Opgaven Meetkunde MULO-B 1913 (
1 21
uur)
Opgave 1.
Een rechthoekige driehoek heeft een hoek van 36o.
De overstaande rechthoekszijde is 20 cM. Bereken het oppervlak van dien driehoek.
Opgave 2.
Construeer een rechthoekigen driehoek, als gegeven zijn een scherpe hoek en de som van de hypothenusa en de hoogtelijn op de hypothenusa.
Opgave 3.
Als men de hoogtelijnen van een driehoek verlengt, tot zij den omgeschreven cirkel ontmoeten, dan worden de hoeken van den driehoek, welke die ontmoetingspunten tot hoekpunten heeft, door de hoogtelijnen van den eersten driehoek middendoor gedeeld. Bewijs dit.