• No results found

Beknopt rapport inzake het onderzoek naar den kostprijs der melk in 1941/42

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beknopt rapport inzake het onderzoek naar den kostprijs der melk in 1941/42"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

| !

f-- -O v'

03

BEKNOPT.JRAPPORT_INZAKE BET^fflfDJ^RZOEK NAA5_DM KOSTPRIJS DER MELK

DOEL %

Het verkrijgen van een 300 representatief mogel'.jk kostenbeeld van de productie der industriemelk en der consumptiemelk in Nederland voor het tijdperk 1 April 1941 - uit. Haart 1942.

METHODE.

I. De berekening der kostprijzen va 1 de representatieve grensgroepen in het basisjaar 1939-'40«

1e. Berekening van empirische kostprijzen per kg. melk van een zoo groot en zoodanig aantal bedrij-ven, dat a/uageacmen mag worden, dat deze gezamenlijk een goede afspiegeling vrrmen van het geheel. 2e. de gevonden koriprijzen herleidei. tot ' melk met

3.3^ vetgehalte.

3e. de bedrijven rangschikken naar ds hoogte van de gevonden kostprij-zen in een frequentie-diagram, dat een bepaald beeld, betreffende de hoogte en spreiding der kostprijzen verschaft. Uit dit diagram laat zich vaststellen waar de prijs moet liggen, indien 90^s resp. 80$, enz., van ?iut aantal badrijven hun kosten volledig vergoed zuilen krijgen.

II. De voorcalculatie^

d.w.z. uitgaande van de kostprijzen in het basisjaar komen tot den vermoedelijken kostprijs in de periode 1 April 1941 - uit. Maart

1942.

A. De kosten.

1e. Van een aa-ntal bedrijven (bv. 25 per gebied) een vergaande split-sing van de kosten n»ar ,ielijkseortige prijsbeweging uitvoeren en vr or elke rubriek een geniddelde bepalen om individueele t---eval-ligheden te doen nivelleeren.

2e. V?:r elke kostenrubriek'nagaan hoe de prijsen van deze kostenele-menten zich in het tijdvak 194'i/'42 vermoedelijk zullen verhouden t't de prijzen in het bisisjaar 'l939/'40; de wijsigingsfac'torsn bepalen. '

3e. De kasten van elke rubriek vermenigvuldigen met de gevcnden

wij-zigingsfaot:r„ wat he| vermoedelijke kosten'bedrag voer deze rubriek in 1941-'42 oplevert./

4e. So;, ncr-dig correcties' aanbrengen» indien door bijzondere omstandig-heden wijziging ia gebracht in de hoeveelheid kosten in physischen 2 in«

5e. Nagaan of door bijzonüere omstandigheden ook wijzigingen optreden in de opbrengst van bi jpvoduetenj welke wor-len verrekend in den kostprijs.

6e. De gevonden kostprijs \oor de peri de 1941/'42 in een percentage van den kostprijs in h it basisjaar ui tdrukken* Dit verschaft ons

den wijzigingsfact'.r vi.r het geheele kostenniveau der melkproduc-tie en dus ook van de kostprijzen dsr gekozen representamelkproduc-tieve grens-groepen in het basisjaar.

(2)

2.

B. De opbrengst.

Nagaan welke wijzigingen zich door bijzondere omstandigheden ver-moedelijk zullen voordoen in de physische opbrengst in de pericde

1941/'42 in vergelijking met het basisjaar. Factoren die de physische opbrengst bepalen;

1e. productie per koe in zomer- en winterperiode. 2e. aantal melkkoeien in deze itijdvakken aanwezig. 3e, het vetgehalte der melk.

De totale physische opbrengst in het basisjaar uitgedrukt in de totale physische opbrengst in 1941/ '42 gee'ft den wijziginjsfactor voor den kostprijs uit hoofde van de verandering in de physische productie..,

III. Conclusie.

Den kostprijs va»*:de representatieve grensgroep/ïn het basisjaar /""(of groepen)

1e. vermenigvuldigen met de wijzigiia#sfaobor-van de kosten geeft de kale kostprijs in 194l/'42.

2e. voor ondernemersloon een bedrag bij de kale kostprijs optellen. 3e. deze totale kostprijs per kg. melk met 3.3$ vetgehalte bij een

physische productie gelijk aan die van het basisjaar omrekenen tot de totale kostprijs per eenheid bij de te verwachten physische productie in 1941/'423 dus de gevonden kostprijs onder 2 vermenig-vuldigen roet de wijzigingefactor van de productie.

Dit geeft den maatgovenden kostprijs per kg. melk van 3.3$ vetge-halte in het tijdvak 194l/*42.

HBf MATERIAAL.

Uitgegaan werd van het materiaal, dat de fiscale boekhoudingen van de landbouwboekhoudbureaux opleveren, aangevuld door enquêteering. De kosten zijn in deze boekhoudingen niet gerangsohikt naar het doel, waarveor zij zijn uitgegoven, en evenmin vergaand gespecificeerd naar

aard der kosten.

•Zoo goed als dat achteraf nog mogelijk was is gepoogd, de kosten die geen betrekking hebben op de melkproductie te elimineeren. Verder is voor een aantal bedrijven (15 à 20 per gebied) ggtrazfet„ met meer of minder succes getracht een vergaande splitsing naar kostensoort achteraf uit de bescheiden van de boekhoudingen te distelleeren. De aard van het beschikbare grondmateriaal en tevens de korte termijn, die beschikbaar was voor dit onderzoek zijn de oorzaken, waaraan te wijten is, dat het onderzoek niet geheel volgens de uitgestippelde

lijnen kon warden uitgevoerd.

Voor de berekening van de empirische kostprijzen per kg. melk hebben wij de reeds verzamelde gegevens over het jaar 1939/'40 van den Accountantsdienst van het Departement van Landbouw en Vissoherij . gebruikt. Daar deze hoofdzakelijk betrekking hebben op de zuivere vee-teeltbedrijven is met veel moeite getracht eek in een streek met ge-mengde bedrijven kostprijsberekeningen voor de melk uit te voeren. Dank zij de iets meer uitvoerige aanteekeningen bij de boekhoudingen ten dienste van de bedrijfsvoorlichting, is dit in Overijssel vrij goed gelukt. Een onderzoek volgens een andere methode in Noord-Limburg leverde geen betrouwbare resultaten op.

Daar over 1939/'40 in het cansumptie-melkgebied in de Hollanden nog geen gegevens beschikbaar zijn, is ter vergelijking- het reeds door den Accountantsdienst uitgebrachte rapport over 1938/'39 gebruikt.

De aan te bieden resultaten zijn in vergelijking met het beoogde doel - het geven van een betrouwbaar kostenbeeld van het Nederlandsche • melkprodueeerende apparaat - vrij poover. Slechts enkele fragmenten

van dit beeld kunnen Wij hier tocnan. V/ij hgjpên -dat het mogelijk zal zijn met deze fragmenlen toch een zoo reëel mogelijke voorstelling van het totale beeld TB verkrijgen.

(3)

1938/'

39

aantal

73

40

33

-1939/'40 bedrijven 204

90

69

45

102

52

50

38

EET KOSTENBEELD.

GEBIEDEN IN HET ONDEHZOEK BETROKKEN.

A. Industriemelk. Friesland (totaal) kleiweide veenweide Wouden Overijssel (totaal) weidegebied zand Groningen N^ordHolland 61

-B. Melk voor kaasbereiding in eigen bedrijf.

N.W.Utrecht, Z. en N.Holland 42

C. Crnsumptiemelk.

Z. en N.Holland 127

De resultaten van dit onderzoek in deze gebieden zijn afgebeeld in de bijgevoegde frequentiediagrammen. Het zijn de kosten zonder on-dernemersloon,•terwijl ook geen rekening is gehouden met de rente van het kapitaal gestoken in den r, inventaris.

Diagram I geeft het kostenbeeld van 4 groepen bedrijven ove$ het boek-r jaar 1938/'39» Voor de beide groepen industriemelfetedrijven zijn dè kostprijzen genomen per kg. melk van 3,3$ vetgehal-; te. Van de consumptiemelkbedrijven en de zelfkazende bedrijven was het vetgehalte der melk niet bekend. De kostprijs moest derhalve ge-nomen worden van de volle melk. Daar evenwe^L soh%t te mpgen werden aangenomen, dat het vetgehalte in deze streken gemiddeld 3,3$ is, is - zij het met eenig voorbehoud - toch vergelijking met de induatrie-melkgroepen mogelijk.

Wij meenen door vergelijking van de diagrammen de volgende con-clusies te mogen trekken!

1e. Het kostenbeeld van de industriemelk in Noord-Holland en Fries-land is vrijwel identiek. Wij meenen daarom te mogen aannemen, dat de kostprijs die wij op grond van de gegevens uit Friesland in het basisjaar 1939/'40 berekenen, niet alleen voor Friesland, maar ook vo;r de industriemelkgroep In Noord-Holland ongeveer

juist zal zijn.

•2e. Het verschil in productiekosten tusschen de industriemelk en con-sumptiemelk bedroeg in 1938/'39 1 cent per kg. melk; nl. bij een kestprijs van 7 cent standen bij de consumptiegroep + 90$ van de bedrijven rechts in de figuur en dit is eveneens het geval bij 6 cent in de industriemelkgroepen. De melk voor de zelfkazende bedrijven vertoont in kostprijs hetzelfde beeld als de consumptie-melkgroep, <nder voerbehcud, dat het vetgehalte overeenstemt met de aangenomen waarde van 3,3$.

Wat betreft ons basisjaar 1939$'40 bezitten wij nog geen gegevens van de feroep cmsumptiemelkbedrijven en zelfkazende bedrijven. Of het

mogelijk zal zijn, uitgaande van hot bcekjaar 1938/'39 tût afzlijke kostprijsberekeningen te komei kan in dit stadium van het onder-zoek neg niet uitgemaakt worden.

De verdere berekeningen hebben a,lleen betrekking op de industrie-melk in Friesland, Overijssel en Groningen.

Diagram II geeft een vergelijkend overzicht van de kostenbeeiden in Friesjand, Overijssel en Groningen W-orzoover daar waarnemingen zijn verrxchjL

(4)

4. Voor Friesland bevattende kostengroepen hooger dan 6-f cent 20

bedrijven, dat is dus nagenoeg 10$$ voor Overijssel is dit evenwel 40 bedrijven, dus van het totaal 39%} en in Groningen is het 15 van de

38 bedrijyen, dus o -k 39%. \

In Groningen bevatten de kostengroepen hooger "dan ó% eent nog 15$ van hec totaal aantal bedrijven en in Overijssel nog 27$, of:als wij, alleen de gemengde bedrijven in hot randgebied beschouwen 35 %>.

In Overijssel bevatten de kostengroepen hooger'dan 7f cent zelfs nog 14 % van het totaal aantal badrijven. J

Bij de bestudeering van deze diagrammen dient evenwel in aanmer-king te worden genomen, dat het aantal waarnemingen ia Groningen vrij klein is en dat de berekeningen van de kostprijzen in; de gemengde -be-drijven in Overijssel d.v-.r het samengestelde karaktei- van deze

bedrij-ven minder goed uitvoerbaar was dan in Priesland en daardoor in zijn

uitkomsten iets wisselvalliger ie; \'\

DE WIJZIGINGSFACTOREH VAN DE -KOSTEN ELEMENTEN. \ In het algemeen is het voor de komende periode 1April 1941-31 Maart 1942 zeer moeilijk te schatten hoe hoog de kosten in werkelijkheid zul-len zijn. Met behulp van enquêtes hebben we ons zoo goed mogelijk een beeld gevormd van de ntwikkeling tot nu toe, of indien daar betrouw-bare gegevens voor aanwezig waren, voor de naaste toekomst. Het verm-oe-den bestaat evenwel dat achteraf verschillende posten meer in prijs zul-len zijn gestegen dan aangenomen is.

Wij lichten hier kortheidshalve alleen de wijzigingsfactoren nader toe, dio zonder nader uitsluitsel in de berekening niet duidelijk zou-den kunnen zijn.

1e. De netto-pacht. Bedoeld is de totale pacht na aftrek van de huur-waarde der woning. Door de bepalingen van Overheidswege is een

ver-hooging van deze post boven het peil van September 1939 niet moge-lijk. 1)

2e. Waar geen specificatie van de kunstmeststoffen was door te voeren is aan de hand van gebruikelijke normen een W.f. geschat v o r het geheel. Met het niet f in geringe mate aanwezig zijn van fosfor-zuurhoudende meststoffen is geen rekening gehouden, daar bij niet-toed ening roofbouw op de bodemreserve gepleegd wordt, waarvoor

even-eens een schadeloosstelling behoort plaats te vinden.

3e. Afschrijving bedraagt dooreengenomen 5% van de boekwaarde van den inventaris aan het begin van het jaar. Meemt men de boekwaarde als maatstaf aan, dan is een w.f. van 1,3 gemotiveerd. Kijkt men even-wel naar het doel \vaarvoo_" afgeschreven wordt ljt.1. de uitgaven die in den lo...p van het jaar no?dig zijn om den inventaris op peil te h-uden, voor 1/20 deel te vervangen, dan is het verband tusschen

prijsstijging van werktuigen ens. en de hoogte van denw.f. duidelijk. 4e. Krachtvoer. De hoeveelheid krachtvoeder gedistribueerd ten behoeve

van den veestapel in de periode 1 September 1939 - eind April 1940 bedr eg volgens mededeelingen van het Rijksbureau vobr Voedselvoor-ziening in Oorlogstijl in het totaal 7J>9«000 ton. Voor de winterpe-riode van 1940/'41 is volgens raming 275*000 'ton gebruikt. Voor de winterperiode van 194l/'42 zal vermoed6lijk in t<^aal 175*000 ton beschikbaar w -rden gesteld voor den rundveestapel. Wat de hoevool--heid botreft komt dus in den winter 1941/'42 175/769 of 22,5$ van het quantum in 1939/'40 beschikbaar. Hierbij houden wij dan geen re-kening met het feit, dat ook in den zomer van 1939 eenig krachtvoe-der zal zijn verbruikt terwijl nu voor de zomermaanden niots be-1) Door berekening van de kostprijzen op basis van de pacht is'goon

re-kening gehouden met de verhooging van de lasten van do »igen boeron (al cf niet bezwaard met hypothecaire schulden) tengevolge van de vor-hooging der grondbelasting per 1 Januari met 100 extra-opoenten en de te verwachten stijging van waterschaps- en poldenlasten.

\ \ \

(5)

5.

schikbaar is.

De prijzen van het nu gangbare krachtvoeder zijn in vergelijking van soortgelijk voeder in de overeenkomstige periode van 21 December -31 Maart gestegen met .«5/»» terwijl volgens mededeelingen van het Rijks-bureau voor Voedselvoorziening in Oorlogstijd met de waarschijnlijk-heid mag worden rekening gehouden, dat de kraehtvoederprijzen de vol-gende winterperiode zullen stijgen met een overeenkomstig^ercentage als de prijäen van de akkerbouwproducten van cogst 1940» dat is ongeveer

'5*»

oo— oo—

De w.f. wordt dus ~ * x (1,35 x 1.15) = fjjg x 1.55

5e. Melk en melkafval. In 1939/'40 gewaardeerd op? melk 5 cent, ondermelk en karnemelk 1 cent, wei leent; voor 194l/'42 op doorelkaar het dubbele bedrag.

6e. Winst óp rundvee. De wijzigingsfactor voor deze post zal uiteenloopen voor de verschillende gebieden, al naar de winst voor een belangrijk deel voortvloeit uit de fokkerij of in hoofdzaak uit het melkend vet-mesten van afgemolken koeien.

De prijzen van het af te zetten vee.;zullen in 194l/'42 belangrijk hoo-ger liggen dan in 1939/'40, voorzoover het dezelfde qualiteit vee be-treft. Door het tekort aan krachtvoeder zal evenwel de qualiteit even-eens belangrijk verminderen. Voor Friesland, Overijssel, Groningen en Noord-Holland meenen wij daarom de te verwachten winst op rundvee voor

1941/'42 ongeveer gelijk te kunnen stellen aan die in 1939/'40. Voor de groep consumptieroelkbedrijven en zelfkazende bedrijven in het Westen des lands met zijn overwegende afzet van afgemolken koeien schatten des-kundigen de daling van de winst op rundvee op minstens 20$, dus w.f.0,8. Vanzelfsprekend is de stijging van de inventariswaarde van het vee niet als winst beschouwd, daar dit in feite eenschijnwinst is.

Uit de berekeningen opgenomen in de bijlage I blijkt dat de totale kale kostprijs voor 194l/'42 in vergelijking tot het basisjaar 1939/'40 voer het Friesche Kleiweidegebied met 7$ en voor-het- Overijsselsehe Zandge-bied met 9$ is gestegen.

(6)

6.

BEREKENING VAN DEN WIJZIGINGSFACTOR VOOB DE VERMINDERING VAN DE

MELKPRODUCTIE IN 194l/'42 IN VERGELIJKING MET DIE IN 1939/'4Q.

Melkproductie in 1939/'40 1) (begin,April - eind Maart)

fabriekmatig verwerkte melk verder gemolken 3.552.312 I.7IO.299

ton

Totaal Melkproductiein 194Q/'41 1) 5.262.611 ton per 'fint er

beg.April-»g|ad teg.-Oót^ind Maa**

fabriekmatig verwerkte melk 2.129.796 849-721 2) melk, verwerkt tot boerenboter en -kaas 161.410 60.£03 \

melk, aangewend als veevoeder 70.196 52.448 ^

»elk» in consumptie gebracht 547.857 551.256

2.9O9.259 I.513.628 Dus; zomerproductie winterproduoti© Totaal in 1939/'40. 2.909.259 ton 1.513.628 "

4.422.887 ton, dat i» 84,8$ van de productie

Bij de inventarisatie in.Mei-Juni 1941 bedroeg het aantal melk- en kalfkoeien in totaal 1.520.000} bij de inventarisatie in December 1940 in totaal I.44O.OOO. Nemen wij deze getallen als representatief aan voor zomer en winter, èan bedroeg dus de gemiddelde melkproductie per koe voor de zomerperiode 1914 kg. en voor de winterperipdfiL TOyi^â&p-—--totaal per koe 2965 kg.

Melkproductie in 1941/'42 (echatting)

A. per koe in vergelijking met 1940/'41.

Het melkvee gaat in slechtere cenditie de weide in dan in het voor-jaar van 1940. De stikstoftoewijzing voor grasland in 1941 is zoodanig, dat gemiddeld het grasland niet minder stikstof ontvangt dan in 1939/'40. De*r de sterke inkrimping van den varkensstapel komt evenwel veel min-der organische mest ter beschikking in die streken waar de varkens-houderij een belangrijke rol speelde. Bovendien is de bemestingswaarde van den mest door het kraohtvoedertekort achteruit gegaan.

Onder overigens normale weersomstandigheden zal men dus op een iets ge-ringere dan normale grasgroei en hooioogst moeten rekenen. Do«r beper-king van den veestapel komt evenwel per koe wat meer grasland

beschik-baar in vergelijking met 1940.

Een beperking van het aantal melk- en kalfkoeien van 1.520.000. in Juni I94O tot I.4OO.OOO in Juni 1941 (waarover verderop meer) komt neer

op een areaal-vergrooting per koe van 1.52 : 1.40 of 8g$. Door scheuren van grasland van naar sehatting 20.000 ha. wordt het grasland-araaal

1) cijfers van het Econoraisoh Statistisch Bureau. 2) voor April schatting van ons.

(7)

7.

ingekrompen met 1-g$„ Net to-resultaat is dus dat de voederproductie van het grasland per koe onder normale omstandigheden met 7$ zal stijgen. Deze 7$ zal men kunnen gebruiken om het affect van geringere mesttoe-diening en de verdere vermindering in het krachtvoederrants&en in den winter ten deele te compenseeren. Het kraehtv^ederrantsoen zal naar mededeelingen van V.V.O. waarschijnlijk in totaal voor den rundveesta-pel-dalen van Z'i^.QOQ t :n in den winter van i940/• 41 tot 175.000 ton

in den winter van '!94l/'42. Indien hot aantal melk- en kalfkoeien in December 1941 op 1.326.000 gesteld, kan worden tegenover 1.440.000 in December 1940, dan bedraagt het krachtvcederrantsoen in 1941/'42 uit-gedrukt in een percentage van het rantsoen in 1940/'41 per koe

1-440

x

m

_/

69

1.326 x 275 "I y'

De slechtere,conditie van het vee,bij het in de weide komen in dit voorjaar worat geacht de Sümermeikproduotie per koe met. 5 à 10$ te ver-minderen ten opzichte van 1940.

De verdere verslechtering van de krachtvnederpositie in den winter van 1941/'42 en het daardoor-mios-chien veroorzaakte langer&-4r*>06&taan.^ zal ook de melkproductie in den winter -ngunstig beïnvloeden. De Schat-tingen loopen hier weer uiteen van 5 tot 10$ ten jpüiehte van den win-ter 1940/'4L

Het lijkt ons in verband met de onderling afwijkende schattingen beter te berekenen s

a. welke opbrengst verkregen wordt bij een daling van de melkproductie met 5$

b. idem bij een daling met 10$.

Volgens berekeningen van het Econo-misah-Stati^tisch Bureau—zal het aan tal—melk-—en-Jcaüücoe ien in Juni 1941 waarscj^,. jnlijk rond 1..440ÇOOO je*tuks bedragen» Hierbij is aangenomen, dat derrunriyK mestvee, die in

de laatste jaren rond 120..000 stuks vee bevatte pr isch tot nul ge-reduceerd zal zijn. Statistisch aal dit wel juist zijn, daar er bij de veehouders een groote drang aal bestaan het vee in die rubrieken onder te brengen, die het minst rigoreua do;r de levsidngsplieht warden ge-troffen. In werkelijkheid daarentegen zal in de greep melk- en kalf-koeien een aantal kceien voorkymen, die bij een vorige telling onder de rubriek mesirvee- zouden._y,ijn_..gebracht *

We meeaen dit aantal jp 40.000 te mogen- s tellen.,--es»lusief~--d-e--2S7TXX) -c^ntc&ctweiders die er op 1 Juni 1941 gullen zijn.

Het totaal aantal melk- en kalfkoeien in Juni 1941 komt dan dus op I.4OO.OOO. Nemen wij aan dat het aantal melk- en kalfkoeien in De-cember 194'- in dezelfde verhouding zal staan tot hot aantal van dezelf-de categorie in December 194Ô als dezelf-de aantallen in Juni 1941 en Juni 1940 - dus het temp:, van inKrirnping van Juni 1*>40 ~ Juni 1941 gelijk

zal zijn aan het temp-y van iniirlniping. van-l'-eeembe;r--1940 ••-»•n2)öe©»bor~l941---dan zal het aantal malle- en kalfkoeien in December 1941 bedragen

'(HO s 152) x I.44O.OOO = 1.326.000. | Dus de totale melkproductie in l941/'42 zal t Iragen a. bij een daling van 5$ per koe t.. e.v, 1940/'41s

zomerproductie 0,95 * 1,914 x 1.400.000 - 2.545-620 to» winterproductie O.95 x I.05I x 1.326.000 = 1.329-447 "

Totaal 3-875.067 ton b. bij een daling van . 10fS par koe -u>.v 1940/'41s

zomerproductie 0,9 x 1#14 x 1.400.000 - 2.4H.64O ton winterproductie 0,9 x 1.051 x 1.326.000 = '1.254.263 "

Totaal 3-665.993 ton De totale melkproductie ir.' 194"*/*42 uitgedrukt in éen percentage van de melkproductie in het basisjaar 1939/'40 is von- geval

a. 3.875.O67 s 5.262.611 = 73,6 wijzigingsfactors 100 s 73,6 = 1.358 b. 3.665.9O3 s 5-262.£11 = 69,7 " 100 s 69,7 = 1.435

(8)

e.

HET ONPERNEMBRSLOON.

In de kostprijzen, zocals deze berekend zijn door den Accountants-^ dionst ie alleen voor den handenarbeid v a n den beer on zijn in het

bedrijf medewerkende gezinsleden een loonbedrag ingecalculeerd, naar de Iconnormen die voer (ierden gelden in de betreffende streek. Voer zijn werkzaamheid a l s ~ndernemer dient derhalve n o g een bedrag b i j de kale kostprijs te worden opgeteld. Rekent men voor ondernemers-loon f.40.- p e r h a . , dan moet dit bedrag omgeslagen worden over het normale aantal k g . melk van 3,3$ vetgehalte per ha in de betreffende streek. Dat is voor het Kleiweidegebied in Priesland (gemiddelde v a n 34 bedrijven) in de jaren 1937./'38, 1938/'39 en 1939/'40, resp. 4960 k g . , 494O k g . en 5020 k g . en voor Overijssel in 1937/'38 gemiddeld iets l a -ger dan 4000 k g . melk ' a,n 3>3 % vetgehalte.

Voor. Friesland zal men dus 4<500 : 5000 = 0,8 cent5

Voor Overijssel 4OOÖ s 4 0 0 0 » 1 cent ondernemersioen in rekening inceten brennen p e r k g . melk.

SE KOSTPRIJZEN VOOR 1941/'42 V A N DE REPRESENTATIEVE GfiENSOROEPEN PER K G . MELK VAN 3,3$ VETGEHALTE.

1. Friesland.

B i j een kale kostprijs v a n 6-J- w a s in Frieslaad _+ 9C$> v a n het totaal aantal bedrijven rendabel in 1939/'40« "~

Qfa dezelfde toestand t e bereiken in 194l/'42 zal de prijs van 4e melk moeten zijns

kale kostprijs zender rente inventaris 1939/'40 T 6.25

»ente inventaris -,-.35 Totale kale kostprijs "" ' 6.60

'39/'40

iotale kale kostprijs '4l/'42 7«06

enderneraersloon 0.8 w.f. I.07

Totale kostprijs lij normale preduotie 7»86 Totale kostprijs.rekening,houdende met de dal±ng_.àeo3~productie:

Geval a. indien de productie in 1941/'42 nog 5$ daalt ten opaiclrte van 1940/'41 : Wijzigingsfactor.- '1.358

TotalaJc-istprijs 10,7 cent. .Geval b. indien de productie in 1941/'42 nog 10$ daalt ten opziohte van

de productie in 1940/'41

Wijzigàngsfaotor 1.435 Totale kostprijs 11,3 Qgnt.

/ ' * — • 2 Overijssel.

Eveneens uitgaande van Sè- cent in 1939/'49s

kale kostprijs zender rente inventaris 6.25

ren^e inventaris -.35 totale kale kostprijs 1939/'40 6.6D w.f.1.09

ksile kostprijs 194l/'42 (totaal 7.19

pndernemerslt j.n 1 . — Totale kostprijs bij normale productie 8.19

Totale kostprijs _pkening houdeia&e met de daling der producties Geval a; w.f. 1.358 totale kwstprijs 41,1 eont

(9)

Bij deze prijzen valt in Overijssel en Groningen evenwel volgens het frequentiediagram II nog een groep bedrijven, die 39$ van het to-taal uitmaakt, buiten de bedrijven die volgens onze norm van vergoe-ding voor handenarbeid tegen het arbeidsljon aan derden en f. 40.-ondernemerslcon per ha. loonend kunnen produceeren.

Kieken wij als uitgangspunt van enze berekeningen ie kostengroep 6f cent per kg. melk van 3,3$ vetgehalte> dan valt er in Overijssel

nog 27$ buiten en in Groningen 15$° De berekening wordt dan als volgt s

kale kostprijs zander rente inventaris 6,75 cent rente inventaris -»35' "

Tcrale kale kostprijs 1939/'40 7.10 cent Totale kale kostprijs 194l/'42 1.09 x 7.10 = 7,74 oent

cndernemersloon 1 , — " Totale kostprijs bij normale productie 8,74 " Totale kostprijs rekening houdende met de daling der melkproductie.. Geval a. daling van 5$

w.f. 1.358 totale-kostprijs 1,358 x 8,74 = l^.^ct/k^ Geval b. daling van 10$

w.f. 1.435 totale kostprijs 1,435 z 8,74 = 12,5 ct/kg

Met een eventueele ^^y^^s^jretgj^halte der raelk is bij deze cal-culaties geen rekening gehouden.

Zou het vetgehalte inderdaad dalen - en ei* zijn symptomen die er op wijzen - dan zouden de berekende prijzen niet gelden voor melk van 3,3$ vet, maar bv. bij een daling van 0,15$ voor melk van een vetge-halte van 3,15$» Men kan natuurlijk ock de berekende prijzen v w r dat geval vermenigvuldigen met 3,30 s 3'515 ~ L O 4 8 .

De prijzen zouden in dat geval wordent

ad 1. Friesland. uijjganj^sjjunt^ kostengroep &}- et./kg» 3,3$ vet, geval al 1,048 x 10",7"" =" ' 11.2 cent

gavai b. I.O48 x 11.3 = 11.8 cent

ad 2 » Overijssel, uitgangso. kostengroep 6— et./kg. 3S3$ vet.

• v w n . U T B r n a i - r i - n i r - i I . • « • •" • Ijl! IM« • • ! • n * . n i i — n u •• n •• i • l u i m — i tllè i i i i • f i n i iilTTI um n i l u in - iril mini imw

geval a. I.O48 z 11.1 = 11.6 cent geval h. . 1.0i8 x 11.8 == 12.4 cent

Hitgangspunt,k<jgtengroep_ 6j|_ dt_./kg.„,..!, 3$ vejt.. geval a. " ï".048 x l l . 9 " « 12.5 cent

geval b. I.O48 x 12.5 = 13.1 cent.

Bij de beoordeeling van de uitkomsten der calculaties moet er waarschijnlijk rekening mee worden gehouden, dat de berekende totale

daling van de melkproductie niet in alle gebieden des lands evenredig zal plaats vinden. Zoo zal de daling van de melkproductie in de zui-vere weidegebieden naar verhouding grooter zijn dan het berekende ge-middelde percentage, daarentegen in de gebieden.met overwegend

gemeng-de bedrijven gemeng-de daling gemeng-der melkproductie naar verhouding mingemeng-der bedrag-gen. Hierdoor is het mogelijk, dat in het overwegend weidegebied i» Friesland de prijs iets te laag is berekend, daarentegen in Overijssel iets te hcog is uitgevallen.

(10)

10.

Hoewel wij 'beseffen hier slechts een tweetal fragmenten te too-nen van het totale kostenbeeld der industriemelk voor 1941/'42s

mee-nen wij toch dat aan deze beide fragmenten een grootere beteekenis moet worden toegekend dan alleen voor Friesland en Overijssel,

/overige Deze "beide gebieden zijn representanten van de/gebieden met overwegend weidebedrijf en de overige gebieden met gemengd bedrijf.

's-Gravenhage, LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT 10 April 1941. Drs. J. Horring.

(11)

âl

SI

ï

• I 'öl

3

O !

3

.s'

S" •ai 8'

§

ä

M B ttt cd t> h bû 03 «J S •ri m -d U •H - P » a -p «> Cfl ? ta o< o Q) O

£ *

** O) H •H H 1 ' LVJ • l LTN * ON vb O N r o vo 00 0|-JI VO m r— : « r O LTN VO - p • ai ai a t* rH

s a

? s •> H •ra CD •rl > • d CD a> - d •° S o "3 <o - p <d « ifl fi a) S T 3 rH <8 m f d CD •P 60 O cd • p r-H •p a> 0) -n> . t f - H h fi ft 5 -p > M p * P3 o *5 c i £*5 HH E"! 59 o « o

S)^

cd CD •P r-H ö ça «> M o f-> a CD CD A* a> r H cd

£

CD - P fi • H - P CD « "~ OJ VO » VO C— rr\ C\J v -• VO C— CO * t r \ (M VO ITN C— r O ITN eu • p fi CD h r i CD -d C o N ' * ~ ^ N OU • r l Ctf

S

9 •p • fi bû CD M

Ki

o 0 - p i n fi r o CD • u o r— CT\ CM t— v * r-•y v!» CVJ CM VO t— O N l T \ CM r~ LA CD .;A fi ? U - p CD S s - s O «3-— " • - • ^ ON r O CT\ r - fi CD 0? - p •rs a -• r l CD r i O P i -P fi CO -ri * V i _ * * M CD r H cd M •p CD .fi r ) O O ca • o •H n P i •P CO O M CD r H cd M CD •d fi • r l CVJ <* fi -CD^-v b O * -fi "st-•H ON b f l i -•H N h •ra cd • r l td p; -ra • • T - CM - P - P O O O O fi fi CD CD •rl -H N N 0 \ O T -rr\ VO T-£ • • f O v -C\l CM •<-t - CM C— • s • f - o o VC X^ T-CO T-CO . r O * • • vo 0 \ O ON VO T -LPi « ^ 0 \ • o • VO Ov OS r o cx> CM co o m • • • VO ON 0 \ VO O CM O C— i -ft 4 « VO CX) O N . 60 M V«. ITN fi •<-• H ^ r o * • H ft -P . o O 2 rO fi >d «• CD O r O •p h i n co W VO ft rv> fi -ç}-^>J • CD • t> ' T P T T -CD d -CD • P r l r H r l - P r l 3 O O O r H O r H 4^ 10 - P Cd P O ü fil O J3 O to cd cö cd CD id fi> «rl <rl tlfl<H cd ra fn ta -p w (30 CD tû CD tlD bO fi T i fi !> fi fi .<H -H -H •rl ftO 60 ÖO 00 hû C)D -H fi -rl fi -H • n N -rl N -rl N •rl ' T H -n>r^ ' O HJ -H Cd -H Cd -H C'J te: Q Ij: P p : o a « CD « IV i - . CM . r O O ro - P O O fi a •H Lu I I

4

i i a co CM 1 1 0 CVI 1 1 VO LTN 1 O r~ - p CD a « a) A « r ï P.VO +> P i CO CD bû O CD bû r l fi fi> CD » • p O C0 O 1 ,M CO fi CD -d rH

S

fi •rl rH ' •rl Xi O CO r l CD .f>

4

H^ O O fi CD • H ITNVO ï - CM • « T - CM LfNVO T - 0 0 ITNVO T - i t f e * 5— T -tr^MD ï - o o o LTv f -r- \0 « • 1 — i r \ r -T - CM • • T - O T~ CM

3?

M^ r* rt CD O N 9 ' -bû M fi S r l O CD M P i M r l CD •H S c 0) • d fi •> r l 0 cd -d ^3 fi \ O I • a O f» •* • rfll «H - H fH

fi S

O CD O , o rH fi. M -H r l CD -P S CD CD a fi C0 O -n -d -H fi r l O P H a V\ -p O O fi CD •rl N LfN r n 1 ÈfN r n IfN m

r

m m » l ITN m 1 m r O 1 CD CD i>

-5

1 3 C' H^> (0 fi •rl 1 * cd fH • p M d> M •• (D r-i U CD - P • P «rl W «aj VO T -t— o 1 — O N r v~ VO IfN r o • O T -;

i

1 VO « -ON "T-• "T-• ON r VO T i n t -• -• ON O C— CM ï - r*1 ' » • O N O i r - CM J r - ON CO O N (

i

1 i

i

fi J S t O ! rH ! m fn ! CD i

a '

S !

fi rl 1 CD • d • fi <S Ö ,fi J 1 fi (H ' cd CD , > P i I P. 1 | •H • fH O CM CD • • * r ^ > «H : - fi - H fi | ^ S t f - p > \ ON 0) 1 «~ S «a CM • n « * • H -( H - ^ • • - P >d r l O Ë fi

s

^ P l ' -•P ^ t ta ON O i -^i m lfl< T J H :r l Id r l « PH

(12)

Aanvulling melkrapport Landb.-Econ. I n s t i t u u t b l z . 2.

TOELICHTING,

De kale kostprijs houdt in een beloning van den boer en zijn gezins-leden voor handenarbeid naar de norm, die geldt voor de belooning van derden in dezelfde streek? dus de locnen ven landarbeiders, knechten en dienstboden.

Norm voor het loon van den handenarbeid van den boer, indien hij ten volle medewerkt in het bedrijf, zocals dat door den Accountantsdienst

in den kostprijs der melk is geealouleerd over 1939/1940 en door ons op dien basis voor 194l/'42.

FRIESLAND Kleiweidegebied a. beneden 20 ha. b. van 20 - 30 ha. c. boven 30 ha. Veenweidegebied. a. beneden 20 ha. b. van 20 - 30 ha. c. boven de 30 ha. Wouden. a. beneden 30 ha. b. boven 30 ha. OVERIJSSEL Weidegebied. Gemengde bedrijven Weekloon guldi 16 18 19 16 18 19 16 18 12 15 -ans 18 20 20 18 19 22 18 20 14 16 Jaarl: 1939/'40 832 936

988

832 936 988 832 936 624 780 - 936 -1040 -1040 - 936 - 988 -1040 - 936 -1040 - 728 - 832 ;on 1941/' IO52 II84 1250 IO52 1184 1250 IO52 -II84 ~ 789 987 -142 1184 1316 1316 1184 1250 1316 1184 1316 921 1052

De bedragen voor 194i/'^2 zijn gevonden door als loonstijging van 1939/'40 op 194l/:42 aan te nemen 10 f> en van 1940/'41 op 194l/'42'15$ dus in

totaal 2&}%.

Indien de gemiddelde melkprijs .zoodanig wordt vastgesteld, dat de kosten-groep 6-i- zijn totale kale kosten vergoed krijgt, dan wordt gemiddeld op een bedrijf van 25 ha. boven de belooning van de handenarbeid van den boer en zijn gezinsleden aan ondernemersloon verdient!

3t é. b. c. d. e. f. Noten. in 1: II II II :i kosten H H i. H H groep ^

1

6 °2 25 x f.70.-25 x 1.56.-25 x f,42.-25 x f.28.-25 x f.1425 x f. — .-« = = = = f. 11 M II II I75O.- I4OO.- IO5O.- 700.- 350.-nihil

1 ) . Naar mededeeling van den Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening ligt het niet in de bedoeling de prijzen van het krachtvoeder te ver-hoogen. De w.f. voor de prijsstijging is dus niet 1.55> maar 1.35-De wijzigingsfactor vo&r de totale kosten daalt hierdoor van 1.07 op 1.06 voor Friesland.

2 ) . Bij de berekening van deze wijüigingsfactcr is uitgegaan van I.326.OOO melk- en kalfkoeien en den winter van 1941/'42 en een da-ling van de productie per kce van 10fo in vergelijking met den winter van 1940/M1.

Het ligt evenwel in de bedoeling het aajctal melk- en kalfkoeien in den winter van 1941/'42 op 1.200.000 te brengen. Dat is 126.000 s

1.326 = 92"^ minder dan aangenomen. Per koe za.l de melkgift dus even hoog moeten zijn als in den winter van 1940/'41 om hetzelfde resul-taat wat de totale melkgift betreft te verkrijgen.

(13)

Aanvulling melkrapport Landb.-Eoon. Instituut blz. 3.

3) Per kg..melk is het verschil per kostengroep 0.4 cent.

De normale productie per ha. bedroeg in 1939/'40 5000 kg met 3«3$ vet. De productie in 194l/'42 is berekend op 5000 s 1.435 = 3484 kg of

69.7$ van 1939/'40. Per ha. verschilt de guldensopbrengst tusschen 2 opeenvolgende kosten-groepen dus 3484 x 0.004 = f. 13.96 dus rond f.14.-.

4 ) . f. 4000.- : 3484 = 1 . 1 5 cent.

5) Uitgegaan wordt van een normale afzet van vet wat de hoeveelheid be-treft . De extra-normale afzet is te beschouwen alsj kapitaal-mutatie. Deze koeien staan niet meer op stal maar "in het kabinet".

In onze berekening (zie bijlage I melkrapport) hebben wij aangenomen, dat de prijsstijging zou worden gecompenseerd door de vermindering der kwaliteit.

De prijsstijging van slachtvee in Sept. 1940 - Maart '41 vergeleken met hetzelfde tijdvak in '39/'40 bedraagt voor A en B koeien van de N.V.C, gelijkgesteld met 1e en 2e kwaliteit slachtvee te Leeuwarden in 1939/'40 ongeveer 355e.

Bij gelijkblijvende kwaliteit van het vee zou dus maximaal per kg. melk extra-winst uit rundvee worden gemaakt»

0.35 x 1.40 x 1.435 - O.7O cent.

Rekent men dat de kwaliteit zoodanig is verminderd, dat hiervan slechts de helft wordt gerealiseerd dan komen we aan een bedrag van 0.35 cent per kg. melk.

'S-Gravenhage, LANDBOUW-ECONOMISCH IflSTITUUT 21 April 1941. Drs. J . Horring.

(14)

GEMIIWBLLE KALE KOSTPRIJS PEE KG. MELK in centen.

| 1939/'40 |

Omschrijving kostengroepen.. fidöxwSxïr ) Sïnaâéfe

Wrzigings! fc c z o r u n r

03

7I1LAGE I, 1941/"42 Nett„ pacht Stikstofh.mestüt. f ':>sf rrf .h. '•' Kalih. Organisch« ': Onderh.werkt, e n z . Afschr. werktuigen Afschr. paarden

Veearts 5 genee sini dd„ an-z ,

Verzekering vee en invent. Melkcontr.,t.b.c.,stamboek Klein gereedschap W a t e rs electr.. brandax r>ï Onkosten paarden Marktbez.reiak. ena. A b o n n . s c on 1: r i b u t i e s., e n z . Diversen Sociale laaten L?nn derden L;\ -.n boer Lc.. n gezinsleden Aangek. krachtv ;ieder AAngeko r u w v e d e r Krachtv. uit eigen bedr„ Ruwvocder uit orlgen bear. Melk en meikafval

Ho.l en gras

Rent•:-. j.nven ';ar;.s

Bruto-x- taal ^ ™ > ™ . , _ „ „ _ ™ . _ . _ ™ „ , . . ™ - . . . _ G e p r o d u c e e r d e in e o t W i n s t r-p r u n d v o a S 2 , 1é

--i >

j - . 2 0 ' ! ) - . 3 7 * j - . 1 0 . 0 . 0 c -| - . 0 2 , 0 4 -- . 0 2 , - . 0 7 - . 0 5 '• - . 0 5 • . 0 3 -••»03 ' ,.!_.. - . 0 9 1.14 - . 6 2 — . 3 ' : 1.47 - . 6 4 - . 0 4 8.13 1.40 ige 1.42 - . 2 4 - . 2 0 - . 1 6 -o34 - . 1 7 - . 0 6 - . 0 3 -^.06

~.o:

:

:

- . 0 6 0 . 0 5 - . 0 5 - . 0 5 - . 0 1 - . o g - . 0 3 - . 4 8 1.-19 - . 5 9 I . 2 9 - . 0 3 1.16 - . 4 2 - „ 0 2 - • 3 5 ! . . VI ,, ^ r i e s l , ' O v o r i j e s . . j k l e i w e i d e m a n a g e Ü . h 1.07)' 1.33)1.12 1,1 ) 1.12 1.3 1.3 2 . - 1.--- . 2 2 - . 4 1 - . 1 3 - . 0 8 - „ 0 4 - . 0 4 1.2 1.4 1.'25 1 • 1 . -1.15 1.15 I . 2 6 : 1.26$ 2 2 *1"2 6* , - ^ * r 'i . 5 5 I Ou _ , - , ' " 22?/' 100. .., 1 s t -2 . " 1.2 1 , -( . 2 9 - „ 0 8 - . 0 7 - . 0 5 - . 0 4 0.03 -o 03 - . 1 0 1.44 - . 7 3 - . 3 9 - „ 5 1 - „ 2 7 - , 04 1. 2fl - . 0 5 - . 3 5 8 . 6 2 1..40 I T a t t o - t . - t a a : 6,47 j 6,.99 6 . 9 3

F r i t n ' l a n d s ft'craiddelde van "!4 b e d r i j v e n ! w . f . van de k a l e k o s t p r . -^i

m !

O v e r i j s s e l s gonü.ddejda van 1b bad r i j v e n sw.f. "n " ' | £ 2

'699 69: 1,42 - . 2 6 "o 27 - . 1 8 -.id O ' " — O C-L - . U i j • - = U ' - . 0 7 - . 0 7 - , 0 5 - . 0 6 —.. 0 i - . 0 ? — ff O i •-. 75 •U39 - . 3 4 - „ 0 2 - . 3 5 9*32 - . 4 • 1 . 2 9 7 . 6 2 1.07 1 - o<>

(15)

a a n t .

b e - 10

drijven

FREQUENTIE-DIAGRAMMEN VAN DE BEDRIJVEN,.GERANGS9HIKT NAAR DE

HOOGTE KALE KOSTPRIJZEN ( z o n d e r r e n t e van h e t b e d r i j f s k a p i t a a l )

PER KG MELK IN HET BOEKJAAR 1 MEI 193$--30 APRIL 19ÔÔ. - INTERVAL i OT

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

20

15

10

15

10

15

10

.,.., _r. , . , , , . - , „ . . . , _ , , , . „ .. .r_ , — , — ! i i "

1

Noord- en Zuid-Holland

Melk voor kaas en b o t e r

(volle melk)

42 bedrijven

1 1

1

1

,

i. i' i i . i i i . 1,

- ! ;

1

!

Noord- en Zuid-Holland

Consumptiemelk

(volle melk)

127 bedrijven

II I I II

Noord-Holland

Industriemelk

(vetgehalte 3,3$)

61 bedrijven

1 1 1 ! 1

Priesland

Industriemelk

(vetgehalte 3,3$)

73 bedrijven

1

1 1 , | . 1 J 1 1 1 l 1 1 1 1 .1 . 1 .

10

11

midden i n t e r v a l van de

k o s t p r i j s k l a s s e n

ot/kg melk

(16)

I I

FREQUENTIE-DIAGRAMMEN VAN DE BEDRIJVEN, GERANGSCHIKT NAAR DE

HOOGTE DER KALE KOSTPRIJZEN (zonder r e n t e van h e t b e d r i j f s

-k a p i t a a l ) PER KG MELK IN HET BOEKJAAR 1 MEI 1939 - 30 APRIL 1940.

INTERVAL i CENT

aant.

b e - 10

drijven

10

11

10

30

25

20

15

10

— 1 — — y i r r \- | | | | i | i i | | 1 1 » ' l 1 1 1 1 i i l i i I i i l • Groningen Industriemelk (vetgehalte 3,3$) 38 bedrijven

1 1

• f -i l 1 1

1 1

, •

1

1

, Overijssel Industriemelk (vetgehalte 3,3$) 102 bedrijven

1

1

1

Friesland Industriémelk (vetgehalte 3,3$) 204 bedrijven 1. 1. L 1 1 1, 1 1 .1 1 ! 1 1 1, '

8

10

11

midden interval van de

kos tpri j sklassen

(17)

I l l FREQUENTIE-DIAGRAMMEN VAN DE BEDRIJVEN, GERANGSCHIKT NAAR DE HOOGTE DER KALE KOSTPRIJZEN ( z o n d e r r e n t e v a n h e t b e d r i j f s -k a p i t a a l ) PER KG MELK IN HET BOEKJAAR 1 MEI 1 9 3 9 - 30 APRIL 1 9 4 0 ,

INTERVAL è CENT a a n t . b e _ on • d r i j - 2 0

ven

15 10 1 5 10 1 0 8

l—i—rn—i—i—i—i—i—j—r-+n—|—i—!—r -i—j—i—i—i—i—| i i r~r~T—r 9 10 -i—r 1 1

Priesland (Kleiweide) Industriemelk (vetgehalte 3,3$) 90 bedrijven Friesland (Veenweide) Industriemelk (vetgehalte 3,3/°) 69 bedrijven 1 I ..I l 1 I

Friesland (De Wouden) Industriemelk

(vetgehalte 3,3$) 45 bedrijven

4-4- _| !__!—1 1 1 1 U

'J

10

11

midden interval van de kostprijsklassen ct/kg melk

(18)

IV

FREQUENTIE-DIAGRAMMEN VAN DE BEDRIJVEN, GERANGSCHIKT NÄAR DE

HOOGTE DER KALE KOSTPRIJZEN (zonder rente van het

bedrijfs-kapitaal) PER KG MELK IN HET BOEKJAAR 1 MEI 1939 - 30 APRIL 1940.

INTERVAL i OENT

aan

t.

ven

7 8 9 10 11

10

10

i i i i i i i r i i i i i i i j

1 i

.1 J _

!.. i .i i i ,i i 1 !

1

i i i i > i i i i i i > i i i i i i * i

Zandgebied Overijssel

Industriemelk

(vetgehalte 3,3$)

50 bedrijven

1

1 1 '

1

Weidegebied O v e r i j s s e l

Industriemelk /

(vetgehalte 3,p$)

52 bedrijven

i

1 1 1 1 !

Overijssel (Totaal)

Industriemelk

(vetgehalte 3,3$)

102 bedrijven

1

j.

1

i . . i . i . . i , . i , . !

8

10

11

midden interval ran

kos tpri j skiassen

o t/kg melk

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aardaker is tegenwoordig een betrekkelijk zeldzame plant van bermen en rivierdijken, maar in voorbije eeuwen wer- den de hazelnootgrote knolletjes geoogst en gegeten.. Al in de

This study aims to study the choice of antimicrobial drugs prescribed for UTIs by GPs and the duration of nitrofurantoin use over time in relation to the Dutch national

There was an increase in mental distress among participants referred to the hospital and diagnosed with coronary artery stenosis, which indicates that one should be prepared in

Elias' voorstelling van de middeleeuwen als een tijd van ongecontroleerde woestheid wordt bijvoorbeeld inmiddels niet meer als juist gezien: kunnen we vergaderen wel zo simpel

Eerlijk gezegd kan ik dan ook niet zien, waarom de tegenstelling tussen publieke kerk en staat een anachronisme zou zijn (236).. Mij doet die conclusie zelfs verrassend aan in

This letter will consider these three points in further detail: first, how the COVID-19 crisis is by no means degrowth; second, how COVID-19 shows that degrowth is needed; and

Sechenov First Moscow State Medical University, Moscow, Russia 40 Urticaria Center of Reference and Excellence (UCARE), Department of Dermatology, Amsterdam UMC, Amsterdam,

Het begrip 'academische vrijheid' blijkt twee kanten te hebben: enerzijds vrijheid van ex- terne macht en invloed, vooral van overheden, over staf en studenten, en anderzijds