Uitwerkingen Mulo-A Examen 1952 Meetkunde Algemeen
Opgave 1
Gegeven is dat AC = 12 en CB = 48 waaruit volgt dat AB = 60 zodat de straal r = 30 en MC = 30 - 12 = 18. De stelling van Pythagoras in driehoek CDM geeft dan CD MD2MC2 302182 24.
Omdat MDDE (straal naar raakpunt loodrecht op raaklijn) is driehoek MDE rechthoekig. De projectiestelling geeft dan DC2 EC MC ofwel 242EC18 waaruit volgt EC = 32 en dus
AE = 32 – 12 = 20.
Opgave 2
Uit het gegeven dat en dat CE de bissectrice is van CC 2 B , volgt dat ACE BCE B. Nu geldt in driehoek CSD dat CSD900 DCS 900 BCE900 B.
Daar ASE CSD (overstaande hoeken), vinden we dus dat ASE900 B. In de rechthoekige driehoek ABD geldt óók dat BAD900 B.
We concluderen dat driehoek ASE twee gelijke hoeken heeft en dus gelijkbenig is, ofwel AE = SE.
Opgave 3
De gevraagde constructie zou als volgt kunnen worden uitgevoerd. 1) Teken een lijn m en kies daarop een punt E.
2) Richt in E een loodlijnstuk op lijn m op met lengte DE.
3) Cirkel lijnstuk AD om vanuit D waarbij het punt A op m ontstaat. 4) Construeer het midden N van AD.
5) Construeer door N en door D lijnen n en p die beide evenwijdig zijn met lijn m. 6) Cirkel vanuit A het lijnstuk AM om. Het snijpunt van de omcirkeling met n is punt M. 7) Construeer door M een lijn die evenwijdig is met AD.
8) Deze laatst geconstrueerde lijn snijdt m en p in de punten B resp. C. 9) Voltooi het parallellogram.