PP

Informatie over de app die het 4D Research Lab heeft ontworpen is verzameld door middel van literatuuronderzoek en interviews. Het onderzoek richtte zich op de werking van de app. Hierbij is gekeken hoe de app werkte en wat er toegevoegd kon worden aan de app. Denk hierbij aan

achtergrondinformatie over de onderzoeksmethoden die bijgedragen hebben aan het maken van de gezichtsreconstructie. Ook is gekeken welke randvoorwaarden en eisen het 4D Research Lab had met betrekking tot de plaatsing van de app. De verkregen informatie uit de interviews is verwerkt tot een tekst waarin vraag en antwoord zich afwisselen. De interviews zijn via de mail of in persoon

gehouden. Voorafgaand aan het interview waren vragen opgesteld zodat het interview soepel zou verlopen. Wanneer de persoon die geïnterviewd zou worden toestemming gaf, werd het interview opgenomen. Hiervoor is gekozen omdat op deze manier alle aandacht gevestigd blijft op het onderwerp. Zo niet, dan werden de antwoorden in steekwoorden uitgeschreven tijdens het

15 IBM s.a.

(15)

14 interview. Na afloop van het interview werd de opgenomen sessie uitgeschreven of werden de steekwoorden omgevormd tot duidelijke zinnen.

De informatie die voorgekomen is uit het literatuuronderzoek is per onderwerp uitgeschreven tot een duidelijke tekst waarbij op de juiste manier gebruik is gemaakt van de bronvermelding. Deze tekst is verwerkt in het hoofdstuk App. Deelvraag 5, 7 en 8 worden hiermee beantwoord.

2.2 UITWERKENDE FASE

In de uitwerkende fase is de verkregen informatie uitgewerkt. Alle informatie is samengevoegd en op basis hiervan is de hoofdvraag beantwoord.

In deze fase is het adviesrapport geschreven. De gegevens die uit de voorgaande onderzoeken zijn gekomen zijn op een rij gezet. Hierbij zijn ten eerste de belangen van de betrokken partijen naast de mogelijkheden van de app gehouden. Vervolgens is bepaald welke onderdelen terug moesten komen in het advies zelf. Ook is bepaald dat niet alle onderzoeksvragen van de enquête in het adviesrapport besproken zouden worden. Hiervoor is gekozen omdat niet alle vragen betrekking hadden op het onderzoek. Ten slotte is alle informatie nagekeken. Op basis van alle informatie is het advies opgesteld.

(16)

15

FIGUUR 1DUBBELE HELIX.BRON:MARDANEH

2007,14.

3. METHODEN EN TECHNIEKEN

Om het hoofdstuk Methoden en Technieken te vormen is literatuuronderzoek uitgevoerd. De drie onderzoeksmethoden die in dit hoofdstuk behandeld worden zijn fysische antropologie, DNA-onderzoek en isotopenDNA-onderzoek. Hiervoor is gekozen omdat deze de DNA-onderzoeksmethoden zijn die toegepast zijn op de menselijke reconstructies van Huis van Hilde. Per onderzoeksmethode zijn drie vragen gesteld. Neem als voorbeeld DNA-onderzoek: ‘Wat is DNA? Wat komt uit DNA-onderzoek naar voren? Wat kan je er mee? En Hoe wordt DNA toegepast bij gezichtsreconstructies?’ Om deze vragen te beantwoorden is er uitgebreid literatuuronderzoek gedaan. Zo zijn om meer te weten te komen over DNA- en isotopenonderzoek en fysische antropologische rapporten geraadpleegd. Deze rapporten zijn geschreven door verschillende professionals. Om zo dicht mogelijk bij de mensfiguren te blijven zijn de meeste rapporten geschreven door de professionals die betrokken waren bij de onderzoeken gebruikt. Per vak zijn de rapporten van een professional die ook is geïnterviewd doorgenomen om meer te begrijpen van het vak. De uitgebreide versies van de interviews zijn te vinden in de bijlagen. Daarnaast is ook een kopje gewijd aan hoe een gezichtsreconstructie tot stand komt.

De tekst in dit hoofdstuk is een uitgebreide versie van een informatieve flyer voor de vrijwilligers van Huis van Hilde. Voor de vrijwilligers van Huis van Hilde is een kortere versie geschreven in de vorm van een flyer. Deze flyer heeft als doel om de vrijwilligers van Huis van Hilde te informeren over de onderzoekstechnieken fysische antropologie, DNA-onderzoek en isotopenonderzoek. De informatie die de vrijwilligers uit de flyer hebben opgedaan kunnen zij gebruiken om de bezoeker te informeren. De flyer staat in bijlage 1.

3.1 DNA-ONDERZOEK

De Zwitserse chemicus Johann Friedrich stuitte in 1869 op een complexe verbinding genaamd Desoxyribonuleïnezuur (DNA) heeft gekregen.17 Tot in 1944 weet niemand wat deze complexe

verbinding doet. Oswald Avery en zijn team ontdekken middels een test dat DNA te maken heeft met erfelijkheid. James Watson en Francis Crick ontdekten dat DNA de vorm heeft van een wenteltrap waarbij deze uit twee kettingen bestaat: de dubbele helix. DNA bepaalt wat er gebeurt in het lichaam. Het is het molecuul dat bepaalt welke huidskleur, oogkleur of erfelijke ziekten de mens kan krijgen.18

D

EFINITIE VAN

DNA

Desoxyribonucleïnezuur, ook wel DNA genoemd, is een molecuul wat grotendeels verantwoordelijk is voor de overgeërfde kenmerken van organismen. DNA bestaat uit vier basen of nucleotiden, kortweg bouwstenen genoemd. Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C) en Guanine (G).19 De volgorde waarop deze basen zijn gearrangeerd

bepalen het genotype of genetische identiteit van een persoon.20 De

complete set van het menselijk DNA is te vinden in elk van de cellen van de mens (met uitzondering van de zaadcellen en eicellen die de helft van het DNA bevatten, en rode bloedcellen, die geen kern hebben), in elk orgaan en in ons bloed en immuunsysteem. De basen die opgebouwd zijn vormen lange strengen. Een complementaire

17 Dahm 2008, 320. 18 Idem, 327. 19 Skeletloket s.a.

(17)

16 streng zit aan elke streng verbonden. Hierdoor spreekt men ook wel van basenparen (bp). In zijn geheel vormen ze de bekende helix (zie fig. 1).

In alle celtypen wordt het grootste gedeelte van het DNA gevonden in de kern en georganiseerd in structuren genaamd chromosomen. Dit DNA staat bekend als nucleair DNA (nDNA), in tegenstelling tot het DNA dat zich buiten de cellen bevindt in de mitochondriën, dat bekend staat als mtDNA.21 Dit

is een component van de cel buiten de kern die zich in het cytoplasma bevindt. De lange nucleaire DNA-moleculen zijn verdeeld over chromosomen, die ook ribonucleïnezuur (RNA) en eiwitten bevat. De mens heeft 23 paar chromosomen die verpakt zijn in de kern van elke cel.22 Elk van deze

chromosomen heeft een tweede exemplaar. Dit tweede exemplaar is geen exacte kopie maar draagt wel hetzelfde gen voor specifieke eigenschappen. Van de chromosoomparen is een helft afkomstig van de vader en de andere helft afkomstig van de moeder. In totaal zijn er dus 46 chromosomen. 23

Bij de studie van oud DNA of ancient DNA wordt DNA uit archeologische monsters onderzocht.24

Neem als voorbeeld een skelet dat 1000 jaar onder de grond heeft gelegen. Naarmate de tijd vergaat, zal het DNA ook afbreken. Het wordt dan oud DNA genoemd. Wanneer een mens overlijdt stopt het herstelmechanisme van de cel. Celmembranen breken af, waardoor verteringsenzymen vrijkomen in het cytoplasma. Deze enzymen vernietigen het DNA in een snel tempo. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het fragmenteren van DNA. Dit wordt stopgezet wanneer er uitdroging of invriezing plaats vindt. Toch vergaat DNA in de loop van de tijd als gevolg van de biologische processen die plaats vinden onder de grond.25 De strengen breken dan in stukken. Ook kan er

verknoping plaatsvinden. In dat geval verwikkelen strengen in het DNA zich met elkaar. Uiteindelijk wanneer het skelet na 1000 jaar wordt opgegraven en DNA wordt afgenomen, zal genetische informatie verloren zijn.26

M

OGELIJKHEDEN EN TOEPASSINGEN VAN OUD

-DNA

Met oud-DNA zouden kenmerken van een mens kunnen worden achterhaald. Neem als voorbeeld de haar- of oogkleur van een individu. Oud-DNA experts onderzoeken daarentegen alleen de elementen die de opdrachtgever wil weten. Dit kan het geslacht zijn of de leeftijd. Haar- en oogkleur worden bijna nooit gevraagd omdat de resultaten van het onderzoek geen toevoeging biedt aan het

onderzoek waar het individu deel van uitmaakt.27 Zie bijlage 2 voor de transcriptie van het interview

met Eveline Altena met de uitgebreide uitleg. In een onderzoek staat alleen waar de opdrachtgever om heeft gevraagd. Bijna altijd is de informatie onvolledig wanneer het mogelijk was geweest om meer informatie uit hetzelfde sample te halen. Alleen is vaak niet meer informatie dan vereist uit he sample gehaald. Ook is oud DNA vaak beschadigd. Zo kunnen de verbindingen tussen de basen breken waardoor het DNA opgedeeld raakt in kortere fragmenten. Ook kan er chemische modificatie van basen optreden waarbij een T bijvoorbeeld een C kan worden. Basen kunnen helemaal verloren gaan of DNA stukjes die gefragmenteerd zijn kunnen weer aan elkaar vast komen te zitten, terwijl ze niet aan elkaar horen.28

De basen, waarover in het kopje hierboven gesproken wordt, maken een groot deel uit van het achterhalen van bepaalde elementen van een individu. Op bepaalde delen van het DNA kunnen

21 Matisso-Smith, E./K.A. Horsburgh 2012, 22. 22 Idem, 5. 23 Skeletloket s.a. 24 Tuross, N./M. G. Campana 2018, 205. 25 Idem, 206. 26 Hansen et al. 2006. 27 Altena 2019. 28 Skeletloket s.a.

(18)

17 specifieke combinaties van basen worden gecreëerd. Bepaalde karaktertrekken of oogkleur kan uit deze combinaties naar voren komen.29 Het merendeel van DNA in het menselijk chromosoom

codeert niet voor eiwitten en wordt vaak aangeduid als niet-coderend. In de volksmond wordt dit vaak junk genoemd terwijl een deel van dit DNA een functie heeft. Het lijkt erop dat grote stukken DNA mogelijk een functie hebben gehad in het verleden en nu niet-coderend zijn. Sommige deeltjes zijn betrokken bij de regulatie van de productie van eiwitten. Deze onderhoudt wanneer en waar een bepaald eiwit is gevormd. Deze deeltjes zijn bruikbaar voor studies waarbij de

bevolkingsgeschiedenis en migraties gereconstrueerd worden. Dit komt omdat de aanwezigheid van het individu binnen een bevolkingsgroep eerder te wijten is aan afkomst dan aan natuurlijke

selectie.30

Wanneer ancient DNA (aDNA) wordt afgenomen, vinden een aantal stappen plaats. Er wordt een kies of tand afgenomen. Het DNA bevindt zich namelijk in het tandbeen, dus met name de wortels. Deze wordt vergruizeld en gemengd met bepaalde stofjes. De stofjes hebben een bepaalde invloed op de vergruizelde kies of tand waardoor de cellen openbreken. Vervolgens wordt aan de hand van een specifieke methode het DNA uit deze mix gefilterd. Wanneer er DNA over is worden bepaalde delen van het DNA uitgezocht en verder geanalyseerd. Het onderzoek vindt plaats in Nederland. De machine leest deze delen af en met de resultaten kan de onderzoeksvraag beantwoord worden.31

De bovenstaande stappen klinken simpel maar het vinden van de gevraagde elementen is moeilijk. Ook is het moeilijk voor een DNA-expert om informatie over haar- of oogkleur te achterhalen. Voornamelijk wanneer het oud-DNA betreft waarbij onderdelen verknipt zijn of ontbreken. De onderzoeksresultaten worden bepaald door de vraag die de opdrachtgever heeft, de intactheid van het DNA en het soort DNA.

T

OEPASSING VAN OUD

-DNA

BINNEN HET MAKEN VAN GEZICHTSRECONSTRUCTIES

DNA-onderzoek is tot op heden weinig gebruikt om uiterlijke kenmerken van gezichtsreconstructies te achterhalen. In de meeste gevallen wordt alleen de achtergrondinformatie van de betreffende menselijke resten samen met forensische technieken gebruikt. De oog-en haarkleur wordt gebaseerd op de meest voorkomende oog- of haarkleur in het gebied waar deze persoon vandaan komt. Zoals eerder genoemd wordt in een enkel geval gebruikgemaakt van DNA-onderzoek. Dit is bijvoorbeeld toegepast bij Casimir, een Russische soldaat waar een menselijke reconstructie van tentoongesteld wordt in Huis van Hilde. De opdrachtgever wilde graag de oogkleur weten. Echter, het bleek dat het DNA te oud was en dus kon de oogkleur niet achterhaald worden.

29 Van der Lende s.a.

30 Matisso-Smith, E./K.A. Horsburgh 2012, 30. 31 Altena 2019.

(19)

18

FIGUUR 2ISCOSCAPE VAN NEDERLAND.BRON: KOOTKER ET AL.2016.

3.2 SR-ISOTOPEN ONDERZOEK

Met strontium isotopen kan een skelet worden gekoppeld aan een geologisch gebied, afhankelijk van hoe mobiel het individu was gedurende zijn/haar leven.32 Van alle isotopen die tegenwoordig

geanalyseerd worden van archeologische skeletresten, zijn strontium isotopen het meest effectief voor het bepalen van de mobiliteit van de prehistorische mens en dier. Strontium komt voor in gesteenten en komt via verwering terecht in het grondwater. Hierdoor komt het in de bodem terecht en komt het vervolgens via de voedselketen in het tandglazuur en botten.33

D

EFINITIE VAN ISOTOPENONDERZOEK

Atomen (elementen) worden ingedeeld naar de hoeveelheid protonen in de kern van de atoom. De kern bevat ook neutronen, de hoeveelheid neutronen kan verschillen. Omdat het aantal protonen binnen een atoom vast staat en het aantal neutronen kan verschillen ontstaan er verschillende versies van hetzelfde atoom. De verschillende varianten worden isotopen genoemd.

Het chemische element strontium (met atoomnummer 38) bestaat uit vier isotopen.34 Dit zijn ⁸⁴Sr

(0,56%), ⁸⁶Sr (9,87%), ⁸⁸Sr (82,53%) en ⁸⁷Sr (7,04%). %). De laatstgenoemde is de enige isotoop die radioactief is. Deze wordt gevormd door het β-verval van rubidium-87.35 De meest voorkomende

isotoop is ⁸⁸Sr. Voor de mens zijn ⁸⁷Sr en ⁸⁶Sr het belangrijkst.36 De veronderstelde verhouding tussen

deze twee isotopen weergeeft namelijk het geologische herkomstgebied van een individu. Wanneer bijvoorbeeld een individu nooit verhuisd is, is het percentage ⁸⁷Sr in verhouding tot ⁸⁶Sr hetzelfde. Deze isotopen worden gebruikt om het geologische herkomstgebied van een individu te bepalen. Wanneer een ratio uit isotopenonderzoek naar voren komt wordt deze vergeleken met de ratio’s die voor bepaalde gebieden gelden. Neem als voorbeeld de ratio van 0,711852. Wanneer deze

vergeleken wordt met de ratio’s uit Nederland kan geconcludeerd worden dat het individu een immigrant is (zie fig. 2). Wanneer het ratiogehalte laag is, zal de persoon uit een gebied komen met een jongere ondergrond. Hier tegenover staat een hoog ratiogehalte wat duidt op een oudere ondergrond. Naar mate gesteenten een jongere ondergrond bevat, wordt de ⁸⁷Sr/⁸⁶Sr ratio lager dan bij oudere gesteenten.

Wanneer elementen chemisch identiek zijn aan elkaar zoals strontium aan calcium, neemt strontium soms de plaats in van calcium in calciumfosfaat en apatiet in het menselijk skelet. Op deze manier neemt de mens het strontium signaal van het gebied waarin hij of zij zich bevindt op.37

32 Bentley 2006, 136. 33 Idem, 135. 34 Ibidem, 136. 35 Skeletloket s.a. 36 Bentley 2006, 137. 37 Skeletloket s.a.

(20)

19

FIGUUR 3 BEMONSTERING VAN EEN KIES MET

EEN DIAMANTBOOR.BRON:KOOTKER 2019,3.

M

OGELIJKHEDEN EN TOEPASSINGEN VAN

SR-

ISOTOPENONDERZOEK

Aan de hand van strontium isotopenonderzoek kan de geologische ouderdom van een gebied worden achterhaald. Bij strontium isotopenonderzoek wordt de ouderdom van gesteente bepaald door middel van de Rb/Sr-verhouding. Rubidium (Rb) kan in bepaalde mineralen kalium vervangen. Dit vormt het radioactieve isotoop ⁸⁷Sr. Wanneer deze kennis gecombineerd wordt met het

strontiumgehalte wat aanwezig is in gebitselementen, kan worden achterhaald waar een persoon de eerste 16 jaar (afhankelijk van het gebitselement) van zijn of haar leven heeft doorgebracht. Dit komt omdat hierna de gebitselementen niet meer mineraliseren waardoor strontium niet meer in het gebitselement opgenomen kan worden. Strontium wordt via natuurlijk bronwater, geologisch geërodeerd materiaal via bodems en de voedselketen opgenomen in gebitselementen en botmateriaal (glazuur en dentine) van mens en dier. Op deze manier incorporeert de mens het strontium signaal van het gebied waar de mens zich in bevindt.

Strontium bevindt zich ook in botmateriaal. Onderzoek naar het herkomstgebied van een mens aan de hand van botmateriaal zou in theorie kunnen. Echter, dit is in de praktijk niet het geval. Bot is poreus en bestaat uit veel gaatjes. Ook hermodelleert bot het hele leven door. Daarom geeft het strontium signaal uit het bot een gemiddeld signaal van het gebied waar een individu de laatste jaren van zijn/haar leven heeft doorgebracht.38 Dit stamt uit het voedsel wat een mens de afgelopen zeven

tot dertig jaar gegeten heeft. Mocht een persoon dus in twee compleet verschillende geologische gebieden gewoond hebben, wordt er een gemiddelde gegeven

van beide. Het specifieke herkomstgebied van een individu komt niet uit onderzoek waarbij bot gebruikt wordt naar voren.39 Praktische uitwerking

Stikstof (N) en koolstof (C) isotopenonderzoek wordt gebruikt om het paleodieet te reconstrueren. Stikstof en koolstofisotopen worden in het lichaam opgenomen via de voedselketen. De analyse hiervan bepaald de plaats waar het geconsumeerde eten vandaan komt.40

Wanneer een isotopenonderzoek wordt uitgevoerd, vinden er veel stappen plaats.

Als eerste wordt een monster afgenomen met een diamantboor (zie fig. 3). Dit monster wordt in een aantal stappen zuiver gemaakt. Gedurende het proces wordt er zo hygiënisch mogelijk gewerkt. Dit om contaminatie te voorkomen. Aan het einde van het proces wordt het monster door een thermische ionisatie massaspectrometer gehaald (zie fig. 4). Middels een proces wordt de ratio berekent door de machine. De ratio die uit de machine komt wordt vervolgens gebruikt voor het verdere onderzoek waarin de conclusie getrokken wordt.41

38 Kootker 2017, 18. 39 Kootker 2019. 40 Idem, 5. 41 Kootker 2019.

(21)

20

FIGUUR 4THERMISCHE IONISATIE MASSASPECTROMETER.BRON:DURHAM UNIVERSITY S.A.

TOEPASSING VAN SR

-

ISOTOPENONDERZOEK BINNEN GEZICHTSRECONSTRUCTIES

Isotopenonderzoek is niet vereist voor het maken van een gezichtsreconstructie. Een gezicht is een fenotype, een uiting van het DNA. Wanneer informatie uit isotopenonderzoek toegepast zou worden op een gezichtsreconstructie, wordt een gezicht gecreëerd dat gebaseerd is op de mensen die in het bepaalde gebied wonen. Echter, als iemand uit dat gebied komt maar bijvoorbeeld een Aziatisch uiterlijk heeft klopt de gezichtsreconstructie niet. Het kan in een zekere zin misleidend zijn. Isotopenonderzoek weergeeft een levensreconstructie, geen uiterlijke reconstructie.

Isotopenonderzoek is wel goed bruikbaar als er een reconstructie gemaakt wordt van het leven van een individu. Isotopenonderzoek kan bijvoorbeeld bijdragen aan het verhaal dat rondom de

(22)

21

FIGUUR 5INVENTARISATIE SKELET

RUSSISCHE SOLDAAT UIT 1799.BRON:

D’HOLLOSY 2015,8.

3.3 FYSISCHE ANTROPOLOGIE

Fysische antropologie is een wetenschap die veel raakvlakken heeft met andere disciplines zoals biologie, anatomie, paleontologie en geneeskunde. Hiernaast werken fysisch antropologen vaker samen met andere

detailstudies. Zo wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met DNA-specialisten. Echter, deze technieken zijn destructief voor het bot- en tandweefsel.42

D

EFINITIE VAN FYSISCHE ANTROPOLOGIE

?

Wanneer een onderzoek van de menselijke resten en begravingssporen bij een archeologische opgraving wordt uitgevoerd, noemt men dit fysische antropologie. Naast het menselijk skelet worden ook crematieresten, veenlijken of mummies onderzocht door een fysisch antropoloog.

M

OGELIJKHEDEN EN TOEPASSINGEN VAN FYSISCHE ANTROPOLOGIE

Met fysisch antropologisch onderzoek kan veel informatie achterhaald worden. In de meeste gevallen worden de menselijke resten op een aantal punten onderzocht. Dit zijn de leeftijd, het geslacht, de lichaamslengte, ziektes, afwijkingen en de status en gezondheid van het gebit. Met de informatie die uit deze vraagstukken komt kan bijvoorbeeld meer verteld worden over het leven van mensen uit een bepaalde periode. Daarnaast kan het een stukje context toevoegen aan een verhaal. Ook wordt de compleetheid van het skelet weergegeven (zie fig. 5). In deze figuur zijn de aanwezige botresten ingetekend.

De leeftijd van een individu kan op verschillende manieren worden

achterhaald. Dit is afhankelijk van de staat waarin de menselijke resten zich bevinden, de compleetheid hiervan en eventueel of het een volwassene of een kind is. Ten eerste kan aan de hand van de mate van sluiting van de schedelnaden (suturen) aan de binnenzijde van de schedel de leeftijd worden geschat. Deze mate van sluiting is verdeeld in verschillende fasen.

De tweede methode die toegepast wordt is de mate van veranderding van de inwendige

botstructuur in het proximale gewrichtsuiteinde van de bovenarm (caput humeri). Bij deze methode wordt onderzocht in hoeverre het spongieuze beenweefsel (substantia spongiosa) gedegenereerd is. Om tot het beenweefsel te komen wordt het bovenste gedeelte van de bovenarm in de lengte doorgezaagd.

Het geslacht wordt bepaald op basis van een aantal morfologische kenmerken van het skelet. De diagnose komt tot stand met behulp van de grootte van de onderkaak (mandibula), schedel

(cranium) en het bekken (pelvis). Aan de hand van de morfologische kenmerken van deze onderdelen kan het geslacht worden bepaald. De waarden die uit dit onderzoek komen kunnen van zeer

mannelijk (+2) tot zeer vrouwelijk (-2) variëren. Wanneer scores worden gemeten tussen -0,5 en +0,5 is een geslachtsbepaling niet mogelijk. De nauwkeurigheid van de geslachtsdiagnose kan worden bepaald door de hoeveelheid aanwezige anatomische geslachtskenmerken. Het maximumaantal

(23)

22

FIGUUR 6TANDSTEEN OP DE TWEE RECHTER KIEZEN.BRON:

D’HOLLOSY 2015,13.

wegingswaarden bij de schedel, inclusief onderkaak zijn 32. Voor het bekken is dit 19. Standaardvoorbeelden worden gebruikt om de juiste waardering te schatten. 43

De lichaamslengte wordt voor mannen en vrouwen op twee verschillende manieren berekend. Voor vrouwen wordt de lichaamslengte aan de hand van de methode van Trotter en Gleser berekend.44 Voor mannen wordt

doorgaans de methode van Breitinger gebruikt. Wanneer de lichaamslengte van een niet-volwassenen moet worden berekend, wordt deze meestal

gebaseerd op de lengtes van de dijbenen. Wanneer de dijbenen niet beschikbaar zijn kan de lichaamslengte berekend worden op basis van de pijpbeenderen.45

Sporen van ziekten en afwijkingen worden per bot onderzocht en waar mogelijk gediagnosticeerd met behulp van bepaalde technieken.46

Bij een gebitsonderzoek wordt als eerste een complete

inventaris van het gebit opgenomen. Hierna wordt gekeken naar de gezondheidstoestand van de kaken en het gebit. Neem als voorbeeld het voorkomen van tandsteen (zie fig. 6), het voorkomen van cariës (gaatjes), parodontale ontstekingen met als mogelijk gevolg alveolaire atrofie (terugtrekking van het kaakbot) en ante mortem (AM) tandverlies en wortelpuntontstekingen (peri-apicale processen/ abcessen). Indien aanwezig worden abnormaliteiten genoteerd samen met de

slijtagegraad van de molaren. Nadat het gebitsonderzoek compleet is zeggen de resultaten hiervan wat over het dieet en de levensomstandigheden.47

T

OEPASSING VAN FYSISCHE ANTROPOLOGIE BINNEN HET MAKEN VAN GEZICHTSRECONSTRUCTIES

Fysische antropologie is noodzakelijk voor het maken van gezichtsreconstructies. In bijna alle gevallen wordt een fysisch antropologisch onderzoek uitgevoerd op menselijke resten. Het achterhalen van het geslacht en de leeftijd is vereist. Deze kunnen bijna altijd achterhaald worden door fysische antropologie. Echter kan het zo zijn dat de menselijke resten van een kind zijn. Bij kinderen is het niet altijd mogelijk om het geslacht te achterhalen. Dan kan door middel van DNA-onderzoek achterhaald worden wat het geslacht is.

Zonder de resultaten die het geslacht en de leeftijd bepalen zou de maker van de

gezichtsreconstructie niks weten over het geslacht en de leefomstandigheden. Een fysisch

antropologisch onderzoek wordt altijd uitgevoerd voordat er over DNA of isotopenonderzoek wordt nagedacht. Zonder deze twee laatste elementen weet de maker van de gezichtsreconstructie al voldoende om de reconstructie te maken.

43 van der Linde s.a., 2. 44 Idem, 3.

45 d’Hollosy s.a., 2. 46 d’Hollosy 2015, 4. 47 Idem.

(24)

23

FIGUUR 7COMPLEETHEID SCHEDEL NA 2D SPIEGELEN. BRON: D’HOLLOSY 2015,14.

H

OE KOMT EEN GEZICHTSRECONSTRUCTIE TOT STAND

?

Eerst wordt gekeken of de schedel compleet genoeg is voor een gezichtsreconstructie. De schedeldelen worden dan zover mogelijk gelijmd. Wanneer de schedel niet compleet is wordt de schedel in 2D gespiegeld (zie fig. 7). De eerste stap die ondernomen wordt is het maken van een mal van de originele schedel. Dit wordt alleen gedaan wanneer de schedel stevig genoeg is. Mocht dit niet het geval zijn, dan wordt door middel van een 3D scanner en 3D printer een kopie gemaakt. De mal wordt dan gemaakt door deze 3D print. Voor het maken van een

gezichtsreconstructie worden vaststaande forensische technieken gebruikt.

Om de weefseldikte te bepalen op het gezicht worden bepaalde richtlijnen gevolgd. Deze worden aangebracht met klei. Het kan voorkomen dat isotopenonderzoek van

belang is. Zo was het afkomstgebied van Casimir nodig voor de weefseldikten. Deze worden bepaald aan de hand van bepaalde tabellen die gesorteerd zijn op afkomstgebied.

In de volgende fase wordt een mal gemaakt waarin de gezichtsreconstructie uitgegoten wordt in siliconenrubber. In de laatste stap wordt het gezicht beschilderd en worden kunstogen en mensenhaar toegevoegd. Ook worden eventuele rimpels toegevoegd aan de hand van tabellen. Daarnaast wordt gekeken naar hoe iemand geleefd heeft. Iemand die gevochten heeft, slecht at en niet gewend was aan het drassige land van Noord-Holland in 1799 zal een wat minder verzorgde huid en een groter aantal rimpels hebben. 48

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat fysische antropologie noodzakelijk is voor het maken van een

gezichtsreconstructie. Isotopenonderzoek en DNA-onderzoek zijn niet noodzakelijk maar kunnen wel een bijdrage leveren aan de gezichtsreconstructie. Denk hierbij aan oogkleur, haarkleur of een specifiek afkomstgebied. Vaak draagt isotopenonderzoek meer bij aan de informatie die rondom de reconstructie van een mensfiguur geleverd wordt. Van bovenstaande tekst is een versimpelde versie geschreven die bedoeld is voor de vrijwilligers van Huis van Hilde.

(25)

24

4. MENSFIGUREN

Voor het onderzoek naar de bestaande reconstructies van mensfiguren is gekeken welke

onderzoeksmethoden ten grondslag liggen aan deze reconstructies. In het voorgaande hoofdstuk zijn de meest gebruikte onderzoeksmethoden beschreven. Minimaal één onderzoeksmethode is

toegepast op de reconstructies van mensfiguren in Huis van Hilde waarvan de gezichtsreconstructie door Maja d’Hollosy is gemaakt. In dit hoofdstuk worden deze reconstructies van mensfiguren beschreven.

Hiervoor is gekozen omdat de app die gemaakt wordt door het 4D Research Lab, gebruik maakt van de gezichtsreconstructie van Casimir die gemaakt is door Maja d’Hollosy. In het museum staan in totaal 15 mensfiguren. 9 mensfiguren zijn gemaakt door Maja d’Hollosy. De rest van de mensfiguren zijn een fantasie en niet gebaseerd op een menselijk skelet. Deze zijn gemaakt door Van Gogh Modelmaking.49

Van elk mensfiguur is de bijbehorende archeologische rapportage opgezocht. Hiervoor is gekozen omdat deze rapporten antwoord geven welke onderzoeksmethoden op de menselijke resten zijn uitgevoerd. De meest gebruikte onderzoeksmethoden zijn uitgeschreven tot een informatieve flyers voor de vrijwilligers van Huis van Hilde. De archeologische rapporten zijn via Dans Easy50

geraadpleegd. De gezochte bestanden bleken niet allemaal aanwezig te zijn. Vervolgens is de site waarop de collectie van Provincie Noord-Holland51 beschikbaar is geraadpleegd. Op deze collectiesite

staan alle wetenschappelijke rapporten die betrekking hebben op het desbetreffende mensfiguur. Alle mensfiguren die gemaakt zijn door Maja d’Hollosy zijn bestaande opgegraven mensen uit de provincie Noord-Holland. De menselijke resten komen uit allerlei tijdperioden zoals het Neolithicum (5300 – 2000 v. Chr.), Bronstijd (2000 – 800 v. Chr.), IJzertijd (800 – 12 v. Chr.), Romeinse Tijd (12 v. chr. – 450 n. Chr.), Middeleeuwen (450 – 1500 n. Chr.) en de Nieuwe Tijd (1500 n. Chr. – 05-05-1945). De reconstructies worden besproken op basis van ouderdom.

De wetenschappelijke rapporten zoals een DNA-onderzoek, isotopenonderzoek, fysisch

antropologisch onderzoek en archeologische rapporten zijn geselecteerd wanneer deze betrekking hadden op de mensfiguren die aanwezig zijn in Huis van Hilde. Zo is er gezocht naar fysisch

antropologische rapporten, DNA-onderzoeken en isotopenonderzoeken. Ook zijn de rapporten geselecteerd wanneer hierin onderzoeksmethoden en uitwerkingsmethoden worden besproken die gebruikt worden voor de uitleg van een onderzoeksmethode die weer toepasbaar is op de methoden die gebruikt worden bij gezichtsreconstructies. Dit was voornamelijk algemene informatie over de opgraving. Een aantal wetenschappelijke rapporten die niet beschikbaar waren op de site waarop de collectie van Provincie Noord-Holland staat zijn verkregen door Jean Roefstra.52

Deze informatie is verzameld omdat hieruit duidelijk is geworden welke onderzoeksmethoden het meest gebruikt zijn op de mensfiguren die in Huis van Hilde staan. Vervolgens is geselecteerd welke onderzoekmethoden het meest gebruikt zijn op menselijke resten.

49 Van Gogh Modelmaking s.a.

50 Data Archiving and Networked Services 2020. 51 Provincie Noord-Holland s.a.

(26)

25

FIGUUR 8RECONSTRUCTIE VAN CEES.

FIGUUR 9RECONSTRUCTIE VAN DRECHTJE.

O

NDERZOEKSMETHODEN PER MENSFIGUUR

Hieronder staat de lijst met de mensfiguren die gereconstrueerd zijn door Maja d’Hollosy. De mensfiguren staat op chronologische volgorde van periode waar ze uit komen.

Cees

In 1990 zijn door archeologen de resten van een man opgegraven op de Mienakker, een terrein tussen Aartswoud en Hoogwoud. De man leefde ten tijde van de

Enkelgrafcultuur (ca. 2900 – 2450 v. Chr). Dit is terug te zien in de manier waarop hij begraven is, op zijn zij met het gezicht naar het zuiden gericht. De man, Cees, bleek na onderzoek tussen de 26 en 35 jaar oud te zijn geweest toen hij overleed. Hij is in 1990 vernoemd naar de eigenaar van het land waar de opgraving plaatsvond, Cees van Berkel.53 De

gezichtsreconstructie is in 2013 vervaardigd (zie fig. 8). Voordat de gezichtsreconstructie gemaakt werd zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd.

Er is onderzoek gedaan door middel van een fysisch antropologisch basis onderzoek over de algemene vragen betreffende het onderzochte skelet. Het fysisch

antropologisch onderzoek is verricht door J. Pasveer en H. Uytterschaut.54

Drechtje

Tijdens opgravingen in de polder Het Grootslag tussen de Slimweg en de Binnenwijzend in de gemeente Drechterland zijn in 2015 de menselijke resten van een vrouw gevonden. De opgraving vond plaats in verband met werkzaamheden aan de N23.55 Na onderzoek bleek dat de vrouw in de

Bronstijd leefde en ongeveer 30 jaar oud is geworden. Ze heeft de naam Drechtje gekregen omdat ze in de Gemeente Drechterland is opgegraven.56 Wanneer de

gezichtsreconstructie is vervaardigd is onbekend (zie. fig. 9). Het is onbekend welke onderzoeksmethoden op het skelet verricht zijn. Dit komt omdat de rapporten nog niet zijn aangeleverd bij provincie Noord-Holland. Wel is aan te nemen dat een fysisch antropologisch onderzoek is verricht omdat dit in de meeste gevallen gedaan wordt. Ook is bekend uit een filmpje dat er DNA-onderzoek en

53 Archeologie op de Kaart s.a. 54 Beckerman, S.M. (eds.) 2013. 55 Roessingh 2019, 12-13. 56 Huis van Hilde s.a.

(27)

26

FIGUUR 10RECONSTRUCTIE VAN JULIA.

FIGUUR 11RECONSTRUCTIE VAN HILDE.

isotopenonderzoek is uitgevoerd op de menselijke resten. DNA-onderzoek is verricht om eventuele familiaire banden te onderzoeken tussen die van Drechtje en andere individuen die in de omgeving gevonden kunnen worden. Het isotopenonderzoek is uitgevoerd omdat te achterhalen wat Drechtje at toen ze leefde en wat haar herkomst is. De resultaten hiervan zijn niet bekend bij Huis van Hilde.57 Julia

In 1974 tot 1978 heeft een archeologische opgraving plaatsgevonden in Bovenkarspel, West-Friesland. Tijdens de werkzaamheden werden twee skeletten gevonden. Na onderzoek bleek dat het om een 16-jarig meisje uit de Late Bronstijd ging en een jongen.58 Het meisje heeft de naam

Julia omdat zij en de jongen door archeologen Jut en Jul genoemd werden. Uit de naam Jul is Julia naar voren gekomen. Van het meisje is een reconstructie gemaakt door Maja d’Hollosy. Wanneer de gezichtsreconstructie

vervaardigd is, is onbekend (zie fig. 10).

Voordat de gezichtsreconstructie gemaakt werd zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd.

Er is onderzoek gedaan door middel van een fysisch antropologisch basis onderzoek over de algemene vragen betreffende het onderzochte skelet. Het fysisch

antropologisch onderzoek is verricht door Constance van der Linde.59 Een isotopenonderzoek is verricht op de menselijke

resten. Dit is uitgevoerd door Lisette Kootker. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat ze van de

Midden-Nederlandse zandgronden of uit de duinstreek kwam. Wellicht is ze kort na haar aankomst of terugkomst in Bovenkarspel overleden.60

Hilde

In 1995-96 heeft een archeologische opgraving

plaatsgevonden door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Tijdens de opgraving is het skelet van Hilde gevonden. Ze is de naamgever van Huis van Hilde. Haar naam is verzonnen door het publiek ter behoeve van de opening van Huis van Hilde. Na onderzoek bleek dat de vrouw ongeveer 25 jaar oud is geworden en leefde omstreeks 400 na Chr. nabij Castricum. In 2010 is de gezichtsreconstructie vervaardigd (zie fig. 11).61

Voordat de gezichtsreconstructie gemaakt werd zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd.

57 Huis van Hilde s.a. 58 Roessingh 2018, 268. 59 Van der Linde s.a. 60 Kootker 2019, 5.

(28)

27

FIGUUR 12RECONSTRUCTIE VAN AAK.BRON:PROVINCIE NOORD-HOLLAND.

S.A.

Er is onderzoek gedaan door middel van een fysisch antropologisch basis onderzoek over de algemene vragen betreffende het onderzochte skelet. Het fysisch antropologisch onderzoek is verricht door A. Cuijpers.62

Een DNA-onderzoek is uitgevoerd op de menselijke resten. Dit is uitgevoerd door Eveline Altena. Een isotopenonderzoek is uitgevoerd op de menselijke resten. Dit is uitgevoerd door Lisette Kootker.63 Beide onderzoeken zijn verricht met als doel meer te weten te komen over de bewoners

van Noord-Holland in de 3e en 4e eeuw voor Christus.64

Uit het isotopenonderzoek is het zeer goed mogelijk dat Hilde afkomstig is uit een gebied in oost Duitsland waar nu de deelstaten Saksen en Thüringen liggen.65 Uit het DNA-onderzoek is gebleken

dat Hilde waarschijnlijk niet in dezelfde periode geleefd heeft als de individuen in het grafveld waar ze gevonden in. Het is echter niet voor honderd procent uit te sluiten dat deze individuen elkaar op een moment zijn tegen gekomen.66

Aak

Tussen 1980 en 1983 heeft een archeologische opgraving

plaatsgevonden in Uitgeest door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Tijdens deze opgraving zijn de menselijke resten van Aak aangetroffen. De naam Aak is bedacht door Hans Kuyper, een kinderboekenschrijver. Hij schreef het boek ‘De vloek van het zwarte water’. Daarnaast is Aak in het huidige Akersloot gevonden. Inmiddels is bekend dat de jongen 9 jaar oud was

toen hij overleed. De doodsoorzaak is onbekend. De jongen leefde in de IJzertijd rond 200 v. Chr. De gezichtsreconstructie is in 2015 vervaardigd (zie fig. 12).67

62 Idem.

63 Kootker, L.M./E. Altena 2010. 64 Idem, 1.

65 Ibidem, 14. 66 Ibidem, 18.

(29)

28

FIGUUR 13RECONSTRUCTIE VAN WILLEM VAN BREDERODE.

FIGUUR 14RECONSTRUCTIE VAN HILLEGONDA VAN

VOORNE. Willem van Brederode

In 1967 werd een kapel in Velsen uitgegraven. Dit werd uitgevoerd door de Archeologische Werkgroep Velsen. Tijdens deze opgraving zijn de menselijke resten van Willem van Brederode aangetroffen. Dit was zijn werkelijke naam. Hij was begraven samen met zijn vrouw onder een steen waarop twee figuren stonden afgebeeld. Willem van Brederode was een man van hoge adel. Hij stierf een natuurlijke dood in 1285. In 2010 is de gezichtsreconstructie vervaardigd (zie fig. 13).68

Voordat de gezichtsreconstructie gemaakt werd zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd.

Er is onderzoek gedaan door middel van een fysisch antropologisch basis onderzoek over algemene vragen betreffende het onderzochte skelet. Het fysisch

antropologisch onderzoek is verricht door Constance van der Linde.69

Een DNA-onderzoek is uitgevoerd op de menselijke resten. Dit werd uitgevoerd omdat de Van Brederodes eeuwenlang beweerden dat zij afstammelingen waren van de graven van

Holland. Uit het onderzoek bleek dat Willem van Brederode en graaf Willem II van Holland niet verwant waren aan elkaar.70 Het DNA-onderzoek is uitgevoerd door Eveline Altena.71

Hillegonda van Voorne

Bij hetzelfde archeologische onderzoek zijn naast de resten van Willem van Brederode, die van Hillegonda van Voorne aangetroffen. Dit was haar werkelijke naam. Hillegonda van Voorne was de vrouw van Willem van Brederode, een man van hoge adel die in 1285 stierf. Hillegonda zelf stierf een natuurlijke dood in 1303. In 2010 is de gezichtsreconstructie vervaardigd (zie fig. 14).72

Voordat de gezichtsreconstructie gemaakt werd zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd.

Er is onderzoek gedaan door middel van een fysisch antropologisch basis onderzoek over de algemene vragen betreffende het onderzochte skelet. Het fysisch

antropologisch onderzoek is verricht door Constance van der Linde.73 Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het

om een vrouwelijk individu ging. Ook werd er geconstateerd

68 Van Ginkel 2019, 22. 69 Van der Linde 2017.

70 Dütting, M./L. Verniers 2019, 34. 71 Altena 2017, 23.

72 Van Ginkel 2019, 22. 73 Van der Linde 2017.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de juiste adviezen voor slapen, voeden en verzorgen (zie kaders, red.) kom je meestal al een heel eind.” “Als het kind al in de eerste da- gen een duidelijke voorkeurs-

Probeer ook te achterhalen voor welke Operating Systems de filesystems geschikt zijn, de maximale schijfgrootte, de

Het toepassen van membraanñltratie als geïntegreerde of als nageschakelde techniek op rwzi's komt met name door deze ontwikkelingen binnen bereik In onderhavige

Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat niet zozeer MetS zorgt voor verminderde kwaliteit van leven, maar andere factoren zoals overgewicht, depressie, ziektelast hebben

In deze infobundel worden min of meer chronologisch alle mogelijke opties voor- gesteld, maar bekijk het als een keuzemenu waarbij jij kiest wat jij nodig hebt en voor zolang jij

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

• In de wetgeving over toeristenbelasting wordt aangegeven dat tariefdifferentiatie mag worden toegepast. Als voorbeelden worden gegeven tariefdifferentiaties naar leeftijd, zoals

Toelichting Door toenemende dubbele vergrijzing (aantallen, leeftijden) van zelfstandig wonende ouderen in de gemeente Bergen zullen steeds meer zorgbehoevende ouderen gebruik