• No results found

Geiten krijgen meestal te veel selenium

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geiten krijgen meestal te veel selenium"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 120 360 600 840 1080 + + + + + + + + + + + + + + + – – – – – – – – – – – – – – – 2 2 2 2 2 3

Bedrijf A Bedrijf B Bedrijf C Bedrijf D Bedrijf E

22

Geitenhouderij | april 2010 Geitenhouderij | april 2010

23

is voorzichtigheid geboden, omdat zoals gezegd hoge gehalten in het voer en boven de norm voeren tot vergiftiging kunnen leiden en zelfs schadelijk kunnen zijn.

Eigen voeders te weinig selenium

In de loop van de jaren zijn op geiten-bedrijven voedermiddelen geanalyseerd op seleniumgehalte. Vanuit het buitenland zijn gegevens bekend van houtachtige gewassen (struiken). Zowel graskuilen, maïskuilen als kruiden en houtige gewassen bieden de geit gemiddeld te weinig selenium als we de huidige behoeftenormen van het CVB aanhouden. In de graskuilen van kleigrond is het seleniumgehalte vaak wel voldoende voor geiten. Ook luzerne bevat voldoende selenium. In gras(producten) van veen- en zandgrond is er altijd een tekort, ook op gangbare bedrijven.

Door bemesten van grasland met selenium kan het gehalte in het gras (en dus ook in graskuil) verhoogd worden. Hoge zwavel-gehalten in de grond beperken de opname van selenium door de plant.

Krachtvoer bevat gemiddeld wel voldoende selenium: aan de meeste krachtvoeders wordt selenium toegevoegd. Ook met mineralen-mengsels en bolussen kan een selenium-tekort prima aangevuld worden.

Hoog gehalte in bloed

In Nederland wordt voor het bepalen van de seleniumstatus van geiten het bloed getest op het enzym GSH-Px (glutathionperoxi-dase). Voor geiten is echter geen referentie-waarde van GSH-Px vastgesteld. Bij gebrek aan beter wordt daarom dezelfde referentie als voor rundvee (en schapen) aangehouden. Bij bloedwaarden tussen 120-600 µ GSH-Px per gram Hb (hemoglobine) wordt aangeno-men dat er voldoende selenium beschikbaar is voor de geit. Van de bijna vijfhonderd monsters die vanaf 2007 op de dertien bedrijven genomen zijn, heeft driekwart een waarde boven de aanbevolen waarde van 600 eenheden GSH-Px per gram Hb. Geen enkele geit had een waarde onder de

benedengrens waarbij de voorziening nog als voldoende beschouwd wordt. Ook in ander Nederlands onderzoek zijn bij geiten hoge waarden gevonden in het bloed. Lammeren is de enige groep die gemiddeld in het aanbevolen traject zit, met ook daar echter grote verschillen binnen de groep.

Mineralenbolus niet nodig

Seleniumtekorten zijn door extra selenium in de voeding, injectie met selenium-vitamine E of het toedienen van een bolus snel op te lossen. Op vijf bedrijven is bij tien geiten aan het begin van de dracht een mineralen-bolus gegeven. Er zijn bloedmonsters onder-zocht voordat de bolus werd ingebracht (1), bij het afl ammeren (2) en 3 maanden na het afl ammeren (3) zowel van de geiten met een bolus (+) als van geiten zonder bolus (–). Uit de bolus komt volgens de fabrikant gedu-rende zes maanden dagelijks 259 µg vrij. Dat is ruim voldoende voor het dekken van de dagelijkse behoefte van een drachtige geit en voor het dekken van 75 procent van de seleniumbehoefte van een geit met een productie van 3 kg melk.

In fi guur 1 staan de resultaten. Alleen de geiten op bedrijf D voldoen na het afl amme-ren aan de norm (120-600 µ GSH-Px per

gram Hb). Op alle andere bedrijven ligt het gemiddelde gehalte steeds boven de grens van 600 µ/g Hb. Bedrijf D is ook het enige bedrijf dat bij rantsoenberekening een tekort aan selenium laat zien; 50 procent van de behoefte wordt gedekt, terwijl dat op de andere bedrijven varieert van 170-300 procent. Alleen op bedrijf C verhoogt de bolus het gehalte in het bloed. Het GSH-Px-gehalte in het bloed van de lammeren was aanzienlijk lager dan dat van de moeders, maar wel op alle bedrijven binnen het streeftraject. Er is een goed verband tussen bloedwaarden van moeder en lam (r2 = 0,86), wat betekent dat het toedienen van selenium aan de drachtige geit ook het lam ten goede komt.

Conclusie

De meeste ruwvoeders bevatten volgens de normen van het CVB te weinig selenium om de behoefte van geiten te dekken. Door de hoge benutting van selenium door geiten en door het bijvoeren van krachtvoer (met toe-voeging van selenium) of met het toedienen van mineralensupplementen worden de geiten ruimschoots van selenium voorzien. Bloedwaarden zijn op de meeste bedrijven en voor de meeste categorieën geiten zelfs te hoog. Behalve voor jonge lammeren, kan de toevoeging van selenium aan krachtvoer en mineralenmengsels voor geiten dan ook naar beneden.

S

elenium is nodig voor de weerstand en de vruchtbaarheid. Selenium zit onder andere in rode bloedlichaam-pjes, organen en weefsels. Het neutraliseert schadelijke stoffen die ontstaan bij de stof-wisseling en bij de activiteit van witte bloed-cellen als reactie op een infectie (peroxiden en vrije radicalen). Een seleniumtekort geeft beschadiging aan weefsels met als gevolg vruchtbaarheidsproblemen (vroeg-embryo-nale sterfte, niet drachtig worden en aan de nageboorte blijven staan) en white muscle disease (verlamming en plotselinge dood). De dieren kunnen sterven door hartfalen. Maar ook een overmaat aan selenium schaadt. Bij koeien en paarden geeft seleniumovermaat scheuren in de hoeven, kreupelheid, stijfheid, sloomheid, vermin-derde weerstand, slijten en haarverlies. Uiteindelijk kan ook ontschoening ontstaan. Dieren kunnen plotseling ineenstorten en sterven. Ook ‘blind staggers’ (blindheid en rondlopen) zijn het gevolg van een seleniumoverschot in de voeding.

In ruwvoer zit meestal te weinig selenium om de behoefte van een geit te dekken. Daar om wordt het mineraal aan de meeste krachtvoeders toegevoegd.

Efficiënte geit

Geiten gaan effi ciënt met selenium om. In de normen van het Centraal Veevoeder Bureau (CVB) is daar rekening mee gehouden door in de norm voor lacterende geiten slechts een veiligheidsmarge van 10 procent aan te houden in plaats van de gebruikelijke 50 procent. Zie ook de tabel. Het rantsoen voor jonge drachtige geiten moet per kg droge stof meer selenium bevatten dan het rantsoen voor geiten in lactatie. Maar hier

Geiten

krijgen meestal

te veel selenium

Geiten gaan effi ciënt om met selenium. Mede daardoor zijn de bloedwaardes voor selenium

bij geiten vaak hoog, en soms te hoog, zo bleek na bloedonderzoek op dertien biologische

geitenbedrijven binnen het project Biogeit. Te veel selenium is schadelijk voor geiten.

Gidi Smolders (Wageningen UR Livestock Research), Nick van Eekeren en Wim Govaerts (Louis Bolk Instituut)

Fot o: W ilma W olt ers

Seleniumbehoefte geiten in µg per dag en per kg droge stof rantsoen

(Bron: handleiding mineralenvoorziening CVB)

Geit Onderhoud Jong, dr. Drachtig 3 kg melk 4 kg melk

ds-opname in kg 1,5 1,6 1,7 2,7 3,2 µg selenium per dag 100 230 170 300 320 µg selenium per kg ds rantsoen 67 144 100 111 100

Seleniumbehoefte

GSH-Px-gehalte in bloed van geiten, 2 maanden vóór [1], bij [2] en 3 maanden ná [3] afl ammeren, zonder (–) en met (+) bolus.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de onderste helft van deze figuur is duidelijk te zien dat de tweede deeloplossing kan worden gevormd door optelling van een aantal malen de rechterzijde

The level of light intensity (cal cm^min-1) is indicated on the curves, b. plant aanwezig was op het eind was overgebleven. Uit deze gegevens werd fig. Deze toont aan dat het

Laser excitation through these waveguides confines the excitation window to a width of 12 μ m, enabling high-spatial-resolution monitoring of different fluorescent analytes,

Deze afzettingen bestaan vaak uit grove zanden; fijne slibhoudende zanden komen ook voor, terwijl onderin dikwijls dikke leempakketten worden gevonden.. Meestal

Simulations about shore impacts of the functions by different MERMAID representatives Presentation of the feasibility assessment tool and its use (used in workpackage 8)

In the next phase of the study, mechanical properties (tensile strength) and cross- linking stability (thermal denaturation temperatures) of tissues treated with different

X^NE hundred years ago on June 17th, m J 1873, there was born in an oxwagon at Forth Marshall, Natal, Maximilian John Ludwick Weston, a man destined to become the

In the same minor allele carriers, an increase in Hcy concentrations was ob- served as total dietary protein and animal protein intake increased (p < .001; p = .02),