• No results found

Liefde en seksuele variatie binnen de relatie van heteroseksuele volwassenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Liefde en seksuele variatie binnen de relatie van heteroseksuele volwassenen"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liefde en seksuele variatie binnen de relatie van heteroseksuele volwassenen Bachelorproject Klinische Psychologie

December 2015

Jan Batstra Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 10336370 Begeleider: dr. M. Spiering

(2)

Samenvatting

De samenhang tussen liefde en het seksuele repertoire binnen een heteroseksuele relatie werd onderzocht. Er werd gekeken naar de wederkerigheid van liefde en de invloed van de relatieduur. Een hoge mate van wederkerige liefde zou tot een breder seksueel repertoire leiden, positief beinvloed door de relatieduur. Een vragenlijst over de liefde en het seksuele repertoire binnen de relatie werd door 276 volwassenen ingevuld. Deelnemers werden naar de liefde voor de partner en de wederkerigheid hiervan gevraagd, ook werden zij bevraagd over de seksuele handelingen die zich in hun relatie voltrokken. Een hoge mate van wederkerige liefde en een breed seksueel

repertoire werd gevonden bij een grote groep deelnemers. Er bleek weinig samenhang tussen liefde en het seksueel repertoire. Wel lijkt relatieduur een invloed te hebben op het seksueel repertoire.

(3)

Inleiding

Onderzoek naar de seksuele gezondheid van de Nederlandse bevolking laat zien dat de frequentie van seksuele gemeenschap in vaste relaties is afgenomen (Bakker, 2006). In vergelijking werd naast deze afname in frequentie een verbreding gevonden in het seksueel repertoire van zowel mannen als vrouwen (Van Zessen & Sandfort, 1991). Er lijkt dus een verschuiving plaats te vinden van minder seks naar meer gevarieerdere seks. In het onderzoek van Bakker en

Vanwesenbeeck rapporteert 87% van de deelnemers de partner oraal te bevredigen. Andersom rapporteert 86% oraal gestimuleerd te worden door de partner. Vaginale penetratie behoort tot het seksueel repetoire van 98% van de deelnemers in de zes maanden voorafgaand het onderzoek. Anale penetratie wordt door 23% van de respondenten beoefend. In deze studie werd gekeken naar een verband tussen liefde en seksueel repetoire in heteroseksuele romantische relaties.

Vaak richt onderzoek naar seksueel gedrag in romantische relaties zich op de frequentie van de seksuele gemeenschap. Ongeacht de leeftijd van de deelnemers laat onderzoek naar het verband tussen relatieduur en seksuele frequentie binnen romantische relaties een eenzijdig beeld zien. Voor zowel mannen en vrouwen daalt het seksueel plezier en de frequentie naarmate de relatie voortduurt (Impett, Strachman, Finkel & Gable, 2008; Basson, 2002; Levine, 2003). Het resultaat van het ontbreken van seksualiteit of de dysfunctionele aanwezigheid van seksualiteit kan grote gevolgen hebben. Zo ontneemt het de romantische relatie intimiteit, tevredenheid en

stabiliteit (McCarthy, 1999). Seksuele frequentie wordt meermaals aangetoond als belangrijke factor in de seksuele tevredenheid van zowel man als vrouw (Schwartz & Young, 2009; Laumann et al., 1994). Deze bevinding lijkt een logische gevolgtrekking. Wanneer de seks door beide partners als bevredigend ervaren wordt, zal de frequentie toenemen. Deze invloed werkt tweezijdig, niet bevredigende seks zal tot een verminderde frequentie leiden. Dit is een van de kernprincipes van de Sociale Uitwisseling Theorie als die op seksualiteit wordt toegepast (Sprecher, 2002; Lawrence en Byers; 1992, 1995). Deze theorie heeft de aanname dat wanneer (seksueel) gedrag binnen de romantische relatie als laag in kosten en hoog in beloning wordt ervaren, dit gedrag vaker voor zal komen. Het kost iemand weinig tegemoet te komen aan de wensen van zijn of haar partner, omdat de uiteindelijke beloning groot is. Seksueel gedrag met een uitkomst die door beide partners als positief wordt ervaren wordt zo gestimuleerd, wat op zijn beurt positieve invloed heeft op de seksuele tevredenheid.

Naast de seksuele tevredenheid en frequentie richt het seksuologische onderzoek zich ook op andere variabelen van de relatie en het verband met seksualiteit. Een onderzoek naar seksuele tevredenheid binnen de romantische relatie laat zien dat voor zowel mannen als vrouwen geldt dat

(4)

seksuele tevredenheid positief geassocieerd wordt met relatietevredenheid, liefde en toewijding (Sprecher, 2002). Toch wordt ook gevonden dat seksuele tevredenheid sterkere verbanden heeft met relatievredenheid voor mannen dan voor vrouwen. Een genoemde verklaring voor dit patroon is dat de ideale seksuele frequentie voor vrouwen dichter bij de daadwerkelijke frequentie ligt dan voor mannen (Schwartz en Young, 2009; McNulty en Fisher, 2008). De helft van de Nederlandse mannen geeft aan minder seks te hebben dan zij willen. Dit is in lijn met nagenoeg de helft van de Nederlandse vrouwen die aangeeft dat hun partner meer seks wilt dan zijzelf (Bakker en

Vanwesenbeeck,2006).

Uit een groot onderzoek uit de tweede helft van de vorige eeuw blijkt tevens een ongelijkheid tussen man en vrouw ten opzichte van seks (Haavio-Mannila en Kontula, 1997). Hoewel de seksuele tevredenheid van vrouwen is toegenomen, worden zij als conservatiever ten opzichte van seks beschouwd. Ook speelt seks volgens dit onderzoek een minder centrale rol in het relatieperspectief van vrouwen. Mannen rapporteren vaker seks te hebben, en vaker buiten de grenzen van de penis-in-vagina seks te treden (manuele stimulatie, orale en anale gemeenschap). Voor beide seksen worden positieve verbanden gevonden tussen wederkerige liefde en het gebruik van seksspeeltjes, meerdere seksuele technieken en de algehele seksuele tevredenheid.

Als er naar een verband tussen romantische liefde en seksueel verlangen wordt gekeken, moet de onderzoeker bedacht zijn welk type romantische liefde hij onderzoekt (Diamond, 2004; Hatfield, 1987; Sternberg, 1986; Zeifman en Hazan, 1997). Er wordt in verschillende literatuur een onderscheid gemaakt tussen verliefdheid en hechting. Verliefdheid wordt gekenmerkt door intens verlangen naar nabijheid en fysiek contact. Hechting wordt gekenmerkt door gevoelens van veiligheid en diepe affectie voor een ander. Zij kunnen ook wel benaderd worden als een vroeger en later stadium van liefde. In lijn met dit onderscheid rapporteren koppels die langer bij elkaar zijn minder fysiek contact en verlangen bij de ander te zijn dan koppels die nog kort bij elkaar zijn. Daar staat tegenover dat koppels die langer bij elkaar zijn meer wederkerige emotionele veiligheid en geruststelling rapporteren (Diamond, 2004;Brezsnyak, Allen, Salz, Mattucci en Hazan, 1996). Een mogelijke verklaring voor dit proces zou zijn dat het noodzakelijk is voor twee personen om een band te vormen door de nabijheid van elkaar op te zoeken gedurende langere tijd. De intensiteit van verliefdheid zou een goede motivator hiertoe zijn en daarom meer verband houden met seks als toenaderingsgericht gedrag. Hechting zou op haar beurt een meer instandhoudende factor zijn en seks belichten als toewijdingsgericht gedrag.

Liefde lijkt hiermee een moeilijk te vatten concept, zeker wanneer men dit in verband probeert te brengen met seksualiteit in de romantische relatie. Dit heeft als gevolg dat er in het

(5)

onderzoek doorgaans gerapporteerd wordt over vaginale gemeenschap en de frequentie waarin dit plaatsvindt. Volgens Kaestle en Halpern (2007) zouden partners die binnen de relatie een hoge mate van wederkerige liefde rapporteren een grotere kans hebben op orale, vaginale en anale gemeenschap dan partners die deze wederkerigheid niet rapporteren. Uit een groot nationaal onderzoek naar de seksuele gezondheid van de Amerikaanse bevolking werd een subpopulatie van emerging adults nader onderzocht (Kaestle en Halpern, 2007; Berg & McQuinn, 1985). Deze deelnemerspopulatie van 6.421 18 tot 26 jarigen, werd op basis van een aantal kenmerken geselecteerd voor verder onderzoek. Voor deelname dienden zij zich bijvoorbeeld in een

heteroseksuele romantische relatie te bevinden, die op moment van deelname drie maanden of langer standhield. De onderzoekers maakten gebruik van twee korte vragenlijsten. Allereerst werd de deelnemers gevraagd naar de liefde voor de partner en naar de liefde van de partner voor de deelnemer. Daarnaast werd de deelnemers gevraagd naar welk van de seksuele handelingen zich voordeden binnen de romantische relatie. Er kon gekozen worden uit anale, orale

(geven/ontvangen) en vaginale seks. De onderzoekers hypothetiseerden dat een grotere mate van wederkerige liefde binnen de relatie tot een breder en meer wederkerig seksueel repertoire zou leiden. Deelnemers die rapporteerden veel van hun partner te houden en dat hun partner in dezelfde mate van hen hield, hadden een grotere kans op alle bevraagde seksuele handelingen dan deelnemers die deze wederkerigheid niet of in mindere mate rapporteerden. Een hoge mate van wederkerige liefde binnen de romantische relatie lijkt dus verband te houden met een breder en gelijkwaardiger seksueel repetoire. Wij hebben dit onderzoek (Kaestle en Halpern, 2007)

gerepliceerd en de operationalisaties uitgebreid. Zo is de variabele liefde uitgebreid met een psychometrisch valide schaal die verliefdheid en hechting meet. Om te voorkomen dat het huidige seksuele repertoire niet wordt benoemd in de langere relaties, zijn er ook vragen toegevoegd die de frequentie van het seksueel gedrag in de zes maanden voorafgaand het onderzoek bevragen.

In deze studie werd het seksueel repetoire van Nederlandse volwassenen onderzocht. Er werd gekeken naar de (wederkerige) liefde van partners en het seksuele repertoire dat zich binnen de romantische relatie voltrekt. Ook werd er gekeken naar relatieduur als eventuele moderator binnen het onderzochte verband. Dit werd gedaan door de deelnemers een korte vragenlijst in te laten vullen over de betreffende concepten. Wij verwachtten dat de deelnemers die een hoge mate van wederkerige liefde voor de partner rapporteren, een breder seksueel repetoire hebben dan de deelnemers die dit in lagere mate rapporteren. Ook verwachten wij dat dit verband door relatieduur positief beinvloed werd.

(6)

Methode Deelnemers

Een totaal van 300 deelnemers werd voor de studie onderzocht. Zij werden geworven via Facebook en andere onderlinge uitwisseling. Deelname werd niet vergoed. Het eerste criterium voor deelname aan het onderzoek was het zich bevinden in een heteroseksuele relatie, die op het moment van deelname drie maanden of langer standhield. Een volgend criterium was het hebben van een leeftijd van 18 jaar of ouder. Het laatste criterium behelste het beheersen van de

Nederlandse taal. Dit onderzoek werd goedgekeurd door de Commissie Ethiek (CE) van de

Universiteit van Amsterdam. Volgens de power-analyse was een deelnemerspopulatie van 139 of meer vereist voor een middelmatig effect.

Variabelen

Liefde. Liefde werd gemeten middels van twee vragenlijsten. Aan de deelnemers werd gevraagd in hoeverre zij van hun partner hielden en in welke mate dit wederkerig was (Kaestle en Halpern, 2007). Op deze vragen konden zij niet, een beetje, enigszins en veel antwoorden. Voor de andere vragenlijst werd gebruik gemaakt van de Infatuation and Attachment Scales (IAS; Franken, Langeslag & Muris, 2013). Deze schaal is betrouwbaar bevonden met een Cronbach's alpha van .84 voor de gehele schaal. De subschalen hadden een Cronbach's alpha van respectievelijk .94 voor de Infatuation (verliefdheid) schaal en .92 voor de Attachment (hechting) schaal. De deelnemers kregen stellingen voorgelegd als 'Ik zit te staren wanneer ik aan __ denk' en 'Ik voel me emotioneel verbonden met __'. De deelnemers werden geacht op de blanco plek hun partner in te denken en op een schaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (7) aan te geven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was.

Seksueel repetoire. Ook voor de vragenlijsten voor het seksueel repetoire binnen de relatie werd gebruik gemaakt van het artikel van Kaestle en Halpern (2007). De validiteit van deze vragen is onbekend. De deelnemers werd gevraagd aan te geven welk van de seksuele activiteiten zich binnen hun huidige relatie hebben afgespeeld. Zij konden kiezen uit vaginale seks, orale seks (geven en ontvangen), anale seks en manuele stimulatie. De vragenlijst werd aangevuld met vragen uit het nationale onderzoek naar seksuele gezondheid in Nederland (Bakker en

Vanwesenbeeck, 2006). Hierin wordt de seksuele activiteit van de deelnemers bevraagd in de afgelopen 6 maanden middels items als 'In de afgelopen 6 maanden, heeft mijn partner mij oraal bevredigd'. Als antwoord kon nooit, soms, regelmatig of vaak/altijd gegeven worden.

Algemeen. De deelnemers werd gevraagd antwoord te geven op een aantal algemene vragen over henzelf en de relatie. Vragen naar de leeftijd en het geslacht van de deelnemers

(7)

behoren tot deze eerste categorie. De vragen over de relatie betroffen de duur van de relatie en de tevredenheid over de relatie, van zowel de deelnemer als diens partner. Zo kon op de item 'Ik ben tevreden met mijn relatie op dit moment', sterk mee oneens (0) tot sterk mee eens (7) als antwoord gegeven worden.

Procedure

Alvorens ze aan het onderzoek begonnen kregen de mogelijke deelnemers een

informatiebrief (Bijlage 1) te lezen. Daarin stond de opzet van het onderzoek, inclusiecriteria voor deelname en verdere algemene informatie. Met deelname aan het onderzoek gaven de

deelnemers aan akkoord te gaan met de voorwaarden en hieraan te voldoen (Bijlage 2). Eerst werden zij naar de algemene informatie gevraagd. Daarna volgde de vragenlijsten voor liefde (Bijlage 3) en seksueel repetoire (Bijlage 4). Het maken van de vragenlijsten nam voor de deelnemers maximaal 10 minuten in beslag.

Data-analyseplan

Allereerst werden analyses over de beschrijvende statistieken uitgevoerd. Dit werd gedaan om te bepalen in welke percentages de seksuele handelingen binnen de deelnemerspopulatie voorkwamen. Verdere verbanden tussen de variabelen werden in kaart gebracht door meerdere logistische regressies, en verschillen tussen groepen werden in kaart gebracht middels een ANOVA.

Resultaten

De vragenlijsten werden in totaal door 306 deelnemers ingevuld. De data van 31 deenemers werd verdwijderd omdat het incompleet was (30) of op basis van een onbekende relatieduur (1). Na verwijdering bleven 275 deelnemers over, 209 vrouwen en 66 mannen. Op deze populatie werden de analyses uitgevoerd.

Beschrijvende statistieken

De leeftijd van de deelnemers liep van 18 tot 66 jaar oud, met een gemiddelde leeftijd van 25.2 jaar oud. Ook de relatieduur en het seksuele repertoire werden beschreven (Tabel 1).

Nagenoeg iedereen rapporteerde dat zij en hun partner veel van elkaar hielden (95%).

Verhoudingen waarbij de deelnemer veel van de partner hieldt maar waarbij dit niet wederkerig was (3%) en de partner veel van de deelnemer hield maar niet in wederkerige mate (2%), lagen veel lager, zie Tabel 1.

(8)

Tabel 1. Beschrijvende statistieken en wederkerigheid liefde binnen deelnemers Beschrijvende statistieken deelnemers M Min-Max SD Leeftijd (jaren) 25.2 18-66 6.7 Relatieduur (maanden) 42.5 3-564 64.7 Seksueel repertoire (N handelingen) 4 1-5 .7

Wederkerigheid Liefde N Percentage Partners houden veel van elkaar 261 95 Deelnemer houdt veel van partner (niet

wederkerig) 8 3

Partner houdt veel van deelnemer (niet

wederkerig) 6 2

Totaal 275 100

Op twee deelnemers na bleek vaginale gemeenschap binnen iedere relatie plaats te vinden, ook voor het ontvangen en geven van orale seks werden hoge percentages gerapporteerd (Tabel 2). De percentages van manuele stimulatie (84%) en anale seks (27%) lagen beduidend lager. Meer dan de helft van de deelnemers (55%) gaf aan over een breed seksueel repertoire te beschikken. Dit percentage van deelnemers rapporteerde manuele stimulatie, vaginale en orale

(geven/ontvangen) seks in de huidige relatie. Een kleiner deel van de deelnemers rapporteerde hier anale seks aan toe te voegen (24%) of alleen aan vaginale en orale seks (geven/ontvangen) te doen (18%), zie Figuur 1.

Tabel 2. Percentages seksuele handelingen Figuur 1. Distributie seksuele handelingen Seksuele handelingen binnen

deelnemerspopulatie Ja (%) Nee (%) Vaginale gemeenschap 99.3 0.7 Anale gemeenschap 26.9 73.1 Orale gemenschap geven 95.3 4.7 Orale gemenschap ontvangen 94.2 5.8 Manuele stimulatie 84.4 15.6

(9)

Hoofdanalyse

Aangezien niet is voldaan aan de assumpties voor variantieanalyses is overgegaan op nonparametrische toetsing. Om na te gaan of er verschillen waren in het seksueel repertoire tussen de groepen die wel of geen wederkerige liefde rapporteerde, werd er gekozen voor een Kruskal Wallis Test. Hierbij werd wederkerige liefde als onafhankelijke variabele en het seksuele repertoire als afhankelijke variabele genomen. Er bleek geen significant verschil in seksueel

repertoire tussen de wel of niet aanwezige wederkerige liefde binnen de relatie, H = 5.586, p = .06, met een gemiddelde rang van 132 voor partner houdt van deelnemer (niet wederkerig), 206 voor deelnemer houdt van partner (niet wederkerig) en 136 voor liefde tussen de partners is

wederkerig. Voor verdere analyse werd er daarom gekeken naar de gehele deelnemerspopulatie en de mogelijke verbanden tussen de onderzochte variabelen. Door middel van een

correlatiematrix werden deze verbanden in kaart gebracht. Tussen de variabelen werden nagenoeg geen significante correlaties aangetroffen, zoals te zien in Tabel 3. Wel werd er een significante negatieve correlatie gevonden tussen relatieduur en de score op het gehele seksuele repertoire, r = –.26, p = .000. Ondersteunend met deze bevinding werden negatieve correlaties gevonden tussen relatieduur, orale seks en manuele stimulatie.

Tabel 3

Correlatietabel met Variabelen Wederkerigheid liefde, IAS Score, Relatieduur, Vaginale

gemeenschap, Anale gemeenschap, Orale gemeenschap geven/ontvangen en Manuele stimulatie Wederkerigheid

Liefde IAS Score Relatieduur Wederkerigheid Liefde -IAS Score .08 -Seksueel repertoire Score –.03 –.06 –.26* Relatieduur –.01 .12 -Vaginale gemeenschap –.19 .01 .03 Anale gemeenschap –.09 –.04 –.07 Orale gemeenschap ontvangen –.05 –.01 –.17* Orale gemeenschap geven .04 .02 –.27* Manuele stimulatie .70 –.08 –.18* Noot.*p<.05

(10)

Naast het gehele seksuele repertoire werd er ook gekeken naar de frequentie van de seksuele handelingen in de afgelopen zes maanden. Ook hiervoor werden correlaties berekend. Hier

werden correlaties gevonden die overeen kwamen met de eerdere matrix van het gehele seksuele repertoire. Daarnaast werd er een nieuwe correlatie gevonden. Dit was een negatieve correlatie tussen de mate van wederkerigheid van de liefde en anale gemeenschap in de afgelopen 6

maanden, r = –.16, p = .009. Ook werd er een negatieve correlatie gevonden tussen relatieduur en frequentie van het ontvangen van manuele stimulatie.. Tot slot werd voor de frequentie van zowel het het geven als het ontvangen van manuele stimulatie een negatieve correlatie gevonden met relatieduur (Tabel 4).

Tabel 4

Correlatietabel met Variabelen Wederkerigheid liefde, IAS Score, Relatieduur, Vaginale

gemeenschap, Anale gemeenschap, Orale gemeenschap geven/ontvangen en Manuele stimulatie in de zes maanden voorafgaand het onderzoek

Wederkerigheid

Liefde IAS Score Relatieduur Vaginale gemeenschap –.08 .13 –.10 Anale gemeenschap –.16* –.10 –.08 Orale gemeenschap ontvangen –.00 –.05 –.10 Orale gemeenschap geven –.03 .07 –.08 Manuele stimulatie ontvangen .07 .04 –.22* Manuele stimulatie geven .09 –.05 –.26* Noot. *p<.05 Discussie

Er werd tussen wederkerigheid van de liefde en het seksueel repertoire als geheel geen samenhang gevonden. Wel bleek een negatieve samehang tussen relatieduur en het seksueel repertoire. Specifieker tussen relatieduur, orale gemeenschap zowel ontvangen als geven en manuele stimulatie. Als er gekeken werd naar de frequentie van seksuele handelingen in de zes maanden voorafgaand het onderzoek, werd een negatieve samenhang gevonden tussen

wederkerigheid van liefde en de frequentie van anale gemeenschap. Tevens bleek een negatieve samenhang tussen relatieduur en de frequentie van manuele stimulatie, zowel het ontvangen als geven. Daarnaast bleek er een minimale negatieve samenhang tussen relatieduur en het het

(11)

seksuele repertoire binnen de relatie, de hypothese dat dit positief zou zijn leek hiermee

ontkracht. De hypothese dat een hoge mate van wederkerige liefde positief samenhangt met een breed seksueel repertoire wordt beaamd noch ontkracht.

Binnen vrijwel elke relatie werd wederkerig-veel liefde en een breed seksueel repertoire gerapporteerd. Er bleek te weinig variatie binnen de deelnemers te zijn om onderscheid te kunnen maken tussen de deelnemers die wel of geen wederkerige mate van liefde rapporteerde en het verschil in seksueel repertoire tussen deze groepen. Desondanks werden er binnen de gehele populatie interessante resultaten gevonden. Zo waren de gerapporteerde percentages van seksuele handelingen hoger dan voorgaand onderzoek naar seksuele gezondheid in Nederland (Van Zessen & Sandfort, 1991; Bakker, 2006) en het onderzoek van Kaestle en Halpern (2007). Een mogelijke verklaring voor een deelnemerspopulatie met een breed seksueel repertoire en hoge rapportage van liefde zou de werving kunnen zijn. Het is aannemelijk dat de mensen die op de oproep voor deelname reageerde, over het algemeen goed in hun relatie en seksleven stonden. Er werd specifiek gezocht naar deelnemers om iets over hun relatie en seksuele handelingen te vertellen. De deelnemers aan dit onderzoek zouden mogelijk eerder geneigd zijn iets hier iets over te vertellen, de zogenoemde selectiebias (Lankveld & Laan, 2009).

Onverwacht was de gevonden negatieve samenhang tussen de wederkerige mate van liefde en anale gemeenschap. In navolging van gevonden positieve samenhang tussen meerdere

seksuele technieken en de wederkerigheid van liefde (Haavio-Mannila en Kontula, 1997) werd deze uitkomst ook in het huidige onderzoek verwacht. Het tegendeel bleek waar, het bleef echter gissen wat de verklaring voor deze samenhang zou kunnen zijn omdat er geen oorzakelijkheid werd gemeten. Een mogelijke verklaring zou de algehele daling van anale gemeenschap binnen de Nederlandse heteroseksuele gemeenschap kunnen zijn. Deze daling wordt duidelijk in een vergelijking tussen de onderzoeken naar seksuele gezondheid in Nederland uit 2006 (Bakker) en 2011 (Graaf). Uit het eerste onderzoek bleek dat ruim 23% van de respondenten aan anale gemeenschap deed, vijf jaar later deed gemiddeld slechts 11% van de respondenten aan anale gemeenschap. Hoewel het percentage anale gemeenschap hoog bleek in ons onderzoek, werd het niet duidelijk binnen welke leeftijdsgroep of relatiesoort zich dit afspeelde.

Vanuit Sociale Uitwisselings Theorie (Sprecher, 2002; Lawrence en Byers; 1992, 1995) zou de negatieve samenhang tussen relatieduur en het seksueel repertoire verklaard kunnen worden. Wellicht zijn orale-en manuele gemeenschap handelingen die met verloop van tijd hun kosten-effectiviteit verliezen binnen de relatie. Het is aannemelijk dat het seksuele leven gedurende verloop van tijd een andere betekenis krijgt. De relatie wordt vriendschappelijker, de zin in seks

(12)

neemt af en grote levensgebeurtenissen hebben verdere invloed op het seksleven (Graaf, Neeleman & Haas, 2009). In ons onderzoek had mogelijk diepere betekenis gegeven kunnen worden aan de samenhang tussen relatieduur en het seksueel repertoire, als er een onderscheid was gemaakt tussen het soort relatie (vaste relatie, samenwonend of gehuwd). Met name de brede variatie in relatieduur die werd aangetroffen deed vermoeden dat er mogelijk andere factoren, zoals het wel of niet hebben van kinderen, van invloed waren op het ontbreken van een positieve samenhang.

Op basis van de resultaten konden implicaties gedaan worden voor verder onderzoek naar het seksuele gedrag van de Nederlandse samenleving. Zo zou het interessant kunnen zijn te onderzoeken wat de aannames van de Nederlandse populatie zijn ten opzichte van liefde in verhouding tot seks binnen de relatie. Het is goed mogelijk dat liefde voor Nederlanders zich anders verhoudt tot seksuele gemeenschap dan dat dat voor Amerikanen (Kaestle & Halpern, 2007) het geval is. Daarnaast zou gekeken kunnen worden naar nieuwe seksuele handelingen die zich nu meer binnen de normaal van de samenleving beginnen te begeven, zoals rollenspellen of het gebruik van een assortiment aan seksspeeltjes. Ook zou er in volgend onderzoek beter rekening gehouden kunnen worden met een selectiebias. Zo hadden wij in dit onderzoek twee korte verhalen kunnen schetsen, één om een positief gevoel op te wekken over de relatie en de ander om een negatief gevoel te simuleren. Na elk verhaal zou dan de vragenlijst over liefde en het seksuele repertoire afgenomen worden, om zo voor een verschil in stemming te corrigeren. Een andere mogelijkheid zou het specifiek werven van deelnemers die in een slechte periode van hun relatie verkeerden geweest kunnen zijn, om zo handmatig groepen te maken om tussen te

vergelijken.

De conclusie is dat wij de voorspelde samenhang (Kaestle & Halpern) tussen liefde en het seksueel repertoire binnen heteroseksuele relaties niet hebben gerepliceerd. Wel werd er gemiddeld een breed seksueel repertoire aangetroffen, en werd er een hoge mate van liefde binnen de relatie gerapporteerd. De resultaten impliceerden dat relatieduur het sterkste verband had met het seksuele repertoire.

(13)

Literatuurlijst

Bakker, F. (2006). Seksueel gedrag. In F Bakker & I. Vanwesenbeeck, Seksuele gezondheid in Nederland (pp. 17-29) Opgehaald op 10-11-2015 van shop.rutgers.nl/416654.pdf

Berg, J. H., & McQuinn, R. D. (1986). Attraction and exchange in continuing and noncontinuing dating relationships. Journal of Personality and Social Psychology, 50(5), 942.

Brezsnyak, M., Allen, K., Salz, W., Mattucci, J., & Hazan, C. (1996). Processes of adult attachment formation: A preliminary test of a theoretical model. In International Conference on

Personal Relationships, Banff, Alberta, Canada.

Diamond, L. M.. (2004). Emerging Perspectives on Distinctions between Romantic Love and Sexual Desire. Current Directions in Psychological Science, 13, 116–119. Opgehaald op 10-11-2015 van http://www.jstor.org/stable/20182926,

Graaf, H. de. (2009). Seksueel gedrag. In F. Bakker, H. de Graaf, S. de Haas, H. Kedde, H. Kruijer & C. Wijsen, Seksuele gezondheid in Nederland (pp. 5-8) , opgehaald op 18-12-2015 van

https://fiom.nl/sites/default/files/files/RNG_rapport-seksuele-gezondheid-in-nederland-2009.pdf

Graaf, H. de. (2011). Seksueel gedrag en seksuele beleving in Nederland. In P. Leusink, C. Wijsen,H. de Graaf, S. de Haas, H. Kedde, C. Picavet, L. Kuyper, Seksuele gezondheid in Nederland (pp. 87-97) opgehaald op 18-12-2015 van http://www.rutgers.nl/sites/rutgersnl/files/PDF-Onderzoek/Seksuele_gezondheid_in_Nederland_2011.pdf

Graaf, H. de, Neeleman, A. & Haas, S. de (2009) De seksuele levensloop. In L. Gijs, W.L Gianotten & P. T. M. Weijenborg (Eds.), Seksuologie (pp. 157-179). Houten: Bohn Stafleu

Haavio-Mannila, E., & Kontula, O. (1997). Correlates of increased sexual satisfaction. Archives of

sexual behavior, 26, 399-419.

Hatfield, E., & Sprecher, S. (1986). Measuring passionate love in intimate relationships. Journal of adolescence, 9(4), 383-410.

Impett, E. A., Strachman, A., Finkel, E. J., & Gable, S. L. (2008). Maintaining sexual desire in intimate relationships: the importance of approach goals.Journal of personality and social

psychology, 94, 808.

Kaestle, C. E., & Halpern, C. T. (2007). What’s love got to do with it? Sexual behaviors of opposite‐ sex couples through emerging adulthood. Perspectives on sexual and reproductive health,

39, 134-140.

Langeslag, S. J., Muris, P., & Franken, I. H. (2013). Measuring romantic love: Psychometric

(14)

Lankveld, J. van & Laan, E. (2009). Wetenschappelijk onderzoek naar seksualiteit. In L. Gijs, W. L. Gianotten & P. T. M. Weijenborg (Eds.), Seksuologie (pp. 45-67). Houten: Bohn Stafleu

Laumann, E. O. (1994). The social organization of sexuality: Sexual practices in the United States. University of Chicago Press.

Lawrance, K., & Byers, E. S. (1992). Development of the interpersonal exchange model of sexual satisfaction in long-term relationships. The Canadian Journal of Human Sexuality, 1, 123-128.

Lawrance, K., & Byers, E. S. (1995). Sexual satisfaction in long-term het¬ erosexual relationships:

The interpersonal exchange model of sexual sat¬ isfaction. Personal Relationships, 2,

267-285.

Levine, S. B. (2003). The nature of sexual desire: A clinician's perspective.Archives of Sexual

Behavior, 32, 279-285.

McNulty, J. K., & Fisher, T. D. (2008). Gender differences in response to sexual expectancies and changes in sexual frequency: A short-term longitudinal study of sexual satisfaction in newly married couples. Archives of Sexual Behavior, 37(2), 229-240.

Schwartz, P., & Young, L. (2009). Sexual satisfaction in committed relationships. Sexuality Research

en Social Policy, 6, 1-17.

Sprecher, S. (2002). Sexual satisfaction in premarital relationships: Associations with satisfaction, love, commitment, and stability. Journal of sex research, 39, 190-196.

Sternberg, R. L. (1986). A triangular theory of love. Psychological Review, 93, 119–135.

Van Zessen, G., & Sandfort, T. (1991). Seksualiteit in Nederland [Sexuality in the Netherlands]. Amsterdam: Swets en Zeltlinger.

(15)

Bijlagen

Bijlage 1. Informed Consent onderzoek

Beste deelnemer,

Lees onderstaande uitleg over de toedracht van dit onderzoek alstublieft zorgvuldig door: Introductie

Dank voor de deelname aan dit onderzoek. Wij vragen u het onderstaande goed door te lezen voor u besluit verder te gaan en aan dit onderzoek deel te nemen. Mocht er iets niet duidelijk zijn, vraag dat gerust aan de aanwezige begeleiders. Het doel van dit onderzoek is om de correlatie tussen liefde en seksuele variatie in een romantische relatie na te gaan. Hierbij maken we gebruik vragenlijsten over liefde, seksueel repetoire en wat overige vragen die hier niet direct onder geschaald worden.

Criteria

Om aan dit onderzoek mee te kunnen doen dient u aan een aantal voorwaarden te voldoen. 1) U bent heteroseksueel 2) U heeft minstens 3 maanden een relatie 3) Seksueel actief geweest in de afgelopen 6 maanden 4) U bent minimaal 18 jaren oud 5) de Nederlandse taal beheersen

Verloop van het onderzoek

Het onderzoek zal niet langer dan x minuten duren

U wordt gevraagd 2 korte vragenlijsten in te vullen en een kleine hoeveelheid overige vragen. De eerste vragenlijst bevraagt de hoeveelheid liefde die u ervaart in uw relatie, de tweede vragenlijst vraagt over de seksuele handelingen die u met uw partner verricht. De overige vragen zullen zich richten op uw relatieduur en achtergrondinformatie (zoals leeftijd, geslacht, enz.)

U wordt gevraagd deze vragenlijsten naar eerlijkheid in te vullen, er zijn geen goede of foute antwoorden.

Vertrouwelijkheid van gegevens

Uw anonimiteit betreffende dit onderzoek wordt gegarandeerd. Alle gegevens blijven vertrouwelijk en worden geanonimiseerd. De gegevens van dit onderzoek zullen enkel in geanonimiseerde vorm aan derden worden gesteld met uw toestemming.

Risico’s/ongemakken

Bij dit onderzoek kleven geen risico’s. Het is echter wel mogelijk dat vragen als persoonlijk worden ervaren.

Compensatie

Voor dit onderzoek wordt geen geldelijke compensatie uitgekeerd. Wel in het geval van studenten valt er een colloquiumpunt te verdienen. Colloquim punten

Bij het achterlaten van uw e-mailadres aan het einde van het onderzoek wordt u op de hoogte gebracht van de resultaten van dit onderzoek.

(16)

Vrijwilligheid

Bij het besluiten af te zien van dit onderzoek zal dit geen gevolgen voor u hebben, ook tijdens het onderzoek zelf. Ten alle tijden bent u dus in staat te staken zonder opgave van redenen. Mocht u uw toestemming intrekken, of achteraf binnen 24 uur, dan worden uw gegevens verwijderd uit onze bestanden en vernietigt.

Mogelijkheid tot deelname

Deelname aan dit onderzoek is gezien de aard van het onderzoek op dit moment uitsluitend mogelijk voor heteroseksuelen boven de 18 jaar.

Nadere inlichtingen

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door bachelor studenten Klinische Psychologie te Universiteit van Amsterdam. Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, dan kunt u zich wenden tot de

betreffende onderzoekers. De onderzoekers betreffen Arthur Balke (Arthur.Balke@student.uva.nl), Jan Batstra (Jan.Batstra@student.uva.nl en Jeffrey Bouter (Jeffrey.Bouter@student.uva.nl). Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder begeleiding van Mark Spiering. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Arnold van Emmerik, email a.a.p.vanemmerik@uva.nl.

Door het invullen van de volgende vragenlijsten verklaard u bovenstaande te hebben gelezen en hiermee in te stemmen. Verder verklaart u 18 jaar of ouder te zijn.

Bijlage 2. Toestemmingsverklaring onderzoek

TOESTEMMINGSVERKLARING

Als u verder klikt verklaart u dat u de deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u aan dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de

deelnemersinformatie.

Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de

verantwoordelijke onderzoekers, Arthur Balke (Arthur.Balke@student.uva.nl), Jan Batstra

(Jan.Batstra@student.uva.nl) en Jeffrey Bouter (Jeffrey.Bouter@student.uva.nl). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Arnold van Emmerik, email a.a.p.vanemmerik@uva.nl, Weesperplein 4, 1018 AX Amsterdam.

(17)
(18)
(19)

Bijlage 4. Vragenlijst frequentie seksueel repertoire in zes maanden voorafgaand het onderzoek Vragenlijst Seksueel Repertoir

Actief = Door de respondent bij de partner Passief = Door de partner bij de respondent

1. Stimulatie met de hand, actief a. Nooit

b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd

2. Stimulatie met de hand, passief a. Nooit

b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd

3. Stimulatie met de mond, actief a. Nooit

b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd

4. Stimulatie met de mond, passief a. Nooit b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd 5. Vaginale penetratie a. Nooit b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd 6. Anale penetratie a. Nooit b. Soms c. Regelmatig d. Vaak-altijd

7. Gebruik van seksspeeltjes in afgelopen 6 maanden a. Nee

b. Hooguit 1 keer per maand c. Hooguit 1 keer per week

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Just as the lower spread around high current levels of the reverse I –V characteristics of the hexa devices can be explained by the higher probability of perimeter imperfections,

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.. Downloaded

The aim of this paper is to assess the reach and the short- and medium-term effects of this intervention on physical activity and healthy eating in older adults in a

The primary comparisons of interest for this study were the percentage of patients making ≥1 critical error with each ICS/LABA DPI (ELLIPTA FF/VI vs other ICS/LABA DPIs) and with

Therefore, this paper explores an additional research question to outline the differences across conditions, for instance, if fake news in a mediated context is perceived as

N u veel kinderen en jongeren enthousiast gebruik maken van persoonlijke media, zoals een smartphone of tablet, is voor veel ouders niet duidelijk welke beelden hun kind te

Deze gespreksmethode is ontwikkeld om die barrières te overwinnen en patiënten te stimuleren om hun ervaringskennis, behoeften en verwachtingen naar voren te brengen die relevant

To wit, our goal is to develop and test a Hamiltonian discontinuous Galerkin finite element method (DGFEM) for inertial-wave dynamics of the linear, incompressible,