• No results found

Merovingische vondsten te Massemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Merovingische vondsten te Massemen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MEROVINGISCHE VONDSTEN TE MASSEMEN

Op deHelverdinck te Massemen (Sectie A, n' 421 a, lot 14) stootte de heer Luc De Smet bij het steken van de funderingen van zijn woning op een pot. Hij zat ongeveer 0,90 m diep. De heer H. Van Steendam, die reeds herhaalde-lijk aan onze opgravingen meewerkte, bracht ons op de hoogte van de vondst: het bleek een Merovingische tuitpot( fig. 81, I) te zijn die als grafgift mag geïnterpreteerd worden daar hij vrijwel intact bewaard bleef.

De vindplaats (fig. 80, 1) is gelegen op de noordoostelijke glooiing van een heuvellangs het Oliemeersbeekje die aan de grens met Wetteren

samen-Fig. 80. Situatiekaart. 1: Merovingische vindplaats. 2: middeleeuwse versterking. 3: urnen-veld.

(2)

MEROVINGISCHE VONDSTEN TE MASSEMEN 133

vloeit met de Molenbeek. Deze laatste mondt op haar beurt verderop uit in de

Schelde. Beide beken omsluiten een zandrug waarop zich het dorp -juist

tegenover de vindplaats- heeft ontwikkeld. Ten zuidwesten van de

Sint-Martinuskerk zijn in het terrein grachten zichtbaar die in verband staan met de

middeleeuwse versterking van de Heren van Massemen (fig. 80, 2).

Vermel-den we nog dat het Seminarie voor Archeologie van de Rijksuniversiteit Gent

niet ver van het dorpscentrum verwijderd een urnenveld (fig. 80, 3) op

-groef(29).

Het perceel waarop de vondst gebeurde, werd in 1976 verkaveld.

Hoewel reeds heel wat loten bebouwd zijn, zou men slechts maar op één plaats

een Merovingisch voorwerp gevonden hebben. We danken dan ook de heer

Luc De Smet dat hij toeliet in zijn hof een proefonderzoek in te stellen. Uit de

sleuven die we aanlegden bleek dat onder de recente bouwvoor (ca.30 cm) een

oudere teeltlaag voorkomt (ca. 40 cm) die rust op het moedermateriaal dat uit

zandleem bestaat en waarin zich allerlei grondsporen aftekenden nl. een

greppel, 2 paalgaten en 3 kuilen. Merovingische graven namen we echter niet

waar. Wel vonden we tijdens de opgraving nog enkele Merovingische

voor-werpen: in één van de kuilen lag een ijzeren gesp met afgebroken beslagplaat

(fig. 81, 2) en onderaan de oudste teeltlaag troffen we een verbrijzelde bi

coni-sche pot (fig. 81, 3) aan met in de onmiddellijke omgeving een ijzeren ring

(fig. 81, 4) en een fragment van een ketting(?) (fig. 81, 5).

De biconische pot (h. 15,3 cm- fig. 81, 3) heeft een ruwwandig, ver

-weerd oppervlak en bestaat uit grauwbruine, zachtgebakken klei met

kwarts-korrels verschraald. Op de schouder bevindt zich een eenvoudige, negen en

een halve maal spiraalvormig aangebrachte rolstempelversiering. Hij behoort

tot het type Trier B 1 b: ca. 525-VIIde eeuw (3°).

Eerder zelden van voorkomen is de biconische tuitpot (h. 20,8 cm

-fig. 81, 1). Hij werd gevormd uit geelbruine, zacht gebakken, met

kwarts-korrels verschraalde klei. Het oppervlak is ruwwandig en verweerd. De tuit is

slechts fragmentarisch bewaard. Op de schouder werd een in spiraal zes en een

halve maal omlopende, geometrische rolstempelversiering aangebracht. Met

uitzondering van de rand is deze tuitpot onder te brengen onder het type Tri er

B 7 (VIlde eeuw). Een identiek rolstempeltype-enkel is de versiering meer

gespatieerd - vonden we terug op een biconische pot uit het grafveld van

Waasmunster (31). De pot was van het type Trier B 3b: eind VJde_VIIdceeuw.

Het gebruik van een identiek rolstempeltype is een aanduiding dat het hier

producten van dezelfde pottenbakker betreft. Merken we nog op dat de afstand tussen de vindplaats teMassemenen de Merovingische begraafplaats

van Waasmunster in vogelvlucht ongeveer 22 km bedraagt.

Hebben we tijdens de opgravingen geen bijzettingen kunnen aansnijden, dan heeft het onderzoek toch uitgewezen dat de tuitpot geen geïsoleerde 29 Kultureeljaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, 1958 (1961), !I, 6-37.

3

°

K. BöHNER, Diefränkischen Altertümer des Trierer Landes, 1958.

31 J. DE MEULEMEESTER, De verzamelingen van de Oudheidkundige Kring van het Land van Waas in

(3)

134 MEROVINGISCHE VONDSTEN TE MASSEMEN

Fig. 81. Merovingische vondsten. S. 1/3; rolstempel LIL

'll~:!liwt~ll'l~·~· ,,r , .,,••:·•• •t\~\·.

~~~~'•mr '<~J .. ,. • t unmmmr.~ tUIII' IIJUHUIIIII!Iflll .

• •• l!:fiUI:IUII~~ lil mrt lt!IIIH!I~I

U!u~mmm~mum~mnrumu

IIIUifllllfllfiiUIIIIIItllfll't!lll~

fnl:,ltl,lfftllfll$fllllll~tii'IIIUII

.~t1"·~·~1''~11Fitlll1PII"9'''' .. '011tll•l ...

3

vondst was. Mogelijk zitten we op de rand van de begraafplaats. Dat het terrein bovendien plaatselijk verstoord werd door secundaire vergravingen, hiervoor pleiten de Merovingische voorwerpen die net boven het niveau lagen waarop de grondsporen zichtbaar werden, alsmede de gesp met afge-broken beslagplaat in één van de kuilen. Wat deze vergravingen dan juist betekenen of wanneer ze gebeurden, blijft vooralsnog onduidelijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The implementation of this Language Policy offers the University a unique opportunity for the creation of an environment which is conducive to teaching and learning

In this section results obtained from the research are discussed. The relationships between efficiency and effectiveness of the VRLS system and various primary

• (Milieu-)regelgeving: de toenemende regelgeving brengt stijging van kosten met zich mee. Voor sommige bedrijven vormen bepaalde regels een belemmering: bijvoorbeeld de

grip strength. flcxibility, aerobic fitness and body composition. The results analysed by Statistica and SAS revealed that the fifleen year old boys were the most

Die doel van hierdie studie is om die verband tussen fisieke aktiwiteit (FA), middelomtrek (MO) en die gebruik van chroniese medikasie (CM) onder

Vir die doe] van hierdie stud1e is door ook sekere biografiese inligting me t behuip van die vraelys ingewin naamlik: die geslag va n die leerlmg, sy huistaal, die v lak

maar die mens se psigiese en geestelike vermoens stel horn in staat om werklike taal met betekenisoordrag te ontwik­ kel (Petty. p.72) is taal In suiwer