• No results found

Proefverslag van druppelbevloeiing in winterbloemkool, 1959 - 1960

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Proefverslag van druppelbevloeiing in winterbloemkool, 1959 - 1960"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 M 83

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK;

Proefverslag van druppelbevloeiing in winterbloemkoolJI959 - i960.

door: M.Mostert

(2)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt te Naaldwijk

Proefverslag van druppelbevloeiing b^bloemkool 1959-1960.

Deze proef werd genomen In de kappen 2 t/m k van blokkas tl en ia een voortzetting van eenzelfde proef in 1958»

Behandelingen»

In elke kap werden twee voedingeoplossingen met de volgende aequivalentverhoudingen gebruikt* Kap 2. NO3 X Mg 19.25 4.25

BA

6.6 16.1

7A

2.1 6.6 Kap 3. m

3

m

k K Mg 19.25

b.25

BA

6.6 15.95 7.55

BA

-Kap 4. N03 K Ca 12.8 10.7 2.1 4m 25.5 2.1 21

A

Zie voor de bereiding van de voedingseplossingen het proefverslag over '<958.De volgende behandelingen werden toegepastt (de vermelde ver­ houdingen tussen de voedingsstoffen hebben betrekking op de bovengenoemde aequivalentverhoudingen). Kap 2. H t k2q Î Mg 0 atm A 1 : 1.2 : 0

A

1 B 1 : 1.2 «

OA

*

C 1 s 0.3 :

OA

1 D 1 s 0.3 s 0.4

£

Kap 5. N î K2° s Mg 0 atm A 1 t 1.2 1 0

A

£

B 1

t

1.2 t

QA

i C 1

i

1.2 s 0.4

*

D 1 1^2 t -

£

Kap 4» N K2O Ca 0 a t m A 1 0 . 3 - 1 B 1 0 . 3 - 1 C 1 0 . 3 1 . 8 1 D 1 0 . 3 1 . 8 4-1 borax in oploss. bespuiting met Ca Cl 2*

(3)

2

Uitvosringen oa behandelingen.

De plantan van het ras Wiko stam 6 («en eigen selectie winter« bloemkool) werden 19 september uit geplant. Sit geschiedde zodanig dat per kapje, 3 rijen vas elk 56 planten kwaaien* Be plaat afstand ia de rij was ^5 ca* le breedte der looppaden was 9# ca» en van de tussenpaden 85 ea. Be planten van elk kapje werden ingedeeld in 16 vakken (zie bijlage I). Elk vakje bestond uit 2 rijen van elk plante». Aan de arijea 1, $ en 8 vanaf de oostkant van elke kap gerekend,werden geen waaraeaiagea ver­ richt* Alleen de r^ea 2, 3, 6 en 7 waren proefden.

Cp 2 oktober is er begonnen om via het druppelbevloeiingsaysteea, water te gevea« Vanaf deze datum tot 6 november werd er om de 3 ft ^ dagen gedruppeld.Vanaf 6 noveaber tot 9 deceaber werd oa de 10 dagen water gegevea.Ia verband aet een naderende vorstperiode werd de druppelinstal­ latie weggehaald*

Op 2^ februari werd weer begönne» aet bevloeiea. Vanaf deze datua tot 21 aaart werd dit oa de 2 & 5 dagea herhaald. Op deze wijze werd 26 keer bevloeid en werd in totaal 700 1. water per vakje gegevea*

D.i. per plant 25 1. water. Bij de behandelingen aet een osmotische

waarde van 1 ata. is er dan ook 0,25 1* voediagsoplossiag per plant gege­ ven. Waar de osaotisohe waarde £ ata. was,was deze hoeveelheid h keer zo kleia.

Vanaf 2 oktober werd er bij behandeling B van kap 3 #*r 100 1. water 3 graa borax opgelost. Sr is dtfft per plaat 25 1. water gegevea aet ia totaal 0,75 graa borax. De plaatea in de proefden van behandeliag C in kap 3 werden op 1 oktober voor het eerst bespoten aet een 0,^ Ca Clg oplossing»waaraan 0,1% uitvloeier was toegevoegd. Be bespuitiagea werdea wekelijks herhaald,uitgezonderd de vorstperiode. Be planten waren toea afgedekt met plastie. «et de eerste bespuitiag werd per plaat 13 a.l. Ca Cl2- oplossing verspoten. Deze hoeveelheid is geleidelijk groter gewor­

den tot 36 a.l. per plaat. Met 13 bespuitingen werd per plant 380 a.l. Ca Gig- oplossing verspoten.

Waarnemingen aan grond ea kliaaat.

Op 21 september werdea eea 8 tal tensioaeters geplaatst vaa het alfcdel "de Wit". Be plaats en opstelling was overeenkoastig de vorige proef ea is aaagegevea op de plattegroad (zie bijlage 1).

Be geaiddelde teasioaeterstaadea («vochtspanaiag,uitgedrukt ia c.a. kwik) zija per aaaad vermeld op bijlage II.

(4)

Hit deze gegevens blijkt, dat de tensiometers op 20 ca diepte tussen de druppeldoppen praktisch deselfde vochtspanning hadden*

Tijdens de vorstperiode is in kap 2 de vochtspanning nog iets toegenomen iAK-t-i

en in de andere kappen vat afgenomen* In vak van kap 3 **» de

tensiometer op *t0 e.m. onder de druppeldop een lagere vochtspanning aam dan die op 20 e.m* onder de druppeldop.De tensiometer op 20 e.m. tussen de druppeldoppen gaf veer een hogere vochtspanning aan dan die op 20 e.m. onder de dop»

Vanaf 1 oktober werden dagelijks om 9.00 uur en om 14.00 uur de lucht- en grondtemperatuur en de max.- en min.temperatuur van de voor­ gaande 2b uur genoteerd. Deze gegevens zijn vermeld op bijlage III. Grondonderzoek»

Bij de aanvang van de proef zijn geen grondmonsters genomen.V&ôr het uitplanten van de winterbloemkool is de grènd twee keer 20 minuten beregend. Meststoffen werden niet ondergespit. Na het uitplanten van de kool werd nog eens 15 minuten beregend,om het aanslaan van de wortels te bevorderen. Aan het eind van deze teelt werd de grond onderzocht. Er zyn toen monster® gestoken zowel tussen als onder de druppeldoppen» De analysecijfers zijn vermeld op bijlage IV« Er la een duidelijke correla­ tie tussen de analysecijfers en de concentratie van de gebezigde voedings­ oplossingen. By de behandelingen A en C (hoge concentratie} van de kappen 2 en k is het stikstof cijfer tussen de druppeldoppen hoog.

In kap k ia het stikstof cijfer bij dezelfde behandelingen onder de druppel­ doppen, vrij hoog. Voor het overige is bekend,dat het keukenzoutgehalte, de gloeirest en het s tiks tof gehalte tussen de druppeldoppen hoger zijn dan er onder. Voor de kali is dit juist tegengesteld. De gevonden kaligehalten aljn onder de druppeldoppen steeds hoger,dan tussen de

doppen.

Waarnemingen aan het gewas.

Bij het uitplanten op 19 september zag het plantmateriaal er goed uit. De planten zijn aanvankelijk flink weggegroeid. Bladvlekkenziekte is niet voorgekomen. Op 10 november werden in kap % bjj de planten verschil­ len in kleur en grootte waargenomen.

(5)

Blj^de^behandelingen B en S Cf atm. ) waren de planten groter en lichter ra» kleur# dan by de behandelingen A en C (1 at».5.

In de kappen 2 en 3 kwamen deze verschil&en niet voor. Later zijn de ver­ schillen in kap % weggetrokken, zodat bij het oogsten geen verschillen werden waargenomen.

Het glasdek van blokkas II was op enkele plaatsen stuk.

Be koolplanten onder deze kapotte ruiten hadden van de neerslag te lijden. Door hagel werd het blad beschadigd,terwijl sneeuwval dode bladranden ver* oorzaakte.BSj het invailen van de vorst werden alle koolplanten afgedekt met plastic*

Qpbrengstgegevens.

De bloemkolen werden geoogst op 16, 18, 21, 25 en 28 maart. Voor het oogsten werden de kolen beoordeeld. Er werden enfers gegeven voor waterziek en voor de grootte van de kolen. Waterziek kwam praktisch

# # .

niet voorI de cijfers die werden gegeven liepen uiteen/per kool van 1-10 en gaven het percentage kooloppervlak weer,dat ziek was.

Het «aterziekbeeld was bruinglazig. Voor de grootte van de kolen werden zes cijfers gegeven,t.w. 6-8*10-12-15 ea 18.

Deze cijfers zjjn gebaseerd op het aantal kolen dat in een platte bak (z.g. pootjesbak) werden gedaan. De gemiddelden van de beoordelingscljfers zijn verwerkt op de bijlagen ?, VI en VII.

De gemiddelde oogstdatum werd verkregen door de oogstdata (16,18, 21,25 of 28) van de kolen op te tellen en te delen door het aantal kolen. Het gemiddelde waterziekcljfer werd op eenzelfde wijze verkregen en ook de gemiddelde koolmaat.

Voorts zijn op de bijlagen V t/m VII vermeld het aantal weggevallen planten,het aantal zieke kolen en het percentage waterzieke kolen.

(6)

Âl deze gegevens zâjn per behandeling opgeteld en, na deling door % (aantal parallellen) «hieronder versteld.

Behandeling oogstdatua koolmaat % zieke kolen waterziekcljfer

Kap 2. A 20.4 12.1 1.9 0.1 B 20.3 11.9 1.8 0.0 C 20.4 12.1 2.1 0.1 D 19.8 12.3 1.8 0.1 Kap 3. A 19.4 12.0 1.8 0.1 B 19.9 11.7 3.6 0.0 C 21.2 12.3 - m D 19.7 11.8 m Kap k» A 19.3 12.3 11.3 0.2 S 18*7 11.9 9.2 0.1 C 19.5 12.3 6.0

OA

D 19.7 12.3 12.6

OA

-4)eyeraehillen tussen de behandelingen z$n slechts gering.

In kap 3 schijnt een verlatend effect te zijn opgetreden door behandeling C. In kap k waren de waterziekverschajrxselen b|j de behandelingen C en D ernstiger dan bij de behandeling A en B.

Osmotische waarde«droge stof en refractie.

Deze metingen werden dit jaar niet uitgevoerd. Samenvatting.

Hj een druppelbevloeiingsproef met winterbloemkool van het ras Wiko stam 6t zijn verschillende voedingsoplossingen in verschillende concentratie

met elkaar vergeleken. Bovendien zijn bemesting met Borax en bespuiting met Ca Cl2 oplossing bij de vergelijking betrokken. Er traden slechts ge­

ringe verschillen op.

De proefnemer, M.Mostert. januari,1961

(7)

m

m

-* iS -a ^r-

\m

&

00 * J* #* ÜT jn & -J3 ,-r Vl4 VU w •r -p- 4r V* X W •>3 « w" vu V> V*f o O 4T #• *8 W ^ VM "* Si *" „w fU V>l vn v*i Ö ^ 4? {U VO «A Vjj O ru > Vjl «* V* o VX ru 4f O ru a vn «* ro cr\ ru w -a Po M M M vu > 00 ru 4>* tu lu t> «Jb «wk ru ro M ru o VM ru V*t w ru 4P 4f •A >> •Sj «A os -* ru u VO -» V*l Cl lu

O

4?

Ö «À Ö Vjl W* *• -* lu o ' «A vn vi ;> ON _» jT u \0 M -A a e o ru «•A m* Vj4 ru -i. •#* >• Vit JW ON > ru -a va o 00 M -JS-S3 «A «Jk ru

m

ru Vtf VU Ö •T «fF* O g* •5 ru W <6 V*

V

•Ö M H » «* <rfr «

%

§ fa. H

«

«* « |3 » «• » H H S» H

(8)

Bijlage II»

Tensioaeterstandea ia c.a. kwik.

Kap 2 Kap 3 Kap 4

okt. 20 ca tussea B 4 20 G «s tussen 1 1 A 3 20 c.a tussea 20 e,m tussen. C 1 20 e.B tussea D 4 okt. 20 ca tussea B 4 20 G «s tussen

1 1 20 e.st tussen 40^C£lB tuooen 4uceeit C 2

20 e,m tussen. C 1 20 e.B tussea D 4 okt. 4 - 6 4 - 6 4 - 5 2 - 4 2 - 5 4 3 - 4 4 - 5 aoT. 4 - 6 4 - 6 4 — 6 3 - 4 3 - 5 4 — 6 3 4 - 6 dee* 4 - 6 4 - 7 5 - 6 4 4 — 6 4 - 6 3 - 4 4 - 6 3aa. 6 - 7 6 - 7 3 — 6 2 - 4 3 - 6 4 - 6 3 - 4 2 - 4 febr. 6 - 9 4 - 7 6 - 9 3 - 4 3 - 5 4 - 6 2 - 3 1 - 3 maart 4 - 6 4 - 6 6 - 7 2 - 4 2 - 4 3 - 4 2 - 3 1 - 3

(9)

Temperatuur ia grades C. /on vogdagping* PtoftOaetc» i

Index 9 uur Vloeistof Grond

Decade Decade

aax. nia. 9 uur 2 uur 9 uur 2 uur okt. 1 21-30 >11 11-21 21-29 12-16 16-20 2 16-23 4-11 11-18 12—22 11-15 14-17 3 10-19 5-11 7-15 9-16 11-14 11-15 aov# 1 7-15 sdn 1-48 3- 9 5-1** 7-11 7-12 2 5-11 1- 6 2- 8 7-13 7- 9 7-10 3 4— I3 •in 1-*5 1- 7 3- 9 6— 9 6— 9 dee. 1 3- 8 Bin 1-*5 «ia 1-*6 1— 8 *. 7 5— 8

2 1- 7 nia 1-*6 2» 7 4— 6 4- 7

3 5- 9 1-#4 2- 6 if- 8 5— 8 6- 9

jail. 1 8-11 nia 3-^6 nia 3-+8 7- 8 3- 8 8—9

2 nin 2-*7 aia 5-*1 «ia 4-*3 nia 3-+6 0- 4 0- 5

3 5-11 1 — 6 1- 7 3-10 3- 7 4— 8

febr 1 3* 9 nia 4-*4 nia 3-+6 6- 9 1- 6 4- 8

2 5-10 Bda 3-+2 nia 2-+5 5-10 2- 5 5- 6

3 5-17 ni» 1-*6 3*10 5-15 8 6-11

art. 1 10-17 nia 3-*8 • 3-11 9-16 4- 9 7-16

(10)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te Naaldwijk

Telefoon 01740-4545 en 4546 ZUIDWEG 38 GIRO 293110

Brief no.

VERSLAG

IBlaga IV

Monster(s) ontvangen: omtrent het onderzoek van grondmonster(s) van: DE HEER

Kosten: f

Gelieve te storten giro no. 293110

Vlugge betaling bespaart U onkosten Naaldwijk, 19.

Volg­

nummer Merk v.h. monster

Orga­ nische stof % Ca COs % P H *) Na Cl Gloeirest (extract) % N-water • ) P-water *) K-water **) Magne­ sium a.z. Mangaan a.z. **) Ijzer a.z. «) Alumi­ nium a.z. •?70 71 72 73 7* 75 76 77 Kap 2 A wd. A

tttaa

B ond. B tuaa C oud. C tusa D ond. 3.8 3.4 4.0 3.6 3.6 3.3 3.6 D tvaa 3*2 1.4 1.% 1.6 1.5 1 . 4 1.4 1.8 1 . 8 7.6 7.4 7.6 7.4 7.6 7.2 7.6 7.4 8 16

8

18 10 14 11 18

0.08

O.17 0.05 0.15 0.08 0.18 O.07 0.14 5.4

10.0

3.5 5.2 5.0 12.0 1.9 4.8 3.0 2.1

2.6

2.4 2.2 2.1 2.6 2.4 17.« 10.« 10.2 5.0 8.2 5.0 4.2 3.0 128 114 116 104 152 123 98 104

6.8

7.8 7.8 7.6 8.4 7.0 7.7 7.6 0.9 0.9 0.9

0.8

1.4 a.9 1.0 1.0 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 78 3.4 2.1 7.8 è 0.06 2.2 3.0 6.1 101 8.8 1.0 0.4 79Adviàsi«aa 3.4 2.0 7.4 18 O.15 5.4 2.4 4.2 96 8.0 1.0 0.4 80 B oad. 3.8 2.0 7.7 6 0.06 2.5 2.8 6.8 104 8.4 1.0 0.4 81 B tuaa 3.4 2.0 7.4 18 O.16 6.7 2.4 4.9 96 8.2 1.0 0.4 82 C oad. 3.5 2.0 7.8 7 0.06 2.0 3.0 5.8 96 8.0 1.0 0.4 83 C tuaa 3.4 2.0 7.5 15 0.11 3.2 3.0 4.2 104 7.6 1.0 0.4 84 D oad. 3.4 2.3 7.6 8 0.06 2.3 3.2 6.4 74 8.0 1.0 0.4 85 !4"** 3.1 2.0 7.5 18 O.15 4.8 2.8 4.5 82 7.4 1.0 0.4 86 A oad. 4.4 1.2 6.9 8 0.14 12.0 3.0 5.2 64 6.4 1.3 0.7 87 A tttaa 4.1 1.3 7.0 18 0.20 16.0 3.0 3.6 78 6.2 1.1 0.5 88 B oad. 4.2 1.6 7.3 7 0.09 5.6 2.6 3.2 70 6.6 1.0 0.4 89 B tttaa 4.4 1.4 7.3 16 0.14 4.6 3.1 2.9 78 7.6 1.2 0.5 90 C oad. 4.2 1.5 7.2 12 0.14 12.0 2.2 4.3 62 7.3 1.0 0.4 91 C tttaa 4.2 1*6 7.2 20 0.20 15.0 2.8 3.6 70 7.2 1.0 0.4 92 D oad. 4.4 1.7 7.6 7 0.06 3.1 3.2 *.3 64 7.5 1.0 0.4 93 S tttaa 3.8 1.6 7.4 14 0.12 3.6 2.4 2.0 80 7.2 1.2 0.4

Niet besproken analysecijfers zijn normaal voor betreffende grond. Alle cijfers zijn omgerekend op bij 105°C gedroogde grond.

Alle hoeveelheden mest zijn, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per are *) Uitgedrukt in mg. per 100 g. grond.

(11)

Bijlage Y» «•AIMMMmmmwim Kap 2 Oogstdatum B 18,i A 19.2 3) 19.5 0 21.4 78.2 Uitval 1. 1 2 Aantal ziek 1. 1. 2 koolmaat 11.2 11.5 12 y 12.2 47.6 waterziekoijfer s 0.3 0.4 0.7 i» waterziek 7 r 7 7-1 «m 14.8 i» waterziek A 19.0 B 21.8 c 19.1 B 19.3 79.2 1 1 1

ir*

3 12.6 11.5 12.3 11.9 48.3 —- — 0 20.0 3> 20.7 A 19.9 B 20.1 80.7 2 2 4 1 1 2 11.8 12.8 12.4 12.3 49.3 0.4 — — 0.1 0.5 8« 3 7.1 15.4 B 19.8 C 20.9 B 21,2 A 23.5 85.4 1 1 2 — — 11.7 12.1 12,6 12.0 48.4 •MM Oogstdatum 76.9 82.6 79.7 84.3 323.5 Uitval 5 4 1 1 11 Aantal ziek 1 1 1 1 4 koolmaat 47.3 47.9 50.0 48.4 193.6 waterziekoijfer 0.4 ' 0.3 0.4 0.1 M

to

waterziek 8.3 7.7 7.1 7.1 30.2 A B

c

D Uitval 3 2 3 3 Oogstdatum 81,6 81,2 8l»4 79,3 koolmaa-fe 48,5 47,6 48,4 49,1

aant. zieke kolen 1 1 1 1

$ zieke kolen 7,7 7,1 8,3 7,1 waterziekoijfer 0,3 0,1 0,4 0,4

(12)

Bijlage VI,

Uitmal

koolmaat

waterstek

Oogstdatum

aantal zieke kolen waterziekctyfer

MLh

C 20.4 13

»9

£ 18.4 11.6 A 18.9 1 12.1 0.2 7«i 5 19.5 1 11.8 77.2 1 1 49.4 0.2 7.1 D 19.4 12.5 A 17.9 12.4 B 20.2 11.2 c 21.9 2 11.4 79.4 2 47.5 A 19.8 11.6 D 18.6 11.1 G 22.6 1 11.8 B 20.0 2 12.0 0.1 14.3 8I.O 1 2 46.5 0.1 14.3 1 21.0 12.1 c 19.8 12.0 B 21.4 11.8 A 2O.9 2 11.7 83.1 2 47.6 80.6 50.1 74.7 47.1 83.1 1 1 46.9 0.2 7.1 82.3 5 2 46.9 0.1 14.3 320.7 6 3 191.O 0*3 21.4 A B C D Uitval • 2

3 1 Oogstdatum 77.5 79.6 84.7 78.9 koolmaat 47.8 46.9 49.I 47.2

aant. zieke kolen 1 2 — _

# zieke kolen 7.1 14.3

(13)

Belage VII» 1 iWrlfiri "tu.

Oogatdatum

s

20.5 A 19.6 1) 18.I C 18.9 77.1

Uitval 1 1 1 2

5

aantal zieke kolen

2

2 1 2 7

koolmaat 12.1 12.7 12.3 12.5 49.6

waterziekcijfer 0.2 0.2 0.2 1.0 1.6

$ waters lek 15*4 15.4 7*7 I6.7 55.2

A 19.3 4 B I8.I G 19.7 J> 19.3 76.4

1

2 2 3 X

7

13.5 12 .2 11.9 11.9 49.5 ' 0.3 0,2 0.9 1.4 15*4 14.3 21.4 51.1

C 20.4 B 20.8 A I8.9 B 17.5 77*6 — —•* 2 2 1 1 — 1 3 12.4 12.0 12.0 '11.0 47*4 0.7 0.1 Oil 0.9 7.1 7.1 7.1 21.3 B 20.5 c 18.9 B 18.5 A 19.3 77*2 2 — — 2 4 13.1 12.3 12.1 11.1 48.6 0.2 •_ 0.1 0.3 14.3 _ 14.3 28.6 80. Î 77.4 75.2 75.0 308*3

2 1 3 2 8 7

5

1 8 21 51.1 49.2 48.3 46.5 195*1 1.4 0.5 0.2 2.1 • 4*2 52.2 36.8 7*7 59.5 156.2 A B C D Uitval 4 1 2 1 Oogstdatum 77*1 74.6 77.9 78.7 koolmaat 49*3 47.4 49.1 49*3 aant. zieke kolen 6 5 3 7 i» zieke kolen 45.1 36.8 23.8 50.5 waterziekcijfer 0.6 0.5 1.7 1.4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Plus que de cette application des lois (appelée 'co-administration' dans ce pays), les communes et les provinces s'enorgeuillissent d'un certain degré d'autonomie dont elles

a) Während der zwanziger Jahre gab es eine fortdauernde, zuletzt anschwellen- de Debatte über die Reichsreform. Sie hatte verschiedene Ursachen und verschie- dene Probleme. Einmal

Gleichzeitig setzte sich der Vorgang der Lockerung der Staatseinheit auf der unteren Ebene, auf der die regionalen und örtlichen Räte in den Vordergrund tra- ten, immer

die voor het ontstaan, de vorm en de inhoud van de criminele ordonnantiën van doorslaggevende betekenis zijn geweest', zoals onder meer de theoretisch-staatkundige achtergronden

De geciteerde resoluties over de Joden duiden vaak op vrees: vrees van de gilden voor concurrentie, vrees van het stadsbestuur voor toename van de groep armen door elders

Lag het dus niet voor de hand dat hij, die tijdens zijn jeugd de oorlog als de normale toestand moet zijn gaan beschouwen, het leger ging schilderen, de officieren in hun

Ook kan de bacteriophaag geïsoleerd worden uit cultuurgrond (tuin- en akkergrond) mits een hoeveelheid van minstens 1.00 gram in bewerking werd genomen. Met heide- en boschgrond

Het is niet onmogelijk, dat zich ook buiten het gebied ten oosten van de Beerstermude nog oude kleigrond onder de jongste zeeafzetting bevindt; meer noordwaarts