• No results found

bijttebier

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "bijttebier"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De ontwikkeling van psychische problemen: Kwetsbaarheid en weerbaarheid in de loop van het leven

Patricia Bijttebier

Departement Psychologie KU Leuven

In tegenstelling met wat vroeger gedacht werd, zijn psychische problemen in de kindertijd niet van voorbijgaande aard. Uit studies waarin kinderen uit de algemene bevolking vele opeenvolgende jaren gevolgd werden blijkt dat gedrags- of emotionele problemen bij een derde tot de helft van de kinderen voor een periode van twee tot acht jaar lang blijven aanhouden. Bijna de helft van de jongeren die in de puberteit met psychische problemen kampen, heeft er vijftien jaar later nog steeds last van. Deze cijfers doen het besef groeien dat psychische problemen in de kindertijd en de adolescentie een belangrijk maatschappelijk probleem vormen, waarop vanuit de hulpverlening en het beleid een passend antwoord moet komen. Belangrijke vragen die daarbij rijzen zijn: Hoe is het zover kunnen komen? Wat heeft daarbij allemaal een rol gespeeld? wat zal er van hen worden? Deze vragen nemen een centrale plaats in in de ontwikkelingspsychopathologie, de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de studie van het ontstaan en verloop van psychische problemen doorheen de levensloop.

Een centrale idee in de ontwikkelingspsychopathologie is dat psychische stoornissen niet uit het niets ontstaan. Ze zijn een gevolg van een samenspel aan factoren dat op een bepaald moment tot de stoornis leidt. Men neemt aan dat niet iedereen evenveel kans heeft om psychische problemen te krijgen. Anders gezegd, sommige mensen zijn kwetsbaarder dan anderen en dat heeft te maken met zowel kenmerken van henzelf als persoon als kenmerken van de omgeving waarin ze leven. In de ontwikkelingspsychopathologie gebruikt men de concepten 'risico' en 'bescherming' om dit te verduidelijken. Risicofactoren zijn factoren die de kans op psychische problemen vergroten en het kan gaan om factoren in de persoon zelf of factoren in de omgeving. Beschermingsfactoren zijn factoren die als er een risico aanwezig is bescherming bieden tegen de ontwikkeling van psychische problemen.

Men heeft heel wat onderzoek verricht naar de effecten van risico- en beschermingsfactoren en twee vragen stonden daarbij op de voorgrond.

Een eerste vraag die zowel wetenschappers als hulpverleners zich stellen is de vraag of bepaalde risicofactoren en bepaalde beschermingsfactoren specifieke effecten teweegbrengen. Over het algemeen is maar weinig evidentie voor dergelijke specifieke

(2)

relaties. Risico- en beschermingsfactoren blijken meestal juist aspecifiek te zijn. Op deze regel van aspecificiteit zijn twee uitzonderingen te vermelden. Ten eerste kunnen ouders met een genetische aanleg voor een bepaalde stoornis deze uiteraard ook aan hun kinderen doorgeven. Ten tweede kunnen ouders die zelf een bepaalde problematiek hebben meegemaakt (bijvoorbeeld verwaarlozing, mishandeling) die aan hun kinderen doorgeven. Zo komen hechtingsstoornissen vaker voor bij kinderen van wie de ouders ook zelf hechtingsstoornissen hebben (gehad). Voor beide voorbeelden is de relatie wel vrij zwak. Een tweede vraag gaat over het effect van meerdere risicofactoren op de grootte van het risico. Over het algemeen blijkt dat kinderen die met één risicofactor geconfronteerd worden dat vrij gemakkelijk aankunnen. De kans dat deze kinderen later een psychische problematiek zullen ontwikkelen is niet groter dan die bij kinderen zonder risicofactor. Naarmate echter meer risicofactoren samen aanwezig zijn, vergroot de kans om stoornissen te ontwikkelen. Het negatieve effect van risico lijkt niet op additieve, maar veeleer op multiplicatieve wijze toe te nemen: bij jongeren die het hoofd moeten bieden aan vier risicofactoren bijvoorbeeld, blijkt het risico op psychische problemen niet vier- maar twintigmaal zo groot als bij jongeren die slechts met één risicofactor geconfronteerd worden. Dit onderstreept het belang van hulpverlenings- en preventieprojecten. Als in een multi-risk-situatie er enkele risicofactoren verminderd of weggenomen kunnen worden, kan dat al een groot effect hebben op de ernst en uitgebreidheid van de psychische problemen.

Een ander begrip dat in de ontwikkelingspsychopathologie erg centraal staat, is het begrip ontwikkelingstraject. Dat sluit nauw aan bij de idee dat psychische problemen door een veelheid van factoren veroorzaakt worden, die met elkaar in complexe, dynamische transacties staan. Eigenlijk is het op elk moment de balans van ongunstige, risicofactoren enerzijds en positieve, beschermende invloeden anderzijds die bepaalt hoe weerbaar een persoon is tegen de ontwikkeling van psychische problemen. Omdat het om veel en erg verschillende factoren gaat, is het evident dat er erg veel verschillende ontwikkelingswegen zijn. Men gaat er dan ook niet van uit dat de invloed van een bepaalde factor (bijvoorbeeld kindermishandeling) steeds dezelfde is en bij verschillende kinderen tot dezelfde ontwikkelingsuitkomst op volwassen leeftijd leidt. Evenmin neemt men aan dat een zelfde uitkomst (bijvoorbeeld gedragsproblemen in de adolescentie) bij alle mensen met die uitkomst op dezelfde manier tot stand gekomen is. Men gebruik in dit verband de termen multifinaliteit en equifinaliteit. Het concept van ontwikkelingstrajecten leidt in vele gevallen tot een zinvolle differentiatie binnen groepen van stoornissen, waarbij ogenschijnlijk identieke problemen via verschillende processen ontstaan zijn en daarom ook een verschillende aanpak vergen.

(3)

Examenvragen

1. In traditionele psychiatrische classificatiesystemen wordt voor elke psychische

stoornis een set van criteria geformuleerd waaraan persoon moet voldoen om de

diagnose te krijgen. Hierbij wordt doorgaans geen specificaties van leeftijd gegeven:

om een bepaalde stoornis te diagnosticeren bij een zevenjarige worden dezelfde

criteria gebruikt als om eenzelfde stoornis te diagnosticeren bij een zeventigjarige.

Vanuit een ontwikkelingspsychopathologisch standpunt is dit problematisch. Leg uit.

2. Het feit dat risicofactoren elkaar versterken onderstreept de zinvolheid en het belang

van preventie- en hulpverleningsprojecten. Verduidelijk.

3. Stel u het volgende voor. Er gebeurt een gewelddadige overval op een bankkantoor

terwijl er drie klanten aanwezig zijn. De klanten worden een tijdlang gegijzeld en

raken pas na een periode van doodsangst uit hun benarde situatie verlost. Na afloop

reageren de drie erg verschillend op wat ze meegemaakt hebben: de eerste heeft het

gebeurde snel verwerkt en kan vrijwel meteen het gewone leven weer opnemen; de

tweede heeft wat meer moeite, heeft een week ziekteverlof nodig maar herpakt zich

daarna vrij goed; de derde is de eerste dagen in een shock en heeft nog wekenlang last

van concentratieproblemen, nachtmerries en flashbacks wat aanleiding geeft tot de

diagnose posttraumatische stress-stoornis. Wat zijn volgens u mogelijke verklaringen

voor het feit dat drie mensen die identiek dezelfde traumatische gebeurtenis

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder deze defi- nitie vallen verschillende typen kindermishandeling: fysieke mishandeling (bijvoorbeeld schoppen, het toebrengen van brandwonden of het kind laten

ƒ Quasi even sterk erkennen de jonge moeder en de jonge vader dat ze niet genoeg met de kinderen bezig zijn, dat ze graag lessen hadden gekregen (maar minder dan de andere

Het probleem van Sidonie, zo bedacht ik tijdens onze tocht door de Morvan, is dat ze niet zelf kan opkomen voor haar rechten en haar welzijn. Ze is daarvoor afhankelijk van de

Een onderzoek onder vrouwen die slachtoffer waren van seksueel misbruik in hun jeugd (McGregor et al., 2010) voegt daaraan toe dat professionals kennis moeten hebben van de gevolgen

Deze informatie is afkomstig uit het dossier Wat werkt bij hulp aan vrouwen die seksueel misbruik hebben meegemaakt van Movisie waarin gegevens uit wetenschappelijk onderzoek

Het star vasthouden aan protocollen en het opdringen van behandelingen (zelfs verkeerde behandelingen) en het niet aansluiten bij de behoeften van de cliënt hangen hiermee samen.

Zowel jonge als oudere kinderen praten het vaakst met hun moeder (van wie één verslaafde) over de problemen. Een verschil is dat oudere kinderen in tegenstelling tot