• No results found

Verslag over 1957 van bestrijdingsproeven tegen de gele roest in wintertarwe (serie 108)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag over 1957 van bestrijdingsproeven tegen de gele roest in wintertarwe (serie 108)"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR DE AKKER- EK WEIDEBOUW WAGENINGEN GESTENCILDE VERSLAGEN VAN INTERPROVINCIALE PROEVEN No.57 (1958)

VERSLAG OVER 1957 VAN BESTRIJDINGSPROEVEN TEGEN DE GELE ROEST IN WINTERTARWE (SERIE 108)

Ir. A.J.A. Hulshoff

(2)

Ir.A.J.A.Hulshoff

Verslag van bestrijdingsproeven tegen de gele roest in wintertarwe (1957)

Interprovinciale serie 108,

Inleiding

Uit de in 1956 uitrevoerde proeven is gebleken, dat de gele roest in wintertarwe tot op zekere hoogte met carbamaten kan worden bestreden waardoor in meer of mindere mate een oogstdepressie kan v/orden tegen-gegaan. Vooral met Zineb + heohter werden goede resultaten verkregen. Om echter een opbrengstverhoging van 10-20^ te bereiken, moest het aantal bespuitingen dermate hoog worden opgevoerd (nl. tot 6 ) , dat daardoor de bestrijding niet meer rendabel was. Ook bij één bespui-ting, op het gunstigste tijdstip uitgevoerd, kon de rendabiliteits-grens niet of maar nauwelijks v/orden bereikt,

In de in 1957 opgezette proef werd nagegaan in hoeverre de be-strijding van de gele roest tot rendabele uitkomsten zou kunnen lei-den. Hierbij werd vooral gelet op het tijdstip van de behandeling.

Het H.L.C, Leeuwarden (in samenwerking met de P.D.kring

Leeuwarden), het R.L.C. Zevenbergen, de Directie van de Wieringermeer in de Noordoostpolder en de P.D.-kring Rotterdam hebben deze bestrij— dingsproef uitgevoerd. De proefvelden v/erden steeds aangelegd op prak-tijkpercelen, waarop in het begin van okt, 1956 Heine's VII (z@er vat-baar voor gele roest) was gezaaid. De grootte der veldjes bedroeg 7 x 7 m2(Leeuwarden, Zevenbergen, Rotterdam) of 8 x 8 m2 (Woordoost-polder). De gebruikte hoeveelheid tarwezaad en de voorvrucht zijn voor elk proefveld in tabel 1 vermeld;

Tabel 1 zaaizaadhoev. in kg/ha Voorvrucht Leeuwarden (NF 1282) ? vlas — - i . i u . . . . — « Zevenbergen (WB 2483) 180 blauwmaan-zaad N.O.P. (N.O.P.1461) 140 koolzaad Rotterdam (P.D.) ' 180 vlas + hoppe-rups . _V ; . 1

De bestrijding werd uitgevoerd met 3 kg Zineb (Zevenbergen 4 kg Zineb) en 0.6 1 hechter/ha, verspoten of verneveld (resp. in 800 en 100 l/ha).

De tijdstippen van toepassing vielen op verschillende data (zie tabel 2 ) .

Opzet en uitvoering van de proef

De volgende objecten v/erden in het proef schema opgenomen? 1. onbehandeld

2. behandeld met Zineb + hechter op datum a en b

3.

4.

5.

6.

7.

II n 11 IT t! II + 1! Il + II Il + II 1! + II Il + It b en c c en d a, b en c b, o en d a, b, o en d.

(3)

2

-Deze objecten lagen in viervoud, gerangschikt volgens een Yo udenschema .

De data a, b, c en d geven de tijdstippen aan waarop de desbe-treffende veldjes werden behandeld. Deze tijdstippen werden niet gebonden aan te voren vastgestelde data maar aan de ontwikkelings-stadia van het gewas. Het voordeel van deze werkwijze is, dat, bij toepassing van elke bespuiting op het juiste tijdstip, de resultaten van de uitgevoerde proeven onderling kunnen worden vergeleken en dientengevolge het bestrijdingseffeet van elke behandeling afzon-derlijk beter op zijn waarde kan worden beoordeeld. De data werden als volgt gekozens

datum as de eerste knoop is vlak boven de grond zichtbaar? datum bs de tweede knoop vanaf de grond is zichtbaarf datum es het laatste blad is geheel zichtbaars datum dj de eerste aren zijn juist zichtbaar.

Deze tijdstippen komen overeen met de groeistadia 6, 7> 9 resp, iO»l j> zoals deze door Dr. Ir. W.Feekes in zijn 23-delige schaal zijn omschreven (zie Verslagen van de Technische Tarwe Commissie, XVTI. De Tarwe en haar milieu, 1941 blz. 560). Waarnemingen

Te Zevenbergen, Rotterdam en Leeuwarden werden de proefvelden 1 of 2 maal in het groeiseizoen op aantasting beoordeeld. Hiertoe werden uit elk veldje 10 planten getrokken, waarvan de bladeren van elke plant, voorzover ze niet geheel waren afgestorven, apart zijn beoordeeld ops 1. de mate van roestaantasting

2. de mate van chlorose ennecrose.

ad 1. De mate van aantasting van elk blad werd in een cijfer

uit-gedrukt volgens de schaal van Peterson, een schaal, die loopt van 0-100$, aangevende het percentage van het bladoppervlak dat met sporenhoopjes is bedekt. Het gemiddelde roestpercentage van de 10 planten werd vastgesteld en is een maat voor de roestaantasting van het desbetreffende veldje,

ad 2. Van elk op roest beoordeeld blad werd tevens het percentage van het bladoppervlak, dat als gevolg van de ziekte voortij-tig was afgestorven, bepaald. Voor elk veldje werd het gemiddeld $ necrose (+ chlorose) vastgesteld.

De gemiddelde roest- en necrosecijfers zijn voor de desbetreffende objecten in tabel 2 weergegeven. Ook de oogstresultaten zijn hierin opgenomen.

(4)

i H © -Ö El cö - P .xj - r l 0 TTJ r Û El El O o o . > > t l • H CÖ O © H • - d A -^ U cö • - P El cö S X ! T=f I H M El Cö E i CÖ © - P cö cö - ö r l ï> & Ö o> o • P © © > El 03 > © •H o © ttf) S r l - H ü -P ^ J Ö © CÖ ,r~3 • H Ö r H - H © i—1 - P Ö in CD 03 0) Ü © CD U O CD T i CD r l 03 £ O a © ?H CÖ CD r H O CÖ t l CD r-i 00 rC) Ö >«~ O © T ) • 0 > H Ö cö © © © © t> t * t f l - P > ö ra © tio © ra © tio E ! <+H r i bo © • r l <+H © Cffl T=) © <W O h • O f-( T - 3 Ö © • H - P - H - H © in © O £ - p A P i 03 © o ra © Ö ft >d ,£> © 03 © E»0 • T3 © fn Ö & ) © U © - H El © - P S - H - P © © - p ra - P ä ü m m © U CÖ *<~3 fH > CÖ - P - H © © CÖ S rQ T3 O M d ä M cö © O ftä -H © © , d © ö ra ä © El - r i ö CÖ P" CÖ ' H > CÖ > E -p t i a O r H t ) ß r H ' O © 3 H © - r l P1 ra o T J N cö © i> Ö -P U © cö -P r H - P b ß ^ ! O 3 03 © © ra bo ra r û - I - J © G r H El P W O cö o o M C\l r - l O fi> cö E* a U © - P - P O • PH • O • Sz; fl © ta r l © , 0 © > © t g El © TH fn cö & pi © © ,_q ... 03 -P cö cö r H .. f V LTN ~ ~ \ OD C\J LCN " ~ \ CA ^ 1 -VO CM x f * ~ \ r— r H • I C N V O \ ^ ^ o c » - H ^J-LPi \ ^ \ CA CM CM CM \ o ^ \ r H r H LTN • * * \ co CM LCN * ^ \ m • H LTN r o l / N ^ \ rn CM LCN ~*^^ CO ^ * ^ , C--r H ^ t ^ ^ 0 0 -*— t > 1 Ei ra © ttf ö o •H . rH P © o T3 CÖ Ö ^ -cö -cö A -p © cö W ^ co ^ ^ O CM VO ^ \ o \ vH < CO c— c— " ~ - \ <«+-VO ^ \ ^ f r H 0 0 " * - \ r O r H VO ^ f CM 1 © fi>

J

- CÖ - r l t> rH © CÖ T ) - P ^ CÖ C I f r L . ' - p CQ t(D S © JH P-O - ö cö cö N 1 _ r l O © Ö ¥ 1 H-3 03 © O u ^ p 03 © fH J3 P O p ra

1

© JH £1 P-o o f-l - p ra "3 cö cö ist o u p 03 •ö CÖ CD tg * « ;A O O ^ - p 03 © O fH _ ^ _ _ u o © a \ R -p ra © o h W. •¥> 1 ^ 1 U O O - r l ^ & 1 © O to O r-i O © . T H _ J H - p ra

If

© r l fit P O C U ) P ra — x) cö H CÖ N • fH O © ö \ R H^ ra © o r l ^ Ö © © &n T i •H © S =H © CH ö © u u cö 4 ^ cö © r ^ j 1 1 — -« O CÖ •¥> CÖ P! O El hD © El - P - H O rH © © TT> Ti fi> Ö O co ^ © ƒ ! O o r-\ - _ _ O o *H o o ^H O o vH _ O o *H o o r-l o o •H o o T H —.— o o r H o o r-i o o r H o o r H o o rH o o r H o o rH o o rH 1 . , c— CA CA o r H 0 0 o r H rH o r H o o r H -« O N o \ r O o r H 0 0 O N , -3-o rH CM o •H CM CM r H rH o <H CO CO — co O N co ON - . ,.. .-CM 0\ r d El © cö _ OJ o r H CM o r H CM o \ rH o r H rH o rH T H

o

T H T-t o rH — _ — co ON ^t-o r H co CA r— r H r H CM o r-i oo O N —~ •%f o ^H o o r H — c— rH rH o El © ,-Q c— CA LTN r— CM O N .._ O N O N CM o r H rH o rH CNJ o r H t ~ o\ co o r H o o r H • H r H r H CM o r H LTN o r H • — '— NO o r H LTN O N CM CA ; * ' T H El © o -vi-o r H LCN O N i r \ r H r H m o r H ^f-o rH r H o r H o7~ o r H r O o • H o o r H "vj-o r H .... _ _ c— rH rH r H o r H CA O N .—— O N o rH o El © p < K cö r O o rH — _ r o ON CO o • H -vt-o r H "=t o r H rH o rH c±l o r H CO O N CA £ ' - * o o r H 0 0 CM r H CM o •H -«*-CA . . o T-) r H --ö ç\ © o O s , <?. rH o rH o o r H o o r H ^ 1 -o r H LTN o r H r H o rH L?S o rH IT\ O N O N t— co ON r H r H r H ON O N CM o r H — — LTN o • H • - ö El © o • s fi> » V _ _ c ö LTN « CM ^t-vo LCN ' r O r H Q LTN LTN r = t -= • r O "=d-r o « CM co ON " • O N "3-o NO ^ f CM LTN ^t-^ co • H co o \T\ 'rH • r O r O — — r O • ON CM NO LTN CM rH T j • r l © A «M, S1 El r H • r l © M Il u © o & o ...d. „ . _

(5)

4

-Bespreking van de resultaten

Als gevolg van de zachte winter en de gunstige omstandigheden vroeg in het voorjaar, kon de gele roest zich reeds in raaart op vele percelen wintertarwe uitbreiden. In de loop van de volgende maanden greep de ziekte zowel in het noorden als in het zuiden van ons land zeer ernstig om zich heen, vooral in Heine's VII. Bij dit ras ging de aantasting op eind mei en gedurende de maand juni in chlorose en

necrose van het bladoppervlak over en werden de sporenhoopjes allengs minder veelvuldig aangetroffen. Tijdens het schieten kleurde het gewas weer wat groen, maar dit was slechts tijdelijk, daar na het verstrij-ken van de incubatietijd (2 à 3 weverstrij-ken) ook op het nieuw gevormd blad het bekende ziektebeeld verscheen.

De vier aangelegde proefvelden lagen op percelen Heine's VII en waren tot de afrijping toe ernstig aangetast, In tegenstelling met de proeven in 1956 werden tussen de verschillende veldjes gedurende het groeiseizoen geen of sleahts geringe kleurverschillen waargenomen. Reeds na de tweede bespuiting werd het effect van de bestrijding sterk in twijfel getrokken. Ook uit tabel 2 blijkt, dat bij beoordeling van het blad op het voorkomen van sporenhoopjes en op necrose (chlorose) geen grote verschillen in aantasting tussen de objecten bestonden. De verschillen zijn wiskundig in ieder geval niet betrouwbaar. Het is opvallend, dat de necrosecijfers de roestcijfers op de waarnemingsdata verre overtreffen. De chlorose- en necroseverschijnselen mogen dan ook bij de beoordeling van het gewas op aantasting door gele roest niet uit het oog worden verloren.

Zoals te verwachten was, waren de verschillen in opbrengst tussen de objecten slechts gering. Uit de verkregen resultaten (zie tabel 2) kan niet worden opgemaakt op welke datum de uitgevoerde bestrijding het beste effect heeft opgeleverd. Wel komt naar voren, dat door 2 bespuitingen 1% opbrengstverhoging (zaad) en door 3 a 4 bespuitingen gemiddeld 5f° opbrengstverhoging werd verkregen. De stro-opbrengst werd niet of slechts weinig door de roestaantasting beïnvloed.

Bij de proef te Leeuwarden werd in samenwerking met de N.A.K. al-daar ook dit jaar weer het 1000-korrelgewicht bepaald. Ten aanzien hiervan bestaan er echter tussen de objecten geen verschillen van bete-kenis (zie tabel l).

Ondanks de ernstige gele-roeataantasting zijn de opbrengsten op de proefvelden uiteindelijk nog meegevallen, behalve te Leeuwarden, waar echter niet zo zeer de gele roest als wel de droogte een ernstige oogstdepressie heeft veroorzaakt,

Rendement

Door het gewas op 3 of 4 tijdstippen met zineb+ hechter te be-spuiten, werd in 1957 °P de 4 proefvelden de zaadopbrengst gemiddeld met J?° verhoogd. Aannemende dat deze meeropbrengst betrouwbaar is, dan zou dit betekenen, dat, bij een opbrengst van 4000 kg zaad per ha en een tarweprijs van / 2 5 . — per 100 kg, de kosten van één bespuiting (+ f 50.- per ha) juist door de baten worden gedekt. Was in 1956 de

rentabiliteit van de bestrijding van de gele roest, op het gunstigste tijdstip uitgevoerd, reeds dubieus, in 1957 was van een rendabele be-strijding zeker geen sprake.

(6)

Samenvatting

Evenals in 1956 werd ook dit jaar in aanmerking met enige

Rijkslandbouwconsulentschappen en de Directie van de Wieringermeer in de Noordoostpclder een bestrijdingsproef tegen de gele roest in wintertarwe uitgevoerd. Vier proefvelden werden op Heine's VII aangelegd. Reeds vroeg in het voorjaar trad de gele roest op de proefvelden in het gewas in ernstige mate op. De bespuitingen wer-den op vier verschillende tijdstippen in april, mei en juni met Zineb + hechter uitgevoerd. Het effect van de bestrijding liet echter veel te wensen over. Bij toepassing van 3 à 4 bespuitingen werd de zaadopbrengst gemiddeld met jfo verhoogd. Met deze opbrengst-verhoging konden echter slechts de kosten van één bespuiting worden gedekt. Van een rendabele bestrijding was dan ook zeker geen sprake. Evenmin konden conclusies worden getrokken betreffende het tijdstip waarop met het meeste succes een bespuiting kan worden uitgevoerd.

Deze proef wordt niet meer voortgezet.

Ir. A.J.A. Hulshoff maart 1958 S 568

H O ex. PD

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Thans zit er niet veel anders op dan de aanschaffing van een kleinen ver- tikalen stoomketel, zooals deze in de Fransche afdeeling voor zuivelbereiding was tentoongesteld en

er anno 2019 nieuwe inzichten ontstaan, die mogelijk aanleiding geven voor het Deltaprogramma om aannames of uitgangspunten te heroverwegen, omdat ze bepalend zijn geweest

[r]

Nieuwe generatie van dynamische energie-transitiemodellen passend bij het ‘system of systems’ karakter van het toekomstige energiesysteem voor analyse en optimalisatie

Methodologically tying the fields of business history, economic geography and fashion studies together, this research employs the theoretical concept “fashion capital” or

Development of prices on the art market 1940-1945 (index 1940=100), superimposed on part of a newspaper article on art as investment in De Telegraaf, 22 May 1941... 46

It would not surprise me if, among Maroon youngsters, today’s global tattoo culture would (re)emerge based on old scarification patterns. The body remains an understudied,

Guillain-Barre Syndrome outbreak associated with Zika virus infection in French Polynesia: a case-control study. Annals of Clinical and Translational Neurology published by